Een onooglijker plantje dan het Herderstasje kunnen we ons nauwelijks voorstellen. Een schraal vuilgroen onkruid met aangevreten blad en minimale vuilwitte bloemetjes, groeiend langs slordige wegranden en akkers. Veel werk maakt het niet van zijn uiterlijk, alles lijkt op overleven afgestemd en daar is het dan ook een meester in.
Het groeit, bloeit en vermeerdert zich snel en doet dat ook het hele jaar door. Ook nu, eind november vind je het plantje met zijn hartvormige zaadjes; met wat fantasie is dat het enige aantrekkelijke aan deze Capsella. Daar komt dan ook zowel zijn Latijnse als zijn Nederlanse naam vandaan. Deze zaadjes zouden op een beursje of tasje van een herder lijken. Dus bursa pastoris, een pastorale beurs, ook de Engelse benaming is Shephard’s purse.
woensdag, november 24, 2010
Cannabis
Heb je het ook gelezen? Een Franse boer heeft een boete gekregen omdat hij cannabis als ontwormingsmiddel gaf aan zijn eenden. 'Geen enkele eend heeft nu nog wormen en ze verkeren allemaal in goede gezondheid', zei de eendenkweker. Er werd niet bij verteld of de eenden er ook een beetje high van werden. Misschien moeten we eens een bezoekje brengen aan zo'n boer. Hij woont in het dorpje Gripperie-Saint-Symphorien tussen Nantes en Bordeaux, ten minste als hij de eerst volgende maand niet in de gevangenis moet verblijven.
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/cannabis-medisch
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/cannabis-medisch
maandag, november 22, 2010
Wandelen in de Lognevallei
Zwerven met de motorhome langs Ardeense dorpen in diepe, nauwe valleien. Ik kan er mij nog steeds over verwonderen dat zoiets nog bestaat in een klein, overbevolkt land als België. Leve de Ardennen, zou ik zeggen.
De vallei van de Logne, dat is lang geleden. Tussen Bomal en Aywaille parkeer ik mij op de kleine parking bij de kasteelruïnes. Een korte steile afdaling via een een verharde weg en dan ik ben bij de beek van Lembrée in de Lognevallei.
Het vroegere hotelletje waar ik twintig jaar geleden eens logeerde is ondertussen woning geworden. Verderop staat ook een ander hotel te koop. Ja, hotels lijken uit de mode te zijn. Maar deze vallei en zijn hellingen zijn mij toch vooral lief omwille van hun bijzondere plantengroei. Een van de rotshellingen is zelfs boomvrij gemaakt door de natuurverenigingen om de zonminnende rotsplantjes meer kansen te geven. Zonneroosjes, wilde tijm, gamander maar ook toortsoorten kunnen hier uitbundig groeien en bloeien. Dat natuurverenigingen bomen kappen, blijf ik toch nog altijd een beetje vreemd vinden.
Ferme de Palogne
Aan het eind van de Lognevallei, bij de Ferme de Palogne, wordt de beek opgeslokt door de Ourthe, Ferme de Palogne is geen boerderij maar een groepsverblijf voor sportievelingen. Je kunt hier via een voetgangersbrug de Ourthe oversteken en naar het mooi gelegen dorp Sy wandelen. Ik wandel niet naar Sy, maar rijd er straks via Vieuxville in een grote bocht naar toe. Maar eerst wil ik nog op mijn manier de ruïnes van Palogne veroveren. Een breed slingerend pad voert stevig naar omhoog, de schemering maakt alles nog geheimzinniger, tongvarens als bosgeesten bevolken de schaduwrijke boshellingen en boven bij de ruïne aangekomen, is het alsof eeuwen geschiedenis nog steeds rond spookt in het grillig gesteente. Het kasteel is gelukkig gesloten, dus geen andere toeristen te bekennen die mogelijk de mysterieuze sfeer zouden kunnen verpesten.
De burcht en de schat
De burcht werd in de zevende eeuw opgericht om het graafschap Logne te verdedigen. In 1521 werd het blijkbaar volledig vernield door Hendrik van Nassau in opdracht van onze Keizer Karel. Vernietigd worden, daar zijn burchten blijkbaar voor bedoeld. De ruines werden volledig overwoekerd en vergeten tot men zowat honderd jaar geleden de resten opnieuw ontdekte.
Geheimzinnig zijn ze altijd wel wat gebleven. In een merkwaardige toeristische gids uit 1905 lees ik: 'De overlevering verhaalt, dat in de onderaardsche gewelven van het kasteel een geheime schat is begraven, die bewaakt wordt door een met edelgesteenten bedekte geit, „Gatte d'or", Gouden Geit. Dit is de Waalsche vorm van de algemeen verspreide oude mythe van een schat, àan de hoede van een dier, meestal een draak, toevertrouwd.
En nog in het midden der negentiende eeuw heeft men menschen aangetroffen, naïef en hebzuchtig genoeg om dit fabeltje voor goede munt aan te nemen. Door een priester geleid, zijn zij op een goeden dag in de gewelven den duivel gaan aanroepen om diens tusschenkomst ter bemachtiging van den befaamden schat af te smeeken'. Dus genoeg te fantaseren hier. Maar ik wil verder langs de ruine heen, zo zou ik mij eigen rijdend kasteeltje moeten kunnen bereiken
Helaas stopt het pad bij de ruïne en de hellingen zijn in de schemering zo huiveringwekkend steil, dat deze dappere ridder met de witte baard zich er deze keer toch niet aan waagt. Een aftocht dus, maar met plezier min of meer dezelfde weg terug. Ik zal hopelijk geen twintig jaar meer wachten om deze machtige ruïne te veroveren.
Menhirs van oppagne
Met mijn zwerfauto zomaar enkele dagen dolen door de Ardennen. Op zoek naar wat? Een huis, een thuis, een droom, magie van het moment. Tussen Barvaux en Hotton rij ik richting Biron. Ik volg de wegwijzer huis te koop. Biron is Biron, een rustig dorp, wel bewoonbaar. Ik vind geen huis te koop, stop dus niet maar rij verder naar Oppagne om zo, mogelijk toch in Hotton te geraken.
En dan plotseling zie ik: zon, mist, een eikenboom en 3 menhirs zomaar midden tussen de ordinaire stoppels van een geoogst maisveld. De menhir van Oppagne! Ik stop, stap uit en ren over de stoppels naar de menhir. Een magisch moment van harmonie. Deze staande stenen, spirituele wegwijzers, energetische antennes, gewoon grenspalen, of hoe je ze ook zou willen noemen. Ze spreken gelukkig nog steeds tot onze verbeelding. Zelfs rituelen worden hier blijkbaar terug opgevoerd. Aan de takken van de eikenboom hangen kleurige lintjes. Gebedsvaantjes? Even voel ik mij in het verre Tibet, wie komt hier de natuurgoden aanbidden? Ik doe in elk geval mijn eigen ritueel, al is het dan met een moderne digitale camera. Moet kunnen! De zon zindert tussen de knoestige eikentakken en zelfs de maisstoppels lijken in aanbidding te buigen.
Met moeite kan ik mij losrukken van dit magisch moment maar de motorhome wacht. We willen verder. We? Het is net alsof, ik alléén, plots met héél veel ben.
Lees verder: http://creatief-schrijven.todio.nl/fragmenten/ontdekking-van-de-menhirs-van-oppagne-1743.html
Lees verder: http://creatief-schrijven.todio.nl/fragmenten/ontdekking-van-de-menhirs-van-oppagne-1743.html
vrijdag, november 12, 2010
Wandelen
Het winderige, regenachtige weer van vandaag herinnert mij aan november 1996, toen wandelde ik in de buurt van Spa tijdens een kruidenweekend. Over die wandeling schreef ik de volgende tekst in mijn dagboek.
Het is het twee en dertigste kruidenweekend, de driehonderd vijf en dertigste wandeldag, een net niet natte morgen bij Haut Regard, ten westen van het dorpje La Reid. We trekken met zijn vijven het bos van Menire in. Diep onder ons stroomt het beekje van Gerveva.
In november komen we hier natuurlijk niet alleen voor de planten maar ook om stevig te wandelen, toch vinden we vrij snel langs de wegkant een vreemde mengeling van zowel zuur- als kalkminnende planten. De ontdekking van de dag is een veldje uitgebloeid duizendguldenkruid. Extra determineren doen we door er even aan te likken, de extreem bittere smaak geeft ons zekerheid, het is wel degelijk Centaurium erythraea Rafn.. Een geneeskrachtige en beschermde plant die gebruikt wordt in likeuren en aperitieven om de eetlust op te wekken en om zware maaltijden makkelijker te kunnen verteren.
Deze tekst en het vervolg is nu ook gepubliceerd op het wonderbaarlijk world wide web. Zie http://reizen.todio.nl/reistips-reisverslagen/kruidig-wandelen-in-de-ardennen-met-de-herboristenvereniging
We willen in de nabije toekomst opnieuw zulke kruidenweekends organiseren. Interesse om mee te wandelen of om mee te organiseren?
Het is het twee en dertigste kruidenweekend, de driehonderd vijf en dertigste wandeldag, een net niet natte morgen bij Haut Regard, ten westen van het dorpje La Reid. We trekken met zijn vijven het bos van Menire in. Diep onder ons stroomt het beekje van Gerveva.
In november komen we hier natuurlijk niet alleen voor de planten maar ook om stevig te wandelen, toch vinden we vrij snel langs de wegkant een vreemde mengeling van zowel zuur- als kalkminnende planten. De ontdekking van de dag is een veldje uitgebloeid duizendguldenkruid. Extra determineren doen we door er even aan te likken, de extreem bittere smaak geeft ons zekerheid, het is wel degelijk Centaurium erythraea Rafn.. Een geneeskrachtige en beschermde plant die gebruikt wordt in likeuren en aperitieven om de eetlust op te wekken en om zware maaltijden makkelijker te kunnen verteren.
Deze tekst en het vervolg is nu ook gepubliceerd op het wonderbaarlijk world wide web. Zie http://reizen.todio.nl/reistips-reisverslagen/kruidig-wandelen-in-de-ardennen-met-de-herboristenvereniging
donderdag, november 11, 2010
Shii-take
Al tijdens de Song Dynastie, zowat 1000 jaar geleden, werd de Shi-itake in oude geschriften vermeld. Later tijdens de Ming Dynastie schreef de toen beroemde arts Wu Juei dat deze paddenstoel kon worden ingezet bij infecties van de bovenste luchtwegen, slechte bloedcirculatie.... bij vermoeidheid, vroegtijdige ouderdomsverschijnselen en om de QI of levensenergie op te wekken.
Lees verder op
zaterdag, november 06, 2010
Altijd aan zee
Aan zee, elke dag aan zee, geen vakantie maar toch altijd een beetje vakantie. Windkracht weet ik hoeveel? Toeristen waaien weg. Ruimte voor mij alleen.
maandag, november 01, 2010
Natuur! Bestaat dat?
Citaat: Het valt niet te ontkennen dat er veel te bekritiseren is aan het systeem, aan de maatschappij. Maar wat me daarin belemmert is het gevoel medeplichtig te zijn. Iedereen met enige intelligentie moet toch beseffen dat maatschappijkritiek uiteindelijk zelfkritiek is. Arnon Grunberg schreef ooit: “Maatschappijkritiek laat zich samenvatten in drie woorden: ‘Weg met mij.’”
‘Weg met mij’ – dat is uiteindelijk onleefbaar. Iedereen zoekt daarin zijn eigen uitweg. Sommigen worden activistisch, anderen vluchten in de verwondering. Je moet iets. Anders ga je in je eigen vlees knagen, tot aan bloedens toe.
‘Weg met mij’ – dat is uiteindelijk onleefbaar. Iedereen zoekt daarin zijn eigen uitweg. Sommigen worden activistisch, anderen vluchten in de verwondering. Je moet iets. Anders ga je in je eigen vlees knagen, tot aan bloedens toe.
In deze 'zinnen' van Michel Van Eeten herken ik 'iets'. Als milieuactivist avant et après la lettre herken ik mijn verleden in het geroep van de activist van heden en bekruipt mij een vreemd gevoel van onmacht bij al die mensen die lijken te weten hoe het milieu en de natuur 'georganiseerd' moet worden.