zondag, maart 30, 2014

Aard-appel

De aardappelen die we enkele weken geleden gepoot hadden, beginnen boven de grond te komen. Die knollen waren wel geen officiële pootaardappelen, maar biologische eetpatatten die serieuze scheuten begonnen te vormen en dus heb ik ze maar in de grond gestopt. Misschien wel wat vroeg, maar met die zachte winters en het bijna vorstvrij Bretoens klimaat kon ik dat risico wel nemen. Tezelfdertijd heb ik tussen de aardappelen peultjes gezaaid, benieuwd wat dat zal geven.

Voor een herborist zijn aardappel niet alleen koolhydraatrijk bulkvoedsel maar ook boeiende planten met een rijke geschiedenis en een geneeskrachtige werking. En je kan ze zelfs als sierplant gebruiken. Vorig jaar, ergens onderweg met mijn motorhome, zag ik in de verte een prachtig bloeiend veld met mij onbekende planten, tot dat ik dichter bij kwam en merkte dat het gewoon een aardappelveld was. Iets mooi vinden, kun je blijkbaar aan of af leren.

Wat geschiedenis van de aardappel.
De bekende Clusius, tijdgenoot van Dodoens ontving knollen en zaden van de aardappelplant op 26 januari 1588 van Philippe de Sivry, heer van Walhain. Een jaar tevoren had De Sivry deze nieuwe plant gekregen onder de naam Taratoufli. Clusius maakte de eerste wetenschappelijke beschrijving van de aardappel in zijn Rariorum Plantarum Historia in 1601 onder de naam Arachidna; in de inventaris van 1594 wordt ze Papas Americanorum genoemd.

In Artsenijgewassen 18de eeuw, wordt de aardappel nog Knobbelige nachtschade genoemd en goed bevonden om stijfsel, jenever, haarpoeder en brood te maken.

De aardappel stond in die tijd ook bekend om zijn gas- en windvormende eigenschappen, net zoals vele andere eetbare knollen, maar ook als lustopwekkend middel werd het onder andere beschreven door Abraham Munting. Hij schreef 'ze zijn zeer gezond voor elk, inzonderheid voor oude manspersonen, versterken de maag en het gehele lichaam, maken goed bloed en verwekken lust tot 't echte werk.' Een oude manspersoon ben ik ondertussen wel en die weledele gestrenge heer Abraham Munting had ik wel willen kennen.

Over de aardappel:  http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/61870-aardappel-als-geneeskruid.html
Over Munting, een goudmijn van informatie over planten:
https://sites.google.com/site/kruidwis/geschiedenis/munting-abraham

zaterdag, maart 29, 2014

Ruw natuur: brandnetel op zijn primitiefst

Door het gebukt grof werk verrichten in de tuin, het hout zagen en klieven, begin ik het letterlijk op mijn heupen te krijgen. Ja, van werken in de natuur kun je ook problemen krijgen. Zelfs een herborist.


Maar zulke signalen zorgen er wel voor, dat een mens zich weer wat beter gaat verzorgen en dus begin ik een kuur met verse brandnetel en moerasspirea. Deze twee kruiden zijn de middelen bij uitstek tegen artrose en ze groeien ook massaal in het overstromingsgebied bij onze rivier. Ik wil eens een primitieve kuur doen, dus geen kruidenpoeders, capsules of thee gebruiken, maar de planten rauw opeten. Jonge bladeren van moerasspirea beknabbel ik net zoals kauwgom, slik het sap met speeksel door en spuw de leeg gezogen vezels uit. Met brandnetels probeer ik dat ook, maar de prik is toch iets te veel van het goede, dus laat ik het fijn maken van het blad over aan de mixer (netelblad met beetje water) en drink zo het sap. Dit soort drankjes noemen we tegenwoordig modieus smoothies, al smaakt het niet smooth, maar dat was ook niet de bedoeling. Het moest juist ruw natuur zijn. Resultaten? Die hoor je later wel... of niet?

Meer over artrose en kruiden: https://sites.google.com/site/kruidwis/fytotherapie/artrose-gewrichtsslijtage
Meer over moerasspirea http://wetenschap.infonu.nl/diversen/28313-moerasspirea-onze-reumaplant-nuchter-bekeken.html

maandag, maart 24, 2014

De geheime tuin

Achter in de tuin, de plek was in december nog volledig overstroomd door de rivier, nu één feest van frisse kleuren, geel, groen, wit.

Op de toppen van mijn tenen laveer ik tussen narcissen, bosanemonen en speenkruiden. Kwetsbaar lijken ze nu met hun tere bloemen maar blijkbaar kunnen ze tegen een stootje. Een dikke boomstam, in december met het water komen aanstromen, heeft zich plomp verloren tussen al dat groen gevestigd, honderden anemonen en speenkruiden proberen zich onder het gevaarte uit te murwen. Moet ik hen twee handjes helpen? Met veel moeite krijg ik de boomstam overeind en laat hem tegen een els aan leunen. De bleek uitgeslagen speenkruiden kunnen weer adem halen en reppen zich naar het licht..

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/anemone-nemorosa-bosanemoon

zaterdag, maart 22, 2014

Filiae ante patrem, groot hoefblad

Hoefblad een plant die altijd tot mijn verbeelding heeft gesproken. De vreemde, orchidee-achtige bloem die vroeg in maart, nog voor er blad aan de plant zit, uit de blote grond te voorschijn komt. En daarna immense kantige bladeren vormt waar je als kind zomaar onderdoor kan lopen. Zijn sterke bijna woekerende groei, die veel mensen afschrikt, maar mij juist aantrekt. Genoeg reden dus om van deze plant te houden of hem te haten. Ik heb het nu vooral over het groot hoefblad Petasites hybridus .
De exemplaren op de foto groeien aan de voet van een hellingbostuin bij een oude openbare wasplaats in het Bretoense stadje Huelgoat. Een plek met poëtische zenallures. Groot en klein zijn er broederlijk naast mekaar aanwezig. Groot in de gedaante van de hoefbladeren, klein in de gedaante van de nu teer bloeiende goudveil. Een plek om gewoon even te zijn.

In de middeleeuwen werd het hoefblad ook wel ‘filiae ante patrem’ genoemd, wat betekent: de dochters (de bloemen) komen vóór de vader (de bladeren): eerst komen de forse bloeistengels en dan het rabarberachtig blad. Onder de bladeren komt nauwelijks licht op de bodem. Dit is een prima milieu voor padden en zo ontstond de bijnaam Paddenblad. De Latijnse naam Petasites verwijst mogelijk naar de Petasos, de zonnehoed die eeuwen geleden al door de Griekse boeren werd gedragen. Zelf gebruik ik het blad op mijn bergtochten ook wel eens om mijn hoofd tegen de zon te beschermen, vooral omdat ik niet graag een hoed of een onnozel petje op mijn kop zet. Nu ja, een hoefbladhoed is ook geen zicht maar geeft niet alleen schaduw maar ook extra koelte.

Lees ook http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/25369-in-de-naam-van-groot-en-klein-hoefblad.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/petasitus-groot-hoefblad-onderzoek

donderdag, maart 20, 2014

Over ajuin en de markt

Je wil het niet weten en ik wil niet dat je het weet, maar ik schrijf het toch. Al die gewone dingen die een mens doet op een dag. Boodschappen doen, koken, lezen en vandaag naar de markt in Huelgoat voor de biogroenten maar ook voor de biomensen. Ontmoeting et un café. Vlaams, Hollands, British en ook Français.

Aardbei- en uienplantjes gekocht. Aardbeiplantjes van het merk Cirafine en ajuinplanten van het bekende Bretoense ras roze de Roscoff. In het kuststadje Roscoff is er zelfs elk jaar een grote ajunenmarkt. Fête des oignons. Sa chair est rose, son histoire, des plus anciennes. C’est l’emblématique oignon de Roscoff ! Il vient de bénéficier de l’AOP, l’Appellation d’Origine Protégée. Asjeblieft. Een ui met een appellation. http://www.oignon-de-roscoff.fr/. In Roscoff worden de uien zelfs Johnies genoemd. Les Johnnies étaient des marchands d'oignons roscovites, qui, à partir du 19ième siècle, partaient chaque année en août, de l'autre côté de la Manche pour vendre leurs oignons.


Over ajuinen medicinaal
Een curieus recept van Petrus Nijlandt de ui voor "Naweeën der Kraem-vrouwen". Het recept hiervoor luidt: "Koockt de Ajuyn in Wijn, daerna stoot ze en fruyt ze in Boom-olie en leght het pap- of plaesterwijs onder op de Navel"

Een klassieke uiensiroop, vooral goed voor de luchtwegen (hoest met slijm, astma). De eenvoudigste siroop maak je als volgt: een laagje uien met suiker, om en om, in gelijke gewichtsdelen, dus evenveel ‘kilo’ ui als suiker, op kamertemperatuur 1 of 2 dagen laten trekken en uitzeven. Het sap als siroop gebruiken., ongeveer 2 x daags één eetlepel.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/24857-ui-knoflook-en-onze-hormonen-een-familiegeschiedenis.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/allium-cepa-ui-ajuin
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/26513-ui-tegen-astma-en-diabetes.html


Dienstmededeling: vandaag gezaaid : rode radijs, 4 seizoenensla (Laitue merveille des Quatre Saisons) en natuurlijk onze eerbiedwaardige ajuintjes geplant.



woensdag, maart 19, 2014

Zaaien in onze tenttuin

Zaaien is hoop, verwachting en toekomst creëren.  We zijn begonnen met zaaien in onze nieuwe tenttuin. Peultjes of sluimerwten, spinazie (wel nat geworden zaad, dat we uit de overstroming van december hebben gered) en verder verse zaden van gemengde snijsla Mesclun.

Oorspronkelijk was mesclun  (Lat. mesclumo = mengsel) een mengsel van verschillende jong geoogste slasoorten, vooral andijvie-achtigen. Later is men er ook Japanse bladkoolsoorten aan gaan toevoegen.

- Rode eikenbladsla (Lactuca sativa, var foliosa, samengesteldbloemigen, Asteraceae)
- Rode krulsla, Lollo Rossa (Lactuca sativa var foliosa, samengesteldbloemigen, Asteraceae)
- IJsbergsla (Lactuca sativa var capitata, samengestelbloemigen, Asteraceae)
- Krulandijvie (Chicorium endivia, samengesteldbloemigen, Asteraceae)
- Radicchio, roodlof (Cichorium intybus var foliosum, samengesteldbloemigen, Asteraceae)
- Rucola, raketsla (Eruca sativa,  kruisbloemigen, Brassicaceae). Ook zaad van minder populaire, vergeten bladgroenten kan men toevoegen, zoals hertshoornweegbree en paardenbloem.

Zaaien in onze tenttuin
Van onze tenttuin kunnen we tijdelijk een serre maken, waardoor we vroeger kunnen zaaien. Langs de stokken kunnen erwten, bonen en mogelijk zelfs pompoenen of kalebassen klimmen. En nu maar afwachten of alles beter wil groeien in deze mysterieuze tenttuin.

Madeliefjes bloeien en Vera Chytilova sterft.

Lang geleden hield ik mij voornamelijk bezig met het bestuderen van film en literatuur. Ik studeerde aan de filmschool in Brussel waar ik kennis maakte met schrijvers, dichters en kineasten. Ivo Michiels, Rudi Van Vlaenderen, Jo Röpcke en vele anderen probeerden ons studenten cultuur met een grote C bij te brengen. Schrijvers en kineasten waren mijn grote voorbeelden. Nu ik zelf 70 jaar word, gaan al die voorbeelden van vlees en bloed één voor één dood, maar vreemd genoeg komen ze door dood gaan terug in mijn herinnering en besef ik dat ze veel voor mij betekend hebben. Deze week was het overlijden van de Tsjechische cineaste Vera Chytilova zo een herinnermoment en komt haar film over twee stoute madeliefjes weer uit mijn onderbewustzijn gekropen.

‘Madeliefjes’ volgt de wilde belevenissen van twee meisjes, allebei Marie genaamd. Het verhaal begint met het voornemen van beiden om zich slecht te gedragen. Na een hele reeks absurde avonturen komen zij terecht in een feestzaal waar een banket opgesteld staat (vermoedelijk voor de bonzen van de communistische partij) en waar zij zich, zoals afgesproken onhebbelijk gedragen. Ze schransen, maken er een boeltje van en belanden uiteindelijk in de kroonluchter die als schommel dienst doet. Op het einde worden ze alle twee vermorzeld onder de vallende kroonluchter. Vreemd happy end.

En ja, met de madeliefjes ben ik terug bij de planten beland en besef ik nu pas dat deze vrouwelijke madeliefjes, lief en ondeugend, er mede voor gezorgd hebben dat ik mij voor de 'natuur' ben gaan interesseren. Buiten in het natte gras bloeien fris en ondeugend de echte madeliefjes.

 http://www.cobra.be/cm/cobra/film/140316-sa-chytilova-rip

maandag, maart 17, 2014

In de tuin, bij de dijk

Speenkruid en stengelloze sleutelbloem op de dijk in de tuin. De dijk die ons in de winter moet beschermen tegen het wassende water van de Aulne. Nu vormt het een mooi, golvend stukje tuin, waar ik als een kleine kasteelheer of als een monnik op hoogte kan wandelen en mediteren.
Van plantengroei vinden we veel gras natuurlijk maar dus ook speenkruid en sleutelbloem, verder madeliefjes en op de helling langs de rivier veel daslook.

Een dijk zorgt er niet alleen voor dat het water van de rivier wordt tegen gehouden, maar creëert ook verschillende biotopen, een zonnige drogere en een nattere schaduwrijke kant, met een verschillende plantengroei als gevolg. Ruigtekruiden zoals brandnetel en ridderzuring zijn ook van de partij, door te maaien en maaisel af te voeren, waardoor de grond minder stikstofrijk wordt, hopen we die ruigtekruiden terug te dringen. Door de overstroming zijn er kleine stroken gras en andere plantengroei weggespoeld, hopelijk komen daar dit jaar wat akkerkruiden zoals klaprozen en bolderik groeien. Zaad dat we er vorig jaar massaal uitgestrooid hebben.

Achter de dijk langs de rivier en aan de voet van de dijk, vinden we natte, vochthoudende voedselrijke grond waar de volgende planten goed kunnen groeien. De meesten zijn er dan ook te vinden, alleen de kievitsbloem groeit er spijtig genoeg nog niet en de boterbloemen die zijn massaal aanwezig

Allium ursinum Daslook wit
Caltha palustris Dotterbloem geel
Cardamine pratensis Pinksterbloem lila
Cerastium fontanum Gewone Hoornbloem wit
Filipendula ulmaria Moerasspirea wit
Fritillaria meleagris Kievietsbloem roze gevlekt
Leontodon autumnalis Herfstleeuwetand geel
Lotus uliginosus Moerasrolklaver geel
Lychnis flos-cuculi Echte Koekoeksbloem roze
Myosotis palustris Moerasvergeet-mij-niet blauw
Ranunculus acris Scherpe Boterbloem geel
Ranunculus repens Kruipende Boterbloem geel
Rumex acetosa Veldzuring roodbruin
Taraxacum officinale Paardenbloem geel
Trifolium pratense Rode Klaver roze-rood
Trifolium repens Witte Klaver wit

vrijdag, maart 14, 2014

Driekantig look bij Presqu'ile de Crozon


Een uitstapje naar het Presqu'ile de Crozon, de plaats waar Bretagne in de oceaan verdwijnt. Geweld van rotsen, woeste zee en geheimzinnige rechtopstaande stenen zien en voelen we hier. Pointe de Pen-Hir, menhirs en alignement de Lagatjar, dolmen... 
Grootse natuur maar wij zien ook kleine natuur. Langs de wegkanten groeit weelderig een wit bloeiend plantje. Van uit de rijdende auto proberen we te raden wat het is. Een bolgewas waarschijnlijk, mogelijk het lenteklokje. We stoppen en ontdekken dan, door de sterke uiengeur dat het een alliumsoort is. Maar dewelke? De bloemstelen hebben een driekantige stengel en inderdaad het driekantig look bestaat, dus Allium triquetrum. We benaderen het als een zeldzame plant tot we ontdekken dat het volgens de Franse natuurverenigingen een invasieve soort is. Een term die natuurverenigingen gebruiken om aan te geven dat ze er liever van af zijn: te woekerend, uitheems, verdringt de inheemse flora. Zo iets als 'eigen plant eerst'.

In elk geval kunnen wij, als het zo zit, zonder gewetenswroeging  een polletje uit de grond trekken en overplanten naar het binnenland van Bretagne, waar het lekker invasief mag zijn. Ja lekker, want zoals alle uiensoorten is ook het driekantig look goed te eten. Zowel blad, bloem en de kleine uitjes zijn ingemaakt een lekkernij.
En.... sorry, over de machtige rotskust en de geheimzinnige alignement schrijf ik later wel wat.

L'ail à trois angles ou ail triquètre est une plante de la famille des Amaryllidacées qui pousse en Méditerranée. Utilisée pour l'ornement, elle s'est naturalisée en Grande-Bretagne, en Bretagne et en Normandie, principalement sur le littoral. Elle pousse souvent sur les talus, en groupes assez denses.

A widely naturalised species that is most common in the southern parts of Australia. It is very common in Victoria, Tasmania, south-eastern South Australia and south-western Western Australia. Also scattered in the southern and eastern parts of New South Wales and occasionally naturalised in other parts of South Australia. Three-cornered garlic (Allium triquetrum) was also naturalised in the cooler parts of south-eastern Queensland, but there have been no records in this region for many years.

Menhirs van Lagatjar


De menhirs van Lagatjar. Ze staan daar wel wat vreemd in de open vlakte omringd door de oprukkende huizen. 
Pratende, mediterende, vergaderende stenen gestalten?  Wat vertellen ze aan mekaar. Wat vertellen ze ons? Weerkaatsen ze wat wij willen horen? 

Mij bekoren niet alleen de stenen, maar ook de weinige bomen in de buurt. Gegeseld door de zoute zeewind kunnen ze nauwelijks overeind blijven. Ze lijken wel te vluchten voor die stoere stenen.

Au total, on compte 87 menhirs et souches de menhirs, dont les plus grands font 3 m de hauteur. Le site avait être classé Monument historique depuis 1883, sans la restauration effectuée en 1928-1929, il ne resterait probablement plus grand chose de ces pierres debout dont beaucoup étaient à terre. Par la suite, le site a eu plusieurs usages, entre autre terrain de foot et même, dans les années 1930, camping sauvage ! Maintenant, on ne fait plus que se promener tranquillement entre ces menhirs. En se posant d'éternelles questions...

The alignment of standing stones known as L'alignement de Menhirs de Lagatjar in the neighbourhoodl of Camaret-sur-Mer is an unmissable prehistoric site, contemporary with the famous stones of Carnac. Located a stone's throw from the sea, near the beach of Toulinguet, this site includes 60 monoliths ranged in a line that reaches over 200 metres (and believed to have once been even longer) plus two lines of standing stones arranged at right angles.


woensdag, maart 12, 2014

Boterbloemen in de kruidenborder

Vandaag de kleine kruidenborder voor ons huis verder op orde gebracht. Op orde? Wat is dat? Vooral boterbloem, kleine veldkers, grote graspollen en wat brandnetels verwijderd tussen de salie, venkel, tijm, rode zonnehoed, bergamotplant en dergelijke. Ja, het ene mag blijven en het andere wordt verwijderd, al kan mijn voorkeur snel veranderen. En in dit kleine stukje tuin speel ik god de vader, al heeft moeder aarde soms het laatste woord.

Boterbloemen, die hebben we genoeg en dus mogen en moeten ze verderop in de tuin hun ding doen. En wat kunnen ze zich met hun wortels toch zo krachtig vast houden aan moeder aarde. Daar bewonder en... verafschuw ik ze ook wel voor. Veldkers is dan veel luchtiger verbonden met de grond, zij vermeerderen zich vooral door hun zaadjes speels te verspreiden en dus moeten ze zich ook niet hardnekkig in de grond vastbijten. Veldkers is ten andere lekker pittig eetbaar maar alles opeten lukt mij niet. Dus toch wat rooien met enige pijn in het hart.
Na het opruimen is er enige voldoening, al ziet de border er nu minder groen uit dan een uur geleden en ook daar heb ik dus weer gemengde gevoelens over.

Tot de twee soorten Boterbloemen, die algemeen voorkomen in bermen, op dijkhellingen, in weilanden en hooilanden hoort de Kruipende boterbloem, Ranunculus repens. Deze soort heeft onder de bloemen een geribbelde stengel, wat je goed kunt voelen als je probeert om een bloem tussen duim en wijsvinger te laten draaien. Dat gaat minder gemakkelijk door de ribbels. Als je een stukje proeft van de plant, smaakt die niet bitter. Wel uitspuwen want toch wel wat giftig.

Naam
De botergele glimmende kroonbladeren zorgen voor zijn Nederlandse naam. De wetenschappelijke geslachtsnaam Ranunculus is het verkleinwoord van het Latijnse rana: kikker. Vele soorten van dit geslacht hebben namelijk een voorkeur voor vochtige standplaatsen, zoals vochtige weiden, sloten en plassen: dus plaatsen waar ook kikvorsen zich ophouden. Ook al in de oud-Griekse tijd was de toen gebruikelijke naam “batrachion” afgeleid van kikker. Daarnaast zijn “repens” voor “kruipend” en “acris” voor “scherp” goed herkenbaar in de plantennaam.Omdat men in de vorm van het blad een overeenkomst zag met een vogelpoot, ontstonden namen als Hanevoet, Haneklauw, Kraaiepoot en Krauw. De naam Hanevoet komen we reeds in de middeleeuwen tegen onder de benamingen van Hanenfuss en Hanenwurz.

Ranunculus giftig en geneeskrachtig?
De boterbloem is nooit veel gebruikt geweest als medicijn, alhoewel de irriterende werking op de huid van vooral de blaartrekkende boterbloem vroeger wel gebruikt werd bij gewrichtsklachten en huidverhardingen. Die werking vinden we ook terug bij Dodoens. 'Die bladeren oft wortelen van hanenvoeten ghestooten/ ende op eenighe ghesonde plaetse des lichaems gheleyt/ bijten die huyt ende dat ghesont vleesch open/ ende maken bleynen/ bladeren/ roven ende gaten/ ende sijn mits dien goet op die quade swerende naghelen ende wratten of af te doen valle'. 
En dat anti-inflammatoire gebruik heeft recent ook enige wetenschappelijke onderbouwing gekregen. When tested in vivo, all of the extracts showed anti-inflammatory or neutral effects. In vitro, non-polar extracts of this species were able to inhibit eicosanoid production, whereas polar extracts enhanced the synthesis of 5(S)-HETE, LTB(4) and 12(S)-HHTrE. The hypothesis of a "counter-irritant" mechanism of action has thus been proposed and is also discussed herein. 

Lees ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/ranunculus-sp-boterbloem

zondag, maart 09, 2014

Helmkruiden

Je hebt ze in allerlei soorten, de helmkruiden; het knopig, geoord en het gevleugeld helmkruid. Het gevleugeld helmkruid staat er bij ons in de tuin nu stevig, fris en glimmend groen bij, wat bij sommigen de verwachtingen wekt dat het een of andere verloren gelopen sierplant is, die straks felle, grote bloemen zal geven. Helaas of gelukkig, worden die verwachtingen niet ingelost, want er verschijnen in de zomer hele, kleine bruinige bloemetjes, die met enige fantasie op een soort helm gelijken. Niet opvallend maar wel bijzonder. Volgens sommigen zou het dan ook een kruid zijn voor diegenen die met de helm geboren werden.

Geoord helmkruid of beekschuym
Dodonaeus beschrijft het geoord helmkruid en noemt het beekschuim. 'Door zijn voorkomen langs sloten en vaarten wordt het wel beeckschuym genoemd'. Beekschuim heeft in zijn bladeren een afvegende kracht waarmee sommige menen dat het in de oude kwade en stinkende zweren zeer behulpzaam kan wezen als ook het sap er van in honing gekookt.
Sommige houden dat het zaad van beekschuim gestampt en met honing gemengd als een pleister op het voorhoofd gelegd het lopen van de ogen beneemt.
Het water van dit gehele gewas gedistilleerd in het midden van mei geneest de wratten en andere diergelijke uitwassen en niet alleen met doekjes daar op te leggen, maar ook door het te drinken ‘s morgens en ‘s avonds vier ons tegelijk’. Ik heb geen ervaring met deze toepassingen en... proefkonijnen zijn dus altijd welkom.

Ook grappig is dat, weer volgens Dodoens 'de kinderen de bladeren strippen en steken hem door een ander als een boog door een fiddle', vandaar de Engelse namen fiddles en fiddlewood, ze geven dan een schurend geluid, het geluid van een fiddelaar.

Knopig helmkruid
Knopig helmkruid is de soort die we ook nu nog gebruiken en net zoals in de tijd van Dodoens nog steeds tegen aambeien. Groot speenkruid werd het vroeger wel genoemd, wat ook nu nog verwarring geeft met het echt speenkruid (Ranunculus ficaria), twee botanisch zeer verschillende planten maar wel allebei tegen het speen (aambeien) in gebruik. Het zijn de ondergrondse knobbelige knollen die gerooid worden waarvan dan met melk een soort thee getrokken wordt.
Dr. Leclerc en vele anderen schrijven het ook een bloedsuikerverlagende werking toe. Verder is er in Helmkruid ook de anti-inflammatoire stof harpagoside gevonden, waar duivelsklauw (Harpagophytum) zijn werking bij artrose aan te danken heeft. Bijzonder is ook dat het flavonoïde diosmine voor het eerst en al in 1925 in deze plant gevonden werd en dat deze stof nu ook verwerkt wordt in preparaten voor het veneuze vaatstelsel, tegen spataderen en aambeien. Dus de kwalen waar juist Helmkruid in de volksgeneeskunde voor gebruikt word. Diosmine heeft net zoals harpagoside ook een ant-inflammatoire werking.

Lees ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/scrophularia-sp-helmkruid


zaterdag, maart 08, 2014

Pesto Pasta


Eenvoudig gegeten vanmiddag. Pesto pasta. Rijstpasta met pesto van daslook. Het bijzondere is dat in de pesto zowel de basilicum als de knoflook vervangen werden door wilde daslook. Verder is het een klassieke pesto met pijnboompitten, parmezaanse kaas, olijfolie en dus daslook. Goed mixen tot een dikke pasta en door de stevige, ardente gekookte rijstpasta roeren. Meer moet dat niet zijn.

Onze gebruikte daslook komt uit de tuin. Vermeerderen kan het makkelijkst met de bolletjes maar zaaien is ook mogelijk. Ik zaai zelf niet meer, heb al honderden plantjes in de tuin staan en gebruik dus liever de bolletjes als ik nieuwe plantjes op een andere plaats of in een potje wil hebben. Zaaien kan goed, de zaden zijn wel koude kiemers. Dat betekent dat ze een periode van kou nodig hebben om te kunnen kiemen met meestal vooraf een periode van warmte. Veelal zijn dit zaden die al vroeg in het jaar rijp worden en in de zomer al op de grond vallen. Om te voorkomen dat de zaden als kwetsbare zaailingen de winter in gaan, zullen ze niet eerder kiemen dan het volgende voorjaar. De zaden moeten eerst vocht op kunnen nemen in een warme periode. Waarna een periode van kou (temperaturen +5 tot -5) de kiemrust doorbreekt. Hoe lang zo'n periode moet zijn is per soort verschillend. Temperaturen lager dan -5 verlengen de periode omdat dan het proces stil komt te staan. Onze natuurlijke winteromstandigheden zijn meestal het meest effectief voor het doorbreken van de kiemrustperiode.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/allium-ursinum-daslook



woensdag, maart 05, 2014

Huelgoat en een beuk in zijn blootje


Aswoensdag. Begin van de vasten. Vasten vandaag? Niet voor mij en ook niet voor de natuur hier in Bretagne, want juist vandaag, na veel veel regen, is het een zonnige dag. Een dag om gulzig van te genieten. Je, te goed doen aan de natuur.
Ik wandel in het bos van Huelgoat; grote, bemoste keien, geweldige eiken en beuken vinden we hier. Ik kan er nu extra van genieten, niet alleen omdat het zo'n mooi licht is vandaag, maar ook omdat de bomen nog bloot zijn. Want ja...ik moet bekennen dat ik, fotografisch gezien, vooral van bomen hou als ze nog geen blad hebben of....sorry, als ze dood zijn. Bij het binnenkomen van het bos valt me vooral een grote, blote beuk op, echt bloot is hij niet want gekleed in een jurk van groen mos bezet met ronde pareltjes van navelkruid en versierd met hier en daar een eikvaren. Wat doen die eik-varens op een beuk?

Over madame de beuk dan maar. 
De beuk is zeker één van onze statigste bomen. Ze wordt ook wel de Moeder van het Bos genoemd om haar warme uitstraling, haar gracieus en verfijnd voorkomen. Volgens de Engelse sjamaan Dusty Miller geeft ze troost aan mensen. Ik denk zelf dat de bouwers van de gotische kathedralen geïnspireerd waren door de beukenbossen. In Duitsland  worden de beukenbossen dan ook respectvol ‘Buchendome’,beukenkathedralen genoemd.

Jong blad als voedsel
De jonge bladeren kunnen rauw worden gegeten en worden toegevoegd aan een salade. Gebruik alleen de allerjongste bladeren, want ze worden snel stug. Elk jaar worden in twee periodes van drie weken bladeren gevormd, de eerste keer in de lente en de tweede keer middenzomer.

Beukennootjes
De noten zijn rijk aan proteïne en zijn zowel rauw als geroosterd eetbaar. Door ze eerst te schillen en te vermalen en daarna te persen komt de olie in de noten vrij. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, bevatten beukennootjes geen blauwzuur. Wel zit er in het bruine vliesje rondom de nootjes de zeepstof fagine, die bij consumptie van grote hoeveelheden je hoofdpijn kan bezorgen. Deze fagines kunnen hemolyse verwekken. Paarden zijn zeer gevoelig voor deze stoffen die vooral in de beukennoten zijn opgeslagen. Door roosteren wordt de fagine onschadelijk gemaakt.

Gemmotherapie
In de gemmotherapie worden de knoppen, het is nu het moment om ze te plukken, op alcohol en glycerine getrokken om het zogenaamde glycerinemaceraat te maken. Dit soort tinctuur wordt vooral gebruikt om de nieren te activeren, het verhoogt de urineproductie en is aangewezen bij nierstenen, jicht en waterzucht.

Genieten, er naar opkijken, ze eventjes aanraken blijft voor mij echter de grootste gezondheidswaarde van zulke imponerende bomen.

Lees ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/fagus-sylvatica-beuk