vrijdag, juli 28, 2023

Bergbonenkruid bloeit in de Cascatellestuin

Satureja hortensis, is een klein, eenjarig plantje uit de familie van de lipbloemigen, het is inheems in Zuid Europa en het Middellandse Zeegebied. De Satureja montana L. is een winterharde, overblijvende plant, die niet zoveel als toekruid gebruikt wordt als de Satureja hortensis, die fijner is van smaak en geur. De zeer aromatische bladeren en de zachte uiteinden van de stengels vormen de bekende kruiderij.

Bonenkruid in het oude Rome

In het oude Rome kende men bonenkruid als groente en als kruiderij. Vermengd met wijn vormde het kruid een saus, die geserveerd werd tijdens feestmalen. Oude kronieken geven aan dat bonenkruid, dat een peperachtige smaak heeft, bij de Romeinen bekend was voordat de eerste hoeveelheden echte peper vanuit India aangevoerd werden.
Zoals de Latijnse naam Satureja aangeeft, dacht men dat de saters deze plant uitverkoren hadden als hun favoriet en dat zou de reden kunnen zijn, waarom men haar vroeger en ook nu nog als een de geslachtsdrift opwekkend middel beschouwde. Ook werd dit kruid, in het bijzonder als tonicum en maagmiddel voorgeschreven en ter behandeling van bijen- en wespensteken. Vergilius, die leefde in de eerste eeuw voor onze jaartelling, kweekte bonenkruid als ambrozijn voor zijn bijen en noemde het een van de geurigste toekruiden. De Romeinen brachten het bonenkruid naar Engeland, waar het savory genoemd werd. In de oude Angelsaksische recepten werd het al spoedig een belangrijk ingrediënt in farsing, vulling voor pastei.

Bonenkruid bij Dodonaeus
Dodonaeus, arts en kruidkundiige uit de 16de eeuw, vermelde bonenkruid als een soort tijm (Serpyllum). Hij schrijft 'Dat ander gheslacht van Serpillum dat Tenderick geheeten wordt / es van stelen ende bladeren die ghemeyne Hysope wat ghelijck. Het heeft houtachtighe dunne steelkens niet cruypende / maer recht op wassende / met cleyne smalle bladerkens becleet. Die bloemen comen tusschen die bladerkens voort ghelijck aen die ghemeyne hof Cuele / dyen dit cruyt van fatsoene ende van smaecke seer ghelijckt / uutghenomen dattet minder es / meer houtachtich / ende dat het swinters niet en sterft ghelijck die Cuele / maer blijft duerende ghelijck die ghemeyne Hysope / Roomsche Quendel / ende dyerghelijckeandere cruyden. Hij beschouwt het bergbonenkruid als een wilde tijm 'Serpillum ende sonderlinghe dat wildt gheslacht / met wijn oft water ghesoden ende ghedroncken verweckt ende doet comen die natuerlijcke cranckheyt van den vrouwen / drijft af den steen ende dat graveel ende doet die urine rijsen ende lossen' en zegt ook dat het 'stilt oock den loop des buycx / gheneest dat crimpsel ende es seer goet tseghen die treckinghe ende spanninghe van den zenuwen'. Bonenkruid is inderdaad ook gasdrijvend, bacteriedodend en stoppend. Dus zeker goed voor de darmen.

Bonenkruid botanisch
Bonenkruid heeft dunne, harige, rechtopgaande stengels met veel zijtakken en wordt ongeveer 30 cm hoog. De smalle, ovale blaadjes zijn zacht donkergroen van kleur. De kleine bloemen zijn lichtpaars, roze of wit.Vermeerdering geschiedt meestal door middel van zaad. Bonenkruid groeit goed in de meeste gematigde klimaatzones, in de volle zon in lichte, vruchtbare, goed gedraineerde leemgrond. Voor de handel wordt het zaad in april uitgezaaid, in rijen die 75 cm uit elkaar liggen, met een tussen-ruimte van 15 cm tussen de planten onderling. Het oogsten gebeurt vlak voor de bloei, ongeveer 75 tot 120 dagen na het zaaien. Het afgesneden kruid wordt gewoonlijk in de schaduw gedroogd en dan luchtdicht afgesloten verpakt, om te voorkomen dat de etherische olie verloren gaat.

maandag, juli 24, 2023

Gezegende distel bij Dodoens en andere coryfeeën uit een ver verleden

Over de bloeiende gezegende distel in de Cascatellestuin. Zo was het gebruik vroeger volgens Dodonaeus. 

Cardobenedictus is op alle manieren (of het sap er van) ingenomen zeer goed tegen alle venijn en vergiftiging en ook tegen alle besmettelijke koortsen en pestachtige ziekten, te weten als het op tijd ingegeven wordt. Hetzelfde kruid op de voor vermelde manier gebruikt of ook binnen het lijf genomen is zeer nuttig om te genezen al diegene die van enige kwade dieren als slangen, adders, schorpioenen en vergiftige spinnen gestoken of gebeten zijn. (gif en pest zijn beide vroeger vrijwel dezelfde ziektes)

Dezelfde Cardobenedictus zuivert de vervuilde maag die met hete galachtige vochtigheden verladen is en verzoet of verzacht de smarten er van en vooral als ze door vervuiling, ongesteldheid of enig ander gebrek van de maag zelf hun oorsprong hebben.

Hetzelfde kruid brengt de wormen om en drijft ze af, geneest het krimping van de buik, laat zweten, laat de plas en het niergruis rijzen en is daardoor goed diegene die enig gebrek of smart in de nieren, zijden en lendenen van steen of niergruis of van enig andere oorzaken hebben.

Poeder van Cardobenedictus met wijn ingenomen laat rijpen, rijzen en lossen de fluimen op de borst en geneest daardoor de gebreken van de longen en maakt langere adem en verteert de slijmerigheid van de maag en is ook goed diegene die uitdrogen en op de longen gekwetst zijn.

Cardobenedictus in wijn gekookt en gedronken geneest ook de verstopping van de baarmoeder.

Hetzelfde kruid, hetzij groen, hetzij droog in spijs of drank genoten verdrijft de grote pijn in de ogen en bezwijming in het hoofd, versterkt de memorie en geneest de vergeetachtigheid en is zeer goed tegen doofheid gebruikt.

Dit kruid verdrijft ook de mollen en andere beesten die in de hoven schadelijk zijn, want ze komen nimmermeer wroeten bij of omtrent die bedden daar Cardobenedictus groeit.ռo:p>

De gedroogde delen zijn zeer bitter en in de apotheek bekend als herba Cardui benedicti. Dit wordt in de voorzomer in het begin van de bloei verzameld. De stof behoort tot de bittere stoffen die tot bevordering van eetlust worden ingenomen. De plant dankt zijn genezende werking aan het zeer bittere melksap dat een bacteriedodend middel bevat. Het wordt nu alleen nog maar bij dieren gebruikt.

Een afkooksel, 5 gram op een tot twee delen water, is een volksmiddel tegen maag en leverziektes, chronische catarre, wisselkoortsen. Het is een onderdeel van bittere kruiden die met gelijke delen Artemisia, duizendguldenkruid en deze plant bestaan waarvan 15 gram op een tot twee koppen genomen wordt en zou goed zijn tegen maag en darmproblemen. Net zo de benedictenwijn, 2 gram op 100 gram wijn.

En volgens Bock;  Ik moet hier ettelijke Empirica of beroemde stukken zoals ze tot me zijn gekomen aanwijzen, eerst zal dit kruid Cardo Benedict keizer Fridrichen uit India tot een heerlijke verering toegekomen zijn, werd daarbij gezegd zo iemand dit kruid wat in de spijs of drank gebruikt die zal voor de grote hoofdpijn (welke boven de ogen woedt) en van ettelijken de Nagel genoemd behoedt worden. Gemeld kruid genoten in spijs en drank zal de duizeligheid verdrijven, goede gedachtenis brengen en dat verloren gehoor weer brengen.‘

Monografie Cnicus benedictus
Cnicus benedictus L. popularly known as “blessed thistle”, the sole species in the genus Cnicus, is a thistle-like medicinal plant in the family Asteraceae. It is an annual plant with leathery leaves. The leaf of the plant is astringent, diuretic, bitter, diaphoretic, and stomachic (7,8). An infusion of the whole plant has also been used for the treatment of arthritis, liver, and gallbladder problems (9). Blessed thistle leaves, flowers, and stems have been used in “bitter” tonic drinks and in other preparations taken orally to enhance appetite and digestion (10). This medicinal plant has been tested in laboratory investigations for its properties against cancer, infections, and oxidative stress (11,12).

One of the major constituents that exist in Cnicus benedictus is “cnicin” that belongs to the terpenes family (13,14). There are numerous documents concerning the effects of terpene on treating pain (15,16). It has been also demonstrated that cnicin (as a terpene) has antibacterial and anti-inflammatory effects (17,18).

Due to the chemical compounds that exist in this plant, such as terpene (i.e. cnicin), and the strong association of this components with tranquilizing and antinociceptive effects, and because the analgesic effect of this medicinal plant’s referred in the “Canon of Medicine, an encyclopedia of medicine by Avicenna (19,20), we decided to evaluate the antinociceptive effects of Cnicus benedictus leaf methanolic extract (CBHE) and one of its major constituent, cnicin, in the rats. To elucidate the possible underlying mechanism(s) of CBHE antinociception, the involvement of the L-arginine (arg)/nitric oxide (NO)/cGMP/ ATP-sensitive K+ channels (KATP) channel pathway (LNCaP) and opioids systems were analyzed.

11. Can Z, Baltaş N, Keskin S, Yildiz O, Kolayli S. Properties of antioxidant and anti-inflammatory activity and phenolic profiles of şevketi bostan (Cnicus benedictus L) cultivated in aegean region from Turkey. TURJAF. 2017;5(4):308–314. DOI: 1024925/turjafv5i4308-3141054. [Google Scholar]
12. Horn G, Kupfer A, Rademacher A, Kluge H, Kalbitz J, Eißner H, et al. Cnicus benedictus as a potential low input oil crop. Eur J Lipid Sci Tech. 2015;117(4):561–566. DOI: 10.1002/ejlt.201400158. [Google Scholar]
13. Kumar NS, Paul D, Allakonda L. Medicinal plants-recent advances in research and development. 3rd ed. New York: Springer; 2016. Liquid Chromatography-Mass Spectrometry (LC-MS): approaches to adulterant detection in herbal products; pp. 73–95. [Google Scholar]
14. Ulbricht C, Basch E, Dacey C, Dith S, Hammerness P, Hashmi S, et al. An evidence-based systematic review of blessed thistle (Cnicus benedictus) by the natural standard research collaboration. J Diet Suppl. 2008;5(4):422–437. DOI: 10.1080/19390210802519754. [Google Scholar]
15. Guimarães AG, Serafini MR, Quintans-Júnior LJ. Terpenes and derivatives as a new perspective for pain treatment: a patent review. Expert Opin Ther Pat. 2014;24(3):243–265. DOI: 10.1517/13543776.2014.870154. [PubMed] [Google Scholar]
16. Bak CW, Yoon SJ, Chung H. Effects of an a-blocker and terpene mixture for pain control and spontaneous expulsion of ureter stone. Korean J Urol. 2007;48(5):517–521. DOI: 10.4111/kju.2007.48.5.517. [Google Scholar]
17. Bach SM, Fortuna MA, Attarian R, de Trimarco JT, Catalán C, Av-Gay Y, et al. Antibacterial and cytotoxic activities of the sesquiterpene lactones cnicin and onopordopicrin. Nat Prod Commun. 2011;6(2):163–166. [PubMed] [Google Scholar]
18. Erel SB, Karaalp C, Bedir E, Kaehlig H, Glasl S, Khan S, et al. Secondary metabolites of Centaurea calolepis and evaluation of cnicin for anti- inflammatory, antioxidant, and cytotoxic activities. Pharm Biol. 2011;49(8):840–849. DOI: 10.3109/13880209.2010.551538. [PubMed] [Google Scholar]

zondag, juli 02, 2023

Eerste dag kruidenstage. Lavendelfeesten Ferrassières


Aan de zuidkant van de Drôme Provençale, wordt het dorpje Ferrassières, dat amper honderd inwoners telt, door sommigen beschouwd als de "economische hoofdstad" van de productie van echte (fijne) lavendel. Gelegen op een hoogte van ongeveer 1000 meter op een plateau bedekt met lavendelvelden, blijft dit terroir een van de laatste productiegebieden voor dit type lavendel.

Het lavendelfestival vindt elk jaar plaats op de 1e zondag van juli en markeert het begin van de oogst van bloeiende lavendel op het Albion-plateau. Het dorp organiseert in de herfst ook een nationale interprofessionele wedstrijd van essences en etherische oliën van lavendel.



Lavendel in geuren en kleuren
We hebben het hier over de plant, Lavandula angustifolia, die in Zuid - Frankrijk van Drome tot Provence zich in de warme en droge natuur van dit land thuis voelt. De echte Lavendel groeit vooral boven de 700 meter terwijl zijn familielid Lavandula latifolia, de Spijk liefst lager verblijft. Op de plaats waar ze samenkomen is een gekruist kind ontstaan met de naam Lavandula intermedia, de Lavandin. Deze stevige hybride zoon voelde zich thuis in de natuur en werd in de jaren 20 door ene mijnheer Grosso in cultuur gebracht. Niet te verwonderen, want deze cultivar heeft niet alleen meer en grotere bloemaren maar bevat ook meer etherische olie. Spijtig genoeg is deze olie anders van samenstelling dan die van de echte lavendel. Hij is scherper van geur door zijn hoger gehalte aan kamfer en wordt daarom meer in zeep en badprodukten gebruikt, terwijl de ‘Echte’ meer medicinaal gebruikt wordt.

Lavendel van oudsher.
Zoals met vele kruiden werd Lavendel al in de Oudheid gebruikt. Dioscorides, Galenus en Plinius adviseerden de ‘Spijk’ als tonicum en als krampwerend middel. Voor Matthiolusvwas het zelfs een panacee met een werking op de hersenen, te gebruiken bij epilepsie en tegen verlammingen. De plant ondersteunt de maagfunctie en verwarmt de baarmoeder, zegt hij. De bloemen in wijn gekookt drijven de urine uit het lichaam. Tot slot zou het ook een goed harttonicum zijn.
Petrus Nijlandt zich baserend op autoriteiten zoals Dodonaeus adviseert de ‘Spica’ voor beroerdheid, lammigheid, slaapzucht, vallende ziekte en de bezwijmingen. Voor opstijgingen der lijf-moeder, en zware arbeid der vrouwen, bestrijkt Ravelingius de navel van de buik met Spieckolie en met dezelfde etherische olie masseert hij de ruggegraat van patiënten met verkrompen leden.
Dodonaeus vat het nog eens onnavolgbaar samen: 'de Lavendel is warm en droog in de derde graad, en de hersenen en zenuwen aangenaam'.

Lavendel hedendaags.
Gemengde gevoelens van bewondering, verwondering en twijfel overvallen me steeds weer, bij de waslijst van werkingen die elk kruid heeft, of zou moeten hebben. Kritisch denken is hier wel op zijn plaats en dat hebben wetenschappers voor mij aleen beetje gedaan. Dr. Leclerc, de vader van de moderne fytotherapie, gebruikte de Lavendel vooral als urinedrijvend, kalmerend en infectiewerend middel. In diezelfde jaren 40 en eerder werd er in Frankrijk al meer onderzoek verricht naar debacteriedodende werking van de etherische olie uit de Lavendel. Zo ontdekte Prof. Morel en Rochaix een effect op staphylococcen en zelfs op difteriebacillen. Anderen beschreven een werking op de tuberculosebacil en het verdampen vanetherische olie vernietigden sommige pneumococcen, de veroorzakers van longontsteking.

In Duitsland zijn er van alle medicinale planten officiële monografieën gemaakt, ook de lavendelbloemen worden daar in beschreven. De Commissie E, die deze inventarisatie heeft opgesteld, adviseert de Lavendel bij onrust, inslaapstoornissen en nerveuze maagbezwaren.

In de Verenigde Staten werd de etherische olie van Lavendel uitgetest op een intensive care afdeling van een ziekenhuis. De patiënten, die gemasseerd werden met de olie, voelden zich veel beter en waren minder angstig dan de controlegroep.
Door het verspreiden van Lavendelgeur in een rusthuis bleken bejaarden geen slaaptabletten meer nodig te hebben. Een brief over dat onderzoekje werd zelfs gepubliceerd in het vermaarde medische tijdschrift ‘The Lancet’.
Misschien zijn dit geen definitieve bewijzen voor de sedatieve werking van de Lavendel, maar voor mij toch genoeg om vooral de etherische olie als een beschermer te gebruiken tegen de stresserende prikkels uit onze drukke wereld. De geurstoffen in de planten noemt men etherische olie. Ze worden zoals bij lavendel vooral in parfums, cosmetica en badpreparaten gebruikt. Toch hebben ze ook een zeer goede infectiewerende en kalmerende werking. De kwaliteit van de olie moet dan wel optimaal zijn. Zo zijn de geurstoffen van elke Lavendelsoort verschillend van samenstelling en ook verschillend van werking. De echte Lavendel is veel fijner van geur dan de Lavandin, in Frankrijk noemt mem deze etherische olie dan ook ‘le fine’. Het is de basisolie uit de aromatherapie, hij is veelzijdig van werking en ongevaarlijk. Het beste kan hij op de huid gebruikt worden als massageolie of als badpreparaat.

Door zijn gehalte aan stoffen zoals esters, heeft hij een goede krampwerende werking. Hij kalmeert en verzacht en heeft tevens een versterkend effect. Lavendelolie veroorzaakt geen slaperigheid maar bereidt je voor op de slaap. Het is een rustgevend tonicum.

Bij alle aandoeningen van het zenuwstelsel, maar vooral bij vegetatieve stoornissen kan de lavendelolie gebruikt worden, ook en juist als preventieve kuur en bij voorkeur als inwrijfmiddel van de zonnevlecht of te wel de plexus solaris, het lavendelplekje bij uitstek.

Lavendel voor de huid.
Het woord lavendel komt van het latijnse ‘lavare’ dat ‘wassen’ betekent. De relatie met de huid lijkt me dan ook vanzelfsprekend. Het is zowat de enige etherische olie die puur op de huid kan gebruikt worden zonder irritatie te veroorzaken.

Hij heeft zowel een ontsmettende als huidverzachtende werking en kan bij brandwonden, insectenbeten en kneuzingen gebruikt worden. Vooral voor brandwonden tot de tweede graad heeft hij een grote reputatie. Bekend is het verhaal van Gattefossé, die zich verbrande in zijn laboratorium en per vergissing zijn hand in een bak met lavendelolie stak met een snelle genezing als resultaat.

Zelf heb ik meestal een klein flesje met lavendelolie op zak, zeker als ik op trektocht ben in mijn Franse Alpen. Ik heb het niet alleen bij om ongelukjes te verzachten maar ook om het vermoeide en bezwete lichaam op te wekken en te parfumeren. Veel gebruik dus voor een klein flesje.