donderdag, november 14, 2013

Knopkruid gesprokkeld.

Om de lessen herborist wat op te fleuren heb ik graag dat de cursisten zelf ook wat planten of plantenresten meebrengen.
Is er nu nog wat interessants te plukken, vragen velen zich af. Het is herfst en al donker als we naar de les komen. Gelukkig zijn er altijd wel mensen die wat onkruidrestjes vinden en ook meebrengen. En nog interessant onkruid ook. Al is elk onkruid in meer of mindere mate wel interessant. Dus deze keer het knopkruid, Galinsoga.

Kaal Knopkruid of Klein Knopkruid (Galinsoga parviflora)

De wetenschappelijke naam Galinsoga is vernoemd naar een zekere M.Galinsoga (1766-1797), botanicus en hofarts van  de koningin van Spanje. De soortnaam parviflora komt van het Latijnse parvus = klein en flos = bloem: met kleine bloemen. De Nederlandse naam ‘knopkruid’ verwijst ook naar het kleine, knopvormige gele bloemhoofdje.
De plant komt van oorsprong uit Zuid-Amerika (Andesgebergte). Rond 1820 is deze plant op een of andere manier hier in Europa ingeburgerd. De plant komt vooral voor in akkers en tuinen, omgewoelde wegbermen en opgehoogde terreinen. Kaal Knopkruid is eetbaar, tenminste de jonge blaadjes en stengels. Het kan ook in soep meegekookt worden. Het smaakt een beetje naar zeekraal en zit vol met calcium. Oude bijnamen zijn Akkerpest (een woekerend onkruid), Duitskruid (knopkruid breidde zich vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog uit, de fout van die Duitsers), ook de naam Moffenkruid zegt genoeg.

En alhoewel dit algemene onkruid niet geneeskrachtig gebruikt wordt, is het toch indrukwekkend als je leest hoeveel bijzondere stoffen, zoals beta-sterolen en antioxidanten, er in deze plant aanwezig zijn. Opvallend is ook zijn beschermende werking op de lever, werking die zelfs te vergelijken is met mariadistel en verder heeft het Galinsoga-extract ook nog een bloedsuikerverlagende werking.
In 2007 onderzocht de universiteit van Kwa-Zulu in Durban, Zuid-Afrika, de werking van zestien lokale kruiden als zogenaamde ACE-remmer. Galinsoga parviflora bleek daarbij ook een bloeddrukverlagende werking te hebben.
Niet mis dus voor zo'n lastig onkruid.

Z Naturforsch C. 2013 Jul-Aug;68(7-8):285-92. Chemical constituents and biological activities of Galinsoga parviflora cav. (Asteraceae) from Egypt. Mostafa I, Abd El-Aziz E, Hafez S, El-Shazly 
The phytochemical investigation of an aqueous ethanolic extract of Galinsoga parviflora Cav. (Asteraceae) resulted in the isolation and identification of eleven compounds namely: triacontanol, phytol, beta-sitosterol, stigmasterol, 7-hydroxy-beta-sitosterol, 7-hydroxystigmasterol, beta-sitosterol-3-O-beta-D-glucoside, 3,4-dimethoxycinnamic acid, protocatechuic acid, fumaric acid, and uracil. Furthermore, 48 volatile constituents were identified in the hydrodistilled oil of the aerial parts. The ethanolic extract at a content of 400 mg/kg body weight (BW) exerted 87% reduction in the alanine aminotransferase enzyme level in cirrhotic rats compared with the standard silymarin (150 mg/kg BW) and also exerted a reduction in the blood glucose level equivalent to that of glibenclamide (5 mg/kg BW) in diabetic rats. The ethanolic extract, light petroleum and ethyl acetate fractions exhibited substantial antimicrobial activity against Bacillus subtilis, Pseudomonas aeruginosa, Escherichia coli, Aspergillus niger, and Candida albicans. The ethyl acetate fraction showed strong antioxidant activity at a concentration of 150 mg/mL as compared with 0.1 M ascorbic acid. The cytotoxic effect against the MCF-7 cell line was found to be weak.

Geen opmerkingen: