zaterdag, december 10, 2022

Witte krodde. IJslolly bij de menhirs van Oppagne

We wandelen in de witte wereld van Weris. Koude én warmte kruid de dag. Langs de stoere kerk voorbij de oude linde richting Oppagne en naar de oude appelbomen met maretak. Hier voeren we ons jaarlijks ritueel uit. Energetische tinctuur maken, maretakken die alcohol in glazen flesjes bevruchten. Een ritueel met plezier en betekenis, een ritueel zoals een ander. 

Open veld, holle wegen, huizen en een beukenbos en dan in de mistige verte de menhirs van Oppagne. Menhir betekent lange, rechtopstaande steen. In Oppagne hebben de menhirs een hoogte van 2 m tot 2,70 m boven de grond. Ze zijn recht gezet in een uitgegraven holte en gestut door kleine stenen. De steensoort is puddingsteen, een natuurlijke rots die lange tijd werd geëxploiteerd. 

Menhirs. bakens, antennes, energiecentrales? En mensjes, herboristjes 5000 jaar later vol bewondering voor die grote stenen en voor de kleine plantjes, onkruidjes om ons heen.

Hier groeit de witte krodde, een ijslolly uit een winterse natuur. Nu krokant smakend met een vleugje mosterd. Boeren zouden vroeger de zaadjes aan hun eten toegevoegd hebben, boerenmosterd werd het dan ook wel genoemd. Krodde, een merkwaardige naam. mogelijk is dit afgeleid van een oud woord krode: last, een lastig onkruid. 

Zo was het gebruik vroeger, schrijft Dodonaeus ‘Wilde kersen, dat zijn de soorten van Thlaspi, de zaden er van zijn scherp en bijtend van smaak, zegt Galenus. Dit zaad van wilde kers laat de gezwellen en blaren die binnen het lichaam gegroeid zijn uitbreken, het verwekt ook de maandstonden van de vrouwen. Aangezien dat het zaad van Thlaspi of wilde kersen zeer heet en sterk van werken is laat ze het bloed afgaan als het te veel ingenomen wordt en is de bevruchte of zwangere vrouwen zeer kwaad en hinderlijk want het laat de vrucht in het lichaam van hun moeder sterven’.

Het kruid werd wel door het vee gegeten waardoor de boter ervan een lookachtige, niet zo’n prettige smaak kreeg. Het fijngesneden frisgroene blad geeft salades een pittige uiensmaak. Het blad kan als groente gestoofd worden.

Witte krodde is nauwelijks bekend als geneeskrachtig kruid. De antibacteriële werking van de plant zou uitwendig of inwendig kunnen helpen bij de ontsteking van de nieren. De plant zou helpen bij menstruatieklachten, baarmoederontstekingen en in bad bij vaginale ontstekingen. Bij huidontsteking zou uitwendig gebruik (bad, wassing of kompres) van deze plant de pijn verlichten. 



donderdag, december 08, 2022

Koffie en gezondheid

Koffie gezond of ongezond? De tijd dat aan koffie alleen maar nadelen werd toegeschreven, lijkt goeddeels voorbij. Althans, wanneer we afgaan op recente publicaties waarin het genotmiddel vrijwel uitsluitend aan gezondheidswinst wordt gekoppeld. En is dat ook te danken aan de bekendste component, cafeïne?
De voordelen van koffie werden recentelijk aannemelijk gemaakt voor prostaatkanker1, waarbij een langere overleving werd vastgesteld onder patiënten met een bepaald genotype. Bij baarmoederkanker2 werd een lager risico door koffie gevonden, vooral onder vrouwen met een hoge BMI. Een ander voorbeeld is diabetes3. Geconcludeerd werd tot een verlaagde kans voor vrouwen die eerder zwangerschapsdiabetes hadden gehad.

Het duidelijkst komen de voordelen tot uiting in een analyse4 van de koffieconsumptie bij 395.539 personen van wie de gegevens tussen 2006 en 2010 werden verzameld voor de Britse Biobank. In aanmerking genomen werden 496 gezondheidsproblemen, waarvan het verband werd onderzocht met de hoeveelheid geconsumeerde koffie. Een lage inname werd gedefinieerd als minder dan één kop per dag, gemiddeld was één tot drie koppen en van een hoge inname was sprake bij vier of meer koppen per dag.
De gunstige invloed betrof vooral cardiometabole en maag-darmproblemen, (bij vrouwen) oestrogeen-gerelateerde en (bij mannen) alcoholgerelateerde aandoeningen. Voor elf gezondheidsproblemen werd een lineaire dosis-responsrelatie gevonden; voor de negentien andere was het verband niet-lineair, statistisch in de vorm van een U-curve.

De gunstige effecten waren veel groter voor koffie met cafeïne dan voor decaf. Onderzoek waarin ook andere cafeïnebronnen (zoals thee) worden meegenomen, moet uitwijzen of deze effecten te danken zijn aan de antioxidatieve, anti-inflammatoire en tumorremmende eigenschappen van cafeïne. Want mogelijk spelen ook andere koffiecomponenten (chlorogeenzuur, flavonoïden) daarbij een rol. Die laatste suggestie gaat bijvoorbeeld uit van een afzonderlijke studie naar de relatie tussen koffie en hart- en vaatziekten.5 De gunstige effecten zijn daarbij overtuigender voor koffie zónder cafeïne.

Referentie(s)
1 Gregg JR, Kim J, Logothetis C, et al. Coffee Intake, Caffeine Metabolism Genotype, and Survival Among Men with Prostate Cancer. Eur Urol Oncol. 2022 Aug 20:S2588-9311(22)00138-9.
2 Crous-Bou M, Du M, Gunter MJ, et al. Coffee consumption and risk of endometrial cancer: a pooled analysis of individual participant data in the Epidemiology of Endometrial Cancer Consortium (E2C2). Am J Clin Nutr. 2022 Aug 30;116(5):1219–28.
3 Yang J, Tobias DK, Li S, et al. Habitual coffee consumption and subsequent risk of type 2 diabetes in individuals with a history of gestational diabetes - a prospective study. Am J Clin Nutr. 2022 Nov 14:nqac241.
4 Hou C, Zeng Y, Chen W, et al. Medical conditions associated with coffee consumption: Disease-trajectory and comorbidity network analyses of a prospective cohort study in UK Biobank. Am J Clin Nutr. 2022 Sep 2;116(3):730-740.
5 Chieng D, Canovas R, Segan L, et al. The impact of coffee subtypes on incident cardiovascular disease, arrhythmias, and mortality: long-term outcomes from the UK Biobank. Eur J Prev Cardiol. 2022 Sep 27:zwac189.

dinsdag, december 06, 2022

Paprika's kunnen beschermen tegen de ziekte van Parkinson

Het zou zomaar kunnen dat mensen die vaak paprika's of pepers eten hun kans op de ziekte van Parkinson fors verminderen. Dat suggereert een epidemiologische studie die onderzoekers van de University of Washington hebben gepubliceerd in de Annals of Neurology. In paprika's en pepers, maar ook in tomaten, zitten nicotine, capsaicin en andere stoffen die hersencellen beschermen.

Parkinson

In de eerste stadia van de ziekte van Parkinson sterven hersencellen af die dopamine produceren. Daardoor krijgen Parkinsonpatiënten steeds meer moeite met bewegen, worden hun spieren stijf en pijnlijk, en kunnen ze het plezier in het leven of het vermogen verliezen om beslissingen te nemen.

Roken en meeroken beschermt tegen de ziekte van Parkinson, en dat komt waarschijnlijk doordat tabaksrook nicotine bevat. [Mov Disord. 2012 Jul;27(8):947-57.]. Dat wil niet zeggen dat roken 'dus' gezond is: de kans dat je door roken geen Parkinson zult krijgen is betrekkelijk klein, de kans dat je door roken jong zult overlijden aan kanker aanzienlijk.

Nu zit er ook in planten uit de nachtschade-familie - aardappels, aubergine, tomaten, paprika en pepers - per kg 2 tot 7 microgram nicotine. Bij een normaal dieet consumeer je al snel meer dan 1 microgram nicotine per dag, en enkele procenten van de bevolking consumeren zelfs meer dan 2 microgram nicotine per dag. [J Agric Food Chem. 1999 Aug;47(8):3113-20.] Om je een idee te geven: als je drie uur in een kamer zit waarin tabaksrook in de lucht zweeft, dan consumeer je 1 microgram aan nicotine. [N Engl J Med. 1993 Aug 5;329(6):437.]

Studie

De onderzoekers vroegen zich af of mensen die veel nachtschadeplanten eten minder vaak Parkinson krijgen, en vergeleken de voedingsgewoonten van 490 mensen waarbij artsen zojuist de ziekte van Parkinson hadden vastgesteld met die van een controlegroep.

Resultaten

De onderzoekers ontdekten dat groene, gele en rode paprika's en pepers beschermen tegen Parkinson. Tomaten doen dat in mindere mate, aardappels en aubergines beschermen niet. Mensen die dagelijks paprika's of pepers eten halveren zo ongeveer hun kans op de ziekte van Parkinson ten opzichte van mensen die dat nooit doen. Vooral als je niet rookt is de beschermende werking van pepers en paprika aanzienlijk.

Anatabine

De onderzoekers houden de mogelijkheid open dat de beschermende werking van paprika en peper niet alleen wordt veroorzaakt door nicotine. In paprika zit ook de nicotine-analoog anatabine [structuurformule hiernaast]. In dierstudies remt anatabine de ziekte van Alzheimer, en wie-weet doet anatabine dat ook met de ziekte van Parkinson. [Eur J Pharmacol. 2011 Nov 30;670(2-3):384-91.]

Capsaicin


Een andere groep stoffen in paprika en peper is die van de capsaicin-analogen. Die stoffen prikkelen de receptor TRPV1. Volgens sommige studies kan capsaicin in hoge concentraties hersencellen via die receptor beschadigen, maar er zijn ook dierstudies waarin capsaicin dopamine-producerende hersencellen juist beschermt. [Brain Res Bull. 2012 Nov 1;89(3-4):92-6.]

Slot

"Epidemiological studies may shed further light on our somewhat novel hypothesis and findings", besluiten de onderzoekers. "Although they are consistent with the well-established inverse association between Parkinson's disease and tobacco use, it remains unknown whether nicotine reduces Parkinson's disease risk and whether TRPV1 agonists, including those in peppers, are neuroprotective or neurotoxic."

"Replication of our findings will be needed to strengthen causal inferences that might eventually lead to dietary or pharmaceutical interventions designed to help prevent Parkinson's disease."

Bron: Ann Neurol. 2013 Sep;74(3):472-7.

Uit een andere voorlopige studie blijkt ook dat voeding rijk aan rode pepers geheugenverlies en de ziekte van Alzheimer wellicht kan tegengaan. Geheugenachteruitgang als gevolg van opeenhoping van bèta-amyloïd tussen de zenuwcellen in de hersenen en daardoor een slechte perfiere glucose homeostase en insulineresistentie in de hersenen, wordt tegengegaan zo blijkt uit de studie door dagelijkse voeding aangevuld met rode peper extracten, rijk aan capsaïcine. Rode pepers blokkeren de fosforylering van tau-eiwitten en de opeenhoping van bèta-amyloïd, de kenmerken van de ziekte van Alzheimer.

Bron: Red peppers with moderate and severe pungency prevent the memory deficit and hepatic insulin resistance in diabetic rats with Alzheimer’s disease. Hye Jeong Yang, Dae Young Kwon, Min Jung Kim, Suna Kang, Na Rang Moon, James W Daily & Sunmin Park. Nutrition & Metabolism volume 12, Article number: 9 (2015) 

Kaardenbol, geschiedenis en Lyme

Aan zijn grote stekelige hoofdjes met daarin lila bloemen is de Grote kaardenbol, Dipsacus fullonum, in de zomer goed te herkennen. Ook de stekelige bladeren en stengels vallen direct op, terwijl het stagnerende regenwater in de vergroeide bladvoeten een uniek verschijnsel is in onze flora. De plant staat vaak in ruigten, maar ook wel in bermen en op de hellingen van dijken.

In de westerse planten- en volksgeneeskunde is er op het eerste zicht weinig melding van het gebruik van de kaardenbol. De wortel werd gebruikt, verpulverd als zalf, bij scheurtjes en fistels aan de anus. Pas de laatste jaren is de plant bekend geraakt als mogelijk medicijn tegen de ziekte van Lyme.

Het uitwendig gebruik van de insecten, die verdrinken in het waterbekken van de bladerenkrans, wordt ook als remedie tegen de vierdaagse koorts, een soort van malaria-koorts, aanbevolen. Opmerkelijk is dat we hier al een vermelding van het gebruik van de plant bij een vorm van malaria tegenkomen, weliswaar uitwendig en meer spiritueel dan fysiek.

Gebruik in het verleden

De Griekse arts ,farmacoloog en botanicus Dioscorides (circa 40-90 na Christus) schreef in zijn vijfdelige encyclopedie “De Materia Medica”:”de wortel dsie met wijn of azijn fijngestampt wordt tot de consistentie van een waszalf bereikt is, geneest scheurtjes aan de aars en fistels.”

Vooral vermeldenswaardig in de geschiedenis van het medicinale gebruik van kaardenbol bij Hildegard von Bingen (1098-1179). Deze Duitse benedictijnse abdis schreef in haar boek “Buch von den Planzen” (Liber simplicis medicinae), 'wanneer men gif gegeten of gedronken heeft, dient men het hoofd, blad en wortel van de cardo te verpulveren of in een spijs of drank tot zich te nemen'. In moderne terminologie is er hier een eerste maal sprake van de sterk ontgiftende werking van de kaardenbol. Volgens haar werkt het poeder gemengd met vet ook tegen huiduitslag.

Rembert Dodoens, beter bekend onder zijn gelatiniseerde naam Rembertus Dodonaeus (1517 of 1518 – 1585) was een plantkundige en arts uit de Zuidelijke Nederlanden. In zijn “Cruijdeboeck” van 1554 geeft Dodoens er dezelfde indicatie aan als Dioscorides met met nog één bijkomende indicatie 'het genezen van de vierdaagse koorts. ” Die wormkens die men in die bollekens van den Caerden vint sijn goet tseghen die vierdedaechse cortse aen den hals oft arm ghedraghen als Dioscorides scrijft.”\

Leonard Fuchs ( 1501-1566), Duits botanicus en arts en één van de vaders van de botanie, schrijft in zijn “New Kreuterbuch “dezelfde eigenschappen toe aan de kaardenbol als Dodoens.

Hieronymus Bock (1498-1554) was een Duitse botanist en arts die op zijn eigen manier en niet volgens Dioscorides zoals gebruikelijk was, maar door observatie , de planten begon te klasseren op basis van hun eigenschappen. Hij schrijft in zijn Kreuterbuch (1560) dat hij teleurgesteld is in het gebruik tegen de vierdaagse koorts van de wormpjes, afkomstig uit het waterbekken van de plant. De bladeren van de kaardenbol op het hoofd gelegd, zouden de hersenen kalmeren, het sap van het kruid in de oren zou de wormen in de oren doden. De wortel in wijn gekookt en gestampt, zou goed zijn tegen wonden, vooral aan de anus. Er zouden wratten mee verdreven worden alsook zou het water uit het waterbekken helpen tegen vlekken onder de ogen of tegen ontstoken ogen.

Een nieuwe indicatie vinden we bij Gerhard Madaus (1890- 1942) die schrijft dat de Dipsacus sylvestris gebruikt kan worden bij phthisis, longtuberculose.

Recent gebruik

Vanaf ongeveer 2007 werd het gebruik van kaardenbol geherintroduceerd in Europa. Dit was het gevolg van een hype die ontstond na de publicatie van het boek van Storl. De Duitse etnobotanicus Wolf-Dieter Storl beschrijft in zijn boek "Mit Pflanzen verbunden" het gebruik van de Kaardenbol als natuurlijk middel bij de ziekte van Lyme. In 2007 wijdde hij hieraan een heel boek :”Borreliose natûrlich heilen”. Storl had zelf de ziekte van Lyme opgelopen en etnobotanicus zijnde, ging hij op zoek naar middelen om zichzelf te genezen. Het boek werd in 2012 vertaald naar het Nederlands door Willem Jacobs: "De ziekte van Lyme". Via sociale media geraakte het gebruik van kaardenbol tegen Lyme verder verspreid. Tegelijkertijd ontstond er vanuit andere kampen ook tegenstand tegen het boek van Storl omdat het gevaarlijk is om bij een vaststaande borreliose-infectie geen antibiotica te nemen.

Martin Koradi, Dozent für Phytotherapie / Heilpflanzenkunde schreef hierover een ganse persmededeling (Pressemitteilung vom 10.08.2007) en debatteerde online met mensen die het boek van Storl hardnekkig verdedigden.

Matthew Wood en William LeSassier over de kaardenbol

Storl zelf, haalde zijn inspiratie uit het boek van Matthew Wood, “The book of herbal wisdom” dat voor de eerste maal verscheen in 1997. Wood baseerde zijn gebruik van de Dipsacus sylvestris op de traditionele Chinese geneeskunde (TCM) en op de ervaringen van collega-herboristen. Hij ontmoette William LeSassier, een Amerikaanse bekende herborist (1948-2003) die de kaardenbol gebruikte op basis van de indicaties van de TCM. Kaardenbol was één van LeSassier’s favoriete planten en hij had er een uitgebreide ervaring mee. Hij gebruikte de kaardenbol als remedie voor gewrichten die gescheurd of beschadigd waren. Lesassier baseerde zijn gebruik van kaardenbol op de TCM die een soortgelijke Dipsacus gebruikten namelijk de Dipsacus japonicus.

Wood zocht dan verder naar gegevens over het gebruik in de TCM en kwam uit op het boek van Dan Bensky’s “Chinese Herbal Medicine, Materia Medica”. Hier vinden we dat Dipsacus japonicus tonisch is voor de nieren- en de leveressence , hij staat vermeldt onder de kruiden die de Yang tonifiëren. Nier- en lever essentie verwijst niet naar de organen zelf maar wel naar energetische systemen. Wood legt voor de eerste maal een link naar gebruik bij de ziekte van Lyme. De ervaringen met het gebruik van de Dipsacus sylvestris die Wood beschrijft in zijn boek “The book of herbal wisdom” zijn eerder anekdotisch. Hij beschrijft vijf gevallen waarin er een genezing plaats vond. In het verleden was dit de enige manier waarop medicinaal gebruik van een plant kon ontstaan.

Ondertussen ontstond er een gans internetplatform voor het gebruik van kaardenbol vooral door de verspreiding via de sociale media van de successen met kaardenbol. Ik zou zeggen..... word vervolgd.

Referentie. Eindwerk herboristen opleiding over kaardenbol