Posts tonen met het label Petasites. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Petasites. Alle posts tonen

zaterdag, november 07, 2020

Over groot hoefblad bij allergische rhinitis

Nog een laatste mooi beeld van verzopen groot hoefblad in onze Bretoense tuin. Ooit een enkel stukje wortel zelf aangeplant bij de Aulne in Pont ar Gorret. Ook zonder mij zullen ze gelukkig wel overleven. 

Dan maar een nuchter artikel over de geneeskrachtvan deze stoere plant. Petasites Groot hoefblad (Petasites hybridus (L.) G.Gaertn., B.Mey. & Scherb.; Asteraceae) is waarschijnlijk een van de bekendste planten waarvan de werking bij allergische rhinitis wetenschappelijk is bevestigd. Bekende synoniemen van P. hybridus zijn Tussilago hybrida L. of T. petasites L. Extracten van zowel rizoom en wortels als van de bladeren worden al eeuwenlang gebruikt, onder andere bij hoest, astma, spasmen in gladde spieren en hoofdpijn. 

De belangrijkste werkzame stoffen zijn de sesquiterpenen petasin, isopetasin en neopetasin. Petasites bevat echter ook levertoxische pyrrolizidine-alkaloïden (PA’s). Het gehalte van deze alkaloïden is in de bladeren tienmaal lager dan in de wortels. Door middel van superkritische CO2 -extractiemethoden kunnen extracten verkregen worden die vrij zijn van PA’s.

Het anti-allergische effect van petasinen is voor een deel terug te voeren op een antihistamine-activiteit en op een ontstekingsremmende activiteit. Het Petasites-extract verhindert de calciuminflux in geactiveerde mestcellen, wat zorgt voor blokkering van degranulatie (afbraak) van deze mestcellen (remming van de histaminevrijzetting). Remming van de vorming van leukotriënen (cysteïnyl-leukotrieen en leukotrieen B4) in immuuncellen zorgt voor de anti-inflammatoire werking. 

Klinische studies naar Ze 339 Petasites-extract 

Een gestandaardiseerd en gepatenteerd CO2 -extract van de bladeren van Petasites hybridus (Ze 339) is in 2003 in Zwitserland op de markt gekomen als geregistreerd receptgeneesmiddel met als indicatie de behandeling van intermitterende allergische rhinitis en daaraan gerelateerde symptomen van neus, oog en keel. De effectiviteit en kortetermijnveiligheid van dit extract is in meerdere, kortdurende studies van twee weken aangetoond door de fabrikant, vergeleken met een placebo ofmet een positieve controle met antihistaminica. Allergische rhinitis bij de proefpersonen werd bevestigd met een huidpriktest, soms aangevuld met een bepaling van specifieke IgE-antistoffen. De werking van het extract is lokaal (op de plaats van ontsteking) en niet perifeer en is werkzaam in de vroege en de late fase van de allergische reactie. Een dosis (tablet) bevat 20-40 mg extract overeenkomend met 8 mg petasin. Naast petasinen (20,3%), bevat het extract onder andere vetzuren (40,2%), aromatische componenten (7%) en fytosterolen (1,2%). 

Een studie waarin twee verschillende doses Ze 339-extract werden vergeleken met een placebo toonde dat de effectiviteit dosisafhankelijk is. De studie werd uitgevoerd onder 186 personen met bevestigde intermitterende allergische rhinitis. In de groep die 2 weken lang 3 tabletten per dag kreeg (24 mg petasin), trad bij 91% een verbetering van de totale symptomen op en in de groep die 2 tabletten per dag kreeg (16 mg petasin) gebeurde dat bij 71%. 

Eerder al werden positieve effecten gemeten in een verkennende studie met 6 proefpersonen met allergische rhinitis. Gebruik van 6 tabletten per dag gaf binnen 5 dagen een sterke afname van de concentraties van ontstekingsmediatoren (cysteïnylleukotrieen, leukotrieen B4) en van histamine in het neusvocht. Rhinomanometrie, een methode waarbij het functioneren van de neus wordt gemeten, toonde een sterke verbetering in de symptomen van een verstopte neus.

Meer info over hoefblad.https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/petasites-groot-hoefblad


zaterdag, maart 22, 2014

Filiae ante patrem, groot hoefblad

Hoefblad een plant die altijd tot mijn verbeelding heeft gesproken. De vreemde, orchidee-achtige bloem die vroeg in maart, nog voor er blad aan de plant zit, uit de blote grond te voorschijn komt. En daarna immense kantige bladeren vormt waar je als kind zomaar onderdoor kan lopen. Zijn sterke bijna woekerende groei, die veel mensen afschrikt, maar mij juist aantrekt. Genoeg reden dus om van deze plant te houden of hem te haten. Ik heb het nu vooral over het groot hoefblad Petasites hybridus .
De exemplaren op de foto groeien aan de voet van een hellingbostuin bij een oude openbare wasplaats in het Bretoense stadje Huelgoat. Een plek met poëtische zenallures. Groot en klein zijn er broederlijk naast mekaar aanwezig. Groot in de gedaante van de hoefbladeren, klein in de gedaante van de nu teer bloeiende goudveil. Een plek om gewoon even te zijn.

In de middeleeuwen werd het hoefblad ook wel ‘filiae ante patrem’ genoemd, wat betekent: de dochters (de bloemen) komen vóór de vader (de bladeren): eerst komen de forse bloeistengels en dan het rabarberachtig blad. Onder de bladeren komt nauwelijks licht op de bodem. Dit is een prima milieu voor padden en zo ontstond de bijnaam Paddenblad. De Latijnse naam Petasites verwijst mogelijk naar de Petasos, de zonnehoed die eeuwen geleden al door de Griekse boeren werd gedragen. Zelf gebruik ik het blad op mijn bergtochten ook wel eens om mijn hoofd tegen de zon te beschermen, vooral omdat ik niet graag een hoed of een onnozel petje op mijn kop zet. Nu ja, een hoefbladhoed is ook geen zicht maar geeft niet alleen schaduw maar ook extra koelte.

Lees ook http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/25369-in-de-naam-van-groot-en-klein-hoefblad.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/petasitus-groot-hoefblad-onderzoek