Namen van planten! Waar komen ze vandaan? Heeft iemand, God, ze ooit allemaal tegelijk verzonnen of voor de eeuwigheid vastgelegd? Op een andere website www.herborist.infoteur.nl ben ik al een tijdje bezig om de plantennamen te besnuffelen. Hieronder een voorbeeldje.
In de naam van.......Duizendblad
De Latijnse geslachtsnaam Achillea komt waarschijnlijk van Achilles, de Trojaanse krijgsheld, die zijn eigen verwondingen, de achillespees, en die van zijn soldaten genas met deze plant.
De Latijnse soortnaam millefolium duidt op het fijn verdeelde blad, dat er uitziet als duizend blaadjes. Daar komt dan ook de Nederlandse naam Duizendblad vandaan.
Vele oude namen verwijzen ook naar de bloedstelpende en wondgenezende werking van Duizendblad. Herba sanguinaria, dus bloedkruid of het Franse Herbe aux charpentiers, dus timmermanskruid, een naam die we ook nu nog in Vlaanderen gebruiken. Ook het Engelse ‘Nosebleed’ duidt op dezelfde samentrekkende werking.
Hildegard van Bingen rond 1150 heeft het over Garbe. Waarschijnlijk afgeleid van Garawa dat mantel of kleed betekent, maar mogelijk ook verwijst naar garve, een bundel bloemen. ook de Engelse naam ‘yarrow’heeft dezelfde afkomst. Zij noemden het kruid, vroeger ook 'gaeru gearwian', wat mogelijk 'bereiden'' betekent.
Ook Dodonaeus beschrijft de plant onder Geruwe: ‘Dit cruyt wordt gheheeten in Griecx Achilleios. In Latijn Achillea/ ende Achillea sideritis. Van Apuleius Myriophyllon, Myriomorphos, Chiliophyllon, Stratioticon, Heracleon, Chrysitis, Supercilium Veneris, Acron sylvaticum, Militaris/ van sommighen Diodela. In die Apoteke nu ter tijt Millefolium. In Hoochduytsch Garb/ Schaffgras/ Schaffrijp/ ende Tausentblaet. In Neerduytsch Geruwe. In Franchois naer den naem van der Apoteke Millefueille.
Geruwe ghestooten ende op die wonden gheleyt/ stelpt dat bloeyen/ bewaert ende bescermt die wonden van alle verhittinghen en swellinghen/ ende gheneest die selve.’
Een naam die mij natuurlijk intrigeerd is ‘Supercilium veneris’ zou niets met venerische ziektes maar wel met de wenkbrauw van Venus te maken hebben, een kruid voor de schoonheid of voor vrouwenkwalen. Tegenstellingen of schijnbare tegenstellingen vind je hier ook met de naam ‘Herba militaris’ wat natuurlijk weer verwijst naar de wondgenezende werking. Een plant dus, die zowel van Venus (liefde) als van Mars (oorlog) zou zijn. Misschien drukt dit ook de veelzijdigheid van dit kruid uit. Ik noem hem dan ook ‘manusje-van-alles’.
Sommige namen zijn ook verbonden met het schaap bijvoorbeeld schapeklaver. De verbinding tussen schaap en garve (schoof) vinden we ook terug in de hedendaagse Duitse naam ‘Schafgarbe’. Mag ik dat vertalen als schaapschoof?
Vroeger werd het bij ons ook wel kamille genoemd, wat natuurlijk zeer verwarrend was omdat er al een kamilleplant bestaat. De mogelijke verklaring, Kamille en duizendblad werden allebei als ontsmettend middel op de huid en bij pijnlijke menstruatie gebruikt. Ze bevatten ook allebei de bekende ontsmettende en krampwerende stof azuleen. Zo gaf men hen, omdat ze dezelfde toepassingen hadden, ook dezelfde naam.
Andere namen.
E: Common Yarrow, Milfoil, Nosebleed, Thousandleaf, Bloodwort, Carpenter's Weed, Devil's Nettle, Devil's Plaything, Milfoil, Nose Bleed, Old Man's Pepper, Sanguinary, Soldier's Woundwort, Staunchweed, Thousand Weed
F: Millefeuille, Achillée millefeuille, Herbe aux charpentiers
D: Gemeine Schafgarbe, Schafgarbe, Wiesen-Schafgarbe
Volksnamen: Garve, Hazengras, Hazenkervel (ook hazen zouden het eten), Ogenbloem (compres tegen ontsteking, weer zoals kamille), Rijstepapbloem (uiterlijk van de bloeiwijze, toch niet om rijstpap te kruiden?), Schapengraf (verbastering van Duitse schafgarbe)
Informatie
Kleyn. Planten en hun naam.
KruidMail Millefolium. Herboristen Opleiding. Uitgave Herbarius. Maurice Godefridi
Grieve M. A Modern Herbal, vols. 1 and 2. Dover Publications.
dinsdag, december 30, 2008
zondag, januari 20, 2008
Weer in Weris
Achter de kerk van Weris, het menhirdorp, sta ik klaar voor mijn klassieke winterwandeling. Mijn kruiden/druidenwandeling zoals ik mijn studenten onbewust gemaild had. Resten rotsen van lang vervlogen tijden bekijken en resten van planten van vorig jaar. Witte menhirs, zwarte dolmens, duivelsbed en bruine plantenresten van Sintjanskruid, Brandnetel, Kaardenbol en Valse salie. Resten, relicten waar we ons verstand en vooral ons gevoel op kunnen loslaten. Planten en plaatsen die tot de verbeelding spreken, die fijne verwarring veroorzaken.
Sintjanskruidblaadjes met witte stippen, gaatjes waar ooit de duivel zijn tanden in heeft gezet, Valse salie, die de echte gezonde salie wil nabootsen om ons op een dwaalspoor te brengen, Nagelkruid die in zijn natte, koude wortel de droge hitte van de tropische kruidnagel verbergt en oude appelbomen die zich tooien met het jonge lentegroen van de magische maretak.
Eeuwig groen vinden we nu nog op de de natte conglomeraatrotsen in de menhirgroeve: mossen, eikvaren en steenbreekvaren geheimzinnig in de donkerte groeiend.
Wat voor betekenis is er nog steeds verborgen in deze en andere onooglijke plantjes, die we nu letterlijk met de voeten treden?
Eikvaren is zo’n plantje, dat ons al een deel van zijn medicinale geheimen verklapt heeft. De wortelstok heeft een goede galdrijvende werking en werkt daardoor lichtlaxerend. De Franse Dr. Leclerc geeft ons het volgende recept voor galpatienten met chronische constipatie: 100gr verse wortels 10 minuten koken en 12 uur laten trekken in 1 liter water, aromatiseren met wat venkel- en engelwortelzaadjes, en hiervan nuchter een kopje per dag drinken.
Vroeger werd de wortelstok vooral door de boeren tegen hoest en verkoudheid gebruikt. In dat opzicht heeft hij dezelfde werking als zoethout. In Frankrijk werd hij ook Réglisse sauvage (Wild zoethout) genoemd, vooral omdat de wortels ook een zoete smaak heeft.
Een andere merkwaardige Franse naam voor de plant is ‘herbe de gagne’ (mijn vrije vertaling: winstwortel). De wortel, vooral als hij van de Eik afkomstig is, als amulet gedragen, bracht geldelijk geluk (loterijwortel).
En dat is nog niet alles! Hedendaags onderzoek heeft Ecdysteroïden (polypodine) in de wortel gevonden. Bijzondere stoffen met hormonale en insectenwerende werkingen. Dus niet te verwonderen dat je de plant nu terug vind in wat dubieuze potentieverhogende middelen samen met Epimediumsoorten. Wie had dat ooit verwacht. Onze Eikvaren als aphrodisiacum.
De gewone eikvaren is een laagblijvende plant met ’s winters groen blijvende bladeren. De bladeren zijn dof donkergroen en enkel naar de top toe spits. Hij verkiest meestal beschaduwde, hellende stukjes om op te groeien: holle wegen, grachtranden, taluds, muren …
Dodoens over Eikvaren of Boomvaren
EikvarenDit cruyt wordt gheheeten in Griecx Polypodion. In Latijn Filicula en Polypodium. In Hoochduytsch Engelsusz Baumfarn/ en Dropffwurtz. In Neerduytsch Boomvaren ende van sommighen Eyckenvaren. In Franchois Polypode.
Cracht ende werckinghe
A Die wortel van Boomvaren verweckt tot camerganck ende iaecht af die swaere melancholieuse vochticheden ende die taeye fluymen ende es seer goet tseghen dat colica/ dat es weedom in den buyck/ verhertheyt ende verstoptheyt van der milte/ ende tot die vierdedaechse cortsen sonderlinghe als zy met Epithymum inghenomen wordt.
B Ende dese wortel salmen sieden in suet vleeschsop oft capoenen sop oft in water met Maluwe oft Beete ende wat Anijs saets/ ende dat drincken/ oft die selve ghepoedert met huenich water dat es Meede innemen.
C Die wortel van Boomvaren verteert ende doet sceyden dat overvloedich quaet vleesch dat in die gaten van den nuese wast Polypus gheheeten alsmense ghepoedert dicwils in die neuse doet.
Nog een merkwaardige toepassing bij Dodoens ‘tegen neuspoliepen’. Hier lijkt er wel sprake te zijn van een woordspeling. Polypodium tegen polypus!
Sintjanskruidblaadjes met witte stippen, gaatjes waar ooit de duivel zijn tanden in heeft gezet, Valse salie, die de echte gezonde salie wil nabootsen om ons op een dwaalspoor te brengen, Nagelkruid die in zijn natte, koude wortel de droge hitte van de tropische kruidnagel verbergt en oude appelbomen die zich tooien met het jonge lentegroen van de magische maretak.
Eeuwig groen vinden we nu nog op de de natte conglomeraatrotsen in de menhirgroeve: mossen, eikvaren en steenbreekvaren geheimzinnig in de donkerte groeiend.
Wat voor betekenis is er nog steeds verborgen in deze en andere onooglijke plantjes, die we nu letterlijk met de voeten treden?
Eikvaren is zo’n plantje, dat ons al een deel van zijn medicinale geheimen verklapt heeft. De wortelstok heeft een goede galdrijvende werking en werkt daardoor lichtlaxerend. De Franse Dr. Leclerc geeft ons het volgende recept voor galpatienten met chronische constipatie: 100gr verse wortels 10 minuten koken en 12 uur laten trekken in 1 liter water, aromatiseren met wat venkel- en engelwortelzaadjes, en hiervan nuchter een kopje per dag drinken.
Vroeger werd de wortelstok vooral door de boeren tegen hoest en verkoudheid gebruikt. In dat opzicht heeft hij dezelfde werking als zoethout. In Frankrijk werd hij ook Réglisse sauvage (Wild zoethout) genoemd, vooral omdat de wortels ook een zoete smaak heeft.
Een andere merkwaardige Franse naam voor de plant is ‘herbe de gagne’ (mijn vrije vertaling: winstwortel). De wortel, vooral als hij van de Eik afkomstig is, als amulet gedragen, bracht geldelijk geluk (loterijwortel).
En dat is nog niet alles! Hedendaags onderzoek heeft Ecdysteroïden (polypodine) in de wortel gevonden. Bijzondere stoffen met hormonale en insectenwerende werkingen. Dus niet te verwonderen dat je de plant nu terug vind in wat dubieuze potentieverhogende middelen samen met Epimediumsoorten. Wie had dat ooit verwacht. Onze Eikvaren als aphrodisiacum.
De gewone eikvaren is een laagblijvende plant met ’s winters groen blijvende bladeren. De bladeren zijn dof donkergroen en enkel naar de top toe spits. Hij verkiest meestal beschaduwde, hellende stukjes om op te groeien: holle wegen, grachtranden, taluds, muren …
Dodoens over Eikvaren of Boomvaren
EikvarenDit cruyt wordt gheheeten in Griecx Polypodion. In Latijn Filicula en Polypodium. In Hoochduytsch Engelsusz Baumfarn/ en Dropffwurtz. In Neerduytsch Boomvaren ende van sommighen Eyckenvaren. In Franchois Polypode.
Cracht ende werckinghe
A Die wortel van Boomvaren verweckt tot camerganck ende iaecht af die swaere melancholieuse vochticheden ende die taeye fluymen ende es seer goet tseghen dat colica/ dat es weedom in den buyck/ verhertheyt ende verstoptheyt van der milte/ ende tot die vierdedaechse cortsen sonderlinghe als zy met Epithymum inghenomen wordt.
B Ende dese wortel salmen sieden in suet vleeschsop oft capoenen sop oft in water met Maluwe oft Beete ende wat Anijs saets/ ende dat drincken/ oft die selve ghepoedert met huenich water dat es Meede innemen.
C Die wortel van Boomvaren verteert ende doet sceyden dat overvloedich quaet vleesch dat in die gaten van den nuese wast Polypus gheheeten alsmense ghepoedert dicwils in die neuse doet.
Nog een merkwaardige toepassing bij Dodoens ‘tegen neuspoliepen’. Hier lijkt er wel sprake te zijn van een woordspeling. Polypodium tegen polypus!