vrijdag, januari 11, 2019

Mijn uitzicht: winterse berken

Twee, zowat in elkaar verstrengelde berken, bepalen mijn huiselijk uitzicht. Achter  de berken diep onder mij en soms in mist gehuld bevind zich de Maas. Bijzonder gevoel is het wel, alsof ik, net zoals eksters en eekhoorns, in de kruinen van de bomen woon. 

Dat ik berken wil beleven, er over nadenken, ze wil beschrijven, is dus vanzelfsprekend. En inderdaad verhalen, gebruiken en praktische toepassingen met deze bomen zijn er genoeg.

De zachte berk was vroeger bekend onder de naam Betula odorata Bechst. (welriekende) Dit vanwege de naar hars geurende afscheiding van de jonge blaadjes. In de oudheid zouden die bladeren als amulet tegen jicht gebruikt geweest zijn. Het berkenblad, 10 gram op anderhalf kopje, heeft een sterke urinedrijvende werking, goed tegen huiduitslag, reuma, jicht en waterzucht. Het bladafkooksel in wijngeest, 1 tot 10, werd met etherische olie geparfumeerd en als hoofd en haarwasmiddel aanbevolen.

De  berkenbast werd ooit als schrijfmateriaal gebruikt. Hierover bestaan  nog  getuigenissen van de zestiende eeuwse Duitse kruidkundige   Hieronymus Bock (Tragus, 1498-1554) die in Zwitserland nog zelf teksten zag, geschreven op berkenbast.  Een  vergelijkbaar  verhaal is bekend over een  boek,  geschreven op berkenbast dat in Brussel in 1662 werd geveild. Plinius de Oudere vermeldt dat in Gallië  toortsen  van berkenschors  werden  gebruikt  bij huwelijksfeesten   en   als   geluksbrengers.
Nog op het eind van de zeventiende de eeuw schrijft de  Nederlander  Abraham  Munting  in  zijn ‘Nauwkeurige  beschrijving  der  aardgewassen’dat dit gebruik in zijn tijd nog stand hield bij de landlieden. Hij schrijft ‘zij rollen ze in malkander;  steeken ze in eenige vette stof,  of vullen  ze  met  pek, hars en diergelijke vuurvattende dingen.’ Een dergelijk gebruik vindt men ook enkele decennia eerder vermeld in Dodoens kruidenboek.
De berkentwijgen of berkenwisjes hebben niet  alleen  de  naam  de  beste  ‘natuurlijke’ bezems  te leveren, ze waren in de handen van de schoolmeester in vrijwel alle scholen tot een flink eind in de twintigste eeuw nog  een  geducht  middel  om  ontzag  af  te dwingen.  Tal  van  ongehoorzame  leerlingen kwamen  immers  onzacht  in  aanraking  met de berkenroede.
Het  berkenhout  levert  goed  brandhout. Ontgonnen heiden werden om die reden vaak beplant met berk. Het hout werd ook door klompenmakers  gebruikt. 

Het belangrijkste medicijn uit de berk kan in het voorjaar gewonnen worden. Tegen de tijd dat de bladeren in het blad komen begint het bloed van de berk sneller te stromen. Die stroom wordt in februari op gang gezet en gaat door totdat de bladeren voldoende water kunnen verdampen.  Dit vocht is bekend als berkenwater. Men kan dit tappen door dwarse insnijdingen te maken in de zuidzijde van de schors of een gat te boren waar een kurk in gestoken wordt en in die kurk een slangetje te bevestigen die aan de andere zijde in een fles uitmondt.
Dit water is een oeroud middel tegen blaasziektes, reuma en longziektes. Het is de berkenmede, de levenskracht van de berk waarmee men zich in het voorjaar versterkt. Deze grote lentekracht drinkt men zwijgend, de oerbron van het levens schenkt vruchtbaarheid aan jonge paren en gaf in de eindeloze heidevelden lafenis aan de herders. Het is een versterkend middel voor de “breukige “ mannen, die vroeger als impotent golden.

En ja, gewoon in de winter naar die sierlijke maar o zo krachtige berken staren, helpt al om de koude winter levenskrachtig door te komen


Geen opmerkingen: