zaterdag, januari 31, 2015

Vol-au-vent met en zonder

Vandaag gegeten. Ja, doe ik nog elke dag, al beweren sommigen dat we ooit net zoals de planten van wind, water, lucht en licht zullen kunnen leven. Ik zit er in elk geval niet op te wachten.

Vandaag dus alternatieve vol-au-vent gegeten
De volgende ingrediënten een kwartier zachtjes laten stoven in boter met een beetje water of bouillon
  • Een sjalot
  • Een halve pastinaak in blokjes
  • 100 gram of zo iets champignons in twee gesneden
  • 150 gram quorn of tofu, quorn is echter
  • zeezout
  • zwarte peper gemalen
  • teentje knoflook geperst
  • verse bieslook of wilde kraailook
  • verse peterselie
Na 5 minuten eventueel 100 gram verse vis (pangasiusfilet..) in gescheurde stukjes mee laten stoven. 
Een bechamelsaus maken met boter en boekweitmeel, wat melk of water toevoegen, mengen met de andere ingrediënten en nog even zachtjes koken tot de juiste gebonden consistentie. Opdienen met aardappelpuree met of zonder het klassieke pasteitje, vidéetje. En voila. Vandaag smakelijk gegeten.

Het is een gerecht waar je zowel door de vol-au-vent als door de puree nog gemakkelijk een handvol wild groen kan gooien: fijn gesnipperde winterpostelein of hertshoornweegbree, blaadjes van vogelmuur de steeltjes verwijderen en sierlijk fluitekruidgroen maar dan moet je wel zeker weten of dat groen geen giftige dolle kervel is. 

Etymologie: vol-au-vent [pastei] {1866} < frans vol-au-vent [lett.: vlucht in de wind], van vol vlucht + vent; latijn ventus [wind]. Zo genoemd omdat de korst van het pasteitje vrijwel niets weegt.

Info over pastinaak en vogelmuur

maandag, januari 26, 2015

Heer Oom over asperge

Bij deze wil ik de teksten van een oud onbekend kruidenboekje aan de vergetelheid ontrukken. En dus schrijf ik ook maar in dezelfde ouderwetse, melodramatische stijl van toen. Toen betekent in dit geval 1957 en het christelijk boekje noemt 'Geneeskrachtige planten' geschreven door Heer-Oom en uitgegeven door Het Kruis Bergstraat 58 Brussel. Vreemd genoeg is Heer Oom geen naam van een persoon, maar een oude aanspreektitel 'heer' voor een oom die kloosterling of priester was. Dus weet ik in feite niet wie het boekje geschreven heeft, al wordt mijnheer Heer-Oom met een foto in het boekje wel afgebeeld met als onderschrift 'uit erkentelijkheid opgedragen aan mejuffrouw J. Dijck'. Zou dat de pastoor zijn huishoudster of te wel meid geweest zijn? In elk geval Heer Oom kun je ook wel leren kennen door zijn teksten over kruiden de lezen. Bij deze dus Heer-Oom over de asperge. Zonder commentaar van mij.

De asperge is een algemeen en gunstig gekend moeskruid dat ook wel in het wild groeit in de bossen, de zavel van de zeestranden en op de oevers van de stromen, maar waarvan de kweek, d.w.z. het vernuft en de lankmoedige zorg van de mens, vooral van de Belgische boerkens, wederom eens de groen-blauwe, harde, lederachtige scheuten heeft weten te herscheppen tot de melkwitte, bekoorlijke, malse asperges die gij kent. De zogenaamde Mechelse asperges, dw.z. van de omstreken van Mechelen en van de Kem¬pen, zijn de schoonste, de sappigste, de smakelijkste van alle en daarom ook wereldbekend.

De asperge is een aangenaam, gezond, licht en gemakkelijk te verteren voedsel dat heel goed van pas komt, niet alleen voor de liefhebbers, want die ontbreken er niet, maar vooral voor zwakke en herstellende lieden. Enkel zenuwachtige personen zullen er zich best van onthouden, want bij dezen verwekt de asperge doorgaans woeling en slapeloosheid. — 't Is vooral van de maand april tot juli dat men zich best verse asperges kan aanschaffen.

De asperge is niet alleen een zeer gewaardeerde groente, zij is bovendien een geneeskrachtige plant, vooral als krachtig waterafdrijvend middel bij verstopping van de milt, nier- en blaaspijnen, waterzucht en geelzucht (leverziekte), maar ook als bedarend middel bij hartkloppingen.

Tegen vermelde kwalen gebruikt men een afkooksel van 50 gram wortels van asperges in een liter water, en drinke daarvan nuchter, d.w.z. op minstens één uur afstand van de maaltijden, drie grote wijnglazen per dag. — Deze wortels kan men oogsten, terzelfdertijd als de verse, witte scheuten, b.v. van mei tot juli, en laten drogen in de zonnewarmte. — Is men geen eigenaar van een aspergekweek, of geen liefhebber van dit afkooksel van de wortels, dan kan men zich eenvoudig houden aan een ruim verbruik van gekookte asperges (de witte scheuten). Soep van asperges verlicht altijd bij aandoeningen van blaas en nieren ; gekookte jonge scheuten, als moeskruid verbruikt met een weinig boter (maar zonder krui¬derij, peper, enz.), oefenen een weldoende werking uit op de bloedsomloop, en bijzonder een bedarende werking op de al te hevige bewegingen van het hart (hartkloppingen).

Het sap van geperste rauwe asperges schrijft Heer Oom gebruikt men tegen waterzucht en zwaarlijvigheid en siroop van gekookte witte asperges met de helft kandijsuiker tegen hartkloppingen.

woensdag, januari 21, 2015

Winter dus postelein

Terug in De Haan. Winter in het land en toch blijft winterpostelein onder de beschutting van heg en herfstblad rustig verder groeien. Het staat hier in gezelschap van het kraailook en vormt zo een smakelijke wintersla, al zou ik er zelf wel een stevige stronk witloof tussen strooien.

Hier aan de kust vind je het veel in de duinen onder de duindoorn. Twee gezonde planten bij mekaar dus.

De officiële naam van winterpostelein is Claytonia perfoliata. De plant is genoemd naar John Clayton (1694–1773), een Amerikaanse botanicus en dokter die veel planten verzamelde. Perfoliata is afgeleid van de Latijnse woorden per (door) en folium (blad), omdat de bloemen schijnbaar door het blad heen groeien.  Het blad van winterpostelein bevat per 100 gram 3 mg ijzer, 130 mg calcium, 1 g eiwitten, 1 g suikers, 0,2 g vetten . Er zitten ook nog zo’n 20 mg vitamine C, 1,7 mg vitamine A, 0,1 mg en 0,1 mg vitamine B in.
In Amerika werd de plant door zowel Indianen als goudzoekers (miner's lettuce) veel gegeten. Voor de goudzoekers was het mogelijk een manier om scheurbuik te voorkomen.

Andere namen:Spring beauty, miner’s lettuce, winter purslane, Indian lettuce (Engels), Gewöhnliches Tellerkraut, Kuba Spinat (Duits), Pourpier d’hiver, Claytone de Cuba, Claytonia perfoliée (Frans).Naar de vorm van het schoteltje onder de bloeiwijze wordt Witte winterpostelein in het Duitse taalgebied ook 'Tellerkraut' genoemd.

Recept: Roergebakken posteleinomelet

250 g postelein
1 eetlepel olijfolie
1 ui
3 eieren
zout en peper
1 theelepel basilicum
50 gram chorizo in blokjes of 2 eetlepels geraspte oude kaas

Was de postelein, laat uitlekken en snij fijn.
Verhit een braadpan. Voeg de olijfolie toe en fruit hierin de gesnipperde ui glazig.
Voeg de postelein toe en roerbak kort.
Voeg de losgeklopte eieren met zout, peper en basilicum en eventueel de blokjes chorizo al roerend toe. Blijf omscheppen tot het ei is gestold, maar nog glanst.
Bestrooi eventueel met de geraspte kaas.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/claytonia-perfoliata-winterpostelein

maandag, januari 19, 2015

Mijn stamcafé

Mijn stamcafé in Huelgoat. Niet direct een modieus Belgisch etablissement maar wat dat nog.
Een oude mannencafé met jonge vrouwen achter de toog, verder veel Britse Bretoense inwoners die hier hun dagen komen slijten.... Een tabac-tiercé-café, wie verzint het en waarom zit ik hier in een (gelukkig) door god vergeten café 'un petit café' te drinken. En dat ik dat nog met plezier doe ook. Kruiden zijn hier niet veel te vinden. Alhoewel, toch twee straffe planten met een wereldwijde omzet. Het eerste zit in dat kleine kopje voor me Coffea arabica met dat onverbiddelijk opwekkend stofje waar de halve wereld naar snakt en achter de bar wordt in grote hoeveelheden een even stimulerend als brandbaar kruid aangeboden, in een al even hallucinerend pakje met het opschrift 'Tabac tue'. Als ik niet beter wist, zou ik denken dat ik droomde. Of dat ik in een van de vele mythologische Bretoense verhalen terecht gekomen was. Alhoewel... Koning Arthur, Lancelot, Merlijn de tovenaar, Guinevere en Morgane zijn in geen bossen of velden te bekennen.
Dus, ik drink maar rustig, met zeer kleine slokjes mijn zeer kleine koffie leeg en dan weer op huis aan door het mysterieuze bos, langs de rivière d'Argent naar Pont ar Gorret.

zondag, januari 18, 2015

Even tien jaar terug.

Mag ik dit jaar, af en toe teksten van tien jaar terug recycleren. Toen leefden we in een droger Zuidelijker gedeelte van Frankrijk, de Drôme en nu in een natter gedeelte, Bretagne. Beter of slechter? Ik weet het niet. Of ik weet het wel. Beter of slechter bestaat niet.

1 januari 2004: een oude Franse nieuwjaarswens ‘Au gui l’an neuf’


Met de maretak (Gui), met M. en met al de andere mensen en kruiden uit Bellegarde het nieuwe jaar ingewandeld.
Onze eerste wandeling op de eerste dag van het nieuwe jaar. We volgen het pad 87 achter het huis van de familie Ditman naar omhoog. Mijnheer en mevrouw Ditman versieren in de zomer zowat 500 meter straat, oprit naar hun huis en geven ons zo de indruk dat ook de straat van hen is. De rest van de vallei (hellingen, beek en weiland) is ook echt hun eigendom en ik eigen (dom) het mij  met mijn ogen en
mijn neusgaten nu ook een beetje toe. Misschien heeft een mens daar meer aan dan het materieel bezit ervan. Wel de lusten en niet de lasten van het landschap.

Paraplu op Praloubeau
Bij een klein colletje klimt pad 88 verder naar de grote col, maar dat is niet voor vandaag, wij dalen naar een ander valleitje Combe Limbert. Een prachtige plek met een oude boerderij tot voor kort in gebruik door Rolf en Rosie als gîte en chambre d’hôte voor motorfanaten. Helaas met de vele regen van begin december is de hele berg met huis en al een beetje gezakt. Niet veel maar genoeg om het hele gebouw te ontwrichten en het onbewoonbaar te maken. Rolf en Rosie wonen nu verderop bij de weg naar Bellegarde in een huisje dat ze eerder als vakantieverblijf verhuurden. De natuur in Bellegarde, mooi maar ook een beetje meedogenloos, zeker in de winter.

We zijn eigenlijk 14 dagen op retraite in de bergen van Bellegarde-en-Diois. In een leeg huis, een ruimte met alleen maar een matras en een flesje lavendelolie. Zonder radio of TV, geen muziek maar wel enkele boeken en een laptop.
De keuken met 1 tafel, 2 stoelen en een houtkachel. Een vuur dat we brandend houden met afvalhout, vloerplanken en antieke balken uit het huis van onze buren.

S’avonds in het hotelletje volgen we een gesprek tussen ‘un professeur de yoga’ en anderen over het vasten (le jeune) en over (weer eens) alles is geest, of materie bestaat niet. Zelf heb ik alleen maar gedacht en gezwegen, ook al omdat mijn Frans niet goed genoeg is om filosofische gesprekken te voeren. Gelukkig maar! Gedacht heb ik dus wél en ik dacht, geef mij toch maar ‘de geest van de materie’. De geur van hout en roet, de ruwheid van oude planken, de krassen van bramen op mijn huid, het tateren van Tineke (heel even maar). En, ik dacht ook, maar deed het niet, als ik de professeur nu een klap op zijn kop geef, zou hij dat ook als geest-ig ervaren?

Ik kom nog steeds elk jaar een week in Bellegarde, heb er nog altijd een grote, nu wel verwilderde kruidentuin en organiseer er nog steeds een kruidenstage. Geen heimwee, maar gewoon mooi om je leven door de jaren heen vluchtig vorm te kunnen geven. De tijd is er om hem te beleven.

https://sites.google.com/site/kruidwis/

zaterdag, januari 17, 2015

Mashua

Rode bieten, de gestreepte soort, uit de licht bevroren groentetuin opgedolven. Ze gewoon gekookt en met een gekruid boekweitsausje opgediend samen met rijst, gekookt met restjes prei en knolkapucien en daarbij, in de pan met boter gebakken ui, courgette.... Een allegaartje inderdaad, restjes opmaken voor we Bretagne weer even verlaten voor België.

Over Knolcapucien, Tropaeolum tuberosum
Mashua uit eigen tuin
Mashua is de oorspronkelijke naam die de Kichwa, een inheemse bevolkingsgroep in Ecuador, aan de plant hebben gegeven. Uit opgravingen in de Guitarrero grot  in Peru blijkt dat mashua al zeer lang wordt gegeten, al vanaf zo’n 10.000 jaar voor Christus. Echte resten zijn in de Huachumachay grot gevonden en dateren van rond 1000 voor Christus. Op aardewerk van de Nazca van rond die tijd, staan fraaie afbeeldingen van mashua. In Peru en Bolivia is het een alledaags voedsel voor de armere mens. Ze noemen het daar yasno.

Mashua groeit tot op grote hoogte, zelfs tot 4.000 meter in de Andes en kan dus wat kou verdragen. Het beetje vorst in Bretagne en België kan het dus wel aan. Nog beter, de plant zou zelfs van nat en mistig weer houden.

Oei, Mashua een an-aphrodisiacum
Mashua zou een an-aphrodisiake werking hebben, d.w.z. dat bij de mannen de lusten worden onderdrukt en een erectie wordt geremd. Bij testen op ratten bleek het testosteron met 45% te dalen. Er werd gevriesdroogde mashua gebruikt van 1gram / kg (90% is water). Dus een volwassen man van 65 kg zou zowat 650 gram mashua per dag moeten eten. Het duurde bij de ratten elf dagen voor de effecten merkbaar en het dubbele aantal dagen voor ze weer weg (hersteld) waren.
In de Andes bevelen mannen het aan als voedsel voor vrouwen, maar eten het zelf niet. Maar vrouwen zouden het stiekem in het eten verwerken om te voorkomen dat hun mannen ontrouw worden.
Voor mannen onderdrukt het de mannelijkheid, voor vrouwen betekent mashua verbetering van de vruchtbaarheid. Er wordt gemeld (J. Leon, 1964) dat vrouwen het eten om kinderen te krijgen.

http://opensiuc.lib.siu.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1434&context=ebl

Mashua traditionally has many medicinal uses in the folk medicine of the Andean region, and its domestication may have related to its importance as a medicinal agent (Johns et al., 1982). Many of the medicinal uses of mashua relate to the presence of p-methoxybenzyl isothiocyanate, which has been used in Andean ethnomedicine (Johns and Towers, 1981) Mashua is considered an antiaphrodisiac and many Andean men refuse to consume it because they believe it produces impotence and infertility (Johns et al., 1982). The Spanish chronicler Cobo stated that the Inca emperors fed their armies mashua, "that they should forget their wives" (1956). Studies done on male rats fed a diet of mashua tuber showed a 45% drop in the levels of testosterone/dihydrotestosterone (Johns et al. 1982). In modern Bolivia T. tuberosum is believed to induce menstration and are employed in popular medicine as emmenagogues (Johns et al. 1982). 

http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/7057655 J Ethnopharmacol. 1982 Mar;5(2):149-61. Anti-reproductive and other medicinal effects of Tropaeolum tuberosum. Johns T, Kitts WD, Newsome F, Towers GH. 



woensdag, januari 14, 2015

Pastinaak uit de wintertuin

Ondanks dat onze Bretoense groentetuin nog niet uitbundig voedsel levert, eten we nog steeds veel uit de tuin. Dank zij de zachte winter? Rode of eerder gestreepte bietjes, wel aangevreten door muizen of grotere beesten, veldsla, wat rucola in de serre. Maar vooral pastinaak geeft ons veel voldoening, gekookt als groente of samen met aardappelen in puree en soufflé. Verder maak ik er ook een boterhamspread mee.
Wilde pastinaak

Wellicht heeft de introductie van de aardappel en later, in de 19e en vooral de 20e eeuw de opkomst van onze oranje peentjes, het lot van de pastinaak bezegeld. De lange teeltduur van de pastinaak (ten minste 200 dagen) in vergelijking met de wortel (80 tot 150 dagen, afhankelijk van het ras) heeft z'n verdwijning mede in de hand gewerkt. In het wild treft men de pastinaak nog wel aan op braakliggende terreinen, waar hij bloeit met platte, gele schermen, maar in de groentetuin wordt hij steeds zeldzamer. Toch blijft de pastinaak een typische inlandse groente, al hebben de eerste groenten-etende mensen er niet meteen veel aan gehad. Pas eeuwen later verkreeg men door veredeling de dikke en vlezige, witte wortel van nu.

Dodonaeus in zijn Cruijdeboeck uit 1554 schrijft Van Pastinaken oft Moren. Cracht ende werckinghe Die wortelen van Moren in die spijse ghelijck die Peen ghebruyckt gheven beeter voetsel ende meer dan die Peen ende sijn goet der longhene den nieren ende der borsten.
Die selve wortelen doen oock water maken, versueten die pijne van der sijden, verdrijven die winden ende weedom van den buyck ende sijn goet den ghenen die verreckt sijn oft van binnen ghequetst oft gheborsten.
Tsaet van den Moren es goet tseghen alle fenijn ende het gheneest alle beten ende steken van alle cruypende ende fenijnnighe ghedierten met wijn ghedroncken. Ende es zoo sterck daer tseghen dat men ghescreven vindt dat als die herten dit cruyt eten dat huer gheen fenijnnich ghedierte ghehinderen oft gheletten en kan.

Een recept: Gnocchi van pastinaak
3 aardappelen
2 pastinaken
50 g versgeraspte Parmezaanse kaas
zowat 200 g bloem of maismeel
boter
bieslook of andere lookachtigen...daslook, kraailook
Kook de aardappelen in de schil samen met de pastinaken in 20 minuten gaar
Pel de gekookte aardappelen en stamp ze tot puree met de pastinaken, zout, peper en de Parmezaanse kaas. Voeg zo veel bloem of maisgriesmeel toe dat er een stevig, kneedbaar mengsel ontstaat. Vorm rollen van het 'deeg'. Snijd de rollen in stukjes.
Breng een pan water met zout aan de kook en dompel de gnocchi erin. Wacht tot ze boven komen drijven, drie tellen wachten. Haal ze er dan met een schuimspaan uit en dien ze op, met een klontje boter en bieslook.

http://eten-en-drinken.infonu.nl/producten/42871-pastinaak-de-witte-wortel.html

dinsdag, januari 13, 2015

Eikvaren, réglisse des bois, inheems zoethout

In Bretagne doet de eikvaren zijn naam alle eer aan. Hij groeit hier massaal op de vele eikenbomen. Zijn Franse naam is Réglisse des bois, Boszoethout wat refereert naar de zoete smaak van de wortelstok. Ook een oude Nederlandse naam verwijst mooi naar zijn zoete smaak. Engelzoet. Ook voor de wetenschappelijke naam heeft Dodoens een interessante verklaring. ‘De wortel is lang en dunner dan een vinger die dwars voort kruipt daar enige knobbeltjes aan komen net zoals men aan dat geslacht van vis plag te zien die men Polypus en Sepia in het Latijn en in onze taal Spaanse zeekat noemt. De Griekse naam is ook Polypodion naar de pukkeltjes en puistjes als de knobbeltjes van de vis Polypus die zich aan de wortels van dit gewas vertonen, in ’t Latijn heeft het ook dezelfde naam Polypodium. Dioscorides schrijft dat de wortel ruw is, met vezels bedekt en met vangarmen uitgerust als polypen van de zee, met de dikte van een vinger.

Cette fougère présente un rhizome avec un goût amer et sucré. Autrefois, il était utilisé pour aromatiser des confiseries comme le nougat. Une saponine, l'osladine, au pouvoir sucrant intense (plus de 500 fois celui du sucre), a été découverte dans le rhizome en 1971. Eikvaren in nougat? Een snoepje is de wortelstok nu niet meer. maar je kan, de weliswaar taaie wortelstok gemakkelijk schillen en dan beknabbelen net zoals zoethout of je kan er een siroop of tinctuur mee maken.

Maar dit worteltje heeft ook nog wel enkele andere verrassingen in petto.
Uit 1989 dateert een wetenschappelijk onderzoek waaruit zou blijken dat Aqueous extract of the root of P. vulgare (PV) produced CNS depressant effect. It decreased the spontaneous motor activity, prolonged the pentobarbitone induced hypnosis, reduced body temperature and increased the reaction time to pain stimuli. PV also caused prevention against supramaximal electroshock and pentylenetetrazol induced seizures. PV showed a positive inotropic and chronotropic effect on perfused frog heart and caused hypotension and tachycardia in anaesthetised dogs. The effects were blocked by propranolol. PV produced dose dependent inhibition of contractions of rabbit small intestine and the effect was blocked by propranolol. PV appears to possess CNS depressant and beta-adrenoceptor agonistic activities. 

Niet mis zou ik zeggen en het is nog niet gedaan, er zijn in de wortelstok ook ecdysteroïden ontdekt. Stoffen die een spierversterkende anabole werking hebben en in dubieuze sport- en afrodisiake middelen verwerkt worden. Mijn verbeelding slaat wel op hol als ik dit allemaal lees. Af en toe op een wortel knabbelen doe ik al, of dat mijn nog steeds goede conditie verklaart, betwijfel ik wel. Nog wat afwachten en verder experimenteren.

J Jizba, L Dolejs, V Herout & F Sorm, « The structure of osladin — The sweet principle of the rhizomes of Polypodium vulgare L.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/2583745
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/polypodium-vulgare-eikvaren


zaterdag, januari 10, 2015

Een vreemde ontmoeting met bossen, mossen en mensen


Weer een grijze druilerige dag in een bevreemdend Bretagne. Het moment om de geheimzinnige mossenbossen van Huelgoat nog eens te verkennen. Alleen met de grillige, druipend natte bomen, alleen met de tot mijn verbeelding sprekende mossen, alleen met het ruisende soms onzichtbare water als het zich onder de grote rotsblokken door kronkelt. Alleen..... tot dat plots drie gedaantes uit het niets te voorschijn komen. Twee mannelijke Incamensen zich soepel voort bewegend over de gladde rotsen en een geheimzinnige, mooie, statige vrouw gehuld in een lange zwarte jas. Mijn verbeelding slaat op hol. Wie zijn ze? De mythische fee Morgane met haar begeleiders?

C’est Morgane qui aurait brodé le fourreau magique d’Excalibur qui protège Arthur de toute blessure fatale au combat. Elle cherchera par la suite à lui reprendre cet objet sacré car, en ne restant pas fidèle à l’ancienne religion, il a trahi son serment, ses origines celtes et le Petit Peuple. Le fils de Morgane et Arthur devra reprendre le pouvoir (d’où leur duel mortel) pour rétablir l’ancienne religion. Le combat final les opposant se déroulera à Camlan. C’est là où le Jeune Dieu Cornu (Mordred) affrontera le Vieux Dieu Cornu (Arthur). Les deux personnages mourront après s’être entretués, et Excalibur retournera dans le lac de Viviane, portée pour la dernière fois par Merlin. La légende veut que la dépouille du Roi Arthur ait été placée dans l’île d’Avalon, et qu’il réapparaîtra en des temps troublés.



donderdag, januari 08, 2015

Hondsdraf tegen aanslagen

Aanslag op het tijdschrift Charlie Hebdo in Parijs. Redactie uitgemoord. Ondanks alle ellende in de wereld en de nog grotere verdeeldheid die aanslagen blijkbaar veroorzaken, schrijf ik gewoon verder over kleine, onooglijke plantaardige dingen. 
Nee, niet je kop in het zand steken, alhoewel ik dat letterlijk wel doe, maar je concentreren op stoïcijns verder groeiende brandnetels, hondsdraven en spenige kruidjes die er voor zorgen dat ik vriend van de wereld wordt en de wereld vriend van mij. Nu, midden in de winter, zijn ze er al, de jonge en de oude planten, ze verspreiden hun aardse geuren, prikken en steken maar helpen ons ook om te 'genezen'. Helpen om de aarde en de aardse mens vooruit achteruit te brengen. Grond worden met de grond, lucht worden met het leven, vlees worden met ander vlees. Heidens bijbels bijna.

Hondsdraf, geur uit mijn verleden tijd, aromatherapie zonder etherische olie, psychotherapie zonder psycholoog. Honds-draf. De naam heeft blijkbaar niets met hond of draf te maken, al draaf ik er graag doorheen om zijn eigenwijze geur op te roepen. Mogelijk is de naam een verbastering van hondrave [1400-50; Toll.]; vnnl. onderhave in 'Is het haer cranck ende snode, so wascht dat met ... yeve ende met onderhave ‘ [1514; MNW ieve]. Onder de haag groeiend dus en dat doet het wel degelijk. Achter in onze Bretoense tuin tussen de gesnoeide hazelaars is het massaal als grondbedekker aanwezig. Troost en bezinning biedend.

Een verdere verklaring van de naam is ook voor een herborist interessant. Het zou een ver doorgevoerde verbastering van een Oudhoogduits woord zijn dat gundreba luidde. Het eerste lid van dit woord is af te leiden van het oude woord gund of gond, dat wond, vocht of etter betekent; het tweede van reba of rebe = rank. In het kort dus een plant die (over de grond) kruipt (rankt) en zwerende en etterende wonden heelt. Ook lichamelijke troost kan het dus bieden.

http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/62134-hondsdraf-eenvoudig-geluk.html
http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/82312-hondsdraf-en-googelen.html

woensdag, januari 07, 2015

Brandnetelwortels oogsten

Vanochtend toch wat wit gerijpte natuur, ook hier in Bretagne. En ik was nog wel van plan om vandaag brandnetelwortel te oogsten. Gelukkig valt het met de vorst in de grond wel mee. Wortels uitgraven blijkt geen probleem. Brandnetels......ze zijn niet alleen irriterend maar ook nuttig, maar dat weet hopelijk wel iedereen. Minder bekend is dat juist de wortels goed werkzaam zijn bij... prostaatklachten. Er zijn verschillende plantaardige middelen die bij prostaathypertrofie ingezet kunnen worden. Brandnetelwortelpreparaten bleken werkzaam in een grote studie met meer dan 600 patiënten die gedurende 6 maanden brandnetelextract slikten. Na een half jaar gebruik waren de symptomen van goedaardige prostaathypertrofie significant vermindert. Ook de objectieve maatstaven zoals kracht van het plassen en de hoeveelheid urine die niet uitgeplast werd, veranderden in positieve zin.

In oude kruidenboeken vind je van het gebruik tegen prostaatklachten niet veel terug. De mensen werden ook niet oud en waren mogelijk al dood voor ze prostaatklachten konden krijgen. Toch is het altijd wel leuk en mogelijk ook nuttig om in oude kruidenboeken te snuffelen. Om Dodoens nog maar eens te citeren: Als men de handen wast met het water daar de wortels van netels in gekookt zijn worden ze heel wit, maar om te beletten dat er geen haar aan groeit moet men die nadat ze daarmee gewassen zijn met mussenstront goed bestrijken en wrijven en met lauw water of was. Lees ik hier, onrechtstreeks, dat brandnetelwortel de haargroei kan bevorderen? Maar Dodonaeus zou Dodoens niet zijn als hij twijfelachtige toepassingen niet snel zou relativeren. 'Men zegt noch veel meer andere vreemde, maar niet al te geloofwaardige dingen van de netels, te weten dat indien men de bladeren van de netels in de plas van de zieke vierentwintig uur laat liggen en de bladeren niet verflensen, maar groen blijven dat hij geen nood van sterven heeft, maar indien de netels verflensen en slap worden, dat betekent de dood of een zeer kwade ziekte. Maar dat zou ik niemand voor waar durven verzekeren’.

Ondertussen heb ik een kleine hoeveelheid gele, taaie maar niet te houtige delen van netelwortel geoogst, schoongemaakt en overgoten met ethanol van 45° gewichtsverhoudingen 1:5. Nu verder ongeveer 14 dagen laten trekken en dan is deze tinctuur van Urtica radix klaar voor gebruik. Je zou deze tinctuur kunnen combineren met die andere prostaatfavoriet de basterdwederik. Thee van basterdwederik Epilobium parviflorum of Epilobium hirsutum en daar 20 druppels brandnetel bij, tweemaal daags gedurende 3 tot veel weken.

Safarinejad MR. | Urtica dioica for treatment of benign prostatic hyperplasia: a prospective, randomized, double-blind, placebo-controlled, crossover study. | J Herb Pharmacother. | 2005;5(4):1-11.

dinsdag, januari 06, 2015

vrijdag, januari 02, 2015

Kruidige zomerstage in Bretagne (8 tot 15 augustus 2015)

Een groot deel van het jaar wonen we in Bretagne. Een heel andere omgeving dan de Franse Drôme, waar we vroeger veel verbleven, hier in Bretagne niet zo heet, vochtiger, en dus andere biotopen (heide, bos en rotsstrand) en andere planten. In de bossen van Huelgoat vinden we niet alleen eiken, beuken en kastanjes maar ook een onderbegroeiing van bosbessen, varens veel koningsvarens, mossen en typische planten van de streek zoals Muizedoorn en Navelkruid. In de veen- en heidegebieden van Monts d'Arrée domineren vooral struik- en dopheide, brem en massaal veel gaspeldoorn... Zeer zeldzaam zijn een orchidee Malaxis des marais Hammarbya paludosa en L'asphodèle d'Arrondeau (Asphodelus arrondeaui). Deze zeldzaamheden zullen we waarschijnlijk niet tegen het plantaardig lijf lopen, maar Zonnedauw zien, behoort wel tot de mogelijkheden.
Om nog een ander biotoop te bewonderen kunnen we een dag naar de rotskust van Roscoff of zuidelijker naar Pont Aven en omgeving rijden. Zeewier is langs de kust het dominerend wild voedsel, zeesla, blaaswier en vele andere eetbare wieren zijn hier te oogsten. Verder vinden we op de rotsen met zicht op zee ook veel zeevenkel, In de omgeving van Roscoff groeien meer dan 500 soorten zeewier en vinden we ook een infocentrum over zeewier. Le Comptoir des Algues.

En naast de planten is Bretagne natuurlijk ook het land van menhirs en dolmens, spirituele monumenten die we op onze wandelingen zeker ook zullen beleven.