Posts tonen met het label valeriaan. Alle posts tonen
Posts tonen met het label valeriaan. Alle posts tonen

vrijdag, november 25, 2022

Valeriaan voor mensen en katten

Valeriaan, een inheemse vaste plant die zowel in de tuin als in de huisapotheek thuishoort. Een plant voor de moderne gestresseerde mens, die even tot rust wil komen.

Valeriaan, een echte plant voor mijn kruidige siertuin. Gemakkelijk te telen, inheems, geneeskrachtig en sierlijk. Niet de meest opvallende bloeier met zijn kleine wit tot roze bloemetjes op zijn 1,5 meter hoge steel, maar die bloei kunnen we wat uitbundiger maken door de planten in grote groepen dicht bij mekaar te planten. Valeriaan voelt zich daar goed bij.

In de natuur groeit hij vooral op vochtige plaatsen langs drassige Ardense beekjes, maar toch kom je hem ook tegen op drogere boshellingen. Waarschijnlijk zijn het verschillende soorten of variëteiten van onze Valeriana officinalis L. Volgens de botanici is vooral de Valeriana repens Host. de vochtige groeier, terwijl Valeriana wallrothii Kreyer of kalkvaleriaan meer in lichte bossen en droge graslanden voor komt. In onze kruidentuintjes circuleert vooral een krachtig groeiende cultivar die op vruchtbare grond wel 2 m hoog kan worden. Zoals je ziet, het valt niet altijd mee om zuiver botanische soorten in onze ecotuin te krijgen, maar dat maakt een tuin en in de tuin werken des te boeiender.
Het voordeel van die gevarieerdheid is dat de plant in de tuin niet alleen bij de vijver of in het moeras op zijn plaats is maar ook in de bostuin en een border kan groeien. In een kruidige rose-paarse border kan hij bijvoorbeeld gecombineerd worden met de Heemst, het Muskuskaasjeskruid en de Kattestaart. Mooi op zich en zelfs om op te eten.

Medicinaal gebruikte plantendelen: Valerianae radix of de wortels van de Valeriaan.
Of te wel de wortel en wortelstok van Valeriaan, zo beschrijft een herborist dat deel van een plant wat medicinaal gebruikt. Door zijn sterke zweetvoetachtige geur trekt de valeriaanwortel zowiezo de aandacht van mens en dier, vooral de katten en zelfs de ratten zijn er verzot op.
Of de rattenvanger van Hamelen met valeriaan gewerkt heeft weet ik niet. Wat ik wel weet is dat bij het scheuren mijn pas verplante valeriaantjes steeds weer uit de grond geharkt worden door mijn eigen en wat nog erger is, door andermans katten. Controle is dus de boodschap en in die gevallen moet de grond dus wat steviger aangedrukt worden.
Vermeerderen is zeer makkelijk omdat een plant uit vele kleine plantjes bestaat met hun eigen wortel verbonden door korte uitlopers. Het volstaat ze voorzichtig uit mekaar te schudden en dan de verbinding als een navelstreng door te knippen. Den herborist als plantengynecoloogje!
Een deel van die wortels kun je drogen of op alcohol zetten om later te gebruiken als rustgevend slaapmiddel. Pas bij het drogen komt de geur zo sterk op de voorgrond, waardoor een hele kamer muffig gaat reuken. Thee trekken van deze wortel of er een bad in nemen, blijft toch een onderneming op zich, prettiger is een tablet of tinctuur te gebruiken. Als medicijn wordt hij veel gemengd met hop of citroenmelisse, planten die in onze kruidige siertuin ook thuis horen.

Valeriaan, verhalen en verzinsels?
De populariteit van de plant vertaalt zich ook in de vele en bijzondere namen, die hij in verschillende landen gekregen heeft. In Frankrijk wordt hij ‘guerit tout’ en in Engeland ‘all heal’ genoemd. De naam valeriaan zou van het latijnse ‘valere’ van waarde of van ‘valeo’ sterk zijn, komen.
Andere oude namen zijn speerkruid, naar de rechtopgaande bloeiwijze, en kattepier omdat hij ook op regenwormen een sterke aantrekkingskracht uitoefent. Dat is zeker geen verzinsel, want er kruipen dikwijls veel wormen rond de wortel en in de biologisch-dynamische landbouw wordt zelfs een valeriaanaftreksel gemaakt om in de composthoop te verwerken.
Vele verhalen zijn verbonden met valeriaan. Zo zouden de vrouwen in Barcelona valeriaanpoeder in hun kousen gedragen hebben als, hou je vast, voorbehoedmiddel tegen zwangerschap. Zouden we daar de zweetlucht van onze valeriaan aan over gehouden hebben?
In de Middeleeuwen werden de wortels tussen de kleding gelegd, om ze lekker te laten ruiken.
Smaken en geuren kunnen van cultuur tot cultuur dus toch wel erg verschillen. Wat wel te begrijpen is, dat zware geuren zoals van de valeriaan als fixatief in parfum gebruikt werden.

Filosofie van de wortel.
Hoe dan ook de geur en de wortel van deze plant zorgen ervoor dat valeriaan een extra attractie wordt voor onze tuin. Misschien moeten we er hier even bij stil staan, dat elke bovengrondse tuin ook zijn ondergrondse tegenhanger heeft, die wirwar van wortels onzichtbaar aanwezig in elke tuin moet niet alleen de plant rechtop houden en van voedsel voorzien, maar zorgt ook voor verluchting van de grond. Esthetisch gezien kunnen wortels toch aantrekkelijk zijn met hun grillige, inspirerende vormen en verrassende kleuren en zoals bij de Valeriaan of de Kalmoes opvallen door hun sterke geuren. Door hun vorm zijn wortels soms echte kunstwerkjes, geschikt om in huis of tuin als versiering gebruikt te worden of om er amuletten van te maken. Aan wortels werden en worden dan ook magische eigenschappen toegeschreven. Valeriaan en Bijvoet beschermden tegen betovering en werden dan ook gebruikt tegen ziekten van betovering zoals hysterie en epilepsie.
Veel van deze oude medische toepassingen moeten we kritisch bekijken zonder ze volledig af te keuren, bewezen is nu wel dat Valeriaan een goed kalmerend slaapmiddel kan zijn, waar stoffen zoals valeriaanzuur en valepotriaten gedeeltelijk verantwoordelijk voor zijn.
Oude en nieuwe kennis leidt tot waardering, waardoor we in de tuin niet alleen genieten van de uiterlijke maar ook van de innerlijke schoonheid van een plant zoals Valeriaan.
Juist in onze tijd van hopeloze overspanning kan deze Valderiaan, zoals hij vroeger genoemd werd, de depressieve mens een vleugje vrolijkheid brengen.

zondag, maart 14, 2021

Herboristenweekend bij Bonsoy. Over valeriaan.

Tijdens onze kruiden-tweedaagse bij Bonsoy vonden we ook vrij veel valeriaanplanten. Niet verwonderlijk, in vochtige, voedselrijke grond voelt de echte valeriaan zich goed thuis. In deze periode van het jaar beginnen de eerste blaadjes van de planten bovengronds te komen en worden ze ook voor ons zichtbaar. Al blijft het toch wel snuffelen op de grond om die jonge blaadjes te detecteren. Moeilijk maar ook wel boeiend. Een spoorzoeken dat veel voldoening geeft. 

Deze Valeriana officinalis behoort zonder meer tot de top twintig van de geneeskrachtige plant. Ook dat officinalis, zeg maar een officiële plant die in de officine, de apotheek gebruikt wordt, verwijst al naar de waarde van dit kruid. Niet verwonderlijk dus dat ook chemici en farmacologen regelmatig in de wortel gepeuterd hebben.

Als stamplant van de valeriaan, die als geneeskruid wordt gebruikt volgens de verschillende artsenijboeken, geldt Valeriana officinalis L. De plant behoort tot de familie der Valerianaceae, waarvan er wereldwijd zowat 400 soorten bestaan, verdeeld over 15 geslachten. Bekende andere familieleden zijn Centranthus ruber, ook wel rode valeriaan genoemd, een bekende sierplant in tuinen en Valerianella olitoria of veldsla, dat als groente wordt gegeten.
De Valeriana officinalis volgens Linnaeus is een zeer complexe verzamelsoort, die binnen de soort een groot aantal ondersoorten en variëteiten herbergt, die, hoewel ze morfologisch, geografisch en in chromosomenaantal duidelijk kunnen verschillen, vaak uiterst moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Volgens sommige systematici dient een aantal ervan als afzonderlijke soorten te worden beschouwd. In Nederland en België komt voornamelijk een octoploïde vorm voor (2n = 56).

Groeiplaats van Valeriaan

Valeriana officinalis is een overblijvende plant die oorspronkelijk afkomstig is uit Noord Rusland en zich van daaruit verspreid heeft over geheel Midden en West-Europa, Klein Azië, Siberië en Japan. De plant behoort ook tot de Indische plantenwereld en is ingevoerd in Zuid Afrika en Noord Amerika. Hij groeit zowel op droge als op vochtige bodem, in moerassen en op bergen. De enorme verspreiding moet wellicht worden toegeschreven aan het lichte pluizige zaad, dat gemakkelijk door de wind wordt meegenomen. Hoewel de valeriaan tenslotte overal groeit, geeft ze toch de voorkeur aan vochtige moerassige grond.

Teelt en oogst van valeriaan

snuffelen naar kleine plantjes langs de Maas
De plant wordt zowel in het wild verzameld als gekweekt. De valeriaan die hedendaags in de handel wordt gebracht is voornamelijk geteeld. Overal waar valeriaan als geneeskruid toepassing vindt, wordt gebruik gemaakt van de wortel: Valerianae radix. Deze valeriaanwortel bestaat uit een wortelstok, de eigenlijke wortels en de uitlopers. De wortelstok of de stengelvoet is het belangrijkste deel. In het 2e jaar groeit daar ook de bloeistengel uit.
De oogsttijd is voornamelijk september en oktober, hoewel er ook kwekers zijn die het hele jaar door oogsten afhankelijk van de vraag naar het geneeskruid.
Tijdens en na het drogen verandert de kleur van de wortel van wit tot donkerbruin, waarbij dan tevens de bekende voor valeriaan zo specifieke onaangename geur ontstaat. Naarmate sneller wordt gedroogd (bv. via vriesdrogen) blijft de wortel lichter van kleur. Vroeger meende men dat de donkerste wortel ook de meest geneeskrachtige was (Van Dorssen, 1935).

Valeriaanzuren

Omdat de sterke, vreemde geur van Valeriaan nogal opvallend is, zeker als hij gedroogd is, heeft men de werking vooral willen toeschrijven aan de geurstoffen, de vluchtige olie. Daarom hebben wetenschappers in hun zoektocht naar stoffen met een kalmerende werking veel analyses gedaan op de olie van de plant. De stoffen die werden gevonden, zoals isovaleriaanzure bornylesters, valereenzuur en valeranon hadden wel degelijk een sedatieve en spasmolytische werking bij kikkers en konijnen, alleen waren er maar minimale hoeveelheden hiervan in de plant aanwezig.

Valepotriaten
Naast vluchtige oliestoffen komen er ook kleine hoeveelheden alkaloïden voor, zoals methylpyrrylketon en valerianine, die sedatief zijn. Interessant is ook dat een ander alkaloïde actinidine, geen kalmerende maar juist een opwindende werking heeft... op katten. Al heel lang is bekend dat katachtigen opgewonden geraken al ze Valeriaan reuken.
In de jaren zestig van de vorige eeuw werden door Schultz en medewerkers nieuwe kalmerende stoffen gevonden in Valeriana wallichii, een valeriaansoort uit de Himalaya en in Centranthus ruber, de rode valeriaan, die bij ons als sierplant verkocht word, maar die ook verwilderd op muurtjes groeit. Deze nieuwe verbindingen noemden zij valepotriaten, afgeleid van valeriana-epoxy-tri-esters. Het zijn nogal instabiele verbindingen, die onder invloed van warmte, zuren en alcali gemakkelijk kunnen afbreken, wat mogelijk de reden is dat ze zo laat ontdekt werden. Deze verschillende verbindingen hebben natuurlijk ook allemaal en eigen naam gekregen, waarvan de belangrijksten valtraat, didrovaltraat en isovaltraat zijn.
Interessant is ook dat bij het gebruik van die geïsoleerde verbindingen een hoge dosering niet méér kalmerende werking gaf, maar soms zelfs een verminderde werking.

Samengevat

Samenvattend zou je kunnen zeggen dat de werking van valeriaan niet terug te brengen is tot één stofje maar dat waarschijnlijk een complex van bestanddelen en zelfs de geur de werking bepalen. Om al de stoffen nog eens op te sommen:
  • valepotriaten hebben een duidelijk sederende activiteit
  • etherische olie lijkt minder actief, maar kunnen toch mede de werking richten, mogelijk ook door het ruiken zelf.
  • afbraakstoffen van de valepotriaten vertonen soms ook een sedatieve werking, dus als er geen valepotriaten aanwezig zijn in tinctuur of thee kunnen ook die stoffen de werking mede veroorzaken.
Ouder wetenschappelijk onderzoek
  • Bounthanh, C., C. Bergmann, J.P. Beek, M. Haag-Berrurier en R. Anton (1981)Planta Med. 41, 21-28
  • Van Dorssen, Chr. J, (1935) Radix Valerianae, Dissertatie, Utrecht
  • Von Eickstedt, K.W. en S. Rahman (1969) Arzneim.-Forsch. 19, 316-3-19
  • Hegnauer, R. (1966) Pharm. Acta Helv. 41, 577-587
  • Hegnauer, R. (1973) Chemotaxonomie der Pflanzen, Band VI, Birkhauser Verlag, Bazel-Stuttgart, blz. 638-657
  • Van Meer, J.H. en R.P. Labadie (1980) in: Plantaardige geneesmiddelen in de gezondheidszorg, (Labadie, R.P. Editor) Bohn, Scheltema en Holkema,Utrecht, blz. 156-163
  • Meijers, T. (1957) Een onderzoek van het Linneon Valeriana officinalis L. in Nederland, Dissertatie, Leiden
  • Schultz, O.E. en K. Eckstein (1962) Arzneim.-Forsch. 12, 12-15, ibid.12,1005-1012
  • Stoll, A., E. Seebeck en D. Stauffacher (1957) Helv. Chim. Acta 46, 1205
  • Thies, P.W. en S. Funke (1966) Tetrahedron Lett. 11, 1155-1170
  • Thies, P.W. (1971) in: Pharmacognosy and Phytochemistry (Wagner, H. en L. Hörhammer, Eds) Springer Verlag, Berlijn, Heidelberg, New York blz.41-63
  • Wagner, H. en K. Jurcic (1979) Planta Med. 37, 84-86
  • Wagner, H., K. Jurcic en R. Schaette (1980) Planta Med.38, 358-365

zaterdag, juni 13, 2020

Valeriaanbloemen

De overdaad aan sterk geurende valeriaanbloemen zet me er toe aan om  toch maar eens een tinctuur te maken met de bloemen. Normaal moet dat met de wortel, maar eens wat anders proberen moet kunnen. De vreemde, muffe geur van de wortel vind je ook, maar zeer subtiel, terug in de bloemen maar dat aroma is dan wel gemengd met een wat zoetere bloemige geur. Een mooi evenwicht, lijkt mij, tussen kalmeren en opwekken, tussen yin en yang, tussen sympathicus en parasympathicus. Of ben ik nu aan het overdrijven?

Literatuur over de werkzaamheid of de inhoudsstoffen van de valeriaanbloemen vind ik nergens, niet in de oude noch in de nieuwe literatuur. Spijtig en dus moet ik het voorlopig met mijn eigen, organische detectietoestellen doen, namelijk  mond en neus, geur en smaak en die vertellen mij dat er in de bloemen, in mindere mate, toch dezelfde stoffen als in de wortel moeten zitten. Niet alleen de verse bloemen maar ook de tinctuur geurt en smaakt naar valeriaan.

In de wortel 
Omdat de sterke, vreemde geur van Valeriaan nogal opvallend is, zeker als hij gedroogd is, heeft men de werking vooral willen toeschrijven aan die geurstoffen, de vluchtige olie. Daarom hebben wetenschappers in hun zoektocht naar stoffen met een kalmerende werking veel analyses gedaan op de vluchtige olie van de plant. De stoffen die werden gevonden, zoals isovaleriaanzure bornylesters, valereenzuur en valeranon hebben wel degelijk een sedatieve en krampwerende werking bij kikkers en konijnen, alleen zijn er maar minimale hoeveelheden hiervan in de plant aanwezig.
Naast vluchtige oliestoffen komen er ook kleine hoeveelheden alkaloïden voor, zoals methylpyrrylketon en valerianine, die ook sedatief zijn. Interessant is ook dat een ander alkaloïd actinidine, geen kalmerende maar juist een stimulerende werking heeft... op katten. Al heel lang is bekend dat katachtigen opgewonden geraken al ze valeriaan reuken. Misschien moet ik ook eens de bloemen uittesten op mijn katten.

zondag, juni 19, 2016

Valeriaanbloemen. Ook te gebruiken?


Dan toch maar eens een tinctuur gemaakt met de bloemen van valeriaan. Normaal moet dat met de wortel, maar eens wat anders proberen moet kunnen. De vreemde, muffe geur van de wortel vind je ook, maar zeer subtiel, terug in de bloemen maar dat aroma is dan wel gemengd met een wat zoetere bloemige geur. Een mooi evenwicht, lijkt mij, tussen kalmeren en opwekken, tussen yin en yang, tussen sympathicus en parasympathicus. Of ben ik nu aan het overdrijven?

Literatuur over de werkzaamheid of de inhoudsstoffen van de valeriaanbloemen vind ik nergens, niet in de oude noch in de nieuwe literatuur. Spijtig en dus moet ik het voorlopig met mijn eigen, organische detectietoestellen doen, namelijk  mond en neus, geur en smaak en die vertellen mij dat er in de bloemen in mindere mate toch dezelfde stoffen als in de wortel moeten zitten. Niet alleen de verse bloemen maar ook de tinctuur geurt en smaakt naar valeriaan.

In de wortel 
Omdat de sterke, vreemde geur van Valeriaan nogal opvallend is, zeker als hij gedroogd is, heeft men de werking vooral willen toeschrijven aan die geurstoffen, de vluchtige olie. Daarom hebben wetenschappers in hun zoektocht naar stoffen met een kalmerende werking veel analyses gedaan op de olie van de plant. De stoffen die werden gevonden, zoals isovaleriaanzure bornylesters, valereenzuur en valeranon hebben wel degelijk een sedatieve en krampwerende werking bij kikkers en konijnen, alleen zijn er maar minimale hoeveelheden hiervan in de plant aanwezig.
Naast vluchtige oliestoffen komen er ook kleine hoeveelheden alkaloïden voor, zoals methylpyrrylketon en valerianine, die ook sedatief zijn. Interessant is ook dat een ander alkaloïd actinidine, geen kalmerende maar juist een opwindende werking heeft... op katten. Al heel lang is bekend dat katachtigen opgewonden geraken al ze valeriaan reuken. Misschien moet ik ook eens de bloemen uittesten op mijn katten.

http://wetenschap.infonu.nl/diversen/37426-valeriaan-botanisch-en-farmacologisch.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/valeriana-officinalis-echte-valeriaan



woensdag, november 19, 2014

Jaap Huibers en Dodoens over valeriaan

Ook de wortels van de valeriaan zijn nu te oogsten. De wirwarwortel noem ik hem wel, een cluster van vele kleine wortels verbonden met een moederwortel. Mooi en gemakkelijk om te vermeerderen, moeilijker om proper te maken als je er een extract mee wil maken. Ook de geur is nogal bijzonder, vers is hij fris en muf tegelijkertijd, gedroogd blijft alleen de zware, muffe geur over. Niet direct het aroma dat een mens waardeert, maar de katten daarentegen zijn er verzot op.

Bij de oude Grieken, schrijft Jaap Huibers werd de valeriaan phu genoemd. Het woord 'phu' was bij de oude Grieken een woord dat gebruikt werd als een uitdrukking om je afkeer aan te geven. 'Phu' bij de oude Grieken zou nu tot uitdrukking gebracht kunnen worden met woorden als: gedverdamme, ga uit m'n buurt, bah, ik kan je wel uitkotsen, ik raak van binnen helemaal gestrest van je.

De naam valeriaan heeft een Latijnse oorsprong die afgeleid is van het woord 'valere'. Dat woord betekent: waard zijn, waardig zijn. Ogenschijnlijk staan die twee betekenissen, het Griekse 'phu' en het Latijnse 'valere', ver van elkaar af. Wat hebben immers het aangeven van je afkeer ('phu') en het waard en waardig zijn ('valere') met elkaar te maken? Rembert Dodoens schrijft over de 'Cracht ende Werckinghe' van de valeriaan het volgende (uit het Cruijdeboeck, 1554): 'Dese Valeriane es seer goet ghebruyckt in die drancken die men ingheeft als ymant van binnen ghequetst oft gheborsten es.' Dodoens zegt dus dat valeriaan zeer goed is om te gebruiken als iemand in zijn zenuwstelsel (van binnen) beschadigd is (ghequetst) of als diens zenuwen het hebben begeven (gheborsten) .

Let nu eens op het soort nervositeit waarbij valeriaan uitnemend werkzaam is.
Ieder mens heeft een basale behoefte aan een soort persoonlijke waardigheid. ( . ) Niets kan een mens zo uit zijn doen, uit zijn evenwicht, brengen als een aanval op zijn waardigheid, op zijn waarde. Als mensen u, willens en wetens, heel onheus bejegenen, kunt u een uitroep van afkeer (het Griekse 'phu') slaken. Door een aantasting van uw waardigheid kunt u het gevoel ervaren dat u van binnen 'gebroken', ja kapot, gebarsten bent, dat niets meer 'heel' in uzelf is. ( . )

Valeriaan werkt dan ook het beste, als er sprake is van het aangedaan zijn in het diepste wezen van onze waardigheid. Vooral als we dientengevolge een gigantische afkeer hebben ontwikkeld ten aanzien van hetgeen dat of degene die ons omringt, als veroorzakers, als belagers van onze waardigheid ('phu'). Steeds als we diep in onszelf ervaren dat de 'zenuwen toeslaan', omdat we van binnen kapot zijn, omdat we door onze omgeving aangetast worden in onze waardigheid als mens; als we het gevoel hebben dat we er niet meer kunnen en mogen zijn; als we iets in onszelf ervaren van dat gebroken en gebarsten zijn, dan heelt valeriaan beter dan we verwachten. Valeriaan werkt op het zenuw-zintuigstelsel. Er is geen plant die zoveel 'orde op zaken in het hoofd' kan stellen."

Meer over valeriaan
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/23564-valeriaan-voor-mensen-en-katten.html
http://wetenschap.infonu.nl/diversen/37426-valeriaan-botanisch-en-farmacologisch.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/valeriana-officinalis-echte-valeriaan
Huibers Anckerjes 'Kalm door kruiden'

dinsdag, april 15, 2014

Zonnige avond in de tuin

Ondergaande zon, lange schaduwen vol van warm licht, oude populieren gekleed in klimop en maretak en als een geest glinstert de bloesem op het appelboompje.

In de voorgrond, de nu nog blote border maar wel in blijde verwachting van aartsengelwortel, wede, Acanthus, betonie, hartgespan, aarereprijs, Polygonum odoratum, duizendguldenkruid, moederkruid, driekantig look, Russische rabarber, ooievaarsbek, valeriaan, valeriaan 'phu' en anderen.  Mooie planten maar vooral ook planten met een verhaal.

Neem nu de valeriaan 'Phu'. Wat vertellen Dodonaeus en consoorten over deze oude valeriaansoort. Mogelijk Nardus of één Nardus bij Grieken en Romeinen. Nardus was bij de ouden een benaming voor aangenaam ruikende planten. Hieruit werd een nardusolie bereid. Tot die groep behoorde Nardus Gallicus en de Celtische Nardus, Valeriana celtica L. en Valeriana saliunca. De Kretenzer Nardus was van Valeriana phu. De Arabische nardus kwam van Andropogon nardus.
De echte nardus zou van Nardostachys zijn. ‘Dioscorides spreekt van zowel de Keltische nardus als van de Indische die in Grieks phou en Arabisch fu heet. Valeriana officinalis zou de echte phu van Dioscorides en van de ouden zijn geweest. Phu betekent geboren worden, of is afgeleid van phy, een Pontisch woord wat staat voor een doordringende geur van de wortel. Of phu, zeg maar poe, naar de sterke  geur.
De plant φού, phu, van Dioscorides wordt door vele voor de echte valeriaan, Valeriana officinalis, gehouden, maar is wel een soort ervan, ook zou het Valeriana tuberosa, L of Valeriana dioscoridis, S.et S, kunnen zijn. De plant is plasdrijvend en helpt tegen zijdepijnen. Ook bevordert ze de geboorte en is gif werend. Omdat ook de echte valeriaan in Griekenland voorkomt en zijn beschrijving er op past, hoewel het echter nog niet geheel zeker welke valeriaan het is.
In de middeleeuwen was ze zeker goed bekend, we vinden haar in middeleeuws Latijn onder vele namen als valeriana, amantilla, nancilla, marcorella, dania, theriacaria etc. Bij H. Hildegard verschijnt het als middel tegen zijdepijnen, net zoals bij Dioscorides en jicht. Otto Brunfels zegt daartegen in zijn Krauterbuch uit 1534 een aantal krachten, gepoederd en gedronken verdrijft het de plas, vermindert het steken in de zij, brengt de vrouwen hun tijd, is een teriakel en houdt pest tegen, voor de wormen in de buik, het water voor innerlijke zweren, aambeien, verwarmt koude aderen en leden, heelt alle wonden, in wijn gemengd behoudt het gezicht, maakt zweten, nuchter gedronken is het goed tegen pest. Gart der Gesuntheit in 1485 brengt alleen hetgeen Dioscorides schrijft. De wortel stond vroeger in hoge aanzien. Het werd gebruikt in parfums en artsenij.

vrijdag, februari 14, 2014

Valeriaanwortels oogsten langs de Aulne


Na de storm van vannacht werd het ondanks alles toch weer ochtend. Rustig weer buiten, stilte na de storm zeker. Vogels fluiten hoog en helder. Natuur zoals de romantische mens het graag wilt.... Dus aan de gang maar weer. Kachel, hout, vuur; warmte brengen is mijn eerste winterse werk. Daarna naar buiten, een lindeboompje verplanten, het is er nat genoeg voor, het boompje zal eerder verdrinken dan uitdrogen.

Verder nog wat wortels oogsten om tinctuur te maken. Valeriaan is vandaag aan de beurt, de korte, sterk verstrengelde wortels zijn makkelijk te oogsten maar wel moeilijk schoon te maken. Ze even stevig soppen in de rivier zorgt er voor dat de modder verdwijnt maar de werkzame stoffen behouden blijven.
Tussen de valeriaanwortels zitten massaal veel knolletjes van het speenkruid en die er tussenuit schudden is een vervelend karwei. Dat is ook een algemeen probleem bij het oogsten van wortels in het wild, vooral wortelstokken van verschillende planten blijven niet braafjes naast mekaar groeien, maar geraken volledig verstrengeld. Met vergissingen en vergiftigingen als gevolg.


Over de kwaliteit van valeriaan


De plant wordt zowel in het wild verzameld als op akkers gekweekt. De valeriaan die hedendaags in de handel wordt gebracht is voornamelijk afkomstig van cultures. De valerianae radix bestaat uit een wortelstok, de eigenlijke wortels en de uitlopers. De wortelstok of de stengelvoet is het belangrijkste medicinale deel.
De oogsttijd is voornamelijk september en oktober, hoewel er ook kwekers zijn die het hele jaar door oogsten afhankelijk van de vraag. Tijdens en na het drogen verandert de kleur van de wortel van wit tot donkerbruin, dan ontwikkelt zich ook de specifieke onaangename, zweterige geur van valeriaan. Naarmate sneller wordt gedroogd (bv. via vriesdrogen) blijft de wortel lichter van kleur. Vroeger meende men dat de donkerste wortel ook de meest geneeskrachtige was. Duidelijk is dat niet, interessant is mogelijk om zowel lichte als donkergekleurde wortels samen te verwerken.

In Hagers Handbuch wordt een gedetailleerde, professionele beschrijving gegeven van de gedroogde wortels. Ganzdroge: Aussehen. Rhizom eiförmig bis zylindrisch, gelblichgrau bis hellbraun, außen etwas geringelt, meist etwa 5 cm lang und 2 bis 3 cm dick, gegen die Basis verjüngt. Stengelreste selten vorhanden. Der Längsschnitt zeigt ein Mark mit Lücken und Querwänden. Rhizom seitlich und unten mit zahlreichen, nahezu zylindrischen, 15 bis 20 cm langen, 1 bis 3 mm dicken, gelblichgrauen bis hellbraunen, stark gebogenen oder ineinander verflochtenen, längsrunzeligen Wurzeln besetzt. Seitenwurzeln fadenförmig, brüchig und nicht sehr zahlreich. Ausläufer hellgelblichgrau, stielrund, längsfaltig, mit verdickten Knoten, die mit Niederblättern oder Wurzeln besetzt sind. Knoten durch Internodien von 2 bis 5 cm Länge getrennt. Bruch der Ausläufer faserig. 
Schnittdroge: Geschmack. Zuerst süßlich, später würzig und schwach bitter. Geruch. Charakteristisch, durchdringend, an Isovaleriansäure und Campher erinnernd. 

Duitse degelijkheid zoals je merkt, dat staat wel in schril contrast met de naïeve oppervlakkigheid waarmee sommige hedendaagse deskundigen met geneeskruiden omgaan.

Meer over valeriaan
http://wetenschap.infonu.nl/diversen/37426-valeriaan-botanisch-en-farmacologisch.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/valeriana-officinalis-echte-valeriaan

maandag, september 30, 2013

Zagen, spitten, planten en tinctuur maken

Tussen het hout zagen door, even onze groentetuin spitten, verder wat jonge planten die her en der opkomen een plaatsje gegeven in onze nieuwe border. Een mooie afwisseling van zwaar, woest zaagwerk met verfijnd verzorgen van kwetsbare jonge planten. Zo moet het leven zijn!

Zaden van aartsengelwortel ontkiemen enthousiast in het najaar, liefst de zaden niet bewaren tot in het voorjaar, want dan ontkiemen ze nauwelijks nog. Ik plant er enkele over in potjes en enkele naar de nieuwe border. Verder scheur ik wilde marjolein, een roze bloeiende ooievaarsbek en valeriaan. Alle drie gemakkelijk te vermeerderen planten door het splitsen van de wortelstok. Veel wortels en wortelstokken kunnen nu niet alleen gebruikt worden om planten te vermeerderen maar ook om te drogen of een kruidentinctuur te maken.

Valeriaantinctuur
De sterk verstrengelde wortels van valeriaan moeten wel goed schoon gemaakt worden. Ze enkele keren kort in een emmer water soppen. Verse wortels fijn hakken en snel met ethanol overgieten. Best is een gewichtsverhouding van 1 op 5 aan te houden, dat betekent 10 gr wortel laten trekken in 50 cc ethanol van 45°, op kamertemperatuur afgedekt 3 weken laten trekken. Dan zeven en uitpersen. Afvullen in donkere flesjes. Te gebruiken bij stress en slapeloosheid.

http://wetenschap.infonu.nl/diversen/37426-valeriaan-botanisch-en-farmacologisch.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/27853-valeriaan-vreemde-namen-en-verhalen.html

donderdag, december 01, 2011

Valeriaan oogsten

Een historische foto

Het rooien van valeriaanwortel zoals het zowat 50 jaar geleden bij Lessines gebeurde. De mijnheer in zwart kostuum was duidelijk geen boer of arbeider, waarschijnlijk de apotheker in wiens opdracht het telen van de valeriaan toen gebeurde.
De foto is afkomstig uit 'Pharmacognostische commentaar op de Belgische pharmacopee IV' uit 1941

Een uittreksel uit het boek
Cultuur, inzameling en bereiding : In ons land worden in 't voorjaar uitloopers of neuzen van in 't wild groeiende planten, meestal in de natte gron­den bij Ninove en Denderleeuw, gezocht en als plantmateriaal door de kwee­kers gekocht en op het veld uitgepoot. In het najaar worden dan het rhizoom en de wortelen van de eenjarige bladrosetten geoogst. 
In andere streken gaat men soms op een andere wijze te werk ; namelijk men oogst de ondergrondsche plantendeelen van tweejarige planten, waarvan men de bloemen tijdig heeft afgesneden om uitputting van het rhizoom en de wortelen te voorkomen, en de aan de uitloopers ontstane jonge plantjes worden terug in den grond geplant.
Deze wijze van cultuur levert soms ontaardingsverschijnselen op, zoodat de cultuur zooals zij in ons land wordt beoefend beter blijkt ; bovendien wordt valeriaanwortel in cultuur verkregen uit plantenmateriaal afkomstig van in 't wild groeiende planten meer naar waarde geschat. Zelden wordt uit het zaad gekweekt.


Het blijkt verder dat de grondstof beter niet gewasschen wordt vooraleer te drogen. Aanhangende aardestukjes kunnen na drogen door ziften of kammen worden verwijderd. De P. Helv. V schrijft voor de in den herfst verzamelde grondstof bij een t° beneden 40° te drogen. Volgens W. Strazewicz (Ph. Z. h. 1933, bl. 481) is de in Mei verzamelde drogerij rijker aan vl. olie, daarentegen armer aan droogrest. De reukelooze versche grondstof neemt tijdens het drogen den kenmerkenden valeriaanreuk aan.
Valerianae radix
De beteekenis van de Belgische valeriaancultuur blijkt uit de opbrengstcij­fers, welke ongelukkig reeds dateeren van 1914; de opbrengst bedroeg toen 250 à 300 ton per jaar.

Macroscopische kenmerken : Dikke, centrale, bultige wortelstok van 3 tot 5 cm. lang op 1 à 3 cm. breed, met, op den top, ofwel schubben, ofwel het spoor van den fistelachtigen, gerimpelden stengel. Aan dit aanhangsel van den wortelstok ontspringen talrijke, draderige, ge­rimpelde bijwortels, die zoodanig ineenwarren dat zij den stengelvoet bijna volkomen bedekken.  Groenachtig bruin van kleur ; reukeloos in verschen toestand, maar met, na droging, een sterken kenmerkenden, onaangenamen reuk ; zoetachtig en weinig bitter van smaak. 
De drogerij  bestaat uit bijwortelen, rhizoom en enkele uitloo­pers, die uiterlijk niet te onderscheiden zijn van de bijwortels (Goester). Alle deelen zijn aardachtig grijsbruin. De P. B. IV geeft aan als kleur groen-achtig bruin, dit is zeker minder juist.

Valeriaanwortels kunnen ook nu nog geoogst worden om ze te drogen of om er een tinctuur mee te maken.


vrijdag, januari 15, 2010

Wortels, levenskracht voor de winter


Nu, na de vorst kan ik weer wilde wortels gaan oogsten. Paardenbloem, Engelwortel, Valeriaan en Smeerwortel als medicijn en Look zonder look en Teunisbloem als voedsel. Voor de plant zelf zijn die ondergrondse delen reservevoedsel voor het komend voorjaar, van dat bulkvoedsel maken wij gebruik om onszelf te voeden of te genezen.

Valeriaantinctuur
Maak eens een ritmische tinctuur van valeriaanwortel, best is natuurlijk dat je die wortel zelf in de tuin of nog spiritueler in de natuur, gaat oogsten, de vreemde, muffe geur heeft iets oerhormonaals, de vele harige wortels zitten via een korte wortelstok verbonden met mekaar, moederwortel met kroost, een nestje als het ware. Neem het moederdeel van die wortels, scheuren noemt men dat in teeltjargon, in meer romantische, dramatische termen: haal de kleintjes weg van de moeder. Zet de moederwortel in alcohol en plant de jongskens terug in de grond. De eenvoudigste tinctuur verkrijg je door 100 gr grof gesneden wortelstukjes te overgieten met 500cc alcohol van 45%, dit mengsel 14 dagen koel en donker te laten trekken (macereren) en dit regelmatig en ritmisch te schudden. Na die 14 dagen zeven en uitpersen, het mogelijk verlies aan alcohol weer aanvullen tot 500cc. Van deze drank gedurende 3 weken, smorgens en savonds 20 druppels in de mond langzaam laten oplossen.

Dezelfde bereidingswijze kun je ook toepassen op andere wortels, zoals Angelica archangelica, de Aartsengelwortel en de minder bekende maar o zo bijzondere Rozenwortel, ze geven een bijzondere aromatische tinctuur met een harmoniserende werking op zenuwstelsel. Het worden niet voor niks adaptogenen genoemd. En zeg nu zelf, alleen al het zicht van die grillige, geheimzinnige vormen spreekt tot de verbeelding en dan heb je ze nog niet gevoeld noch geroken.


Lees meer:
Wortels, kracht voor de winter | Mens en gezondheid: Lifestyle
Valeriaan, vreemde namen en verhalen | Kunst en cultuur: Mythologie
Valeriaan voor mensen en katten | Mens en gezondheid: Alternatief