vrijdag, juli 06, 2012

Tuinieren in Bellegarde

Ondertussen zit ik, werk ik, tuinier ik in Bellegarde in mijn jardin des simples. Simpel is het niet, een tuin op afstand onderhouden, het wordt dus een wilde tuin, een tuin op drift en ook dat is boeiend.

In de tuin vallen de Griekse alanten nu het meeste op, niet alleen omdat ze zich zo goed uitzaaien maar ook omdat ze zo een groot (bedreigend?) blad vormen. Ondertussen zijn er echter ook kleine plantjes die zich stiekem verspreiden, bijvoorbeeld de akker- en de haagwinde. Maar het mag van mij. Als god de vader met een kleine g kijk ik er naar en grijp in daar waar meer timide planten dreigen in de verdrukking te geraken. Mijn rozenwortels bijvoorbeeld, zij waren onzichtbaar geworden onder de grote alanten. Het is wel een prulwerk om ze weer vrij te maken, maar dat vormt een leuk rustpunt tijdens het ruige werk van padenhakken.

Ook meer rustig reddingswerk is het scheuren van bieslook, tijm, vrouwenmantel en valeriaan 'phu'. Dit zijn allemaal wel sterke planten maar in de betongrond van Bellegarde houden ze het toch maar even vol en vragen dan ook om gescheurd en overgeplant te worden. En dat doe ik dus vandaag.

Over geschiedenis van de Inula helenium

In het jaar 77 schreef Plinius over een zekere Julia Augustinus dat ze 'geen dag voorbij liet gaan zonder wat alantwortel te eten, dat  ter bevordering van de spijsvertering en een aangenaam humeur.
In de 5de eeuw werd de plant 'inula campana' genoemd en in de middeleeuwen 'enula.'
Hildegard von Bingen en Albertus Magnus raadden de plant aan voor de luchtwegen, evenals Matthiolus.

Dodoens vermeldt : 'alant is een veel ghecocht ende wel bekend cruydt' en alantwortel ghesoden ende ghedroncken lost die urine ende verweckt die natuerlijcke cranckheyt der vrouwen/ ende es goet den ghenen die van binnen gheborsten oft ghequetst sijn/ ende die eenich ledt vercrompen oft ghespannen hebben. Die selve wortel met huenich vermenght ende gheleckt suyvert die borst/ doet die taeye fluymen rijpen ende rijsen/ ende es seer goet tot den hoest ende corticheyt van adem.
Alantwortel ghepoedert es goet ghedroncken tseghen die beten ende steken van den fenijnnighen ghedierten/ ende tseghen die winden ende opblasinghen binnen tlichaems. Alantwortel gheconfijt es der maghen goet ende bequaem ende doet die spijse verteeren.


1 opmerking:

Anoniem zei

Dat ziet er echt prachtig uit. De natuur kan het vaak veel beter dan wij. Bij mij zaaien er vaak ook spontaan dingen uit en de plaats die uitgekozen wordt, dat zou ik zelf niet beter kunnen ; )
Een heel fijn weekend.