donderdag, juni 29, 2006

Met de bende in de bergen. Vanoise / Bonneval sur Arc.

Route: Pont St Charles 2057m - Gorge de Malpasset - Refuge de Prariond 2324m - Col de la Galise 2987m - Col de la Lose 2957m - Refuge - Pont St Charles

Een dag waarvoor woorden niet zullen volstaan. Elke zin, elk woord zal een beperking zijn van de belevenissen van vandaag. Toch een poging.

Met de auto over Col de L’Iseran (2764m), kleine stop om de zomerskiërs bezig te zien. Verder richting Val d’Isère tot aan de Pont St Charles (2057m). Parking en start, koud en zonnig,
richting Refuge de Prariond op 2324m. Heel leuke wandeling langs de Gorge de Malpasset, rustig stijgend voor ongeveer een uurtje, alpenkauwen in ons gezelschap.
Middagmaal aan de refuge en dan de bergen in naar de Col de la Galise (2987m) langs enorme steenmannekes en sneeuwveldjes. Onderweg passeren we wat marmotten die ravotten. Vanop het pad is de Glacier des Sources de l’Isere te zien. De col zelf was niet zo bijzonder (niets aangeduid) ware het niet dat we nu écht op de grens met Italië staan en we langs de andere kant het Lago Serru en de Plan Ballotta zien waar Miguel, Maurice en ik zeven jaar geleden ook rondliepen. De Gran Paradiso, de Punta Violetta en de weg naar de vallei van de Savoie hut zijn
duidelijk te zien.

Op de kam naar de Col de la Lose (2957m) lijkt niet mogelijk dus dalen we een beetje af. Zo botsen we op een gems en dan lopen we het ene sneeuwveldje na het andere onder de voet (ondanks de ongerustheid van Olivier) om toch nog het pad naar de Col de la Lose te vinden. Op de col is er weer dat zicht op de Gran Paradiso. Nóg een beetje hoger dan de col, waar een muurtje op een rotsblok staat, dat blijkt dé Grand Cocor te zijn (3035m). Omdat ook nu de crête geen goed idee lijkt, gaan we terug langs de zelfde sneeuwveldjes. Nu we weten dat de sneeuwveldjes ‘veilig’ zijn ,kunnen we er met volle teugen van genieten.

Op de kam naar de Col de la Lose (2957m) lijkt niet mogelijk dus dalen we een beetje af. Zo botsen we op een gems en dan lopen we het ene sneeuwveldje na het andere onder de voet (ondanks de ongerustheid van Olivier) om toch nog het pad naar de Col de la Lose te vinden. Op de col is er weer dat zicht op de Gran Paradiso. Nóg een beetje hoger dan de col, waar een muurtje op een rotsblok staat, dat blijkt dé Grand Cocor te zijn (3035m).Omdat ook nu de crête geen goed idee lijkt, gaan we terug langs de zelfde sneeuwveldjes. Nu we weten dat de sneeuwveldjes ‘veilig’ zijn ,kunnen we er met volle teugen van genieten.

vrijdag, april 07, 2006

Onderweg Charmes en veel verder


Charmes valt wel mee in het ochtendgloren. Glinsterend zonlicht op het havenwater. Kwakende meeuwen en vooral kwetterende spreeuwen massaal nestelend in oude, hoge niet gesnoeide platanen. Motorhomisten doen hun wandeling met hun hondenmormels. Alsof ze hier al jaren wonen. Of zouden ze hier al langer verblijven? Plots wordt er aan de deur geklopt. Bezoek! De parkinghouder om standgeld te innen. 5 euro! We wisten het wel, maar dachten er zo vroeg in het jaar onderuit te komen. Mooi niet dus. Goedkoper dan een hotel dat wel, maar we hebben helemaal niks gebruikt. Geen electriciteit, noch water. En ook helemaal niks achter gelaten. Voor het goeie doel dan maar.

Om 9 uur rijden we weg. Richting Bellegarde en Diois maar zoals dat schijnbaar gaat in een motorhome, komen we uiteindelijk zelfs in Bellegard-sur-Valserine uit, de plaats waar de Valserine in de Rhône stroomt. Onverwacht maar niet helemaal per vergissing. Eerst volgen we onze winterweg langs de Vogezen naar de Jura. En op een bloeiende parking tussen Arbois en Polygny, tussen de ereprijsjes en bosanemonen beslissen we om richting Geneve te rijden en daar de autoweg naar Annécy, Chambéry en Grenoble te nemen. De Oostkant van de Verçors, waar we normaal via Valence de andere kant van de kalkrotsen kunnen bewondere.. We rijden nu wel wat om, maar dan hoeven we weinig péage te betalen en genieten we van een andere en ook mooier stuk Frankrijk.

Net voor Annecy stoppen we nog even bij Curioz, een campingcar centrum. We hebben een nieuwe afsluitstop nodig, de onze sluit niet perfect meer, waardoor proper water weglekt. Ze hebben hier wel veel materiaal: achteruitrijcameras, zonnecellen, groot gerief maar een stopke van enkele euros helaas niet. Niet getreurd, zonder lukt ook.

Vif
Voorbij Grenoble kijken we al uit naar een kampeerplaats. We proberen nu zomaar de parkings in de dorpen. Eerst Mure, bij een ex-station waar in de zomer een toeristentreintje rondtoert. We volgen de wegwijzers voor de busparking. Achter en tussen een stapel oude en voorlopig verlaten treinstellen ligt een afgesloten en verlaten parking. Niet echt aantrekkelijk dus toeren we maar verder. 

Mooi landschap, we kruisen de rivier Le Drac en arriveren in Le Vif. Niet echt levend maar achter het stadhuis vinden we een rustige, wat verstopte parking met de klassieke platanen. We parkeren in het hoekje bij de muur en bij de bloeiende kerselaars. Verderop wordt het nu toch wat levendiger. Mensen, ouders verzamelen op een schoolplein. Ouderavond of zo iets. Ergens boven achter gesloten ramen oefent de plaatselijke fanfare. Wij vinden op een ander plein een smoezelige pizzeria, waar we toch maar een kleinigheid eten en een grote Pelforth drinken. Al moest de mevrouw wel even op zoek naar een tweede exemplaar. Maar uiteindelijk konden we toch allebei onze bierdorst lessen.

woensdag, april 05, 2006

Op weg met de motorhome: Charmes




Dus toch maar met de motorhome in plaats van met de auto naar Frankrijk. We vertrekken dan ook zo maar in de namiddag om 15. 15. We hoeven niet in een ruk naar ons Frans verblijf in Bellegarde. LPG fles gevuld 21 liter voor 10 euro 80. Er zou 25 liter in moeten kunnen, maar water en andere smurrie belet dat blijkbaar.
Klassieke wegenwerken in de Ardennen (weer bij L’Eglise) veroorzaken wel geen files maar wel traag rijdend verkeer over zowat 2 maal 20 km.
Bij Nancy, in plaats van de péage, nemen we toch weer de weg naar Epinal. Willen we de weg van ons winteravontuur nu eens in betere omstandigheden bekijken? We verkennen twee kampeerplekjes bij het kasteel van Henroui en bij een meer in de buurt. Vooral bij het kasteel was het wel mooi en rustig. Toch rijden we verder naar Charmes. Bij het kanaal vinden we volledige voorzieningen en enkele tientallen motorhomes. Dus zeker niet eenzaam hier, maar geef mij maar het kasteelplekje.

zaterdag, maart 04, 2006

Frankrijk: een atheïst - herborist in Citeaux en Cluny

Maart! We dwalen rijdend door het Franse binnenland met onze motorhome. Als herborist ben ik weer op zoek geweest naar de mythische maretak in de even mythische oude eik. Oude eiken hebben we genoeg gevonden. We weten ondertussen dat Frankrijk vol staat met oude eiken, maar maretakken op eiken zijn zeer dun gezaaid.
Ondertussen hebben we tenminste een reisdoel. En ontgoocheling is geen echte ontgoocheling. Is de zoektocht naar wat dan ook niet belangrijker, niet plezieriger dan het vinden zelf? We zijn in de buurt van Lyon vlakbij Saint-Nicolas-lès-Cîteaux, departement Côte-d'Or, waar de Cisterciënzerabdij zich bevindt.

Abdij van Citeaux

Als troost bezoeken we nog eens de gelijknamige abdij van Citeaux. Of tenminste het winkeltje van de abdij. Zoals al sinds de Middeleeuwen het geval is houden abdijen en kloosters zich niet alleen bezig met de geestelijke maar ook met de lichamelijke gezondheid van hun parochianen. Ook nu, vinden we hier niet alleen spirituele boeken maar ook kruidenboeken en verder verkopen de paters ook biologische producten en zelfs seksueel opwekkende etherische olie zoals Gember, Rozemarijn en Ylang-Ylang. Al lijkt de zweverig voor zich uit starende jonge pater achter de kassa daar niet van op de hoogte te zijn.

We vinden ook een toniserende drank uit ‘Les Ateliers de l’Abbaye van Montjoyer met de naam ‘Alexion’ volgens de tekst … vooral geschikt bij vermoeidheid, voor het herstel na ziekte en tijdens zware inspanningen. De geijkte tekst waar alle wondermiddeltjes zwanger van staan. In deze wonderdrank vinden we ginseng, maar ook duizendblad, ereprijs en verwonderlijk Tonkabonen en Honingklaver. Eigen aan dit soort superdrankjes is de grote hoeveelheid planten die er in verwerkt worden, er zitten ook vitamineplanten in zoals rozenbottel, citroen en cassis, maar ook bitterstoffen uit Gezegende distel en Engelwortel en verder opwekkende om niet te zeggen potente aromaplanten zoals kaneel, bonekruid, pepermunt en hier mirte. 

In de abdij wonen er nog een dertigtal monniken. Wel immens grote gebouwen voor zo weinig mensen! Deze abdij is het moederhuis van de Cisterciënzerorde. De naam cisterciënzer is dan ook afgeleid van de Latijnse naam van Cîteaux, Cistercium.
Wij overnachten niet in de abdij, maar rijden verder tot Seurre, waar we bij de jachthaven een mooie slaapplaats vinden. Ondergaande zon boven de Saône en een volledige maansverduistering maken er toch nog een spirituele avond van.

4 maart: abdij van Cluny
We hebben de smaak te pakken en beslissen om naar Cluny te rijden. Zo wordt het toch nog een spirituele reis in de breedste betekenis van het woord. Kerken met klokken, abdijen, mysterieuze eiken zonder of liever met maretakken, druïden en andere hogepriesters en dan nog een totale maansverduistering om middernacht. Hadden wij nu maar een Chêne a gui kunnen vinden en plukken! Maar de harde realiteit van de weg brengt me terug in de dagdagelijkse wereld. Om Cluny te bereiken moeten we wel nog een aantal Franse dorpen en steden passeren: Mervans, Louhans (mooie gekleurde daken, vreemde vakwerkboerderijen, heggenlandschap met oude eenzame eiken, Branges, Tournus, de Saône oversteken en door licht bergachtig landschap en wijnstreek tot in Cluny.

Van de oude glorie is hier nog heel wat blijven hangen, mooi verzorgd klein stadje met de overgebleven vierkante toren van de oude abdij. We hebben geluk, het abdijmuseum en de resten, meer dan ruïnes, zijn vandaag gratis te bezoeken. Een soort open monumentendag. We zien in kalksteen gebeitelde reliëfs van vreemde figuren: vissen, nimfen, wijnranken, eikenbladeren, distelknoppen. Wat is de betekenis van al die mythische en wereldse afbeeldingen? Waarom zijn er niet meer religieuze figuren afgebeeld? Of zouden die honderden beeldhouwers die over deze gigantische werf krioelden zomaar hun zin hebben mogen doen? Het meeste indruk maakt op mij de oude graanschuur met eikenhouten boogvormige zoldering en een oude zuil met het gebeeldhouwd basisvoedsel: druif, appel, olijf en… Al vond ik ook de donkere zaal met hoge kasten vol oude boeken en manuscripten van een bevreemdende schoonheid en de echte wachter dan, die meer dan een oogje in het zeil hield.
Na Cluny ons dagelijks ritueel van een slaapplek zoeken. Altijd ook wat stresserend, maar uiteindelijk komen we in een Baujolaisdorpje terecht met de voor ons aantrekkelijke naam Pommier en Beaujolais, waar we op het pas opgeruimde gemeenteplein zomaar overnachten.

5 maart: Pommier en Lyon
Nog altijd even in Pommier, een dorpje in de Beaujolaisstreek op 315 m hoogte. De gemeentewerkers ruimen de rommel op van een voorbije weekend feest. Wat voor feest weten we niet. Wij kwamen gisteren in de namiddag aan op de Place de la 16 Novembre 1918, toen de feestelijkheden al achter de rug waren en wij het hele plein voor ons alleen hadden. Wel vreemd was dat de activiteiten op zondag 14 uur stoppen en dat om 16 uur het plein dan ook echt leeg is. Feestresten zijn alleen de affiches, de confetti (carnaval?) en spandoeken met vreemde opschriften (Honneur aux conscrits, honneur aux anciens en honneur aux 20).

Maar wij, wij laten Pommier en zijn inwoners achter ons. Op zoek naar weer andere dorpen, mensen, planten en hun landschappen. Van het bucolische wijnlandschap met okerhuizen duiken we nu het hectische Lyonlandschap in. Dwars door Lyon richting Vienne, waar we de gratis N7 nemen tot Valence. Tussendoor hebben we nog wat strubbelingen met onze GPS, die ons steeds weer de péage wil opsturen. Tot we ontdekken dat de instructie ‘geen tolweg’ uitgeschakeld was. Na bijstelling komen we vlotjes in Valence en op de voor ons overbekende wegen naar Crest en Die.