Posts tonen met het label Duindoorn. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Duindoorn. Alle posts tonen

dinsdag, september 16, 2014

Geduindoornd

Hippophaea rhamnoïdes is de moeilijke wetenschappelijke naam van duindoorn dat betekent zoiets als ‘wegedoorn voor glimmende paarden’. In de oudheid plantte men deze struik al aan als voer voor de paarden, de huid van de dieren ging er van glimmen. Volgens sommige literatuur werden de bessen vroeger wel meer gegeten. Die oranje bessendingetjes groeien aan de vrouwelijke struiken, want duindoorn is een tweehuizige plant.

De struiken groeien massaal in de duinen. Dus lijkt plukken een fluitje van een cent. Helaas. De duindoorn heeft zijn naam niet gestolen, het is wel degelijk een doorn in de duinen en stekelig bij het plukken. Daarbij zitten de besjes zo strak tegen de takken aan waardoor ze tussen de vingers geplet worden in plaats van zich braaf te laten plukken. Enkel met een schaar of zoiets laten ze zich proper los maken. Je heb dus al vlug een uur nodig om een kilo te plukken. Maar dan heb je wel iets supergezond en ook nog bijzonder van smaak, tenminste als je er confituur van maakt. De confituur heeft een oranje kleur en de smaak is....vreemd lekker. Het intense zuur combineert goed met de suiker. De schillen geven hun eigen pectine. Voor wie de moed niet heeft om zoveel bessen bijeen te plukken, ook met een tiental procent duindoorn, gemengd met makkelijker fruit (rode besjes), is de smaak nog altijd heerlijk.

Herfstige salade met geitenkaas, sinaasappel en duindoorndressing
  • 2 sinaasappels
  • 100 gram jonge slablaadjes gemengd
  • plakjes geitenkaas met honing
  • kiemgroenten
  • 2 eetlepels walnotenolie
  • 1 eetlepel mosterd
  • zout en peper naar smaak
  • 4 eetlepels duindoornbessen in siroop
Snijd de sinaasappels en haal de sinaasappelpartjes uit de vliezen. Schik de sla op bordjes en garneer met de kaas, de sinaasappelparten en de kiemgroenten.
Klop de walnotenolie, de mosterd, het zout en de peper tot een dressing. Sprenkel op het laatst de dressing en de besjes over de salade.

Duindoornlikeur voor 2 flessen
  • 700 duindoornbessen (het komt op geen besje aan)
  • 1 fles wodka
  • 1 liter water
  • 500 gram suiker
Doe de bessen in een goed schoongemaakte en gesteriliseerde weckfles of grote pot. Giet er de wodka op en sluit goed af. Laat de pot 1 maand staan zodat smaak en kleur in de alcohol trekken. Zeef de wodka en doe een er paar besjes bij als decoratie. Kook de suiker met het water al roerend tot de suiker is opgelost en laat helemaal afkoelen. Meng de wodka met de suikersiroop en vul er de flessen mee.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/67370-duindoorn-wonderbesje-van-bij-ons.html

zaterdag, november 30, 2013

Herboristen in spé

Het tweede weekend van de opleiding. De studenten komen helemaal naar De Haan aan Zee. Zelfs helemaal uit Enschede, knap dat mensen dat er voor over hebben. In de voormiddag wandelen we door het dorp, in de duinbossen, over de duinen en langs het strand.
De boksdoorn staat als eerste struik op ons programma. Deze plant is de laatste jaren beroemd geworden onder de naam gojibes, gezondheidsbesje uit het Verre Oosten, maar groeit hier gewoon in de duinen. Verder zien we hier meidoorn, de bessen zijn bijzonder geschikt voor een versleten hart, en zijn ook nu nog te plukken. Vooral bomen en struiken vallen nu het meeste op. Vlier is bijna bladerloos, de gestippelde, gegroefde schors en de laatste verlepte bladeren geven de struik een triest, wat verlopen uiterlijk, oude zwerver zonder onderdak. De kardinaalsmuts daarentegen met zijn groene, soepele takken oogt heel wat vrolijker.

We steken de weg en spoorweg over, in het duinbos vinden we nog groene pijpjes van de wilde bieslook, Allium species. Goed te eten op dit moment, zacht en met subtiele knoflooksmaak. Verder langs het paardenpad zijn het de kiemplantjes van de winterpostelein die frisgroen opvallen, nog niet veel aan te eten maar is straks wel onze wintersla bij uitstek. Resten van uitgebloeid nagelkruid is de klassieke plant langs deze paden. De hakerige zaden laten zich graag vervoeren via kleding en beharing om zich verderop weer uit te zaaien. Deze Geum wordt niet veel meer gebruikt, maar is zonder meer een goede geneeskrachtige plant, vooral de wortel is voor de darmen bij reizigersdiarree te gebruiken. Gewoon uitgebreid op een stukje wortel knabbelen en zo het sap met speeksel mengen en doorslikken.

Langs de rand van het bos zijn het vooral ruigtekruiden zoals bijvoet die hier graag groeien. De houtige stengels zijn ook in de winter herkenbaar. Geneeskrachtig maar niet veel meer gebruikt, vroeger was de wortel als amulet zelfs in gebruik tegen epilepsie. Wat we van dat soort gebruiken moeten denken, blijft moeilijk. De nuchterheid gebied ons dat ten strengste af te keuren, maar deze oude gebruiken eens goed onderzoeken lijkt me ook wel verstandig. Alleen waar moeten we in godsnaam beginnen?

Even doorstappen en we kunnen het duin in. Daar vinden we natuurlijk duindoorn, en dat vind ik het wonderbesje van bij ons. In de duinen voelen deze duindoornen zich volop thuis, naast hun hoofdwortel vormen ze veel horizontale uitlopers, waarmee ze zich woekerend kunnen uitbreiden. Deze krachtige uitlopers kunnen in de tuin zelfs de terrastegels verplaatsen.
Duindoorn heeft vooral in het Oosten een lange en gereputeerde geschiedenis achter zich. In Tibet was het een veel gebruikte plant. Zelfs de soldaten en paarden van Djengis Khan zouden hun uithoudingsvermogen te danken hebben aan het eten van duindoornbessen. Hopelijk niet hun agressiviteit. Het verhaal over de paarden-kracht vinden we ook bij de Oude Grieken terug. Zieke dieren werden niet opgeruimd maar vrij gelaten en kwamen later gezond terug omdat ze zowel bladeren als bessen van duindoorn gegeten hadden. Dus toch hyppos phaino, glimmende paarden.
Ook wij snoepen wat van de zuur-zoete bessen, zeker ook goed voor onze huid.

Over het duin heen, zien we de zee en laten de zoute, gezonde zeelucht door onze luchtwegen stromen. Lucht als voedsel. Ook dat is fytotherapie.