Posts tonen met het label Thijsse. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Thijsse. Alle posts tonen

maandag, mei 06, 2013

Aronskelk

Tijdens mijn dwaaltocht in het Brabantse binnenland.......Wilsele Putkapelle (les geven), Hoegaarden, Hauthem, Babelom, Haasrode, kom ik ook in Oud Heverlee bij de Zoete Waters terecht. 
Veel jeugdsentiment hier overal en gemengd met het ontmoeten van planten is het vreemd genieten voor mij. Zo zie ik ook nog eens de bloeiende aronskelk, op zich geen zeldzame plant. Ik zie deze planten regelmatig, zelfs in mijn eigen tuin maar toch maakt de bijzondere bloem hier in het clair-obscuur van het Meerdaalse woud weer indruk. Alsof zij of hij met zijn knotsvormige bloeiwijze een boodschap wil brengen. Een verschijning!

Tot boodschappen en verhalen heeft deze aronskelk in het verleden wel meer aanleiding gegeven. Vanwege de bloeiknots die vanuit de lichtgroene bloeischede steekt, kreeg de bloem de bijnaam ‘Manskracht’ en in het Engels zelfs ’Naked Boy’. Tegelijkertijd staat de plant die zijn bloem rechtstreeks vanuit de aarde hoog naar de hemel richt, vreemd genoeg ook symbool voor de maagd Maria. Andere volksnamen zijn Papenpint, Papenkullekens of Papenteers en of dat nu erotisch of heilig bedoeld is weet ik niet. Omdat de bloeikolf in een schede zit noemden ze hem Kindje-in-het-pak, Vader-in-de-koekkas of Dominee-op-de-preekstoel. Vanwege zijn knalrode bessen, opvallende bloemen en de vlekken op de bladeren, werd deze giftige plant vroeger vaak gebruikt bij heksenrituelen en magische praktijken. Wie maar een blad of een stukje wortel van de plant bij zich droeg, zou niet door slangen worden gebeten. Een ander lid van de Aronskelkfamilie dankt hier zelfs zijn Nederlandse naam aan, Slangenwortel.

De wortelknol is eetbaar maar je moet die dan wel  gaarkoken om de schadelijke werking van de giftige stof aroïne weg te werken.  Onder de naam ‘Duitsche Gember’ werd het vroeger (in azijn gedompeld) aan de ‘behoeftigen’  uitgedeeld. Toch wel vreemd sociaal gedrag, hoeven we vandaag niet meer te proberen.

Veel verhaal dus, al zijn de botanische feiten over de bloeiwijze al bijzonder genoeg. De opvallende bloemschede vernauwt zich benedenwaarts om in een zak uit te lopen. De temperatuur in die holte is ongeveer tien graden hoger als in de omgeving. (Het is met een vinger goed te voelen.) Het schutblad dient als lokmiddel om kleine motmugjes in hun val te leiden. Aangetrokken door de vreemde lucht als van gegiste vruchten en rottend vlees en de warmte zetten ze zich tegen de lichtende binnenwand. Daar krabbelen ze even tegen de spiegelgladde vlakte en storten dan als bedwelmd neer in de diepte van de bloem. Ter hoogte van de taille bevindt zich een krans van fijne stamperharen, waarvan het uiteinde naar beneden wijzen. Onder dit hekwerk bevinden de mannelijke (meeldraad-) bloemen. Daaronder de zitten de vrouwelijke bloemen. De insecten vallen wel door het hekwerk naar beneden maar ze kunnen niet uit de zak ontsnappen. De wand van de ketel is ook te glad om omhoog te klimmen. De gevangen lopen heel druk rond en vinden op elk stamperbloempje een drup honing. Hun hele lichaam raakt er mee besmeurd.

De tweede bloeidag gebeurt het meest merkwaardige. Dan gaan de helmknoppen open en 't stuifmeel dwarrelt naar beneden op de kleverige vliegjes. Kort daarop krommen zich de stijve haren, die de uitgang versperden en nu zijn de deuren van de gevangenis geopend. Ook is de wand van de schede is minder glad dan in het begin. Bepoederd door het stuifmeel verlaten ze de bloem. Als de vliegjes verdwenen zijn, buigt het dan gerimpelde spitse bovendeel van het schutblad zich over de ketel en is de toegang tot de bloemen voor regendruppels beschermd. De vliegjes niets wijzer geworden vliegen dadelijk naar een tweede aronskelk en bevruchten daar de stampers met het stuifmeel dat ze van de eerste bloem meebrachten. Doordat de vrouwelijk bloem bevrucht wordt voordat de mannelijke bloem het stuifmeel prijsgeeft vindt er altijd kruisbestuiving plaats.

Deze mooie, uitgebreide beschrijving komt gedeeltelijk van Jac P. Thijsse, de schrijver en samensteller van de oude Verkade albums http://nl.wikipedia.org/wiki/Jac._P._Thijsse

Meer over aronskelk op mijn website: https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/arum-aronskelk