zondag, september 16, 2018

Tomaat

De  tomatenplant  komt  van  oorsprong  uit  Zuid  Amerika  waar  het  al  door  de  Azteken  in  cultuur werd gebracht.  De  oorspronkelijke  wilde  tomaat  is  niet  helemaal  bekend,  maar  de  meest  verwante  wilde  soorten produceren  kleine  bessen  die  door  vogels  en  zoogdieren  gegeten  worden.  Ook  de  Azteken konden die smaak al waarderen  en  gebruikte  de  tomaat  in  hun  salsa.  

Rond  de  16de  en  17de  eeuw  introduceerden  de  Conquistadores  de  tomaat  in  Europa,  waar  de  plant  eerst  vanwege  de  vermeende  giftigheid  als  siergewas  werd  geteeld,  maar  al  in de  18de  eeuw  wordt  de  smaak  van  tomatensoep  geroemd.  In Spanje  maakt  men reeds  in  de  16de  eeuw  allerlei  tomatensauzen  klaar,  maar  de  rest  van Europa bleef wantrouwig,  'die  tomaat zou wel  eens  des  duivels  kunnen  zijn' en zij gebruikten haar  dan ook enkel  als  sierplant.  In  Frankrijk  bleef  dit  wantrouwen  stand  houden tot in 1760  en  Duitsland  hield  het  zelfs vol  tot  1870.

Naamgeving
In  het  Engels,  het  Frans,  het  Nederlands,  het  Spaans  heeft  de  tomaat  haar  Nahuatl-stam  bewaard, daar  heet  ze  respectievelijk  tomato,  tomate,  tomaat,  tomate.  Sinds  1554  noemen  de  Italianen  haar  pomodoro,  gouden  appel; de  Duitsers  gebruiken,  naast  het  gewone  tomate  ook  de  naam  paradeis-apfel;  de  Fransen  hebben  eveneens  een  tweede  naam  voor  deze  vrucht,  namelijk  pomme  d'amour,  liefdesappel. Inderdaad,  de  tomaat  lijkt  op  een  vuurrode  appel, de  benaming  pomme  d'amour  verwijst  naar  de  (echte  of  vermeende)  afrodisiake  werking.

Hoe  roder  hoe  gezonder
Tomaten  zijn  rijk  aan  lycopeen.  Dit  is  een  natuurlijk  pigment  waaraan  tomaten  hun  rode  kleur  danken.  Het  wordt  vooral  tijdens  het  rijpingsproces  in  tomaten  gevormd.  Hoe  roder  de  tomaten,  hoe meer  lycopeen  ze  bevatten.  Tomaten  die  geler  zijn  bevatten  minder  lycopeen. Lycopeen  behoort  tot  de  groep  van  de  carotenoïden  en  staat  bekend  als  een  krachtig  anti-oxidant.  Als  gevolg  van  allerlei  omzettingsprocessen  komen  in  het  lichaam  vrije  radicalen  vrij.  Vrije  radicalen  kunnen  schade  aanbrengen  aan  een  cel  en  spelen  een  belangrijke  rol  in  het  verouderingsproces.  Anti-oxidanten  maken  deze  vrije  radicalen  onschadelijk.

Vruchtbaarheid  en  osteoporose
Onderzoek lijkt aan te geven  dat  tomaten  goed  zijn  ter  bescherming  van  verschillende  soorten kanker.  Van  prostaatkanker  zijn  de  beste  resultaten  bekend en tegen goedaardige prostaathypertrofie is het zeker goed.  Maar  tomaten  beschermen  ook  tegen  kanker  van  het spijsverteringskanaal,  baarmoederhalskanker  en  longkanker.  Recente  onderzoeken  suggereren  dat  lycopeen  eveneens  de  verminderde  vruchtbaarheid  van  mannen  kan  verbeteren,  en  de  leeftijdsgebonden  maculadegeneratie  (veel voorkomende  oogaandoening)  kan  beperken.  Lycopeen  zou  ook  kunnen  helpen  in  de  preventie  van  osteoporose.  Hierover  is  echter  meer  onderzoek  nodig.

Huidveroudering
Nog  meer  goed  nieuws  over  tomaten.  Onderzoek  toont  aan  dat  tomatenpuree  werkt  tegen  rimpels  en huidveroudering.  Dat  is  nog  eens  een  goedkoop  alternatief  voor  dure  antirimpelcrèmes.  Let  wel,  het werkt  pas  effectief  als  je  10  eetlepels  tomatenpuree  per  dag  eet  aangelengd  met  10  gram  olijfolie.  De  toevoeging  van  een  beetje  vet  zorgt  voor  een  nog  betere  opnamecapaciteit.  Lycopeen  is  immers  een  vetoplosbare  anti-oxidant.  Bij  de  proefpersonen  uit  het  onderzoek  was  de  aanmaak  van  de  pro-collageenlaag  in  de  huid  sterk  toegenomen.  Pro-collageen  is  een  eiwit  dat  de  huidstructuur  helpt  verbeteren.  Bovendien  was  de  huid  30%  beter  bestand  tegen  het  schadelijk  effect  van  UV-stralen. Maar elke dag een blikje tomatenpuree opeten lijkt me niet realistisch. Misschien een maskertje van tomatenpuree?

Ellinger, S., et al. (2006). “Tomatoes, tomato products and lycopene in the prevention and treatment of prostate cancer: do we have the evidence from intervention studies?” Current Opinion in Clinical Nutrition & Metabolic Care 9(6): 722-727.
Giovannucci, E., et al. (2007). “Risk factors for prostate cancer incidence and progression in the health professionals follow‐up study.” International Journal of Cancer 121(7): 1571-1578.
Ilic, D., et al. (2011). “Lycopene for the prevention of prostate cancer.” Cochrane Database Syst Rev 11.
Ilic, D. and M. Misso (2012). “Lycopene for the prevention and treatment of benign prostatic hyperplasia and prostate cancer: a systematic review.” Maturitas 72(4): 269-276.

1 opmerking:

Bigmow zei

Erg interessant artikel. Nu kijk ik ineens heel anders tegen de vertrouwde tomaat aan :-(