zaterdag, september 26, 2015

Dahlia dahlia dahlia

Dahlia's zijn niet direct mijn lievelingsplanten maar de kleine pompombloemen die nu verwilderd langs de boerderijruine naast ons Bretoense huis bloeien, kunnen mij wel bekoren. Hoe zij elk jaar weer stralend opboksen tegen grassen, teunisbloemen en wilde asters spreekt mij wel aan. Als ik dan ontdek dat de knollen ook nog eetbaar zijn en de bloemen kleurstoffen bevatten, begin ik ook deze protserige bloemen te bewonderen.

Dahliaknollen bevatten net zoals paardenbloem, cichorei en aardpeer veel inuline. Mrs Grieve 1931 beschreef het proces om er inuline uit te winnen. Iets om eens te proberen?
The Inulin obtained in Dandelion and Chicory is also present in Dahlia tubers under the name of Dahlin. After undergoing a special treatment, Dahlia tubers and Chicory will yield the pure Laevulose that is sometimes called Atlanta Starch or Diabetic Sugar, which is frequently prescribed for diabetic and consumptive patients, and has been given to children in cases of wasting illness.
There was a very considerable business done in this product before the War by certain German firms. In a paper read at the Second International Congress of the Sugar Industry, held at Paris in 1908, it was stated that pure Laevulose is preferably made by the inversion of Inulin with dilute acids, and that the older process of preparation from invert sugar or molasses does not yield a pure product. The first step in the technical production of Laevulose is in the preparation of Inulin, and Dahlia tubers or Chicory root, which contain 6 to 12 per cent of Inulin are the most suitable material. Chicory root can readily be obtained in quantity, and Dahlia plants, if cultivated for the purpose, should yield in a few years a plentiful supply of cheap raw material.

For extraction of the Inulin, the roots or tubers are sliced, treated with milk of lime and steamed. The juice is then expressed and clarified by subsidence and filtration, the clear liquid being run into a revolving cooler until flakes are produced. These flakes are separated by a centrifugal machine, washed and decolorized, and the thus purified product finally treated with diluted acid, and so converted into Laevulose. This solution of Laevulose is neutralized and evaporated to a syrup in a vacuum pan.

Laevulose can be produced in this manner from Chicory roots and Dahlia tubers at an enormous reduction of price from the older methods of preparing it from molasses or sugar, the resultant product being moreover of absolute purity. Its sweet and pleasant taste are likely to make it used not only for diabetic patients, but also in making confectionery and for retarding crystallization of sugar products. It can also readily be utilized in the brewing and mineral water industries.

The research staff of one of the Scottish Universities during the War developed a process of extracting a valuable and much needed drug for the Army from Dahlia tubers, and was using as much material for the purpose as could be spared by growers.


En brood of koekjes bakken: Dahlia Bread (Dahlia pinnata)
The tubers should be just dug so there’s not a thick skin on them. Washed well. Peeling is optional.

Preheat oven to 200°
3 eggs
1 cup oil
2 cups sugar
2 cups grated Dahlia tuber
2 tsp vanilla
3 cups flour
1 tsp salt
1/4 tsp. baking powder
1 tsp. soda
2+ tsp cinnamon

Beat eggs until light and foamy. Add oil, sugar, grated dahlia tuber and vanilla. Mix lightly but well. Sift dry ingredents together. Add to wet ingred. Mix only until blended. Put into greased loaf pans. Bake in 200° oven for 1 hour.

http://www.eattheweeds.com/dahlia-pinnata/






zaterdag, september 19, 2015

Klimop

Er zijn zo van die planten die er altijd zijn en daardoor juist niét opvallen. Klimop bijvoorbeeld. Overdadig aanwezig in onze Bretoense bostuin als grondbedekker, hoog klimmend in de populieren of besvormend op oude muren. En toch heb ik nog weinig geneeskrachtig nagedacht of geschreven over deze plant. Het komt vooral omdat de plant licht giftig is en bij gebruik dus goed gedoseerd moeten worden. Toch wordt het blad in de professionele fytotherapie af en toe gebruikt. Uitwendig oa tegen cellulitis en inwendig bij hoest en astma. Klimop werd al in het oude Egypte en Griekenland gebruikt bij verschillende kwalen. Komen die gebruiken overeen met de toepassingen nu of zijn er tegenwoordig geheel andere inzichten?


In de oudheid werd klimop gebruikt bij hoofdpijn, slijmvorming en koorts en er werden magische krachten aan toegeschreven. Bij uitwendig gebruik zou het helpen bij builen en blauwe plekken. Plinius de Oudere (77 na Chr.) schrijft dat personen die door bijen gestoken worden, als tegengif het sap van kaasjeskruid of dat van klimop moeten drinken. Maar verder dicht hij klimop erg tegenstrijdige medicinale toepassingen toe: de plant verstoort de geest enigszins, maar zou hem, als je teveel gedronken hebt, ook weer ophelderen!

Dodonaeus in zijn Cruyde boeck,  1554,Van Veyl. Kracht en werking.
De bladeren van klimop die in wijn gekookt worden genezen grote wonden en zweren en als het op de voort etende zweren gelegd beneemt het verder gaan ervan.
Dezelfde bladeren die op dezelfde manieren gebruikt worden genezen ook hetgeen dat door het vuur verbrand is of door heet water, het verkoelt als het klein gestampt is en daarop gelegd wordt.
Dezelfde bladeren die met azijn gekookt worden genezen de verharde en verstopte milt als het daar op gelegd wordt.
Het sap van de bladeren en zo ook van de vruchten dat door de neus opgehaald wordt zuivert de hersens en trekt daar door de neus de taaie fluimen en andere koude vochtigheden uit waar de hersens mee verladen zijn.

Anno nu laat wetenschappelijk onderzoek zien dat klimopextract werkzaam is bij luchtwegaandoeningen als hoest en astma. De dosering is hierbij van groot belang: een te hoge dosering werkt vaatvernauwend en irriterend, en kan zelfs giftig zijn. Daarom is registratie als geneesmiddel eigenlijk een voorwaarde voor veilig gebruik.

Bij uitwendig gebruik, zoals bij bijensteken, beenzweren en cellulitis, werken kompressen met klimopblad verlichtend, mogelijk omdat het sap door de vaatvernauwende werking de gevoeligheid van de oppervlaktezenuwen voor pijn en jeuk vermindert.

Een onderzoekje.  Phytomedicine. 2009 Jan;16
Tolerance, safety and efficacy of Hedera helix extract in inflammatory bronchial diseases under clinical practice conditions: a prospective, open, multicentre postmarketing study in 9657 patients.
Fazio S1, Pouso J, Dolinsky D, Fernandez A, Hernandez M, Clavier G, Hecker M.
In this postmarketing study 9657 patients (5181 children) with bronchitis (acute or chronic bronchial inflammatory disease) were treated with a syrup containing dried ivy leaf extract. After 7 days of therapy, 95% of the patients showed improvement or healing of their symptoms. The safety of the therapy was very good with an overall incidence of adverse events of 2.1% (mainly gastrointestinal disorders with 1.5%). In those patients who got concomitant medication as well, it could be shown that the additional application of antibiotics had no benefit respective to efficacy but did increase the relative risk for the occurrence of side effects by 26%. In conclusion, it is to say that the dried ivy leaf extract is effective and well tolerated in patients with bronchitis. In view of the large population considered, future analyses should approach specific issues concerning therapy by age group, concomitant therapy and baseline conditions.

donderdag, september 17, 2015

Wild voedsel: smeerwortel en anderen

Wild weeer vandaag, wolken, wind en zon. Weer dus om ook wild te eten. Ik zoek wat bij mekaar in groententuin en langs bosrand. Enkele aangewreten raapjes en twee wortels  uit de tuin worden samen met 4 gesprokkelde aardappels gaar gekookt. Ook snijbietblad, smeerwortelblad en topjes brandnetel oogst ik langs onze bosrand. De brandnetel liefst met de blote handen plukken, goed voor de vingerkootjes en anders kun je ze (de handen of de brandnetels) nog altijd in de smeerwortel draaien. Dit wild mengelmoes stoof ik met boter en gekruide olie, meng het na 5 minuten met een meel, ei, waterdeegje. Snel al roerend opbakken nog wat blokjes kaas er doorheen en dan deze korrelige hopelijk licht krokant brokjes samen met de gemengde groenten warm opdienen.

Smeerwortel inderdaad, een blad dat ruwbladig is maar snel smelt in de pan en zich dus goed leent om kort te stoven of om gedrenkt in een hartig beignetbeslag te frituren. Een krokantje dus.

De smeerwortel botanisch bekeken
Symphytum officinale behoort tot de familie van de Boraginaceae of ruwbladigen, de plantenfamilie waar ook bernagie en vergeet-mij-nietje bij hoort. Het is een overblijvende kruidachtige plant, die vooral op vochtige graslanden en aan de waterkant gevonden wordt. Ze bezit een forse penwortel. Deze wortels kunnen zo'n 30 centimeter lang en 3 centimeter dik worden. Zoals een oude naam zwartwortel al doet vermoeden zijn de wortels aan de buitenkant zwart-bruin gekleurd. Wordt de verse wortel doormidden gebroken dan kan de snel naar wit-geel verkleurende witte binnenkant waargenomen worden.

Vanuit de wortel ontspringen langgesteelde bladeren, die bijna tot een halve meter lang kunnen worden, en een of meer bloeistengels. Deze stengels zijn zo'n 2,5 centimeter dik, vlezig, hol en naar boven toe vertakt met kortgesteelde tot zittende bladeren. De bladeren zijn langwerpig tot lancetvormig-eirond en lopen in een lange piek uit. Aan de voet zijn ze geleidelijk of meer abrupt versmald. Alle bladeren zijn aflopend en hebben een netvormige nervatuur. Aan de bovenkant zijn ze dun behaard; dit in tegenstelling tot de onderkant, waar de haren vooral rond de nervatuur zijn te vinden.

Een bijzonder kruid voor de huid. Een Middelnederlands zalfrecept voor de huid: ‘Salve: neemt populierbotten ende smeerwortelen ende nachtscade ende malrovie; dese cruden ghesoden in smeere ende ghewronghen door een cleet, deze salve es goed jeghen drope (schurft) ende doet zweeren heelen.’ De Smeerwortel werd zeer geacht, reden waarom men hem ook in de hoven aanplantte. In de middeleeuwen werden de jonge stengels als groente gebruikt; deze werden als asperges klaar gemaakt. Zeker iets om opnieuw te proberen en ja, de plant bevat pyrrolizidine-alcaloïden, stoffen die op lange termijn schadelijk kunnen zijn voor de lever, maar wel volledig veilig zijn op korte termijn. Of durft er nu niemand meer smeerwortel eten?

Meer over smeerwortel: https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/symphytum-officinale-smeerwortel


zaterdag, september 12, 2015

Dille

Dillezaad kan nu ook geoogst worden.
Dille zou je de pocketuitgave van Venkel kunnen noemen. Niet alleen uiterlijk als plant maar ook wat betreft zijn medicinale kwaliteiten. Net zoals van venkel wordt medicinaal vooral het zaad gebruikt omwille van zijn carminatieve, gasdrijvende en krampwerende werking. Beide planten zijn geel bloeiend, hebben fijn verdeeld blad en ruiken anijsachtig. The common dill is so like fennel, schreef ook al de beruchte Culpeper. Deze Culpeper beschrijft de geur vreemd genoeg als onaangenaam en hij was niet de enige die in die tijd er zo over dacht, een oudhollandse volksnaam voor dille was stinkende vinke, een verbastering van stinkende venkel.

De vluchtige olie in dille bevat anethol, een stimulerend stof wat te vergelijken met amfetamine. In de Romeinse tijd mengden gladiatoren al dillezaad door hun voedsel als een soort doping en in Engeland werden dille- en venkelzaad meeting-seeds genoemd. Er werd in de kerk tijdens de preek op gekauwd om wakker te blijven. Een zekere Rosetta Clarkson signaleerde in een oud medisch handboek het gebruik van dille als middel tegen zwaarlijvigheid, wat ook al verwijst naar een amfetamine-achtige werking.

Vreemd genoeg was en is dille ook bekend als slaapmiddel. De naam 'dille' verwijst daar mogelijk naar. Dillan is een oudsaksisch woord voor sussen, in slaap wiegen.Baby's kregen een slap aftreksel van de zaden om beter te slapen. Mogelijk te verklaren door zijn krampwerende werking in de darmen waar baby's nogal last van hebben. Dus dille geen echt sedativum maar onrechtstreeks wel te gebruiken omwille van zijn ontspannende werking in de darmen.

Ook in laxerende kruidenmengsels werd het veel gebruikt zonder zelf laxerend te zijn, vooral samen met sterk laxerende kruiden zoals sennablaadjes die juist darmkrampen kunnen veroorzaken.

Verder is dille is een zogenaamd zogvormend kruid, een galactogogum. Dodonaeus schrijft 'Die opperste soppekens van dille met den sade in water ghesoden ende ghedroncken doen die vrouwen veel sochs in die borsten crijghen'

.Evenals venkel werd dille ook als 'oogversterkend' middel gebruikt. Tegen een overdosis werd wel met klem gewaarschuwd. Dille veel ghebruyckt maeckt doncker ende onclaer ghesichte ende verdroocht die natuere ende dat mannelijck saet. In één moeite zegt Dodoens dus dat te veel dille je ogen en je potentie kan verzwakken. Maar schrijft Gerard 'Common oyle in which dill is boiled or sunned provoketh carnal lust'. Vleselijke lusten?

donderdag, september 10, 2015

Hartgespan

Hartgespan is al een tijdje uitgebloeid en levert nu rijp zaad. De hele bloeiende plant wordt samen met meidoornbloesem gebruikt tegen, hoe kan het anders, het spannen van het hart.

De plant wordt nog weinig gebruikt, toch zou daar, gezien het wetenschappelijk onderzoek, in de toekomst wel verandering in kunnen komen. Al zijn de autoriteiten uit het verleden best kritisch geweest over de mogelijke werking van hartgespan. 

Zo zegt Dodoens Hertsghespan en wordt in der medecijnen niet ghebruyckt/ nochtans zoo wordet van sommighen hedendaechs seer goet ende sonderlinghe ghepresen teghen die pijne/ weedom/ cloppinghe/ en bevinghe van der herten.

En in de Flora Batava geschreven rond 1882 Plaat 263 in deel IV. De geheele Plant geeft een sterken reuk en een weinig bitteren smaak: oudtijds oordeelde men dezelve te zijn, hartsterkend , toonwekkend , prikkelende , openende; maar tegenwoordig erkent men, dat deze eigenschappen, waar van de eerste haar den naam heeft doen geven van Cardiaca, dat is, hartsterkend, vrij onzeker zijn, waarom zij dan ook tegenwoordig zeer weinig gcbruikt wordt, noch in de Apotheek, noch onder de Huismiddelen. (Favrod de Fellens).


Maar Culpepper wrote of Motherwort: 'Venus owns this herb and it is under Leo. There is no better herb to drive melancholy vapours from the heart, to strengthen it and make the mind cheerful, blithe and merry. May be kept in a syrup, or conserve, therefore the Latins call it cardiaca.... It cleansethe the chest of cold phlegm, oppressing it and killeth worms in the belly. It is of good use to warm and dry up the cold humours, to digest and disperse them that are settled in the veins, joints and sinews of the body and to help cramps and convulsions.'

En Dr Paul Belaiche bestudeerde de 'agripaume' rond 1980. Il l’utilisa sur 64 patients neurodystoniques (grand état de stress et d’anxiété) souffrant de troubles du rythme cardiaque (tachycardie, extrasystoles, les problèmes organiques ayant été écartés). Il note :
  • Une action contra-adrénergique (s’oppose à la réaction de stress) et antispasmodique ;
  • Une action anxiolytique et sédative générale non négligeable ;
  • Une diminution de l’hyperexcitabilité portant sur les fourmillements des extrémités, les crampes, et l’asthénie (fatigue) matinale 

Recent wetenschappelijk onderzoek lijkt de werking op het hart te ondersteunen.
The results showed that constituents (chlorogenic acid, orientin, quercetin, hyperoside, and rutin) of L. cardiaca herb extract uncouple (by 20-90 %) mitochondrial oxidation from phosphorylation, partially inhibit (by ~ 40 %) the mitochondrial respiratory chain in cases of pyruvate and malate as well as succinate oxidation, and effectively attenuate the generation of free radicals in mitochondria. Since partial uncoupling of mitochondria, respiratory inhibition, and decreased ROS production are proposed as possible mechanisms of cardioprotection, our results imply that L. cardiaca herb extract could be a useful remedy to protect cardiac muscles from the effects of pathogenic processes.  http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/24841965 Planta Med. 2014 May;80(7):525-32.
The effect of Leonurus cardiaca herb extract and some of its flavonoids on mitochondrial oxidative phosphorylation in the heart.

Phytother Res. 2013 Aug;27(8):1115-20. doi: 10.1002/ptr.4850. Epub 2012 Oct 8. Leonurus cardiaca L. (motherwort): a review of its phytochemistry and pharmacology.
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/leonurus-cardiaca-hartgespan-1

woensdag, september 09, 2015

Het boekenpaadje


Bijna 2 jaar geleden is het al weer, dat ons Bretoense huis overstroomd werd. Ik schreef toen: 
Vandaag wat boeken proberen te redden uit ons verzopen huis. Ik begin maar met de echt verloren boeken te bekijken, de grotere exemplaren die onder in de boekenkast en dus in het water stonden. 
Enkele standaardwerken over kruidengeneeskunde oa Teedrogen van Wichtl en Groot handboek geneeskrachtige kruiden van Verhelst, maar ook een dure facsimile uitgave in 2 delen van Fuchsius De Historia Stirpium… En duur is dan nog niet mijn eerste criterium, de gevoelswaarde is heel wat belangrijker, boeken die ik al veertig jaar bezit (bezat) zoals Systematische fytotherapie van apotheker Meere… of zeldzame literatuur ooit gekocht in een muf ruikend boekenwinkeltje, het Franse apothekersboek uit 1890 ‘L’Officine’ van Dorvault. Dit standaardwerk van duizend doorweekte bladzijden probeer ik toch nog te redden. Het is wel goed nat maar blijkbaar plakt dit honderd jaar oud papier minder aan mekaar dan hedendaags papier, waardoor het nog wel te redden lijkt.  Dus den ouwe Officine in de motorhome terug mee naar België.

En verder, het leven gaat verder mijn leven gaat verder, beter verder, anders verder, verder verder. Verzopen boeken roepen herinneringen op, krijgen terug aandacht, worden weer waardevol, terwijl ik sommige boeken al jaren niet meer had ingekeken, laat staan gelezen.
Ik leg den Dorvault dicht bij de loeiende verwarming van de motorhome en probeer bezwerende taal te spreken. Kan ik de natuur betoveren?

Nu, dus bijna 2 jaar later, heb ik nog steeds wat van die verzopen boeken in mijn bezit. Opgeborgen in het tuinhuis, beschimmeld, beknabbeld door veld- en andere muizen. De boeken, ze zien er op afstand nog bruikbaar uit, maar zijn onverbiddelijk verloren en dus heb ik vandaag op advies van de schrijver Herman Hesse en op advies van Joke met al die mooie boeken een tuinpad aangelegd. Een weg van wijsheid maar wel letterlijk een doodlopende weg.

http://kruidwis.blogspot.fr/2013/12/het-is-gebeurd-zondvloed.html
http://kruidwis.blogspot.fr/2014/01/verzopen-boeken.html

dinsdag, september 01, 2015

Herfstig hoefblad


Het groot hoefblad is al aan zijn herfst begonnen.De forse bladeren worden bruin en krijgen grote gaten. De stevige stengels kunnen blijkbaar de bladeren ook niet meer dragen en gaan vermoeidheid voorover hangen. Alle krachten van de planten vloeien naar zijn wortelstok toe, dat is dan ook het deel van de plant met de grootste geneeskracht en straks is dan ook het moment om die wortel te oogsten. Helaas bevat de plant ook gevaarlijke pyrrolizidine-alcaloïden die de levercellen kunnen beschadigen. En dus ga ik van mijn wilde hoefbladeren ook geen tinctuur of siroop maken, al worden er nu voor medicinale doeleinden wel planten geteeld die geen pyrrolizidines bevatten.

Petasine is het voornaamste werkzame, gezonde bestanddeel in groot hoefblad, de stof vermindert de aanmaak van leukotrienen en histamine waardoor het opgezwollen slijmvlies in de neus slinkt. Histamine en leukotrienen spelen een belangrijke rol in allergische rhinitis (hooikoorts). Hooikoorts en migraine zijn dan ook de klassieke toepassingen van goed gecontroleerde hoefbladpreparaten.

Ref. Thomet OA, Schapowal A, Heinisch IV, Wiesmann UN, Simon HU. | Anti-inflammatory activity of an extract of Petasites hybridus in allergic rhinitis. | Int Immunopharmacol. | 2002 Jun;2(7):997-1006.

Over oude namen van de plant: Dokkebladeren en Pestwortel

Petasitis / Groot hoefbladDe oude naam Dokkebladeren bij Dodoens is ook nu nog soms in gebruik. Dokken zou van duiken komen, planten die vochtig groeien of in het water duiken. Mij lijkt het eerder dat deze naam overgenomen is van het Engelse Butter dock, een bewaarplaats voor boter. De grote bladeren werden  gebruikt om boter in te verpakken of fris te houden.
Ik moet zeggen dat ikzelf het blad vroeger ook wel omgekeerd op mijn hoofd plaatste als een soort zonnehoed. Al wil ik mijn kop niet vergelijken met een pakje boter. Toch vinden we ook de volksnaam 'Grote hoetjesblaar' terug, ook kinderen zouden het blad als zonnehoed gebruikt hebben.  Bij Grimm lezen we dat Dock ‘een geschmuckte kopfbedeckung, Mutze‘ is. Dus toch een hoedje van natuur.

Over een andere oude naam: Pestblad, Pestilentiekruid, Pestilentiewortel, Pestkruid en Pestwortel.
 Deze namen duiden op het gebruik dat van deze plant gemaakt werd bij het bestrijden van deze gevreesde ziekte.  Zo schrijft Matthiolus (1563) dat hem uit ervaring is gebleken dat de verpulverde wortel, met goede wijn ingenomen, bij pest uitstekende resultaten oplevert. Daar pest in geheel Europa voorkwam vinden we ook elders benamingen die op deze ziekte gericht zijn. Men wil deze namen verklaren als volksetymologisch ontstaan uit de Latijnse naam petasites. Het is ook goed mogelijk, dat, nadat de volksnaam in gebruik gekomen was, men dit als een aanwijzing ging zien om de pest te bestrijden. Want een plant met een dergelijke naam moest wel goed zijn tegen deze ziekte.

Bij Hildegard von Bingen (ca. 1150) luidt de naam: Hufblatta major, wat Groot hoefblad wil zeggen. Vooral de wortel werd veel aangewend bij allerlei ziekten. Zo vinden we in de achttiende eeuw de wortel van de plant aangeprezen als urineafdrijvend middel, verder bij koorts en om de maandstonden te bevorderen. In de diergeneeskunde werd vroeger de wortel gebruikt bij paarden met ingewandswormen, maar ook ter bestrijding van schapenschurft.

Lees ook http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/25369-in-de-naam-van-groot-en-klein-hoefblad.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/petasites-groot-hoefblad