Van het rustige Blaimont naar het drukke, gevaarlijke Brussel. Aan het het eind van de E411 Brussel binnenrijdend, autochaos ook op zaterdag. Gelukkig ligt de tuin die we bezoeken vlakbij. De universiteitstuin Jules Massart, waar ik een buitenles geef over de inhoudsstoffen van geneeskrachtige planten. We beginnen met de mosterdolieglycosiden of te wel glucosinolaten, die vinden we vooral in koolgewassen en looksoorten.
Epidemiologische studies hebben aangetoond dat glucosinolaten de gezondheid in het algemeen ten goede komen, maar dat ze vooral beschermend zijn tegen kanker.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/83413-kruisbloemigen-tegen-kanker.html
Ook de flavonoïden zitten geordend in hun vakje, wijnruit als prototype voor rutine, het is wel een plant die we omwille van zijn vele andere sterk werkende stoffen niet meer gebruiken. De rutine halen we nu vooral uit de groene boekweitplant. Vooral goed voor de versteviging van de veneuze bloedvaten.
Isoflavonen worden vanwege hun structurele verwantschap met oestrogenen ook wel aangeduid als plantenhormonen of fyto-oestrogenen. Hoewel ze geen steroïden zijn, hebben ze hydroxylgroepen in positie 7 en 4 in een configuratie die analoog is aan die van de hydroxylgroep in het oestradiolmolecule. Dit geeft hen het vermogen om te binden aan oestrogeenreceptoren. Isoflavonen worden uitsluitend in vlinderbloemigen zoals peulvruchten aangetroffen, vooral in sojabonen maar ook in rode klaver. De drie belangrijkste isoflavonen zijn genisteïne, daïdzeïne en glyciteïne.
https://sites.google.com/site/kruidwis/inhoudsstoffen/flavonoiden
Ook fenolglucosiden, antrachinonen, cumarineglucosiden en alkaloïden passeren de revue. De sterk werkende alkaloïden gebruiken we niet meer in de klassieke fytotherapie maar zijn wel bijzonder interessante planten. Hier zijn ze nu in volle glorie te zien: wolfskers in bloei, gevlekte scheerling en indrukwekkende maar wel door de slakken aangevreten alruinplanten.
Een overdaad van planten, een overdaad aan geschiedenis, genoeg om vele dagen te vullen en dat moeten we in een marathonopleiding maar eens doen.
Meer info over inhoudsstoffen: https://sites.google.com/site/kruidwis/inhoudsstoffen
zaterdag, mei 28, 2016
vrijdag, mei 27, 2016
Gouden regen, giftig maar goed voor rokers
Een geweldige gouden regen bloeit in ons domaine du Bonsoy. De Laburnum is een boomsoort die tot 7 meter hoog kan worden en zo hoog is hij hier in Bonsoy zeker wel.
In de maand mei laat de Gouden regen zien waar hij zijn naam aan te danken heeft: de prachtige, lange goudgele bloemtrossen lijken dan als pijpenstelen uit de boom te regenen. De peulen die na de bloei rijp worden en op de grond vallen zijn erg giftig en dat maakt deze verleidelijke boom voor mij alleen maar interessanter.
De officiële naam laburnum is de wisselvorm (anagram) van het Latijnse woord alburnum. Het betekent rotting en verwijst naar de problemen die kunnen ontstaan bij het snoeien van de boom.
De giftige stof in de gouden regen is cystisine, een chinolizidine-alkaloïde, dat voorkomt in verschillende planten uit de vlinderbloemenfamilie. De zaden van de goudenregen bevatten maximaal 3% cytisine, de bloemen 0,2% en de bladeren 0,5%. Het is een agonist van de nicotinische acetylcholinereceptor. De stof wordt in 1897 reeds als geneesmiddel beschreven in het Nederlands tijdschrift voor geneeskunde.
Cytisine en nicotine beïnvloeden dezelfde plek in de hersenen, doordat ze op dezelfde receptor aangrijpen. Inname van 50 mg cytisine kan dodelijk zijn door ademstilstand.
De van cytisine afgeleide stof varenicline werd in 2006 in de Verenigde Staten en in Europa goedgekeurd als een middel om te helpen stoppen met roken. Het is op de markt onder de merknaam Champix. In een literatuuroverzicht uit 2006 werd geconcludeerd dat hoewel onderzoeken waarin cytisine werd getest merendeels van slechte kwaliteit waren, er enig bewijs is dat cytisine kan helpen bij het stoppen met roken. Uit onderzoek in 2014 blijkt dat cytisine in een dosering van 1,5 mg tot 9mg minstens zo effectief is als de gebruikelijker nicotinevervangers varenicline en bupropion en nog veel goedkoper ook.
Cytisine wordt al sinds de Tweede Wereldoorlog in Oost-Europa gebruikt als natuurlijk middel om te stoppen met roken, maar was in de rest van de wereld niet erg bekend.
In de maand mei laat de Gouden regen zien waar hij zijn naam aan te danken heeft: de prachtige, lange goudgele bloemtrossen lijken dan als pijpenstelen uit de boom te regenen. De peulen die na de bloei rijp worden en op de grond vallen zijn erg giftig en dat maakt deze verleidelijke boom voor mij alleen maar interessanter.
De officiële naam laburnum is de wisselvorm (anagram) van het Latijnse woord alburnum. Het betekent rotting en verwijst naar de problemen die kunnen ontstaan bij het snoeien van de boom.
De giftige stof in de gouden regen is cystisine, een chinolizidine-alkaloïde, dat voorkomt in verschillende planten uit de vlinderbloemenfamilie. De zaden van de goudenregen bevatten maximaal 3% cytisine, de bloemen 0,2% en de bladeren 0,5%. Het is een agonist van de nicotinische acetylcholinereceptor. De stof wordt in 1897 reeds als geneesmiddel beschreven in het Nederlands tijdschrift voor geneeskunde.
Cytisine en nicotine beïnvloeden dezelfde plek in de hersenen, doordat ze op dezelfde receptor aangrijpen. Inname van 50 mg cytisine kan dodelijk zijn door ademstilstand.
De van cytisine afgeleide stof varenicline werd in 2006 in de Verenigde Staten en in Europa goedgekeurd als een middel om te helpen stoppen met roken. Het is op de markt onder de merknaam Champix. In een literatuuroverzicht uit 2006 werd geconcludeerd dat hoewel onderzoeken waarin cytisine werd getest merendeels van slechte kwaliteit waren, er enig bewijs is dat cytisine kan helpen bij het stoppen met roken. Uit onderzoek in 2014 blijkt dat cytisine in een dosering van 1,5 mg tot 9mg minstens zo effectief is als de gebruikelijker nicotinevervangers varenicline en bupropion en nog veel goedkoper ook.
Cytisine wordt al sinds de Tweede Wereldoorlog in Oost-Europa gebruikt als natuurlijk middel om te stoppen met roken, maar was in de rest van de wereld niet erg bekend.
dinsdag, mei 24, 2016
Zoet water, zoete herinnering
Als ik op dinsdag les moet geven bij Syntra Haasrode aan herboristen in spé, wandel ik wel eens bij het Zoet Water in Oud-Heverlee. Bijzondere natuur hier maar ook jeugdsentiment. Als kind, zowat 60 jaar geleden, was de speeltuin van de Zoete Waters zowat het enige 'attractiepark' in de wijde omgeving. Ik kom nu zowat 60 jaar later hier vooral de moerascipressen en de reuzenpaardenstaarten bezoeken en voel me dan heel even een oermens van miljoen jaren geleden. Ik kan dan maar net Tarzan-achtige kreten onderdrukken.
Moerascipressen worden nu soms door milieupuristen als uitheemse exoten bekeken, want ze komen van nature voor in de subtropische moerassige gebieden in het zuidoosten van Noord-Amerika. Maar hak ze toch maar niet al te snel om want in mijn eigenste Belgische Hoegaarden zijn versteende resten van deze bomen gevonden die stammen uit het Eoceen en dat is dus wel 55 miljoen jaar geleden. Toen was het bij ons heel warm maar vijf miljoen jaar geleden waren ze er nog altijd en toen hadden we een gematigd klimaat. Net als de lork verliest de moerascipres (Taxodium distichum) zijn naalden en die zie je dan in de winter in massa’s op de grond en in het water liggen. Ze kunnen tot duizend jaar oud worden en bij ons een hoogte bereiken van 45 meter met een stamomtrek van drie tot vijf meter.
Aan het Zoet Water zijn het dus relatief nog jonge en slanke bomen die we zien – ik schat ze op 100 jaar - maar ze hebben wel de voor deze boomsoort typische indrukwekkende ademwortels, dat zijn holle houten stompen waarlangs de boom die in het water staat van lucht voorzien wordt. Volgens de specialisten is dat bij ons zeldzaam. De bomen zijn eenhuizig wat wil zeggen dat ze zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen hebben. In de winter zie je ovaal-ronde kegels groen/bruine kegels heel goed. Het hout van moerascipressen is zeer duurzaam, in de VS wordt het onder meer gebruikt voor dakgoten en doodskisten. Het zou goed kunnen dat moerascipressen het bij ons langer uithouden dan de mensen want ze vallen in de grootste nattigheid nog niet om en lijken goed bestand te zijn tegen de opwarming van de aarde.
Moerascipres, niet direct onze geneeskrachtige plant bij uitstek toch vinden we vrij veel medicinale informatie. The cones, seeds, leaves, and bark of Taxodium spp. have been used for medicinal purposes (Su et al., 2013). The oils in the cones and sometimes leaves of these trees are what are generally used for medicinal purposes.
The Aztecs used resin from or pieces of burnt bark topically to treat burns and sores (Cortes-Arroyo et al., 2011).The Aztecs used parts of a tree they called anoéhoetl, believed to be T. macrunatum, commonly known as the Montezuma Cypress, to cure ulcers and to help with skin cicatrization. (Kay, 2012).
In more recent times, the leaves and seeds have been used to treat malaria and liver diseases, and various parts of the tree have been used to prepare ointments or infusions for heart disease, hemorrhoids, gout, ulcers, bronchitis, diarrhea, and other ailments (Ramos et al., 1984; Perusquía et al., 1995; Cortés-Arroyo et al., 2011; Su et al., 2013).
Although there are many preliminary reports of antibacterial, antifungal, antitumor, antispasmodic, and bronchodilator activities of Taxodium spp., little characterization of the bioactive compounds has been performed (reviewed in Su et al., 2013). The antitumor and antimicrobial activities of the diterpene DNA-binding compound, taxodione, isolated from T. distichum have been evaluated (Zaghloul et al., 2008; Kusomoto et al., 2009; Kusomoto et al., 2010). Another diterpene, taxodistine B, inhibits tubulin polymerization and is toxic to murine lymphoma P388 cells (Hirasawa et al., 2007).
http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/85111-moerascipres-of-taxodium.html
Moerascipressen worden nu soms door milieupuristen als uitheemse exoten bekeken, want ze komen van nature voor in de subtropische moerassige gebieden in het zuidoosten van Noord-Amerika. Maar hak ze toch maar niet al te snel om want in mijn eigenste Belgische Hoegaarden zijn versteende resten van deze bomen gevonden die stammen uit het Eoceen en dat is dus wel 55 miljoen jaar geleden. Toen was het bij ons heel warm maar vijf miljoen jaar geleden waren ze er nog altijd en toen hadden we een gematigd klimaat. Net als de lork verliest de moerascipres (Taxodium distichum) zijn naalden en die zie je dan in de winter in massa’s op de grond en in het water liggen. Ze kunnen tot duizend jaar oud worden en bij ons een hoogte bereiken van 45 meter met een stamomtrek van drie tot vijf meter.
Aan het Zoet Water zijn het dus relatief nog jonge en slanke bomen die we zien – ik schat ze op 100 jaar - maar ze hebben wel de voor deze boomsoort typische indrukwekkende ademwortels, dat zijn holle houten stompen waarlangs de boom die in het water staat van lucht voorzien wordt. Volgens de specialisten is dat bij ons zeldzaam. De bomen zijn eenhuizig wat wil zeggen dat ze zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen hebben. In de winter zie je ovaal-ronde kegels groen/bruine kegels heel goed. Het hout van moerascipressen is zeer duurzaam, in de VS wordt het onder meer gebruikt voor dakgoten en doodskisten. Het zou goed kunnen dat moerascipressen het bij ons langer uithouden dan de mensen want ze vallen in de grootste nattigheid nog niet om en lijken goed bestand te zijn tegen de opwarming van de aarde.
Moerascipres, niet direct onze geneeskrachtige plant bij uitstek toch vinden we vrij veel medicinale informatie. The cones, seeds, leaves, and bark of Taxodium spp. have been used for medicinal purposes (Su et al., 2013). The oils in the cones and sometimes leaves of these trees are what are generally used for medicinal purposes.
The Aztecs used resin from or pieces of burnt bark topically to treat burns and sores (Cortes-Arroyo et al., 2011).The Aztecs used parts of a tree they called anoéhoetl, believed to be T. macrunatum, commonly known as the Montezuma Cypress, to cure ulcers and to help with skin cicatrization. (Kay, 2012).
In more recent times, the leaves and seeds have been used to treat malaria and liver diseases, and various parts of the tree have been used to prepare ointments or infusions for heart disease, hemorrhoids, gout, ulcers, bronchitis, diarrhea, and other ailments (Ramos et al., 1984; Perusquía et al., 1995; Cortés-Arroyo et al., 2011; Su et al., 2013).
Although there are many preliminary reports of antibacterial, antifungal, antitumor, antispasmodic, and bronchodilator activities of Taxodium spp., little characterization of the bioactive compounds has been performed (reviewed in Su et al., 2013). The antitumor and antimicrobial activities of the diterpene DNA-binding compound, taxodione, isolated from T. distichum have been evaluated (Zaghloul et al., 2008; Kusomoto et al., 2009; Kusomoto et al., 2010). Another diterpene, taxodistine B, inhibits tubulin polymerization and is toxic to murine lymphoma P388 cells (Hirasawa et al., 2007).
http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/85111-moerascipres-of-taxodium.html
zaterdag, mei 21, 2016
Over hop en bijwerkingen van kruiden
Als we sommige officiële monografieën over kruiden mogen geloven, lijken steeds meer planten steeds meer bijwerkingen en interacties te vertonen. Het staat zelfs goed om te wijzen op de mogelijke gevaren van hun gebruik. Het lijkt namelijk een teken van deskundigheid te zijn. En ja, we moeten natuurlijk niet naïef zijn, planten die een positieve geneeskrachtige werking hebben, fysiologisch actief zijn in ons lichaam, kunnen natuurlijk ook negatief werkzaam zijn. Bijvoorbeeld als een plant bloeddrukverlagend werkt is dat positief bij een te hoge bloeddruk maar kan natuurlijk negatief zijn als je al een lage bloeddruk hebt. Echter door de zacht werkende middelen (mite-fytotherapeutica) die wij in de kruidengeneeskunde gebruiken, is de werking dikwijls juist regulerend. Een trage, zachte werking is juist een goede werking.
Wat nu steeds meer gebeurt is dat we deze subtiel werkende planten, sterker en direct willen laten werken en dus geconcentreerde preparaten maken, waardoor ze wel sneller effect hebben maar ook meer bijwerkingen krijgen.
Veel bijwerkingen die beschreven worden zijn ook louter theoretisch, hop bijvoorbeeld is een sedativum en dus gaat men er theoretisch vanuit dat een plant met die kalmerende werking beter niet bij depressies gebruikt kan worden. Of hop heeft een oestrogene werking en omdat (synthetische) oestrogenen mede borstkanker kunnen veroorzaken, kunnen we beter ook geen hop gebruiken. Dit zijn in feite puur theoretische modellen. Redeneringen die logisch lijken maar in de praktijk niet kloppen.
Bijvoorbeeld van hop is juist ook bekend dat het kankerwerend kan werken en dat de bitterstoffen die ook in hop aanwezig zijn, toniserend, versterkend kunnen zijn, wat juist bij depressies nuttig kan zijn.
Cruciaal is dat we juist geen geconcentreerde extracten gebruiken, die zijn niet alleen te hoog gedoseerd maar verstoren ook het evenwicht tussen de verschillende inhoudsstoffen.
The endocrine properties of hops are due to the high estrogenic activity of the prenylated flavonoid 8-prenylnaringenin.4 Other prenylated flavonoids, including isoxanthohumol and xanthohumol, have exhibited high chemopreventive, antiproliferative, and cytotoxic effects in human cancer cell lines.5
4. Milligan SR, Kalita JC, Pocock V, et al. Theendocrine activities of 8-prenylnaringenin andrelated hop (Humulus lupulus L.) flavonoids. J Clin Endocrinol Metab 2000;85:4912-4915.
Wat nu steeds meer gebeurt is dat we deze subtiel werkende planten, sterker en direct willen laten werken en dus geconcentreerde preparaten maken, waardoor ze wel sneller effect hebben maar ook meer bijwerkingen krijgen.
Veel bijwerkingen die beschreven worden zijn ook louter theoretisch, hop bijvoorbeeld is een sedativum en dus gaat men er theoretisch vanuit dat een plant met die kalmerende werking beter niet bij depressies gebruikt kan worden. Of hop heeft een oestrogene werking en omdat (synthetische) oestrogenen mede borstkanker kunnen veroorzaken, kunnen we beter ook geen hop gebruiken. Dit zijn in feite puur theoretische modellen. Redeneringen die logisch lijken maar in de praktijk niet kloppen.
Bijvoorbeeld van hop is juist ook bekend dat het kankerwerend kan werken en dat de bitterstoffen die ook in hop aanwezig zijn, toniserend, versterkend kunnen zijn, wat juist bij depressies nuttig kan zijn.
Cruciaal is dat we juist geen geconcentreerde extracten gebruiken, die zijn niet alleen te hoog gedoseerd maar verstoren ook het evenwicht tussen de verschillende inhoudsstoffen.
The endocrine properties of hops are due to the high estrogenic activity of the prenylated flavonoid 8-prenylnaringenin.4 Other prenylated flavonoids, including isoxanthohumol and xanthohumol, have exhibited high chemopreventive, antiproliferative, and cytotoxic effects in human cancer cell lines.5
4. Milligan SR, Kalita JC, Pocock V, et al. Theendocrine activities of 8-prenylnaringenin andrelated hop (Humulus lupulus L.) flavonoids. J Clin Endocrinol Metab 2000;85:4912-4915.
5. Henderson MC, Miranda CL, Stevens JF, et al.In vitro inhibition of human P450 enzymes by prenylated flavonoids from hops, Humulus lupulus. Xenobiotica 2000;30:235-251.
A particularly significant study done by Zanoli focused on the use of hops with a CO2 extract and “single fractions c ontainingα-acids and β-acids”. This CO2 extract displayed remarkable “pentobarbital” sleep-enhancing effect. However, the test showed a striking result in which the hops extract producedan antidepressant-like effect. They further studied andconcluded that the α-acids were producing these pentobarbital effects coupled with the antidepressant activity found after the administration of the drug. Zanoli, P., & Zavatti, M. (2008). Pharmacognostic and pharmacological profile of H. lupulus L. Journal of Ethnopharmacology, 116, 383-396.
The same group later demonstrated that humulone was active in blocking tumor promotion in the classical two-stage model of carcinogenesis. 31 Several different hops prenylflavonoids demonstrated antiproliferative and cytotoxic effects in breast, colon, and ovarian human cancer cell lines. 32 8-prenylnaringenin was shown to upregulate the cadherin and catenin genes in human breast cancer cells. 33 A comprehensive evaluation of xanthohumol as a cancer chemopreventative agent found that it warented clinical investigation because it had distinct activities at the initiation, promotion, and progression stages of carcinogenesis. 3431. Yasukawa K, Takeuchi M, Takido M. Humulon, a bitter in the hop, inhibits tumor promotion by 12-O- tetradecanoylphorbol-13-acetate in two-stage carcinogenesis in mouse skin. Oncology . 1995;52:156-158.
A particularly significant study done by Zanoli focused on the use of hops with a CO2 extract and “single fractions c ontainingα-acids and β-acids”. This CO2 extract displayed remarkable “pentobarbital” sleep-enhancing effect. However, the test showed a striking result in which the hops extract producedan antidepressant-like effect. They further studied andconcluded that the α-acids were producing these pentobarbital effects coupled with the antidepressant activity found after the administration of the drug. Zanoli, P., & Zavatti, M. (2008). Pharmacognostic and pharmacological profile of H. lupulus L. Journal of Ethnopharmacology, 116, 383-396.
The same group later demonstrated that humulone was active in blocking tumor promotion in the classical two-stage model of carcinogenesis. 31 Several different hops prenylflavonoids demonstrated antiproliferative and cytotoxic effects in breast, colon, and ovarian human cancer cell lines. 32 8-prenylnaringenin was shown to upregulate the cadherin and catenin genes in human breast cancer cells. 33 A comprehensive evaluation of xanthohumol as a cancer chemopreventative agent found that it warented clinical investigation because it had distinct activities at the initiation, promotion, and progression stages of carcinogenesis. 3431. Yasukawa K, Takeuchi M, Takido M. Humulon, a bitter in the hop, inhibits tumor promotion by 12-O- tetradecanoylphorbol-13-acetate in two-stage carcinogenesis in mouse skin. Oncology . 1995;52:156-158.
32. Miranda CL, Stevens JF, Helmrich A, et al. Antiproliferative and cytotoxic effects of prenylated flavonoids from hops ( Humulus lupulus ) in human cancer cell lines. Food Chem Toxicol . 1999;37:271-285.
33. Rong H, Boterberg T, Maubach J, et al. 8-Prenylnaringenin, the phytoestrogen in hops and beer, upregulates the function of the E-cadherin/catenin complex in human mammary carcinoma cells. Eur J Cell Biol . 2001;80:580-585.
33. Rong H, Boterberg T, Maubach J, et al. 8-Prenylnaringenin, the phytoestrogen in hops and beer, upregulates the function of the E-cadherin/catenin complex in human mammary carcinoma cells. Eur J Cell Biol . 2001;80:580-585.
34. Gerhauser C, Alt A, Heiss E, et al. Cancer chemopreventive activity of xanthohumol, a natural product derived from hop. Mol Cancer Ther . 2002;1:959-969.
dinsdag, mei 17, 2016
Onder de meidoorn
Tijdens mijn overnachting onder de meidoorn (in mijn motorhome) ben ik van plan een ode te schrijven aan deze stekelige struik, maar de zoete bloemengeur walmde zo intens naar binnen waardoor ik slaperig werd en niet aan romantisch schrijven toe kwam.
Buiten mijn huisje, je moet wel weten dat ik op een parking langs de autoweg staat, is het een heen en weer geloop van mannen die in de meidoornbosjes gaan pissen. Of.... dat dacht ik tenminste totdat één man bij mijn motorhome komt staan en vraagt of ik wat 'plezier' zoek. Zou dat de geur van de meidoorn zijn die zoiets veroorzaakt?
Dan toch maar een nuchter stukje schrijven over de inhoudsstoffen van Crataegus laevigata. Dat bloemen en bessen van de meidoornstruik een werking hebben op hart en bloedvaten staat wel vast. Men kan zeggen dat de tot hiertoe onderzochte Crataegus-soorten in hun bladeren, bloemen en vruchten dezelfde of in ieder geval gelijksoortige inhoudsstoffen bezitten; de hoeveelheid van de afzonderlijke verbindingen kan echter, afhankelijk van de soort en het orgaan, zeer sterk verschillen. Meidoorn bevat hoofdzakelijk een mengeling van verschillende flavonoïden Het zijn vooral twee inhoudsstoffen die behoren tot verschillende groepen die farmacologisch zeer belangrijk zijn: de oligomeren procyanidinen (OPC) en verschillende flavonoïden. De Crataegus-flavonen zijn afgeleide stoffen van apigenine en luteoline; die van de Crataegus-flavonolen zijn afgeleid van quercetine, kamferol en 8-methoxykamferol. Het gehalte aan oligomere procyanidinen hangt af van de groeiperiode. Bij C. laevigata is in de maand mei het aandeel aan oligomere procyanidinen OPC het hoogst. Later in het jaar neemt het polymeergehalte van de bladeren af en bereikt in augustus een minimum van 50%. Wagner heeft vastgesteld dat gedroogde meidoornbloemen cardiotonische 'aminen' bevatten die een positief inotroop (versterking van hartspiercontractie) effect uitoefenen in farmacologische tests. De drie 'amines' zijn stoffen met een indirect sympatho-mimetische (stimulerende invloed op het autonoom zenuwstelsel) eigenschappen.
Toch zijn de therapeutische effecten van Crataegus-bereidingen niet uitsluitend toe te schrijven aan deze amines, vermits deze stoffen grotendeels worden afgebroken in het spijsverteringsstelsel van ons lichaam. De studies die tot hiertoe zijn gedaan, nebben aangetoond dat de juiste werking nog ver van opgelost is. Andere inhoudsstoffen zijn o.a.: triterpeenzuren zoals ursolzuur, oleanolzuur en de Crataegus-specifieke crataegolzuur met verder nog de plantenzuren: chlorogeenzuur en koffiezuur. Als stikstofverbindingen: cholin, actylcholin, ethylamine en purinederivaten zoals adenosine, adenine, guanine en urinezuur.
Oef, dat was een hele boterham. Plezier beleven kun je blijkbaar op heel veel manieren.
Buiten mijn huisje, je moet wel weten dat ik op een parking langs de autoweg staat, is het een heen en weer geloop van mannen die in de meidoornbosjes gaan pissen. Of.... dat dacht ik tenminste totdat één man bij mijn motorhome komt staan en vraagt of ik wat 'plezier' zoek. Zou dat de geur van de meidoorn zijn die zoiets veroorzaakt?
Dan toch maar een nuchter stukje schrijven over de inhoudsstoffen van Crataegus laevigata. Dat bloemen en bessen van de meidoornstruik een werking hebben op hart en bloedvaten staat wel vast. Men kan zeggen dat de tot hiertoe onderzochte Crataegus-soorten in hun bladeren, bloemen en vruchten dezelfde of in ieder geval gelijksoortige inhoudsstoffen bezitten; de hoeveelheid van de afzonderlijke verbindingen kan echter, afhankelijk van de soort en het orgaan, zeer sterk verschillen. Meidoorn bevat hoofdzakelijk een mengeling van verschillende flavonoïden Het zijn vooral twee inhoudsstoffen die behoren tot verschillende groepen die farmacologisch zeer belangrijk zijn: de oligomeren procyanidinen (OPC) en verschillende flavonoïden. De Crataegus-flavonen zijn afgeleide stoffen van apigenine en luteoline; die van de Crataegus-flavonolen zijn afgeleid van quercetine, kamferol en 8-methoxykamferol. Het gehalte aan oligomere procyanidinen hangt af van de groeiperiode. Bij C. laevigata is in de maand mei het aandeel aan oligomere procyanidinen OPC het hoogst. Later in het jaar neemt het polymeergehalte van de bladeren af en bereikt in augustus een minimum van 50%. Wagner heeft vastgesteld dat gedroogde meidoornbloemen cardiotonische 'aminen' bevatten die een positief inotroop (versterking van hartspiercontractie) effect uitoefenen in farmacologische tests. De drie 'amines' zijn stoffen met een indirect sympatho-mimetische (stimulerende invloed op het autonoom zenuwstelsel) eigenschappen.
Toch zijn de therapeutische effecten van Crataegus-bereidingen niet uitsluitend toe te schrijven aan deze amines, vermits deze stoffen grotendeels worden afgebroken in het spijsverteringsstelsel van ons lichaam. De studies die tot hiertoe zijn gedaan, nebben aangetoond dat de juiste werking nog ver van opgelost is. Andere inhoudsstoffen zijn o.a.: triterpeenzuren zoals ursolzuur, oleanolzuur en de Crataegus-specifieke crataegolzuur met verder nog de plantenzuren: chlorogeenzuur en koffiezuur. Als stikstofverbindingen: cholin, actylcholin, ethylamine en purinederivaten zoals adenosine, adenine, guanine en urinezuur.
Oef, dat was een hele boterham. Plezier beleven kun je blijkbaar op heel veel manieren.
zondag, mei 15, 2016
Wandelen bij de vrouwenmantel
Tijdens ons kruidenweekend wandelen we ook in het Domaine du Bonsoy. We vertrekken bij de receptie, waar we direct het beekvalleitje induiken, het beekje brengt ons bij de grote visvijver. Hier vinden we een groep bloeiende wilde vrouwenmantels. Verhalen zijn er bij de vleet bij deze alchemistenplant. De grote glinsterende druppels in het hart van het blad zouden ooit door de alchemisten gebruikt geweest zijn bij hun scheikundige en spirituele experimenten op zoek naar het levenselixir. Ik tip mijn wijsvinger in het gewijde water, het blad doet mij denken aan de wijwatervaten in de kerk. Alchemilladruppels, heidens heilig water uit de natuur. Religie voor ruige natuurmensen.
Maar ook water dat volgens oude literatuur voor vele vrouwenkwalen gebruikt kan worden. Een beschermende en versterkende mantel voor de vrouw. De naam Vrouwenmantel heeft de plant mogelijk gekregen omdat de bladeren als een ouderwetse mantel (mantilla) geplooid zijn en als zodanig lichamelijk en geestelijke bescherming bieden aan de vrouw. Mellie Uyldert beschrijft het op haar eigen romantische manier: ‘ telkens waar de stengel zich vertakt, omsluit zulk een blad zorgzaam het vertakkingspunt, terwijl de bladsteel zelf ook weer met een schede de stengel omsluit. Alles aan deze plant zegt: omhulling, koestering, bescherming. Ze heeft dan ook helemaal het wezen van de baarmoeder.’
Ook ter bescherming van de borsten vind je de vrouwenmantel zowel bij Dodoens, Matthiolus als Munting terug. Dit cruyt ghestooten ende op der vrouwen ende maechden borsten gheleyt maeckt die hert vast ende stijf. lees ik bij Rembertus Dodonaeus.
En Abraham Munting, Beschryving der Kruyden, zegt: Indien men in dit Water tweemaal vierentwintig uren te weyk legt een weynig Hypocistis, Equisetum (of Paardestaart), Granaatschellen, en gedroogde roode Roozen: dan daarmede een tijd lang dagelijks wascht de Borsten van een Vrouw, zoo zullen de zelve daar van rond, net, en stijf worden; dit zal ook beletten, dat ze niet groot oprijzen, maar kleyn blijven.
Ook de nuchtere looistoffen in de plant verwijzen naar die versterkende, beschermende werking . Hier in de mysterieuze ochtend, afdalend naar de dampende Maasvallei voel je de kracht van deze Alchemillas.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/23198-vrouwenmantel-thee-uit-de-tuin.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/alchemilla-sp-vrouwenmantel
Ook ter bescherming van de borsten vind je de vrouwenmantel zowel bij Dodoens, Matthiolus als Munting terug. Dit cruyt ghestooten ende op der vrouwen ende maechden borsten gheleyt maeckt die hert vast ende stijf. lees ik bij Rembertus Dodonaeus.
En Abraham Munting, Beschryving der Kruyden, zegt: Indien men in dit Water tweemaal vierentwintig uren te weyk legt een weynig Hypocistis, Equisetum (of Paardestaart), Granaatschellen, en gedroogde roode Roozen: dan daarmede een tijd lang dagelijks wascht de Borsten van een Vrouw, zoo zullen de zelve daar van rond, net, en stijf worden; dit zal ook beletten, dat ze niet groot oprijzen, maar kleyn blijven.
Ook de nuchtere looistoffen in de plant verwijzen naar die versterkende, beschermende werking . Hier in de mysterieuze ochtend, afdalend naar de dampende Maasvallei voel je de kracht van deze Alchemillas.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/23198-vrouwenmantel-thee-uit-de-tuin.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/alchemilla-sp-vrouwenmantel
donderdag, mei 12, 2016
Verjaardag.
Mijn ver-jaar-dag. De facebookfelicitaties stromen binnen en.... ik ben er blij mee. Mijn panoramisch uitzicht vanuit Corail 12 ziet er vanmorgen nog grijs maar ook fris groen uit. De Maasvallei laat zijn vochtige dampen los en de bomen bij mijn huis trakteren me op vele groene blaadjes. Een mooie, sierlijke berk geflankeerd door een stoere eik en een pas in het blad komende esdoorn. Ik trakteer mezelf op kleine 'balkon'plantjes: citroenverbena, hyssop, Oost-Indische kers en het toepasselijke champagneblad.
Champagneblad? Inderdaad een prikkelend plantje met vele namen: Acmella, ABC kruid, Spilanthus, parakers, Sechuan.....en met nogal curieuze info over de geneeskrachtige werking. Zou te gebruiken zijn voor het genezen van chronisch droge ogen, gebruik de uitgebloeide bloemknoppen en neem daar een héél klein stukje van. Kauw dit om je ogen te activeren. Wanneer je een hele knop neemt heb je een aardige overdosis en voor enkele minuten een gevoelloze mond. De bloemen worden ook Buzz Buttons, Szechuan buttons, sansho buttons, en electric buttons genoemd.
De plant bevat, net zoals rode zonnehoed, alkylamiden, stoffen die tezelfdertijd een prikkelende en een verdovende werking hebben.
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/spilanthes-abc-kruid
Champagneblad? Inderdaad een prikkelend plantje met vele namen: Acmella, ABC kruid, Spilanthus, parakers, Sechuan.....en met nogal curieuze info over de geneeskrachtige werking. Zou te gebruiken zijn voor het genezen van chronisch droge ogen, gebruik de uitgebloeide bloemknoppen en neem daar een héél klein stukje van. Kauw dit om je ogen te activeren. Wanneer je een hele knop neemt heb je een aardige overdosis en voor enkele minuten een gevoelloze mond. De bloemen worden ook Buzz Buttons, Szechuan buttons, sansho buttons, en electric buttons genoemd.
De plant bevat, net zoals rode zonnehoed, alkylamiden, stoffen die tezelfdertijd een prikkelende en een verdovende werking hebben.
Parakers zou ook een 'natuurlijke Botox' zijn, wat de huid doet ontspannen. De actieve bestanddelen verminderen de samentrekking van de spieren, gezichtsplooien en rimpels worden gladgestreken en de huid ziet er jonger en steviger uit. Met mijn 72 jaar en ruige door weer en wind verweerde huid kan ik het eens gezellig op mijn eigen uitproberen.
Het kauwen op de plant heeft, net zoals rode zonnehoed een pijnstillende en onstekingswerende werking op het tandvlees, te gebruiken bij ontstoken tandvlees.
Een nuchter overzicht van de kwaliteiten van Acmella vind je op mijn website. Hier een samenvatting van die onderzoeken.
Spilanthes acmella is an important medicinal plant, found in tropical and subtropical countries mainly India and South America. Popularly, it is known as toothache plant which reduces the pain associated with toothaches and can induce saliva secretion. Various extracts and active metabolites from various parts of this plant possess useful pharmacological activities. Literature survey proposed that it has multiple pharmacological actions, which include antifungal, antipyretic, local anaesthetic, bioinsecticide, anticonvulsant, antioxidant, aphrodisiac, analgesic, pancreatic lipase inhibitor, antimicrobial, antinociception, diuretic, vasorelaxant, anti-human immunodeficiency virus, toothache relieve and anti-inflammatory effects.https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/spilanthes-abc-kruid