zaterdag, juli 14, 2018

Gele gentiaan en anderen bij Chianale

Voor de verandering steken we de laatste dag van onze kruidenstage de Col Agnel over, de grens tussen Franse Queyras en het Italiaanse Pontechianale. Niet alleen de taal, de huizen en de mensen zijn anders maar ook de plantengroei. Op onze gemakkelijke wandeling in de vallei van het Middeleeuwse Chianale naar Maddalena vinden we een overvloed aan planten met als zeldzame schoonheid de Oranjelelie, maar ook een feeëriek hellingbos met geelbloeiende goudenregen  valt bijzonder op.

Gele gentiaan zijn hier helemaal niet zeldzaam en als we dan op een picknickplekje wat verpletterde planten vinden, kunnen we het als rechtgeaarde herboristen niet laten om zo'n eerbiedwaardige wortel te oogsten.

Gentiana lutea L., de Gele gentiaan is samen met het duizendguldenkruid onze bekendste bitterstofplant.Van nature komt hij nog steeds veel voor op bergweilanden, waar hij veelvuldig vertrappeld wordt door onschuldige koeienpoten, maar dat lijkt zijn stevige wortel niet te deren. Met zijn recht omhoog groeiende bloemstengel en zijn gegroepeerde gele bloemen in verschillende etages, verschilt hij veel van de lage, blauwbloeiende berggentiaantjes.

Volgens Dioscorides is de naam afkomstig van koning of doctor Gentius van Illurië (ca. 167 voor Christus). Hij zou een gentiaansoort als middel tegen de pest gebruikt hebben. Dioscorides is ongetwijfeld de bekendste doctor-herborist uit de Oudheid. Hij adviseerde de Gentiaan tegen een waslijst van kwalen en problemen. Petrus Nijlandt (1682) omschrijft het gebruik als volgt : "Voor vergift, en beten van verwoet Gedierte / Voor verstoppinge van het Ingewandt, slappe Maag, Wormen, Graveel en opgestopte Maendstonden der Vrouwen / Voor alderhande Koortsen / Voor Zijdepijn, en die van binnen gekwetst zijn.' Dodonaeus bestrijkt zelfs de huid met het sap van de wortel 'voor placken van de Huid'. Culpeper, de bekendste Engelse herborist, schrijft in zijn 'Complete Herbal' uit 1826 : 'they are under the dominion of Mars ... it strengthens the stomach exceedingly, helps digestion, comforts the heart ... the powder of the dry roots helps the bitings of mad dogs and venemous beasts ... '.

De plant was en is opgenomen in vele farmacopeeën o.a. als 'Radix Gentianae rubrae' in de Pharmacopoea Borussica (1799) als Tinctura amara.

Recept:

  • Summitatum Centaurii minoris
  • Pomorum Aurantii immaturorum
  • Radicis Gentianae
  • Singulorum Uncias duas
  • Zedoariae Unciam unam concisis etcontusis affundi Spiritus Vini rectificati Libras tres.

Vrij vertaald is dit een bittertinctuur met de bloeitoppen van duizendguldenkruid, de onrijpe bitter appelsienen, de gentiaanwortel en een soort geelwortel (Curcuma zedoaria Rosc.).

Herbal products derived from Gentiana spp. roots, are very effective for improving appetite. There are two pharmacological mechanisms by which bitter tastants impact digestion:
(1) the cephalic-response model: this hypothesis is that the bitter substances pass to a special group of cells in the cerebral cortex and it stimulate the vagus nerve to both the salivary gland and the stomach,
(2) the local-response model: bitter tastants act directly on the mucosa of the upper part of the gastrointestinal tract and especially on the bitter receptors to release of saliva and gastric juices. The last hypothesis is supported by recent studies that bitter, sour, sweet and umami taste receptor cells are present in the stomach, duodenum, jejunum, ileum and colon of rats.

Meer info over gele gentiaan op https://eten-en-drinken.infonu.nl/dranken-overig/22916-gele-gentiaan-likeurplant-voor-de-maag.html  en https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5634738/


maandag, juli 09, 2018

Astragalus alopecurus
Naast de exuberant veel bijzondere planten zoals Astragalus alopecurus, komen we tijdens onze kruidenstage in de Franse Queyras ook hele gewone, maar opvallend grote toortssoorten tegen. De plant trekt de laatste jaren ook medicinaal meer aandacht. De bloemen waren vooral als slijmstofplant bekend, dus te gebruiken bij een droge hoest.

Konings- en andere kaarsen zijn niet alleen verzachtend voor de luchtwegen door de slijmstoffen maar ook ontstekingswerend door de stof harpagoside en daardoor ook te proberen bij reumatische klachten. Verse bladeren kun je
als cataplasma gebruiken op pijnlijke gewrichten en het aftreksel als zitbad bij ontstoken aambeien. Chemisch gezien verenigt het kruid de anti-inflammatoire werking van het harpagoside (zoals in Duivelsklauw), met de verzachtende werking van de slijmstoffen en de anti-bacteriele effecten van de koffiezuuresters. De zaden van Verbascum sinuatum zouden giftig zijn voor vissen, vandaar dat traditioneel de toortsen ook bij het vissen gebruikt werden. Als je de hele plant in het water sopt, zouden de arme diertjes op het droge springen. Ik ben zelf geen visser en heb dit truukje nog niet geprobeerd, maar de plant bevat ook zeepstoffen, die licht giftig zijn voor vissen. Vandaar misschien het effect.


Bij Les Meyries, de warme kant / L'Adret
Ondertussen wandelen we de eerste dag van onze kruidenstage van Chateau Ville-vieille via Les Meyries naar Chateau-Queyras langs de warme kant (L'Adret)  en terug langs de 'koude' kant (L'Ubac).

L’adret (terme géographique de 1927, issu du vieux français adrecht, « adroit », « endroit » ou « bon côté ») est l'ensemble des versants d’une vallée de montagne qui bénéficient de la plus longue exposition au soleil. Le versant opposé, moins ensoleillé et plus froid, est l'ubac.

Le terme provient du latin dirēctu(m), participe passé du verbe dirigĕre (« diriger »), et de l'adjectif dirēct(us) (« direct »). Il a pour homologues en vieux français adrecht, du latin ad rēct(um) (« en ligne droite » ou « droit »), dreit ou drecht en provençal, dret en occitan et dritto en italien.

En versant sud, ou adret, la température est plus élevée et, de ce fait, la végétation monte plus haut qu'en versant nord, ou ubac. Par journée ensoleillée, un adret alpestre peut recevoir de 8 à 10 fois plus de chaleur qu'un ubac de même pente, facteur qui conditionne la répartition des espèces : essences résistant à la sécheresse en adret (pin sylvestre, pin à crochets), essences recherchant l'humidité en ubac (hêtre, sapin, épicéa, pin cembro et mélèze).



donderdag, juli 05, 2018

Op zoek naar de rozenwortel

Wandelen doen we al een eeuwigheid. Wandelen op zoek naar jezelf, op zoek naar de anderen, op zoek naar planten. En af en toe vinden we ook een stukje van onszelf, een stukje van de anderen en een stukje van de planten.

Medische en mythische planten ontdekken is al genees- en geestkracht op zich. Zo is dat ook met de rozenwortel. Aarde en hemelse geuren. Eén zijn met de plant in het immense landschap.

Rozenwortel emotioneel: een persoonlijke impressie van jaren geleden.
Om zeven uur word ik wakker met rondom mij bergen tot 3000 meter. Droom ik of is dit werkelijkheid? Het moet vandaag voor mij een mythische dag worden. Het zoeken van de Rozenwortel, het bergpad, de inspanning. het ritueel. Om zeven uur dertig ben ik al op pad, alleen in de bergen, temperatuur nauwelijks 14 graden, ik wandel door de wolken naar de zon, temperatuur 23 graden. Na 4 uur wandelen ontdek ik de eerste rozenwortels op 2560 meter hoogte tussen een chaos van rotsblokken (éboulis), zijn geliefde groeiplaats.
Alleen op de wereld met mijn rozenwortels, vraag ik of ik iets van hen mag meenemen. Ik kniel tussen de rotsen, scheur een stuk wortel van de plant, en voel dan zowel de sponzige, sappige als tanige delen. Ik herken het etherische rozenaroma maar ook de aardse wortelgeur. Ik ben weer thuis in de bergen bij mijn rozenwortels.
De rest van de dag wandel ik op het ritme van de Rhodiola, over cols, langs gletsjers op eenzame, heilige hoogte om pas 's avonds weer af te dalen naar de vallei van de mensen.
Daar is een andere oogst aan de gang, het hooien van de kruidige graslanden. De kruidenthee voor de koe, het schaap en de geit met zwartmoeskervel, bergvenkel, vrouwenmantel, veldsalie en wilde tijm.

Ik wandel de boeren voorbij met mijn eigen oogst en op het ritme van Rho-di-o-la, Ro-zen-wor-tel bereik ik de vreemde wereld van de grote mensen. Mijn opdracht is volbracht! Ik kan weer even bijna helemaal gelukkig zijn.

woensdag, juli 04, 2018

Herinnering aan Bellegarde


'ons' huis
Vitex voor het huis
Tijdens onze kruidenstage in de Franse Drôme bezoeken we ook nog eens het dorp Bellegarde. 
De plaats waar we verschillende jaren gewoond hebben.

Het huis en 'mijn' planten zijn er nog steeds. De monnikenpeper voor het huis groeit er goed in de warmte van de asfalt. Deze mythische plant trekt zich blijkbaar niks aan van uitlaatgassen en motorenherrie. Herinnering is hier alom aanwezig. We wandelen achter het huis de trap op naar de schamele resten van het oude dorp. Bloeiende bezembrem en bosjes wilde tijm geuren ons tegemoet. Boven zijn de resten van een lang geleden aangelegd labyrint nog net zichtbaar. We wandelen over de kam met zicht op de oude kruidentuin, plukken bloeiende wilde lavendel en via een geitenpad komen we in het gehucht Le Passol uit. De oude populieren met de hun geur van wierook heb ik hier leren waarderen. Terug in Bellegarde dalen we af in de verwildering van de kruidentuin. Veel planten zijn verdwenen maar de oude getrouwen alant, alsem, bonenkruid en muskaatsalie houden meer dan stand. We dompelen ons onder in de geur van heimwee, plukken wild om ons heen alsof we de hele tuin mee willen dragen en verlaten volgeladen van geur en geestkracht ons oude dorp. Het ga je goed Belle Garde.

In het oude dorp van Bellegarde

Over het oude gebruik van de monikkenpeper / Vitex agnus-castus

Het cultische gebruik van Vitex was in de antieke oudheid wijdverbreid. Zo bericht Pausanias" in de 2de eeuw over een aan Asklepios, de Griekse god van de geneeskunst, gewijde tempel waarin zich als zinnebeeld van de geneeskracht van de struik, een uit vitexhout vervaardigd godenbeeld bevond. Maar ook de medische toepassing ging met magische voorstellingen gepaard. Zo schrijft Dioscorides dat de takken, als men ze in de hand houdt, een bescherming vormen tegen aanvallen door wolven. Homerus noemt de struik lugos, wilgenteen en beschouwde hem eveneens als onheil bezwerend en als kuisheidssymbool. Volgens de Griekse mythologie werd de godin Hera onder een Agnus castusstruik geboren. Hera werd door het volk als 'hoedster van het huwelijk' vereerd.
De Vestaalse Maagden in Rome droegen twijgen van Vitex als kuisheidssymbool. De omstreeks 330 in Pergamum geboren Oribasius, de latere arts en vriend van keizer Julianus Apostata, voert in zijn omvangrijke werk Sunagogai iatrichai - Verzamelingen met een medische inhoud  "Agnifoliae semen" op onder de "officinale middelen".

Kuislam.
In de elfde eeuw ontwikkelde zich aan de hand van de Latijnse naam Agnus castus de Duitse benaming Keuschlamm (kuislam), die voor het eerst wordt aangetroffen bij Albertus Magnus. In de eerste Duitstalige Naturgeschichte van Konrad von Megenberg (14de eeuw), wordt de plant Kauschlamp genoemd. Andere volksnamen zijn: Keuschstrauch, kuischboom of kuisheidsplant in het Nederlands en chastetree in het Engels. De in de antieke oudheid heersende opvatting die tot uitdrukking kwam in het feest ter ere van Demeter werd door het christendom overgenomen. Zo werd bij de inkleding van novices de weg naar het klooster met bloemen van Agnus castus bestrooid, een gebruik dat thans nog in enkele streken van Italië in zwang schijnt te zijn. De naar peper geurende en smakende vruchten werden in Zuid-Europa als specerij gebruikt.

Monniken peper
Deze naam is een, op het eerste zicht contradictorische combinatie. Een peper voor de monniken, is dat niet stimulerend? Het wordt begrijpelijk als je de peperachtige smaak van de rijpe vruchten ervaart. De benamingen mönchspfeffer, mönchssamen en pfefferbaum wijzen duidelijk op het gebruik van de peperachtige vruchten in de kloosterkeuken. De in de vorige eeuw hier en daar gebruikelijke naam gewürzmülle slaat niet alleen op de kruidige zaden, maar ook op de witviltige takken en onderkant van de bladeren, die eruitzien alsof ze met meel  (mulle) bestoven zijn. De bladeren hebben eveneens een scherpe smaak en werden af en toe in plaats van hop bij het brouwen gebruikt.