dinsdag, april 29, 2014

Gevlekte scheerling langs de weg.

Terug in België. Het is wel weer wennen aan de drukte op de autowegen en aan de files, vooral veroorzaakt door werken. Bij Nevele een uur stapvoets rijden. Gelukkig rij ik op het derde baanvak langs de middenberm, waar ik de plantengroei rustig kan bewonderen en zelfs fotograferen. Goed kadreren of betere composities maken is er natuurlijk niet bij. Naast de aangeplante struiken groeien hier al jaren massaal veel gevlekte scheerlingen, die ik nu, dank zij de file wat beter kan bestuderen. Hoe zijn deze mysterieuze schermbloemigen hier terecht gekomen? Gewoon ooit met grond aangevoerd of zit hier toch een spirituele boodschap achter? Zou deze dodelijke plant ons willen waarschuwen voor de gevaren van de weg? Of zou een homeopathische dosering onze alertheid kunnen verbeteren?

Volgens de homeopathie zijn verdunde extracten van deze Conium maculatum geschikt voor mensen die duizelig worden bij iedere verandering van houding, zelfs bij het draaien van het hoofd in bed. Mensen met spierzwakte met trillen van handen, armen en benen. Verharde klieren (borst, prostaat). Alcohol wordt niet verdragen. Geheugenzwakte.

De botanische naam Conium is mogelijk afgeleid van het Oudgriekse 'Konas', dat ronddraaien betekent, omdat het eten van de giftige plant misselijkheid, draaiingen en zelfs de dood kan veroorzaken. Conium bevat de alkaloïden coniïne, N-methylconiïne, conhydrine, pseudoconhydrine en γ-coniceïne. De belangrijkste en meest giftige van deze stoffen is coniïne. Coniïne tast onder andere de werking van het centrale zenuwstelsel aan. Het is zeer giftig voor vee en ook voor mensen. De dodelijke dosis voor een paard is ongeveer 2 kg blad, voor koeien 1 kg en voor schapen 0,2 kg of minder. Vooral de wortels en de zaden zijn giftig.

Gevlekte scheerling hoort bij het dolle drietal samen met Dolle kervel en Hondspeterselie. Ook die namen voorspellen niet veel goeds, al zijn ze in de Oudheid en Middeleeuwen wel veel gebruikt geweest. Zij hoorden natuurlijk zoals vele giftige planten bij de magische heksenkruiden. Bij Hippocrates werd hij Koneion genoemd, maar Dioscorides en Scribonius Largus hadden het over Cicuta. Priesters-magiers uit Babylonië gebruikten de zaden om bescherming van de sterren te krijgen. Maar het allerbekendst is Conium toch omdat de Grieken een aftreksel van de zaden gebruikten om ter dood veroordeelden uit de betere klasse te berechten.

Gevlekte scheerling. Duidelijk een plant met een bijzonder verhaal en dat groeit zomaar met duizenden tegelijk op de middenberm van een Belgische autostrade.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/41802-gevlekte-scheerling-en-de-gifbeker.html

woensdag, april 23, 2014

Slakken in de groentetuin.

Slakken voelen zich natuurlijk wel thuis in het regenrijke Bretagne. Het zijn niet direct de lievelingsbeesten van mensen, al worden de slakken met hun huisje wel redelijk sympathiek gevonden. Mensen met een groentetuin zijn er al helemaal niet verzot op. Vooral de pas ontkiemde sla, worteltjes en dergelijk jong groen kunnen deze beestjes op één nacht volledig vernietigen. Dus willen we er wat aan doen zonder agressieve middelen te gebruiken en zonder ze te doden. Hoe moeten we dat in godsnaam realiseren? Ze met de bus naar België brengen? Of wat?

Planten tegen slakken
Er zijn een aantal planten die een geur verspreiden waar slakken blijkbaar niet van houden. Dat is onder meer het geval met Oost- Indische kers, salie, tijm, hysop, knoflook en tomaat. Plant ze op verschillende plaatsen langs het parcours die de slakken in je tuin meestal volgen. Een grapje? Nee maar toch niet erg efficiënt. Knoflook is wel redelijk doeltreffend. Slakken houden zeker niet van knoflook, de plant is zelfs giftig voor slakken. Dat is ook het geval met allerlei kopermateriaal. In de handel zijn allerlei koperstrips verkrijgbaar die je op potten of allerlei plaatsen kan kleven.

Slakken vangen
Het vangen van slakken is een andere manier om ervan verlost te geraken. Slakken vang je met slakkenvallen, bijvoorbeeld bakjes gevuld met bier die je bij voorkeur in graaft. Hebben slakken een favoriete plek in je tuin, leg daar dan 's avond kool- en/of rabarberbladeren. De slakken zullen zich daar verzamelen, zodat je ze 's ochtends gemakkelijk kunt vangen. En ze dan toch verhuizen?

Cafeïne als zenuwgif, dus ze toch 'milieuvriendelijk" dood maken
Koffiegruis en dan vooral de cafeïne uit de koffie werkt bij slakken als een zenuwgif. Plaats daarom je gebruikte koffie tussen je groenten en planten in de tuin. Allerlei slakken gaan dood door cafeïne, dat wees onderzoek uit.
Koffiedik of koffieprut en ook theeblaadjes, bevatten na gebruik nog een deel van de cafeïne die van nature in deze producten zit. Een lage concentratie heeft al effect. Gooi de koffieprut en de theeblaadjes tussen de jonge plantjes. Of koop een pak goedkope gemalen koffie en strooi een paar theelepeltjes bij de planten.

IJzer(III) fosfaat  
IJzer(III) fosfaat is een slakkenbestrijdingsmiddel. Deze werkzame stof zorgt voor de verstoringvan de vochthuishouding en slijmvorming bij slakken. De volgende merken bevatten de werkzame stof:
‐ Escar‐Go tegen slakken Ferramol (niet professioneel werkt niet tegen de kielslak)
‐ Ferramol ecostyle slakkenkorrels
‐ HGX natuurvriendelijke Korrels tegen slakken
‐ Roxasect slakkenkorrels
‐ Smart Bayt
IJzer(III) fosfaat is milieuvriendelijk. Bovendien is het niet schadelijk voor andere dieren.

Nematoden
Het bekendste middel tegen slakken zijn nematoden. Deze specifieke aaltjes parasiteren de slak waardoor hij uiteindelijk zal sterven. Kort nadat een slak besmet is met dit aaltje (Phasmarhabditis hermaphrodita) stopt de slak met eten. De aaltjes geven een bacterie af waaraan de slak uiteindelijk zal sterven.  Een besmette slak is gemakkelijk te herkennen aan de zwelling net achter zijn kop. De aaltjes zijn verder onschadelijk voor planten, dieren en mensen. Voorwaarde is dat de grond vochtig is en een minimum temperatuur voor deze aaltjes is 5 C°.

Knoflook
Daarnaast lijkt knoflook een goed middel te zijn om slakken te bestrijden. Onderzoek heeft aangetoond dat knoflook dodelijk is voor slakken. In de literatuur wordt ook veel verwezen naar knoflook als middel om ongedierte te weren. Zelf probeer ik daslookextract ipv knoflook, ook al omdat we deze plant veel in de tuin hebben.

Slakken hebben verschillende natuurlijke vijanden. 
Egels, loopkevers, padden, kikkers en vogels zijn natuurlijke vijanden van slakken.

Literatuur
Ikink, H (2003), Geen last meer van slakken dankzij knoflookextract http://www.kennislink.nl/publicaties/geen‐last‐meer‐van‐slakken‐
dankzij‐knoflookextract 
Naaktslakken (2011) http://www.biocontrole.nl/website/biocontrole.nsf/0/CF19176129BE2853C12571BC0045A6D1 \

dinsdag, april 22, 2014

Bellis perennis, made-liefje

Het madeliefje is zowat de bekendste plant uit onze inheemse flora. En daarbij ook nog door velen, zeker door de kinderen, gewaardeerd om zijn lief uiterlijk. Maar vreemd genoeg is hij tot voor kort als geneeskrachtig kruid weinig bekend geweest al is dat de laatste jaren flink aan het veranderen. Als lotion voor de huid en als alternatief voor Arnica (kneuzingen...) is Bellis perennis zeker het proberen waard.

In het al wat oudere maar degelijke standaardwerk over kruidengeneeskunde ' Lehrbuch der Biologischen Heilmittel, Madaus, 1938 wordt het gebruik van het madeliefje in een ver verleden beschreven. Das Gänseblümchen war in der nórdischen Mythologie der Göttin des Frühlings und der Auferstehung, der Ostara, geweiht und wurde später im christlichen Zeitalter der Jungfrau Maria, aus deren Tränen es auf der Flucht nach Ägypten entsprossen sein soll, zugesprochen. Im Mittelalter war es ein beliebtes Heilmittel. L. Fuchs (1543) empfiehlt das "kleine Maßliebchen" als Wundmittel und bei Podagra, Hüftweh und Kropf. Nach Lonicerus soll man, um zuzunehmen, die Blüten der Blume nüchtern essen. Das Maßliebchenwasser rege die Esslust an, sei gut für die Leber und gegen Fieber. Auch nennt er es als Mittel für Wunden und Knochenbrüche. Die übrigen Kräuterbücher des Mittelalters bringen ähnliche Anwendungsweisen.

Eine Zeitlang galt das Gänseblümchen in Deutschland für schädlich, wahrscheinlich weil es als Fruchtabtreibungsmittel verwendet wurde, und sollte nach einer Verordnung von 1793 gänzlich ausgerottet werden. - Die jungen Blätter können im Frühjahr als Kräutersalat gegessen werden.

Bellis perennis/ is a traditional wound herb, and Crusaders in the Middle Ages made an ointment from the plant to heal bruises, broken bones, and wounds. Chewing the fresh leaves is said to be a cure for mouth ulcers. The medicinal properties of Bellis perennis have been recorded in herbals as far back as the 16^th Century. John Gerard, the 16^th Century herbalist, recommended English daisy as a catarrh cure, as a remedy for heavy menstruation, migraine, and to promote healing of bruises and swellings. Nicholas Culpeper wrote in 1652 that daisy is good to dissolve congealed and coagulated blood, to help the pleurisy and peripneumonia. It can also be used in the treatment of pain associated with varicose veins and aches, especially of the liver, including inflammation. Infusions of the flowers and leaves have been used to treat a wide range of other disorders including rhinitis, rheumatoid arthritis, and liver and kidney disorders. An insect repellent spray has also been made from an infusion of the leaves. A strong decoction of the roots has been recommended for the long-term treatment of both scurvy and eczema, and a mild decoction may ease complaints of the respiratory tract. As a homeopathic remedy, /Bellis perennis/ is often indicated for bruising injuries involving the abdomen, trunk, and pelvis. It may also be given for bruises, sprains, or strains when arnica (/Arnica montana/) has been tried without significant result. This remedy may also be useful when bruising and trauma occur to deep internal tissues after surgery involving the abdomen, breasts, or trunk.

En Dodonaeus in zijn Cruyde boeck, 1554, schrijft van madelieven, Bellis 'Het kruid van madelieven met de bloemen of alleen en vooral van de kleine en wilde dat in water gekookt wordt is goed om te drinken tegen de koortsen, verhitting van de lever en van alle inwendige leden. Hetzelfde kruid dat in eten of met de stamppot ingenomen wordt maakt zachte toiletgang. Madelieven kruid gestampt is goed om op alle hete zweren en blaren, rode, verhitte en lopende ogen te leggen. Madelieven kruid dat op de wonden gelegd wordt bewaart en beschermt die tegen alle verhitting, zweren en blaren.

En zo kunnen we nog een tijdje bezig blijven met citeren. Het blijft me nog steeds verwonderen hoe zelfs de eenvoudigste onkruiden een duizendjarige geschiedenis van gebruik achter zich hebben. En de herborist als archeoloog moet er voor zorgen dat die kennis bewaard en gerestaureerd wordt.

Lees ook http://debronvanurd.blogspot.nl/2012_05_01_archive.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/34087-in-de-naam-van-madeliefje.html
Voor meer wetenschappelijk onderzoek: 
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/bellis-perennis-madeliefje

zaterdag, april 19, 2014

Fluitenkruid zaaien

Er liggen hier nog heel wat zakjes met zaad van hele, gewone wilde planten klaar om gezaaid te worden. Fluitenkruid, wilde pastinaak, maarts viooltje, ijzerhard, rode klaver en zelfs boerenwormkruid. 
Het geeft me een vreemd gevoel dat ik dit soort algemene, soms zelfs woekerende onkruiden, die ik al zoveel jaren ken, nog als kostbare kleinoden wil zaaien. Net alsof mijn leven opnieuw begint. En ja, als je regelmatig verhuist, is het ook altijd weer een beetje opnieuw beginnen.
Ook de natuur is hier in Bretagne anders. Sommige Belgische onkruiden zoals bijvoet, boerenwormkruid en fluitenkruid vinden we hier nauwelijks en dus zaaien we deze planten zelf maar uit of slepen ze helemaal vanuit Vlaanderen hier naar toe. Zouden de Bretoenen dat wel waarderen? Misschien veroorzaken we hier wel een onkruidepidemie.

Fluitenkruid met zijn vrolijk wiegende witte bloemwolken langs de wegkanten mis ik hier wel. Hollands kant werd het vroeger wel genoemd. De naam fluitenkruid verwijst naar de holle stengels waar we als kind fluitjes van maakten. Geneeskrachtig is er weinig over bekend, de zaden zouden volgens Kleyn vroeger bij chronisch eczeem en klierziekten gebruikt geweest zijn. En ons aller Dodonaeus schrijft 'Dese wilde Eppe ende sonderlinghe die wortelen daer af/ sijn werm ende drooge tot in den derden graedt. Die wortelen van dese Wilde eppe in den mont ghehouwen ende geknout versueten die pijne ende weedom van den tanden/ ende trecken veel vochticheden uut den hoofde'. Ondertussen is wel bekend dat in de wortel de kankerremmende stof podofyllotoxine zit, wat een veelbelovend middel tegen kanker blijkt te zijn. Je zou dan wel kilo's van de plant moeten eten en dat zou dan weer niet gezond zijn. Voor mij zit de echte geneeskracht van het fluitenkruid dan ook in zijn dartele, vrolijk makende aanwezigheid in de natuur.

http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/71920-geneeskracht-uit-hagen-en-heggen-kleefkruid-en-fluitenkruid.html

Klimopboom

Een vreemde boom in de buurt. Klimopboom. Een boom met pruik. Uitkijkend over het golvend landschap van Rouzoucos en de vallei van de rivière d'Argent.
Een landschap met weilanden, bosjes maar ook met braakliggende landbouwgronden waar veel wilde planten groeien. Paardenbloemen, rode klaver, kleine steentijm, weegbree, wilde margrieten, wilde veldsla en tot mijn verrassing ook duizendguldenkruid. Allemaal planten die de niet gebruikte akkers proberen te heroveren.

Oude knoestige klimop die in de nog oudere eiken kruipen, vind je overdadig veel hier in Bretagne. In de kruidengeneeskunde maken we weinig gebruik van deze Hedera helix. Vooral omdat de saponinen die in de plant aanwezig zijn, licht giftig zijn. Ze irriteren de slijmvliezen al zorgen dezelfde stoffen ook voor een expectorerende, slijmoplossende werking bij verkoudheid en bronchiale aandoeningen.

In de oudheid werd klimop gebruikt bij hoofdpijn, slijmvorming en koorts en er werden magische krachten aan toegeschreven. Bij uitwendig gebruik zou het helpen bij builen en blauwe plekken. In de 15de eeuw werd klimop toegepast bij narigheden als rachitis, dysenterie, galstenen en geelzucht.
Klimop had ook symbolische functies. Hij was het zinnebeeld van dronkenschap maar gaf ook bescherming tegen diezelfde dronkenschap omdat het blad de wijn onschuldig zou maken. Klimop werd dan ook geassocieerd met de god van de wijn: zowel de Griekse Dionysos als de Romeinse Bacchus werden vaak met klimop afgebeeld.
Hedendaags wetenschappelijk onderzoek laat zien dat klimopextract werkzaam is bij luchtwegaandoeningen als hoest en astma. De dosering is wel van groot belang: een te hoge dosering werkt vaatvernauwend en irriterend, en kan zelfs giftig zijn. Daarom is registratie als geneesmiddel eigenlijk een voorwaarde voor veilig gebruik.
Klimopblad heeft in enkele Europese landen een geneesmiddelenstatus. In 2007 werden in Duitsland bijna twee miljoen hoestmiddelen met klimop voorgeschreven, en dat was maar liefst 80% van het totaal aan uitgeschreven recepten bij hoestproblemen.

Wetenschappelijk onderzoek zie https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/hedera-helix-klimop

dinsdag, april 15, 2014

Zonnige avond in de tuin

Ondergaande zon, lange schaduwen vol van warm licht, oude populieren gekleed in klimop en maretak en als een geest glinstert de bloesem op het appelboompje.

In de voorgrond, de nu nog blote border maar wel in blijde verwachting van aartsengelwortel, wede, Acanthus, betonie, hartgespan, aarereprijs, Polygonum odoratum, duizendguldenkruid, moederkruid, driekantig look, Russische rabarber, ooievaarsbek, valeriaan, valeriaan 'phu' en anderen.  Mooie planten maar vooral ook planten met een verhaal.

Neem nu de valeriaan 'Phu'. Wat vertellen Dodonaeus en consoorten over deze oude valeriaansoort. Mogelijk Nardus of één Nardus bij Grieken en Romeinen. Nardus was bij de ouden een benaming voor aangenaam ruikende planten. Hieruit werd een nardusolie bereid. Tot die groep behoorde Nardus Gallicus en de Celtische Nardus, Valeriana celtica L. en Valeriana saliunca. De Kretenzer Nardus was van Valeriana phu. De Arabische nardus kwam van Andropogon nardus.
De echte nardus zou van Nardostachys zijn. ‘Dioscorides spreekt van zowel de Keltische nardus als van de Indische die in Grieks phou en Arabisch fu heet. Valeriana officinalis zou de echte phu van Dioscorides en van de ouden zijn geweest. Phu betekent geboren worden, of is afgeleid van phy, een Pontisch woord wat staat voor een doordringende geur van de wortel. Of phu, zeg maar poe, naar de sterke  geur.
De plant φού, phu, van Dioscorides wordt door vele voor de echte valeriaan, Valeriana officinalis, gehouden, maar is wel een soort ervan, ook zou het Valeriana tuberosa, L of Valeriana dioscoridis, S.et S, kunnen zijn. De plant is plasdrijvend en helpt tegen zijdepijnen. Ook bevordert ze de geboorte en is gif werend. Omdat ook de echte valeriaan in Griekenland voorkomt en zijn beschrijving er op past, hoewel het echter nog niet geheel zeker welke valeriaan het is.
In de middeleeuwen was ze zeker goed bekend, we vinden haar in middeleeuws Latijn onder vele namen als valeriana, amantilla, nancilla, marcorella, dania, theriacaria etc. Bij H. Hildegard verschijnt het als middel tegen zijdepijnen, net zoals bij Dioscorides en jicht. Otto Brunfels zegt daartegen in zijn Krauterbuch uit 1534 een aantal krachten, gepoederd en gedronken verdrijft het de plas, vermindert het steken in de zij, brengt de vrouwen hun tijd, is een teriakel en houdt pest tegen, voor de wormen in de buik, het water voor innerlijke zweren, aambeien, verwarmt koude aderen en leden, heelt alle wonden, in wijn gemengd behoudt het gezicht, maakt zweten, nuchter gedronken is het goed tegen pest. Gart der Gesuntheit in 1485 brengt alleen hetgeen Dioscorides schrijft. De wortel stond vroeger in hoge aanzien. Het werd gebruikt in parfums en artsenij.

maandag, april 14, 2014

Ginseng zaaien

En zo ziet het zaad van mogelijk de meest mythische plant ter wereld er uit, Panax ginseng. Gestratificeerd zaad van Ruehlemans. Dus proberen we het nog maar eens, het biotoop om ze te planten hier in onze tuin is wel aanwezig. Schaduw, humusrijke, gezonde grond, maar eerst zaaien en dat doen we vandaag. En dat op een bijna volle maan dag. Een heilige handeling, maar dat is zaaien altijd wel een beetje.

If apples grow well in your area, ginseng probably will also. lees ik. Als dat zo is, dan moet ginseng in Bretagne, waar veel appels voor de cider gekweekt wordt, wel lukken. De plant kan groeien in de schaduw (diep bos) of halfschaduw (licht bos) en vereist vochtig-warme grond. De gecultiveerde Ginseng wordt geteeld als onderbegroeiing in schaduwrijke bossen of in de schaduw van opgehangen gaasdoek in de open lucht.
De Panax quinquefolius (Amerikaanse ginseng) groeit vooral in Canada en de USA. Ook hier zijn de wilde species zeldzaam vandaar dat men in de bossen van Maine, Tennessee, Virginia en North Carolina ginseng-programma's opgestart heeft om de planten in hun natuurlijk habitat te laten groeien om zo de druk op de nog resterende wilde ginseng te verminderen.

Over ginseng zijn boeken vol geschreven, dus is het hopeloos om hier 'alles' te vertellen. Toch nog eens ons aller Dodonaeus citeren ‘Het is iedereen genoeg bekend dat de naam Panax aan vele kruiden toegeschreven plag te worden die elkaar noch van gedaante, noch van krachten gelijk zijn’. En inderdaad ook nu nog worden er aan veel planten die een versterkende werking hebben de naam ginseng gegeven. Siberische ginseng is Eleutherococcus, Indische ginseng is Ashawaganda, Braziliaanse ginseng is Maca.....Het zijn allemaal zogenaamde adaptogenen. Ook de naam Panax verwijst naar die algemene, versterkende werking. Het woord is afgeleid van het Griekse pan: alles en voedsel, en akos: genezing, een panacee. Latijn panacee stamt van Grieks panakeia: een plant die alle ziektes geneest, een universele remedie.

https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/panax-ginseng-ginseng
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/115549-ginseng-de-plant.html


zaterdag, april 12, 2014

Sla

Gezaaid in onze geodetische serre: Sla Merveilles des Quatre-Saisons gemengd met fijne basilicum
Dit zeer sterke en betrouwbare oude Franse slasoort kan zelfs in koelere periodes van het jaar gezaaid en geoogst worden. Vormt een losse krop omringd door donkergroen, knapperig blad met een rode rand. Dit rood kleurt donkerder onder invloed van koude.

Cette variété très rustique est facile à réussir. Elle donne des salades aux pommes volumineuses très fortement teintées de rouge au cours de son développement. Elle résiste bien à la chaleur. Semis : Semez d'avril à juillet en lignes distantes de 30 cm.
Éclaircissage : Au stade 2-3 feuilles, arrachez les plus petites et ne conservez que les plus vigoureuses afin de ne laisser qu’une laitue tous les 30 cm.
Récolte : Récoltez de fin juin à octobre Pour avoir des laitues dès fin mai, semez sous abri à partir de février.
Plante(s) compagne(s) : La laitue pommée aime la proximité du radis car en les semant ensemble, la laitue risque moins la montée à graine.

Etymologie en gebruik in Middeleeuwen
In de late middeleeuwen werd het woord sla ook al gebruikt, het is een verkorting van het Franse salade, wat weer stamt uit het Italiaans waar het insalata heet. Afkomstig van het werkwoord insalare: inzouten, ingezouten salat. De kern van het woord is dus sal of zout. Dit lijkt vreemd, gezouten sla. Vroeger werd sla blijkbaar met zout, olie, azijn en wat kaneel of peterselie aangemaakt. Men meende dat sla slecht verteerbaar was, maar zo klaar gemaakt wel goed verteerd zou worden. Het eetgebruik was anders dan nu, er werd vooral veel minder groente gegeten. Veelal werd groente gekookt, vandaar de warmoezerijen, (kwekerijen) van warme moes, die tot warmoes gekookt werden.

Sla medicinaal
Over sla, even Dodonaeus aan het woord laten: 'Latouwe, latuw of salaet, zij verwekt de slaap, verslaat de dorst en neemt de geiligheid weg: waarom de Phythagorische wijsgeren haar Eunuchium genoemd hebben en de Vrouwen Astylida. Daarom is zij beter voor papen en monniken dan voor mannen die jonge vrouwen hebben en derhalve goed huis moeten houden'. Je zou schrik krijgen om nog sla te eten.

Medicinaal is de slaplant traditioneel gebruikt geweest als een kalmerend middel. Al was het dan vooral het ingedikte sap van de wilde sla die min of meer als een soort opium toegepast werd. Verrassend is wel een wetenschappelijk onderzoek waarbij een waterig extract van Lactuca sativa een anti-leukemie werking vertoonde. Als je dat effect wil verkrijgen met het eten van een krop sla moet je wel 3 kg sla per dag verorberen.

Oncol Rep. 2010 Apr;23(4):1145-51. Anti-leukaemic effects of two extract types of Lactuca sativa correlate with the activation of Chk2, induction of p21, downregulation of cyclin D1 and acetylation of alpha-tubulin. Gridling M1, Popescu R, Kopp B, Wagner KH, Krenn L, Krupitza G.
The water extract of the lettuce Lactuca sativa, but not the ethyl acetate extract, inhibited the growth of HL-60 leukaemia cells and MCF-7 breast cancer cells. This correlated with the activation of checkpoint kinase 2 (Chk2), the induction of the tumour suppressor p21, and the severe downregulation of the proto-oncogene cyclin D1. The ethyl acetate extract, but not the water extract, induced HL-60 cell death, which correlated with the acetylation of alpha-tubulin. The acetylation of alpha-tubulin is indicative for microtubuli stabilisation such as induced by taxol. The calculated amount for human intake would require approximately 3 kg lettuce to reach the required concentration shown to inhibit 50% HL-60 proliferation.

Lees ook: http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/30947-lactucarium-wilde-sla-in-de-oude-apothekersboeken.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/68516-sla-zijn-gezonde-en-geneeskrachtige-waarde.html

woensdag, april 09, 2014

Paardenbloem o paardenbloem

Paardenbloemen. Het blijft mij verwonderen dat zo'n mooie, indrukwekkende, eetbare en geneeskrachtige bloem niet meer gewaardeerd wordt en zelfs nog steeds met gif kapot gespoten wordt. Planten moeten blijkbaar zeldzaam zijn om beschermd en vertroeteld te worden. 

Ga eens op je buik in een paardenbloemveld liggen, je moet die bloemen en blaadjes dan zelfs niet meer op eten om gezond en gelukkig te worden.

Maar er is natuurlijk niks op tegen om van de bloemen gelei of wijn te maken, de wel degelijk bittere bladeren bescheiden door de sla te mengen of van de wortel een inheemse vervanger voor koffie te maken. En ik geef het toe, echte koffie vind ik veel smakelijker, maar ter afwisseling eens een goed geroosterde dandelion mag er best zijn.

Een goedaardig geel leger
geland om
geluk en genot te verspreiden

https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidmail/taraxacum-paardenbloem
https://www.facebook.com/groups/383269298363514/753285028028604/?notif_t=like
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/taraxacum
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/29926-in-de-naam-van-paardebloem.html

dinsdag, april 08, 2014

Lipbloemige kruiden kunnen nu vermeerderd worden.

Bergbonekruid
Tijm, bonenkruid en wilde marjolein kan je vermeerderen door te zaaien maar het duurt dan wel een paar jaar eer men een volwassen struik krijgt. De methode die het meest gebruikt wordt om nieuwe plantjes te verkrijgen is scheuren. Dit gebeurt in het voor- of najaar: we planten de gescheurde plantjes met worteltjes eraan diep genoeg d.w.z. het groen 10 cm boven de grond.
Het verplanten van oudere, kale planten kan op dezelfde manier gebeuren om weer fris ogende planten te krijgen. Oudere planten verliezen immers veel van hun aroma! Men kan ook nieuwe planten verkrijgen door stekken, afleggen en aanaarden, alle methodes zijn mogelijk en leveren snel stevige plantjes.

Scheuren. Het klinkt agressief maar ik vind het een aangenaam, rustgevend  werkje. De vele geuren die vrijkomen, het gevoel dat je planten door een, zo'n op het eerste zicht vrij agressieve handeling juist gezonder maakt, vermeerderd en verjongd. En dat je, als het tenminste goed gedaan wordt, de groeikracht, de vitaliteit van de planten al na een week ziet toenemen. Daarbij is het een bijzondere meditatieve bezigheid, geur, met de handen in de aarde wroeten. Geur, grond, geneeskracht. Genoeg reden om je een beetje gelukkig te voelen.

vrijdag, april 04, 2014

Paardenbloem tegen melancholie?

Paardenbloemen staan wat mij betreft in de top tien van de geneeskrachtige planten.
Het zijn goede leverplanten (bitterstoffen, sesquiterpenen),  zijn vochtafdrijvend (kalium), hebben een hoge voedingswaarde en zijn te gebruiken bij ouderdomdiabetes (inuline) en bij nog veel meer kwalen.
Daarbij kan er in verschillende seizoenen van de plant geoogst worden; wortel in najaar en vroeg voorjaar, maart april het blad maar ook de wortel met blad. Verder is het een plant die in de natuur overvloedig aanwezig is en dus zonder gewetenswroeging geoogst kan worden. Het oogsten zelf, vooral van de wortels, blijft wel een karwei. De penwortels breken makkelijk af en ze zijn nogal verstrengeld met gras in de weilanden en wegkanten waar ze meestal staan, waardoor ze moeilijk uit de grond te halen zijn. Daarbij zijn weiland en wegkant niet altijd de properste plaatsen. Gelukkig hebben wij hier in Bretagne ons eigen weiland en ook wel propere wegkanten.

In de keuken is het jonge of gebleekte blad (molsla) en de bloemen ook te gebruiken. Zelfs in april zijn de onderste delen van het blad, wit en knapperig, goed te eten, wel wat bitter. De verse wortel kun je op zijn witloofs, in kelder of afgedekt, nieuw blad laten vormen. Molsla. Te gebruiken als sla of gestoofd.

Paardenbloem tegen melancholie?
Paardenbloem is samen met brandnetel de bloedzuiverende plant bij uitstek. Maar een goed functionerende lever zorgt volgens de natuurgeneeskunde niet alleen voor een 'zuiver' lichaam maar ook voor een 'zuivere' geest. We kennen allemaal de uitdrukking 'iets op je lever hebben'. Daarmee geven we de gemoedstoestand aan van iemand die te veel tobt.Zzwaarmoedigheid of melancholie, je zou kunnen zeggen een lichte vorm van depressiviteit, kan samenhangen met problemen van de lever en de gal. Melancholie betekent ‘mel’, zwart  en ‘chol’, is gal. Beroemde geneesheren als Hippocrates, Galenus, Paracelsus en Dodonaeus spraken in hun nagelaten werken regelmatig over het feit dat de levensmoed in de lever zetelt. Een goed werkende lever bevrijdt een mens van zwartgallige en hypochondrische gevoelens.
De meest beproefde manier om de gal vloeibaar te houden, dus de lever schoon en niet verstopt, is het dagelijks gebruik van paardenbloem. Veel hypochondrische en wat melancholische personen blijken veel verlichting te hebben bij het dagelijks gebruik van paardenbloemblad of wortel, eventueel in de vorm van tinctuur.

Recept voor paardenbloemgelei, wordt ook wel paardenbloemhoning genoemd.

  • 99 bloemen van paardenbloem 'Taraxacum officinale'
  • confituursuiker (2 kg fruit versus 1 kg suiker)
  • 1/2 sap van een sinaasappel en bio appelsienschil
  • 1/2 sap van een citroen
  • 200 ml water

Verzamel een honderdtal bloemetjes (alleen het geel, geen bittere steel). Normaal niet wassen, maar een beetje spoelen kan geen kwaad of even laten liggen om de beestjes te verwijderen.
Trek de gele blaadjes van de bodem en doe in een kookpot. Voeg hierbij het sap van citroen en sinaasappel, schil en het water. Laat het geheel een vijf minuten koken. Laat een nachtje trekken.
De volgende ochtend zeef je het mengsel met een zeef of neteldoek en meet de vloeistof. Per 100 cl, mag er 55 g confituursuiker bij. Los goed op en breng daarna 3 minuten aan de kook. Daarna afvullen in potjes. Ik doe er nog enkele bloemblaadjes en opnieuw de uitgezeefde appelsienschil bij. Vele variaties zijn mogelijk, bvb kruiden zoals citroentijm of munt toevoegen.

https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/taraxacum




Mens en natuur, mens in natuur, natuur in de mens

De natuur schenkt ons.... lees ik dan op FB groepen en andere sites. Is dat dan zo? Is de natuur zo iets als een mens die ons een plezier wil doen? Ik betwijfel dat. 

De natuur is zoals de natuur is. Groeien, bloeien, vergaan. Neutraal. De rivier die ons huis overstroomt, doet dat niet om ons te pesten of om ons te plezieren. De sleedoorn maakt geen vruchtjes om ons van voedsel te voorzien. Ten andere, als de sleedoorn ons een plezier wou doen, had de struik haar pruimpjes wel wat minder zuur en minder wrang kunnen maken.

Alsjeblieft, laat ons de natuur niet kapot maken, maar ook niet dood vertroetelen, idealiseren of romantiseren. Laat de natuur gewoon de natuur. En de mens een deel van die natuur.
Lees eens Ton Lemaire Filosofie van het landschap
http://www.dbnl.org/tekst/lema010filo01_01/
of Louis Le Roy. Natuur inschakelen, natuur uitschakelen http://recensies.infonu.nl/kunst-en-cultuur/28836-natuur-uitschakelen-natuur-inschakelen.html. Of ga eens een aantal dagen alleen in de 'natuur' echt overleven.




zondag, maart 30, 2014

Aard-appel

De aardappelen die we enkele weken geleden gepoot hadden, beginnen boven de grond te komen. Die knollen waren wel geen officiële pootaardappelen, maar biologische eetpatatten die serieuze scheuten begonnen te vormen en dus heb ik ze maar in de grond gestopt. Misschien wel wat vroeg, maar met die zachte winters en het bijna vorstvrij Bretoens klimaat kon ik dat risico wel nemen. Tezelfdertijd heb ik tussen de aardappelen peultjes gezaaid, benieuwd wat dat zal geven.

Voor een herborist zijn aardappel niet alleen koolhydraatrijk bulkvoedsel maar ook boeiende planten met een rijke geschiedenis en een geneeskrachtige werking. En je kan ze zelfs als sierplant gebruiken. Vorig jaar, ergens onderweg met mijn motorhome, zag ik in de verte een prachtig bloeiend veld met mij onbekende planten, tot dat ik dichter bij kwam en merkte dat het gewoon een aardappelveld was. Iets mooi vinden, kun je blijkbaar aan of af leren.

Wat geschiedenis van de aardappel.
De bekende Clusius, tijdgenoot van Dodoens ontving knollen en zaden van de aardappelplant op 26 januari 1588 van Philippe de Sivry, heer van Walhain. Een jaar tevoren had De Sivry deze nieuwe plant gekregen onder de naam Taratoufli. Clusius maakte de eerste wetenschappelijke beschrijving van de aardappel in zijn Rariorum Plantarum Historia in 1601 onder de naam Arachidna; in de inventaris van 1594 wordt ze Papas Americanorum genoemd.

In Artsenijgewassen 18de eeuw, wordt de aardappel nog Knobbelige nachtschade genoemd en goed bevonden om stijfsel, jenever, haarpoeder en brood te maken.

De aardappel stond in die tijd ook bekend om zijn gas- en windvormende eigenschappen, net zoals vele andere eetbare knollen, maar ook als lustopwekkend middel werd het onder andere beschreven door Abraham Munting. Hij schreef 'ze zijn zeer gezond voor elk, inzonderheid voor oude manspersonen, versterken de maag en het gehele lichaam, maken goed bloed en verwekken lust tot 't echte werk.' Een oude manspersoon ben ik ondertussen wel en die weledele gestrenge heer Abraham Munting had ik wel willen kennen.

Over de aardappel:  http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/61870-aardappel-als-geneeskruid.html
Over Munting, een goudmijn van informatie over planten:
https://sites.google.com/site/kruidwis/geschiedenis/munting-abraham

zaterdag, maart 29, 2014

Ruw natuur: brandnetel op zijn primitiefst

Door het gebukt grof werk verrichten in de tuin, het hout zagen en klieven, begin ik het letterlijk op mijn heupen te krijgen. Ja, van werken in de natuur kun je ook problemen krijgen. Zelfs een herborist.


Maar zulke signalen zorgen er wel voor, dat een mens zich weer wat beter gaat verzorgen en dus begin ik een kuur met verse brandnetel en moerasspirea. Deze twee kruiden zijn de middelen bij uitstek tegen artrose en ze groeien ook massaal in het overstromingsgebied bij onze rivier. Ik wil eens een primitieve kuur doen, dus geen kruidenpoeders, capsules of thee gebruiken, maar de planten rauw opeten. Jonge bladeren van moerasspirea beknabbel ik net zoals kauwgom, slik het sap met speeksel door en spuw de leeg gezogen vezels uit. Met brandnetels probeer ik dat ook, maar de prik is toch iets te veel van het goede, dus laat ik het fijn maken van het blad over aan de mixer (netelblad met beetje water) en drink zo het sap. Dit soort drankjes noemen we tegenwoordig modieus smoothies, al smaakt het niet smooth, maar dat was ook niet de bedoeling. Het moest juist ruw natuur zijn. Resultaten? Die hoor je later wel... of niet?

Meer over artrose en kruiden: https://sites.google.com/site/kruidwis/fytotherapie/artrose-gewrichtsslijtage
Meer over moerasspirea http://wetenschap.infonu.nl/diversen/28313-moerasspirea-onze-reumaplant-nuchter-bekeken.html

maandag, maart 24, 2014

De geheime tuin

Achter in de tuin, de plek was in december nog volledig overstroomd door de rivier, nu één feest van frisse kleuren, geel, groen, wit.

Op de toppen van mijn tenen laveer ik tussen narcissen, bosanemonen en speenkruiden. Kwetsbaar lijken ze nu met hun tere bloemen maar blijkbaar kunnen ze tegen een stootje. Een dikke boomstam, in december met het water komen aanstromen, heeft zich plomp verloren tussen al dat groen gevestigd, honderden anemonen en speenkruiden proberen zich onder het gevaarte uit te murwen. Moet ik hen twee handjes helpen? Met veel moeite krijg ik de boomstam overeind en laat hem tegen een els aan leunen. De bleek uitgeslagen speenkruiden kunnen weer adem halen en reppen zich naar het licht..

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/anemone-nemorosa-bosanemoon

zaterdag, maart 22, 2014

Filiae ante patrem, groot hoefblad

Hoefblad een plant die altijd tot mijn verbeelding heeft gesproken. De vreemde, orchidee-achtige bloem die vroeg in maart, nog voor er blad aan de plant zit, uit de blote grond te voorschijn komt. En daarna immense kantige bladeren vormt waar je als kind zomaar onderdoor kan lopen. Zijn sterke bijna woekerende groei, die veel mensen afschrikt, maar mij juist aantrekt. Genoeg reden dus om van deze plant te houden of hem te haten. Ik heb het nu vooral over het groot hoefblad Petasites hybridus .
De exemplaren op de foto groeien aan de voet van een hellingbostuin bij een oude openbare wasplaats in het Bretoense stadje Huelgoat. Een plek met poëtische zenallures. Groot en klein zijn er broederlijk naast mekaar aanwezig. Groot in de gedaante van de hoefbladeren, klein in de gedaante van de nu teer bloeiende goudveil. Een plek om gewoon even te zijn.

In de middeleeuwen werd het hoefblad ook wel ‘filiae ante patrem’ genoemd, wat betekent: de dochters (de bloemen) komen vóór de vader (de bladeren): eerst komen de forse bloeistengels en dan het rabarberachtig blad. Onder de bladeren komt nauwelijks licht op de bodem. Dit is een prima milieu voor padden en zo ontstond de bijnaam Paddenblad. De Latijnse naam Petasites verwijst mogelijk naar de Petasos, de zonnehoed die eeuwen geleden al door de Griekse boeren werd gedragen. Zelf gebruik ik het blad op mijn bergtochten ook wel eens om mijn hoofd tegen de zon te beschermen, vooral omdat ik niet graag een hoed of een onnozel petje op mijn kop zet. Nu ja, een hoefbladhoed is ook geen zicht maar geeft niet alleen schaduw maar ook extra koelte.

Lees ook http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/25369-in-de-naam-van-groot-en-klein-hoefblad.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/petasitus-groot-hoefblad-onderzoek

donderdag, maart 20, 2014

Over ajuin en de markt

Je wil het niet weten en ik wil niet dat je het weet, maar ik schrijf het toch. Al die gewone dingen die een mens doet op een dag. Boodschappen doen, koken, lezen en vandaag naar de markt in Huelgoat voor de biogroenten maar ook voor de biomensen. Ontmoeting et un café. Vlaams, Hollands, British en ook Français.

Aardbei- en uienplantjes gekocht. Aardbeiplantjes van het merk Cirafine en ajuinplanten van het bekende Bretoense ras roze de Roscoff. In het kuststadje Roscoff is er zelfs elk jaar een grote ajunenmarkt. Fête des oignons. Sa chair est rose, son histoire, des plus anciennes. C’est l’emblématique oignon de Roscoff ! Il vient de bénéficier de l’AOP, l’Appellation d’Origine Protégée. Asjeblieft. Een ui met een appellation. http://www.oignon-de-roscoff.fr/. In Roscoff worden de uien zelfs Johnies genoemd. Les Johnnies étaient des marchands d'oignons roscovites, qui, à partir du 19ième siècle, partaient chaque année en août, de l'autre côté de la Manche pour vendre leurs oignons.


Over ajuinen medicinaal
Een curieus recept van Petrus Nijlandt de ui voor "Naweeën der Kraem-vrouwen". Het recept hiervoor luidt: "Koockt de Ajuyn in Wijn, daerna stoot ze en fruyt ze in Boom-olie en leght het pap- of plaesterwijs onder op de Navel"

Een klassieke uiensiroop, vooral goed voor de luchtwegen (hoest met slijm, astma). De eenvoudigste siroop maak je als volgt: een laagje uien met suiker, om en om, in gelijke gewichtsdelen, dus evenveel ‘kilo’ ui als suiker, op kamertemperatuur 1 of 2 dagen laten trekken en uitzeven. Het sap als siroop gebruiken., ongeveer 2 x daags één eetlepel.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/24857-ui-knoflook-en-onze-hormonen-een-familiegeschiedenis.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/allium-cepa-ui-ajuin
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/26513-ui-tegen-astma-en-diabetes.html


Dienstmededeling: vandaag gezaaid : rode radijs, 4 seizoenensla (Laitue merveille des Quatre Saisons) en natuurlijk onze eerbiedwaardige ajuintjes geplant.



woensdag, maart 19, 2014

Zaaien in onze tenttuin

Zaaien is hoop, verwachting en toekomst creëren.  We zijn begonnen met zaaien in onze nieuwe tenttuin. Peultjes of sluimerwten, spinazie (wel nat geworden zaad, dat we uit de overstroming van december hebben gered) en verder verse zaden van gemengde snijsla Mesclun.

Oorspronkelijk was mesclun  (Lat. mesclumo = mengsel) een mengsel van verschillende jong geoogste slasoorten, vooral andijvie-achtigen. Later is men er ook Japanse bladkoolsoorten aan gaan toevoegen.

- Rode eikenbladsla (Lactuca sativa, var foliosa, samengesteldbloemigen, Asteraceae)
- Rode krulsla, Lollo Rossa (Lactuca sativa var foliosa, samengesteldbloemigen, Asteraceae)
- IJsbergsla (Lactuca sativa var capitata, samengestelbloemigen, Asteraceae)
- Krulandijvie (Chicorium endivia, samengesteldbloemigen, Asteraceae)
- Radicchio, roodlof (Cichorium intybus var foliosum, samengesteldbloemigen, Asteraceae)
- Rucola, raketsla (Eruca sativa,  kruisbloemigen, Brassicaceae). Ook zaad van minder populaire, vergeten bladgroenten kan men toevoegen, zoals hertshoornweegbree en paardenbloem.

Zaaien in onze tenttuin
Van onze tenttuin kunnen we tijdelijk een serre maken, waardoor we vroeger kunnen zaaien. Langs de stokken kunnen erwten, bonen en mogelijk zelfs pompoenen of kalebassen klimmen. En nu maar afwachten of alles beter wil groeien in deze mysterieuze tenttuin.

Madeliefjes bloeien en Vera Chytilova sterft.

Lang geleden hield ik mij voornamelijk bezig met het bestuderen van film en literatuur. Ik studeerde aan de filmschool in Brussel waar ik kennis maakte met schrijvers, dichters en kineasten. Ivo Michiels, Rudi Van Vlaenderen, Jo Röpcke en vele anderen probeerden ons studenten cultuur met een grote C bij te brengen. Schrijvers en kineasten waren mijn grote voorbeelden. Nu ik zelf 70 jaar word, gaan al die voorbeelden van vlees en bloed één voor één dood, maar vreemd genoeg komen ze door dood gaan terug in mijn herinnering en besef ik dat ze veel voor mij betekend hebben. Deze week was het overlijden van de Tsjechische cineaste Vera Chytilova zo een herinnermoment en komt haar film over twee stoute madeliefjes weer uit mijn onderbewustzijn gekropen.

‘Madeliefjes’ volgt de wilde belevenissen van twee meisjes, allebei Marie genaamd. Het verhaal begint met het voornemen van beiden om zich slecht te gedragen. Na een hele reeks absurde avonturen komen zij terecht in een feestzaal waar een banket opgesteld staat (vermoedelijk voor de bonzen van de communistische partij) en waar zij zich, zoals afgesproken onhebbelijk gedragen. Ze schransen, maken er een boeltje van en belanden uiteindelijk in de kroonluchter die als schommel dienst doet. Op het einde worden ze alle twee vermorzeld onder de vallende kroonluchter. Vreemd happy end.

En ja, met de madeliefjes ben ik terug bij de planten beland en besef ik nu pas dat deze vrouwelijke madeliefjes, lief en ondeugend, er mede voor gezorgd hebben dat ik mij voor de 'natuur' ben gaan interesseren. Buiten in het natte gras bloeien fris en ondeugend de echte madeliefjes.

 http://www.cobra.be/cm/cobra/film/140316-sa-chytilova-rip

maandag, maart 17, 2014

In de tuin, bij de dijk

Speenkruid en stengelloze sleutelbloem op de dijk in de tuin. De dijk die ons in de winter moet beschermen tegen het wassende water van de Aulne. Nu vormt het een mooi, golvend stukje tuin, waar ik als een kleine kasteelheer of als een monnik op hoogte kan wandelen en mediteren.
Van plantengroei vinden we veel gras natuurlijk maar dus ook speenkruid en sleutelbloem, verder madeliefjes en op de helling langs de rivier veel daslook.

Een dijk zorgt er niet alleen voor dat het water van de rivier wordt tegen gehouden, maar creëert ook verschillende biotopen, een zonnige drogere en een nattere schaduwrijke kant, met een verschillende plantengroei als gevolg. Ruigtekruiden zoals brandnetel en ridderzuring zijn ook van de partij, door te maaien en maaisel af te voeren, waardoor de grond minder stikstofrijk wordt, hopen we die ruigtekruiden terug te dringen. Door de overstroming zijn er kleine stroken gras en andere plantengroei weggespoeld, hopelijk komen daar dit jaar wat akkerkruiden zoals klaprozen en bolderik groeien. Zaad dat we er vorig jaar massaal uitgestrooid hebben.

Achter de dijk langs de rivier en aan de voet van de dijk, vinden we natte, vochthoudende voedselrijke grond waar de volgende planten goed kunnen groeien. De meesten zijn er dan ook te vinden, alleen de kievitsbloem groeit er spijtig genoeg nog niet en de boterbloemen die zijn massaal aanwezig

Allium ursinum Daslook wit
Caltha palustris Dotterbloem geel
Cardamine pratensis Pinksterbloem lila
Cerastium fontanum Gewone Hoornbloem wit
Filipendula ulmaria Moerasspirea wit
Fritillaria meleagris Kievietsbloem roze gevlekt
Leontodon autumnalis Herfstleeuwetand geel
Lotus uliginosus Moerasrolklaver geel
Lychnis flos-cuculi Echte Koekoeksbloem roze
Myosotis palustris Moerasvergeet-mij-niet blauw
Ranunculus acris Scherpe Boterbloem geel
Ranunculus repens Kruipende Boterbloem geel
Rumex acetosa Veldzuring roodbruin
Taraxacum officinale Paardenbloem geel
Trifolium pratense Rode Klaver roze-rood
Trifolium repens Witte Klaver wit