zondag, juni 06, 2010

Verloren tuin

Een vervallen, al zowat 60 jaar verlaten spoorwegemplacement, gestorte sintels, verbrokkelde perronmuren. Het klinkt allemaal niet direct aantrekkelijk, maar toch zijn oude industriële gebiedjes net zoals verlaten steengroeven boeiende natuur- en plantengebieden.
Gebieden verandert door mensen, verlaten en dan weer herovert door de natuur, zorgen voor een grote diversiteit aan planten.

Zo is het ook gegaan in Weelde Statie, tussen Turnhout en Baarle Hertog, de reeds 60 jaar verlaten spoorweg, was niet zomaar een spoorweg maar ook een overslagstation tussen België en Nederland, wat voor een nog grotere diversiteit zorgde. In België werden sintels van hoogovens en kachels gebruikt als fundering voor het gebied, in Nederland werd meer grind en dergelijke gebruikt. Op het emplacement ontwikkelde zich door het gebruik van kalk-, as- en steenkoolresten een typische plantengroei.

Aan de rand van het stationsgebied aan het eind van de stationsstraat heeft ook 30 jaar een herborist gewoond en een tuin gehad, waardoor de diversiteit in plantengroei nog verder werd vergroot. Die herborist ben ik zelf.

Wij wandelen vanuit de stationsstraat, vertrekkend bij nummer 18, en bij de summiere resten van de vroegere kruidentuin. Hier vinden we nu nog meidoorn, peterselievlier, enkele oude palmboompjes en een bloeiende en geurende rozenstruik, waar het klassieke rozenwater uit gedistilleerd werd. Achter die struiken en bomenrij, zijn de echte resten te vinden van de tuin. Nog veel Agrimonie, toortssoorten, wilde marjolein maar ook het zeldzame Kroonkruid. Een plant niet direct geschikt om op te eten, hij bevat net zoals vingerhoedskruid hartglycosiden, giftig maar in de juiste dosering stimulerend voor de hartspier. Achter in de 'tuin' in het nattere en voedselrijkere gedeelte woekeren, tot mijn groot genoegen, nog steeds de reuzenbereklauw, het groot hoefblad en de hop.

Summiere resten van de vroegere tuin, vinden we ook buiten de tuin. Wilde marjolein, venkel en zelfs salie hebben blijkbaar betere plekjes gevonden op de verhoogde berm langs het fietspad. De trein raast hier niet meer voorbij en ook de herborist heeft andere oorden opgezocht, toch vinden we nog sporen van die verleden tijd.


Lees verder: Wandelen in Weelde | Reizen en recreatie: Reisverhalen

vrijdag, juni 04, 2010

Terug thuis bij de rimpelroos

Terug 'thuis'. Of toch terug in België. Of toch terug in Vlaanderen. Waar is een mens thuis? Hier in Vlaanderen toch hetzelfde weer als in Frankrijk, dezelfde planten, met kleine variaties. Ik pluk vandaag wat meidoornbloemen, net voor de regenbui. Na de bui pluk ik in de duinen stevige, vettige rozenblaadjes van de Rosa rugosa of Rimpelroos. Ze hangen nog vol met dikke regendruppels en geuren naar verse regen, rozen en zoete zonde. Ik maak er dan ook een zoete siroop van, te gebruiken als limonade, in nagerechtjes en als medicijn. Maar waar zijn deze rozenblaadjes goed of slecht voor? Vroeger werden de oude mythische rozen oa Rosa gallica, waar het rozenwater van gemaakt wordt, veel gebruikt. Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt echter dat de zeer algemeen voorkomende rimpelroos dezelfde medicinale eigenschappen bezit als de bloemen van die oude rozen en van onze inheemse Rosa canina. In de Chinese kruidengeneeskunde werden ze ten andere al veel langer gebruikt.
Een citaat uit de Canadese monografie van Health Information Encyclopedia: 'Chinese medicine recommends rose petal tea from large-hip or wrinkled rose, Rosa rugosa Thunb., for regulating vital energy or "qi", for strengthening blood circulation, for treating stomachaches and dysentery, and also for alleviating liver pains and joint pain. The high concentration of anthocyanins in the petals give credence to these indications because anthocyanins are known for their ability to strengthen the vascular system, prevent blood platelet stickiness and also have powerful antioxidant, antibacterial and antinflammatory activity.
Dus maar verder gaan met het plukken van rimpelroosblaadjes.



vrijdag, mei 28, 2010

HaansTuintje

Na bijna een maand Bellegarde, nu terug bij de planten in mijn Haans tuintje. De planten werden verzorgd door de bovenbuur en lijken allemaal nog in leven te zijn. Een Arnica montana, och arme in een potje, blijkt zelfs te bloeien en mijn Sinicuichi, Heimia salicifolia en Vitex agnus castus die ik allebei al een beetje opgegeven had, hebben terug blad gevormd. Bij deze wil ik ze dan ook officieel als winterhard beschouwen. Na zo'n strenge winter in een pot overleven, al is het dan aan zee, dat verdient wel een diploma. Over de vijgenboom, die hier al voor mij aanwezig was, hoef ik geen woorden vuil te maken. Hij is er, in volle glorie met groene vijgen en al. Dat wordt smullen als we er op het goeie moment zijn.

Als ik het tuintje zo weer met verse ogen bekijk, blijken er tot mijn verbazing weer meer planten terecht gekomen te zijn dan ik me voorgenomen had. Heemst, Engelwortel, Russische rabarber en Acanthus bijvoorbeeld, te groot voor dit tuintje, maar achter in hun hoekje zijn ze niet stuiten in het gezelschap van Valeriaan en wat muntsoorten. Veel kattenstront in de grond zeker?

Vooraan onder de overhang van het balkon, droog en zonniger, groeien mijn 'Zuiderse' planten. Bij God, ik heb toch een te grote Provençaalse tuin hier 1000 kilometer vandaan. Toch staat er rozemarijn, tijm, olijfboom, oregano en onvoorstelbaar florissant een Kerryplant, Helychrisum italicum. Hij warmt zich op tegen de witte gevel en krijgt van mij dus ook een winterhard getuigschrift.
Morgen zal ik ze wat verder vertroetelen, water geven, droge stukjes weg te nemen  en hier en daar bramen, ontkiemend varkengras en uitgebloeide winterpostelein weg wieden. Met excuses aan het varkensgras.

Heimia salicifolia - Plants For A Future database report
Entheology.org - Preserving Ancient Knowledge

De maagd, de eik en de wilg

We staan idyllisch bij de Maas in Frankrijk, la Meuse zomaar in Domrémy-la-Pucelle. Voor wie dat niets zegt en moeilijke Franse woorden zoals la pucelle niet begrijpt, het is niks minder als het dorpje waar 'De Maagd van Frankrijk' geboren werd, dus voor de zéér moeilijke verstaanders Jeanne D'Arc of Jehanne d'Arc. Erg toeristisch is het hier op dit moment niet, het is ook nog altijd een klein dorpje, mogelijk zelfs minder belangrijk dan in de 15de eeuw, de tijd van Jeanne.

Als herborist heb ik mij voorgenomen om hoofdzakelijk over planten te schrijven en dus probeer ik ook Jeanne in verband te brengen met een plant. Dat blijkt niet zo moeilijk. In het hier aanwezige Jehanne-centrum vind ik een klein boekje, folder over het geboortehuis van Jeanne, wat zelfs in het Nederlands verkrijgbaar is. Ik sla het open en het eerste hoofdstuk gaat over de plaats waar Jeanne haar stemmen en de boodschap voor het Franse volk gehoord zou hebben. En dat was toch wel bij een oude beuk in de buurt van het dorp. Dus toch terug bij de planten! De boom was een natuurwonder, een prachtige beuk waarvan de takken zich naar de grond bogen en zo een natuurlijke kamer vormden.

In de 17de eeuw toonden men nog deze beroemde feeënboom zoals hij genoemd werd, die op enkele honderden meters ten zuiden van het dorp stond, niet ver van de weg die langs de linkeroever van de Maas liep en aan de rand van het 'Bois Chenu' groeide. Men vertelde dat de feeën deze indrukwekkende boom veel bezochten. De legenden die aan deze beuk verbonden waren deden dus veronderstellen dat Jeanne haar boodschap bij die boom ontvangen had. Deze beuk was in de tijd van Jeanne d'Arc blijkbaar een bekende boom, waarbij het water van de bron in de buurt ook nog geneeskrachtig was. De jonge mensen uit Domrémy gingen er op feestdagen wandelen, dansen of picknicken. Ook Jehanne zou er regelmatig geweest zijn.

Na de terechtstelling van Jeanne bleef 'aux Bois Chenu' verbonden met haar en werd de feeënboom, de boom van de maagd genoemd. Ook Montaigne, die in 1587 in Domrémy verbleef vermelde de boom. Aan het eind van de 16de eeuw werd in de buurt van de boom een kapel gebouwd ter herinnering aan Jeanne d'Arc. En nog veel later, vanaf 1881 werd er een basiliek gebouwd. De basiliek Saint-Jeanne d'Arc zou op de plek staan waar Jeanne de stemmen van heiligen hoorde, die haar opriepen Frankrijk te bevrijden van de Engelsen.

Het 'Bois Chenu' of het eikenbos is er nog wel, maar de legendarische beuk is helaas al lang verdwenen. Wat ik wel nog vond, in een weiland vlak bij het dorp was een groep merkwaardige wilgenbomen. Niet dat zij iets met Jeanne te maken hebben, maar het zijn wel een vijftal verbonden bomen, waar de plaatselijke schapen de nacht doorbrengen, een nogal opvallende eenheid vormend met het landschap. Vanuit de motorhome kijk ik één avond en één morgen op dit lieflijk landschap, en zie het idyllisch reilen en het zeilen van de schapen, hoe zij traag en herkauwend door het landschap bewegen. En ik kan niks anders dan er Jeanne bij fantaseren en hoe zij 600 jaar geleden hier de schapen hoedde en hoe zij de stemmen hoorden. Hier op de parking onder de lindebomen kun je, tenminste als je op het goeie moment aanwezig bent, nog iets van die verloren tijd terug vinden. Dwalen in de schemering langs de Maas met zijn witglinsterende waterranonkels, naar het kerkhof buiten het dorp wandelen, het verwilderd tuintje met zijn bloeiende akeleien ervaren. Nu nog even romantisch leven, morgen rijden we weer naar het drukke België.

-->

maandag, mei 24, 2010

Bij La Charce

Bij La Charce, op de hoogte van de geologisch steenformatie, ben ik nog eens rustig in mijn eentje in de stenige rivierbedding van de rivier L'Oule gaan snuffelen. Op zoek naar planten, wat dacht je? We vinden hier een combinatie van vochtminnende soorten oa Mentha en droogte-minnende planten zoals Linum sufructicosum, Thymussoorten, Teucrium, Saponaria ocymoides en nog een aantal soorten, die ik niet direct thuis kan brengen.
Merkwaardig! Er werd hier nog een derde biotoop geschapen, waar ik minder gelukkig mee ben. De gemeentelijke stortplaats, waar wel weer andere planten kunnen en willen groeien, maar waar de Linum en Thymussoorten onder 3 meter vuilnis bedolven worden.
Vreemde kronkel in het gemeentelijk beleid, waarbij elk gat opgevuld moet worden. al zullen ze hier in de Franse Drôme nog veel werk hebben om alles te egaliseren.

Wilde Pioenroos bij Bellegarde en Diois



Na een vermoeiende fietstocht van La Motte naar Bellegarde, wil ik toch nog graag in de vallei van Marijke en Michael de wilde pioenen bekijken. Bij het afstappen van de fiets knikken mijn knieën, toch sleep ik mezelf nog 800 meter verder en daar staan ze dan in volle glorie. Geheimzinnig oplichtend in de ruige begroeiing van de beekvallei. Hoe kunnen ze hier zomaar leven en overleven? Als tuinmens heb ik de neiging om ze te verzorgen, wat 'onkruid' weg te wieden en verdroogde, stekelige takjes van sleedoorn en consoorten weg te snoeien. Maar ik hou me in, ze groeien hier zonder mensenhulp. En elk jaar weer opnieuw.

Pioenroos, magisch, medisch en eetbaar | Kunst en cultuur: Mythologie

zaterdag, mei 22, 2010

De Beerboom

L'éternité, on ne semence pas

L'éternité, on ne semence pas. Aan deze uitspraak van mijn 83 jaar oude Franse buurman Pierre moest ik vanmorgen denken. Toen ik naar de tuin ging zag ik de eerste frêle klaproos bloeien. Toen ik even later terug kwam lagen de rode blaadjes al op het zwarte asfalt. De klaproos! Ze bloeit maar heel even maar wel fel en vlammend rood.
's Avonds wandelde ik voorbij de afvalcontainers en daar zag ik Pierre voor de eerste keer dit jaar. L'éternité, on ne semence pas?

In de naam van... Klaproos | Kunst en cultuur: Taal

En na al deze filosofische mijmeringen toch nog wat wetenschappelijke verwijzingen naar de medicinale klaproos.

donderdag, mei 20, 2010

Achyranthes in de tuin?

Het begint op te schieten in mijn Jardin de Simples. Het weer is verbeterd, zonnig maar wel nog winderig koud en de bestelde zaden van zowel Lauris als Ruehlemans zijn hier op mijn Franse adres gearriveerd. We hebben de meesten vandaag dan ook gezaaid.

Kleurstofplanten natuurlijk, oa Coreopsis tinctoria, Carthamus tinctoria (Saffloer) en andere tinctoria's, verder had ik vooral Chinese adaptogenen besteld oa Astragalus membranaceus, Maca en Ashwaganda. Ze aan de harde Bellegardegrond toevertrouwen, is altijd een beetje afscheid nemen. Maar, met dat zaad in mijn broekzak te laten zitten, schieten we ook niks op. Dus zaaien maar.

De meeste van deze planten heb ik ooit al een of meerdere keren gezaaid. Elk jaar probeer ik ook wat nieuwe planten te kweken. Nieuw, voor mij ten minste. Zo'n nieuweling is Achyranthes aspera, een plant in gebruik bij de Ayurvedische geneeskunde. Hij zou gemakkelijk te zaaien zijn en zou goed zijn tegen een resem van kwalen. Hou je vast: verkoudheid, bronchiale aandoeningen, maagproblemen, ooginfecties, reuma, huidaandoeningen, tandpijn en tandverzorging, hormonale klachten en als toemaatje is het ook nog goed tegen hondsdolheid en cholera. En dat is niet alleen indikationslyriek, zoals de Duitsers zeggen, maar daar zijn ook wetenschappelijke aanwijzingen voor.






dinsdag, mei 18, 2010

Le Petit Epeautre

Hét graan in Drôme en Provençe is Le Petit Epeautre, Eenkoorn of Triticum monococcum. Het  is een van de vroegst gecultiveerde graansoorten maar wordt tegenwoordig nog zelden geteeld. De soort, die verwant is met spelt, werd blijkbaar al  in 7000 voor Christus in Mesopotamië verbouwd. Resten van eenkoorn zijn bij de gletsjermummie Ötzi gevonden. Eenkoorn stelt geen hoge eisen aan de grond en is resistent tegen veel ziekten. Eenkoorn wordt vooral verwerkt in patisserie, maar laat zich net als rijst goed verwerken in soep, pudding en pap. Zelf kneed ik van het gekookte graan samen met wat kaas en een geklopt ei, gehakte balletjes, die ik bak in boter en eet als een hartige hap bij de warme maaltijd of koud bij de broodmaaltijd.
Na de Romeinse tijd verloor eenkoorn sterk aan populariteit, omdat de graantjes moeilijk te pellen zijn en de oogst minder opbrengst geeft.

Eetbaar dus, maar ook eeuwige schoonheid, een graanveldje glinsterend en golvend in de ondergaande zon tussen Luc en Diois en Poyols.

Triticum monococcum - Plants For A Future database report

maandag, mei 17, 2010

Gouddistel / Le Baromètre

Op een wandeling tijdens de kruidenstage ontdekten we een zaadbol van de Gouddistel, die niet uitgevlogen was, zal ik maar zeggen, waardoor de zaden met dit natte weer hutje mutje op mekaar in hun moederplant ontkiemden. Nu probeer ik ze zelf met de paplepel groot te brengen. Benieuwd hoe dat afloopt en of we ooit van die glimmende gouddistels zullen genieten.

Deze goudgele gronddistel groeit vooral op warme, kalkrijke plateaus. De bloem opent zich alleen bij veel zon, droogte en warmte. De bloem wordt in Drôme en Provençe nog altijd op de boerderijdeuren gespijkerd als barometer en om kwade krachten buiten te houden. De Provençaalse naam ‘Artichaut sauvage’ wijst op zijn gebruik als groente, net zoals de artisjok.
Volgens een zekere Jean Chapus werd de gouddistel in het bed van jong gehuwden gelegd om ze wakker te houden. Wel triest als je dit nodig heb als pas getrouwd paar!
Gouddistel, le baromètre | Dier en natuur: Natuur


vrijdag, mei 14, 2010

Le Claps

Vandaag hebben we, de deelnemers aan de kruidenstage Rita, Hilde, Wiske, Yolande, Maurice... ook even bij de Claps gewandeld. De Claps bij Luc en Diois, een chaos van grote rotsblokken, die in het begin van de 15de eeuw los kwamen van de achterliggende Pic de Luc (1084m). De steenstroom kwam in de Drôme-rivier terecht en vormde twee meren. In het kleine Lac du Claps wordt nu eeuwen later nog gezwommen en het lijkt ook alsof het allemaal gisteren gebeurd is.

De grote steenmassa maakt natuurlijk de meeste indruk, maar de kleine rotsplantjes tussen die blokken zijn voor ons herboristen natuurlijk ook het bewonderen waard. Bergvenkel, Echte tijm, Artemisiasoorten, Gipskruid en Zonneroosjes. We proberen nog maar eens te ruiken aan de tijm om zijn chemogeurtype te herkennen. Is het geraniol (rozengeur), thymol (tijmgeur) of toch linalol (citroenzoetgeur)?

donderdag, mei 13, 2010

Streepzaad


Ik sta weer bij het kerkhof in Bellegarde, voor mij in de verte de boerderij van Pierre en Pierrette, nog verder weg de silhouet van een echte berg en onder mijn voeten de onooglijke rozetten van het Stinkend streepzaad. In het begin dacht ik dat het, met alle respect, de doden waren die de scherpe jodiumachtige geur verspreiden, die hier af en toe opdook. Gelukkig was het niks anders dan een plantje van niemandal, Crepis foetida.


Streepzaad en ander eetbaar wild blad | Mens en gezondheid: Gezonde voeding

dinsdag, mei 11, 2010

Kruidenstage

Tweede dag van onze kruidenstage. Op bezoek bij siroperie Le Panicaut. Je ziet het. Indrukwekkend maar nat zicht op het fôret de Saou en de Couspeau, de plaats waar Marie Claire Bouttier als het beter weer is, haar tijmvoorraad gaat plukken om siroop te maken. Het is Thymus vulgaris chemotype linalol, die daar groeit een soort die zoeter ruikt en smaakt dan de klassieke tijm met thymol. Marie Claire plukt begin Mei een eerste keer op 600 meter en enkele weken later een tweede keer op 900 meter. Ideaal wordt geplukt bij het begin van de bloei, maar weer- en andere goden beslissen daar wel eens anders over.

Tijm, de vele chemische variaties ofwel chemotypes | Wetenschap: Scheikunde
Wandelen in Saoû | Reizen en recreatie: Reisverhalen

Saoû


Op onze kruidenstages hangen we niet altijd in de bomen of snuffelen we niet altijd met onze neus over de grond. Soms zitten we in een gezellig café bijvoorbeeld  'Le oiseau sur sa branche' in het ministadje Saoû, en drinken een plaatselijk bier gebrouwen door, hoe kan het anders, een Belg Markus genaamd. En dat is ook de naam van het bier.

Daarna de nattigheid trotserend hebben we nog een  kleine wandeling gemaakt in het hart van het Fôret de Saoû bij het vroegere hotel en jachtverblijf  'Auberge des Dauphins', een namaak Petit Trianon à la Versailles. 
Het ligt er al meer dan 50 jaar verlaten bij, maar het was ooit een buitenhuis van een miljardair uit de Elzas en een heus twee sterrenrestaurant. Het bos van Saoû strekt zich uit over 13 km tussen de steile kliffen van Roche-Colombe (886m) en de Trois-Becs: le Veyou (1589m), le Signal (1559m) en la Roche Courbe (1545 m). Het is een spectaculair voorbeeld van een geologische plooi gevormd door spitse bergtoppen en bedekt met een dicht bos van eiken, beuken en ceders. Het wordt bevolkt door gemzen, everzwijnen, steenmarters, wezels, marmotten en roofvogels. 

Al die beesten hebben we nu niet gezien, maar wel wat typische bosplanten zoals Bedstro, Stinkende gouwe, Peperboompje en  Doorlevende judaspenning. In de Drôme vind je natuurlijk meer licht- dan schaduwplanten, in die zin is dit bosbiotoop wel uniek voor de streek. Als herborist was ik wel blij met het Bedstro, ik had nog 10 takjes nodig om wat Maitrank te maken en dat heb ik hier kunnen plukken.

Wandelen in Saoû | Reizen en recreatie: Reisverhalen

zondag, mei 09, 2010

Geparfumeerde tuin

Tussen de regenbuien door, toch nog wat gewerkt in de tuin. Wat niet vanzelfsprekend is, de zware Bellegardegrond plakt onverbiddelijk aan laarzen en klompen. Mijn passende oplossing voor dat probleem; ik strooi zakken fijngemalen kruidenafval van de kruidengroothandel Herbier du Diois over de paden en in de borders. Zo plakt de grond veel minder, ruikt de tuin nog geuriger, en wordt de grond bemest en ontsmet.

Van de natte nood een deugd makend, kan ik nu zonder problemen wat kwetsbare eenjarigen zoals Nigella sativa, Nigella damascena en Escholtzia overplanten, ook de reeds eerder overgeplante diepwortelende verfstofplanten zoals Wede en Wouw kunnen nu nieuwe haarwortels vormen, al zou de temperatuur daarvoor enkele graadjes hoger mogen zijn. De kruidenboer in mij gaat toch nog klagen!

Die Escholtzia's of te wel Slaapmutsjes hebben hun naam niet gestolen, de bloemen zien er uit als een ouderwetse puntige slaapmuts en ze worden ook als sedativum gebruikt. Weer een voorbeeld van signatuurleer, aan het uiterlijk van de plant moet je kunnen aflezen waar hij goed voor is. Deze slaap-verwekkende werking heeft Escholtzia een beetje overgenomen van zijn grote broer of zus de Slaapbol, Papaver somniferum. De hele bloeiende plant met wortel en al wordt geoogst en vers in alcohol van 45° gezet om dan 14 dagen te laten trekken op kamertemperatuur (gewichtsverhouding plant / alcohol 1 op 5), maar dat is werk voor eind juni of begin juli.

Volgens Rätsch zou the common California poppy (Eschscholzia californica) has been used in pediatric medicine as a mild sedative and analgesic, that California Indians chewed its fresh leaves as a sedative for toothaches, and that smoking its leaves induces a mild state of euphoria.

The Encyclopedia of Psychoactive Plants: Ethnopharmacology and Its Applications. Christian Rätsch
Plantaardigheden.nl - Slaapmutsje - Eschscholzia californica Beschrijving
Natural Health Product Monograph - California Poppy


vrijdag, mei 07, 2010

Meiklokje


Het Meiklokje bloeit, ook op mijn lievelingsplek, het kerkhof van Bellegarde en Diois.
Muguet de Mai, Amourette, Lelietje der dalen, Lily of the valley, souvenir ja herinnering aan een lang vervlogen verleden. Het stenen meiklokje geurt niet, maar verspreid wel een etherisch aura. 


Waar zou de mens in dit graf aan gestorven zijn?
Aan een versleten hart waar ons lieflijk lelietje goed voor is?


donderdag, mei 06, 2010

Paardenbloemen

Wat moet een mens, in dit geval een herborist, over zo'n algemene plant als de paardenbloem schrijven. Dat hij er gewoon massaal is en dat het weinigen nog verwonderd? En toch heeft juist deze paardenbloem  een symbolische betekenis voor mij.  Het bijzondere van het gewone. Kracht en schoonheid zonder franjes.

Zijn aanpassingsvermogen is onvoorstelbaar groot, op enkele meters afstand van mekaar, kan een droog groeiend exemplaar een sterk getand blad bezitten, terwijl in het vruchtbaar en vochtig weiland daarnaast de bladeren vettig, vol en breed kunnen zijn.

Mellie Uyldert probeert met deze signatuur aan de plant zelfs karakteriële eigenschappen toe te schrijven. Zo zou de sterk getande soort meer geschikt zijn voor energieke, wat agressieve mensen en de weelderige exemplaren voor rustigere karakters. Mogelijk wat ver gezocht, maar toch weten we ondertussen dat er verschillen zijn in werking en in botanie, zelfs zo veel verschil dat de plantkundigen van onze paardenbloem maar ineens meer dan 200 soorten gemaakt hebben.

Op dit moment hier in Bellegarde bloeien ze nog volop, zelf maak ik vooral in het najaar van de wortels een leverstimulerende en spijverteringsbevorderende tinctuur, maar een voorjaarskuur met verse blaadjes is ook niet te versmaden. Mijn dosering: drie maal daags een vers blaadje kauwen. Verder is het nu ook goed mogelijk om een soort confiture te maken van de bloemen. Dat is hopelijk een werkje voor de volgende dagen.

In de naam van... Paardebloem | Kunst en cultuur: Taal

woensdag, mei 05, 2010

Wouw

Wouw! Wel ja, ook dat is de naam van een plant. Op deze regenachtige dag probeer is de jonge wouwplanten, die liever op het pad groeiden dan in de border, dan maar over te planten. Dat is niet vanzelfsprekend, want met hun penwortels van al 20 cm lang kunnen ze wel goed tegen de droogte maar slecht tegen het overplanten.

Zoals uit de wetenschappelijke naam Reseda luteola blijkt behoort Wouw tot de Resedafamilie. Reseda's hebben rechtopstaande bloemtrossen van meestal kleine, geelgroene bloemen. Ze bevatten gele en roodachtige kleurstoffen, die in de nazomer blad en vruchten mooi oranje kleuren. Wouw werd vroeger vooral gebruikt om zijde te verven, het geeft een mooie, duurzame gele kleur. De gehele bloeiende plant wordt geoogst voordat hij zaad vormt .

Maar er is meer, uit recent wetenschappelijk blijkt dat het extract een anti-inflammatoire werking heeft, en dus goed te gebruiken is tegen zonnebrand. Due to excellent skin tolerance combined with potent anti-inflammatory properties s-RE bears potential especially for the prevention but also for the treatment of inflammatory skin conditions such as UV-induced erythema.


Mijn artikel op herborist.infoteur: Wouw of Reseda luteola | Dier en natuur
Dyer's Weed Or Weld (Reseda Luteola, L.)
Topical application of solubilized Reseda luteola ... [J Photochem Photobiol B. 2009] - PubMed result

dinsdag, mei 04, 2010

Parelzaad in de regen

De dag is, wat het weer betreft redelijk zonnig begonnen. Hier in de Drôme ben ik toch veel meer verbonden met de natuur, en dus ook wat meer bezig met het weer. Al hou ik helemaal niet van dat gezeur over slecht weer. Dus goed begonnen en ja regenend geëindigd.

En, ik ben natuurlijk nog steeds de tuin op orde aan het brengen, wiedend in the rain is toch wat moeilijk, vooral omdat ik zowat vast zuig in deze zware gezegende grond. Ik doe dan toch nog een hulpeloze poging om wat Guldenroede en Parelzaadpollen te scheuren en over te planten. Al moet ik oppassen om niet samen met mijn pollen wortel te schieten.

Guldenroede is makkelijk te scheuren, maar de Glad parelzaadplanten met hun houtige penwortels zijn nauwelijks te verdelen. Van deze Lithospermum officinale zouden vroeger de wortels gebruikt geweest zijn om roze lippenstift te maken, maar de wortels die ik nu in mijn handen hou, zijn alleen maar grauw en grijs en dat zeker niet alleen van de modder. Nochtans heb ik 2 jaar geleden wel mooie roze wortels geoogst. Waarschijnlijk zijn alleen de jonge wortels roze en glad, het is net zoals bij de mensen zeker.
Ondertussen regent het nog steeds en druipt ikzelf letterlijk en figuurlijk af. Naar binnen, naar de warme houtkachel.

Parelzaad werd in Frankrijk ook 'chérie" genoemd, le pigment rouge vif que comprend la racine était traditionnellement utilisé par les jeunes filles des campagnes d'Europe comme fard à joues et rouge à lèvres. Jardin des Simples Bellegarde (Kruidwis)

In de naam van... Parelzaad | Kunst en cultuur: Taal
Dr.Hauschka Firming Mask

zondag, mei 02, 2010

Gezaaid in Bellegarde

In volle grond in de eerste bocht van de tuin, mesclun gemengd met radijs.
In bakken bij de compost, eerste bak: 3 rijtjes Kamferbasilicum (vaste soort), 3 rijtjes Fijnbladige basilicum. Tweede bak 3 rijtjes Salvia (White sage).
In kleine bakjes aan huis: 1 maal Serratula tinctoria (eigen oogst) en 1 maal citroengeurende lipbloemige (eigen oogst)
Gescheurd en overgeplant Anthemis tinctoria (Gele kamille) en Sintjanskruid. Overgeplant in bak: Wede, Echte guldenroede en Maarts viooltje

Gele kamille een makkelijke vaste plant, die ik vroeger in Weelde Statie veel gekweekt heb. Op de gruizige grond (sintels) van het oude spoorwegemplacement voelde hij zich perfect thuis en zaaide zich dan ook overdadig uit, zowel in de tuin als in de 'natuur'. Ik moest ze dan ook regelmatig uittrekken om plaats te maken voor de andere planten en dat werd mij door natuurliefhebbers, die daar kwamen wandelen, niet altijd in dank afgenomen. Zo'n zeldzame plant zomaar als onkruid behandelen!

Kamferbasilicum (Eng: Camphor Basil, Kilimanjaro Basil)  Ocimum kilimandscharicum
Een zeldzaam aangeboden en zeer geurige soort! Nauw verwant aan Ocimum gratissimum krijgt deze overblijvende soort ook een houtige basis. Uiteraard moet de plant wel ‘s winters naar binnen. In 1 jaar groeit deze Afrikaanse basilicum tot 1 m hoogte en het zijn de bloemetjes, die een zalige kruidnagel- tot kamfergeur verspreiden. De bereiding tot aromatische olie in Afrika is een belangrijke toepassing! Ook in een kruidige en geneeskrachtige thee maar uiteraard als smaakmaker in gerechten te gebruiken.
 

Ra, ra, ra, wat is da?


zaterdag, mei 01, 2010

Gezaaid of zelf gezaaid

Zo gaat dat in Bellegarde in mijn jardin de simples. We zaaien pas op 1 mei, wel laat voor het Zuiden maar wel op 850 meter hoogte en in zware natte grond. En ja, ik ben hier ook pas 3 dagen en eerst moet ik de grond 'proper' en zaaiklaar maken. Dus het eerste zaad, eerder symbolisch, aan de grond toevertrouwt. En dan nog vreemde planten voor een herborist: Wilde ridderspoor, een akkeronkruid dat het ook zonder mijn zaaien zou kunnen doen en Eikenbladsla, ook al geen echt herboristenkruid..

Natuurlijk en gelukkig hebben zich heel wat planten zelf al uitgezaaid. Slaapmutsje, koriander, juffertje in 't groen, zwarte komijn, rode zonnehoed, wilde marjolein, bolderik, muskaatsalie, Griekse alant, wede, wouw, venkel en moederkruid. Toch wel een hele collectie voor die zware, natte grond van Bellegarde. Natuurlijk hebben ze zich niet op rijtjes uitgezaaid en zitten er heel wat andere 'onkruiden' tussen, die ik op dit ogenblik liever niet heb en dus moet ik beslissingen nemen. Of alles meedogenloos weg hakken of minutieus zigzaggend te wieden. Het word waarschijnlijk van allebei een beetje.
Sommigen éénjarigen, zoals het Ruw parelzaad, staat al in bloei, dat heb ik dan maar geoogst, misschien kan ik het drogen of er een tinctuur van maken.

vrijdag, april 30, 2010

Het kerkhof van Bellegarde





Tussen de tuinwerkzaamheden door, wandel ik, vooral 's avonds nog wel eens naar het kerkhof van Bellegarde. 

Naar ons kerkhof wou ik zeggen, maar dat doodgaan wil ik nog wel even uitstellen al is het dan de mooiste plaats van het dorp. Het uitzicht is zonder meer mooi, maar vooral ook mysterieus en de vervallen grafstenen ondersteunen dat magisch gevoel. 

Het contrast van wilde natuur (toortsen, sleutelbloemen, blauwe druifjes, orchideeën) met de eeuwig bloeiende plastic chrysanten en rozen, het contrast van de 'verse' doden met de bijna 100 jaar geleden begraven 'oude' doden, de enge kerkhofruimte in het eindeloze landschap.

Contrasten raken mijn ziel, alsof ik zelf al een beetje eindeloos dood ben.

donderdag, april 29, 2010

Jubelende platanen in Die


Marianne de France lijkt te jubelen over de nieuwe lente in de pas bladvormende platanen. Dit is het stadje Die in april, het autoblik op de parking onder de platanen heb ik wijselijk weg gekadreerd. Marianne de France en geknotte platanen op een plein, Franser kan het zeker niet zijn.

Plataan in de laan | Dier en natuur: Bloemen en planten
kruidwis voor kruidenstages

woensdag, april 28, 2010

Jardin de Simples

De eerste vakantie-werkdag in mijn Jardin de Simples in ons Franse dorp Bellegarde en Diois. Het is 7 maand geleden dat ik hier voor het laatst was. De spiraalvorm van de tuin is nu niet meer herkenbaar want de spiraalpaadjes zijn vol gegroeid met akkerereprijs, vijfvingerkruid, paardenbloem en ruw parelzaad. Dat zijn hier nu mijn 'onkruiden' die van het pad af moeten. Nu ja onkruiden, het ruw parelzaad staat wel op de Nederlandse rode lijst van zeer zeldzame planten. Dat hakken moet, maar zonder pardon, lukt dat mij niet, vooral ook omdat tussen al dat groen zich ook bijzondere verfstofplanten durven uitzaaien. Wede en vooral wouw heeft daar een handje van weg en och arme ze zijn zo teer, één hak en het tere piepkleine gerimpelde rozet is verdwenen. Dus stevig doorwerken en toch alert blijven, is de boodschap.

Het is, ondanks een pijnlijke rug en groeiende blaren op de handen, toch altijd weer een genoegen al die nijvere zaailingen en uitschietende vaste planten na 7 maanden opnieuw te ontdekken. Als zijn er ook altijd weer planten die de strijd om het bestaan opgeven, deze keer hebben de meeste rozemarijnstruikjes het begeven. Niet verwonderlijk na deze winter, het is hier wel het Zuiden maar ook 850 meter hoog, het vriest hier dan ook harder dan in België.

Dat tuinwerk doe ik voor mezelf, voor de planten en ook wel een beetje voor onze kruidenstages, die de 2de week van Mei en de 2de week van juli hier in Bellegarde doorgaan. Liefhebbers die zo'n kruidenvakantie willen meemaken, het kan nog steeds, zelfs in Mei.

In de natuur kunnen we nu volop genieten van verschillende soorten Sleutelbloemen, het Leverbloempje, bloeiende Wede, en straks van de vele wilde orchideeën en zelfs van de mythische Pioenroos.

Kruidenvakanties (Kruidwis)

dinsdag, april 27, 2010

Verwachtend

Ik ben in mijn Hymermotorhome al 6 dagen onderweg en dan schrijf ik 'savonds wel wat. Alleen, niet rechtstreeks op mijn blog, want internet is voor mij onderweg nauwelijks bereikbaar. Natuurlijk probeer ik hier of daar wel wat af te tappen. Al is, rijden, een slaapplaats zoeken en nog een plaatselijke wereldwijde aansluiting vinden, iets te veel van het goede. Dus nu aangekomen in Bellegarde en Diois, en dus huis, tuin, buren, bekenden en internet even bezoeken.

Het is volle maan boven het kerkhof van Bellegarde, de oude kersenboom bloeit, onze linde voor de deur heeft op ons gewacht om blad te vormen, de vele Wedeplanten om het huis en in de tuin staan mooi in knop en verder is er veel verwachtend voorjaar. De verhalen van de voorbije dagen zijn voor de volgende dagen.

zaterdag, april 24, 2010

Frankrijk: op weg tussen Givet en Paladru





We rijden door een voorjaarslandschap en worden jubelend begeleid door frisse wilgenblaadjes, bruine kleverige en geurige populierknoppen, gele paardenbloemweilanden en scherpe pinksterbloemen. De motorhomist is nog steeds herborist.

Langs de Maasvallei naar Frankrijk (Givet, Revin..) maar uiteindelijk brengen we de nacht door in Nismes. Het plantenparadijsje in de Viroinval. Op een voor ons bekende plaats met heel veel planten in de rotsen rondom ons, alleen gaan we ze vanavond niet echt allemaal bezoeken. Ik wandel wel in de schemering via de ruine van de oude kerk naar boven, een klein stukje GR met een mooi zicht over Nismes. De voorjaarsflora die we onderweg al volop zagen, is hier ook aanwezig. Witbloeiende bosanemonen, nog wat bloeiend speenkruid, stinkende gouwe, pinksterbloem nu op zijn best, maar er is hier veel meer bijzondere kalkflora op de tiennes, wilde tijm, gamander, zonneroosjes en orchideeën. Merkwaardig is de ressurgence, de plaats waar L'eau noire uit de rotsen te voorschijn komt en direct een stroom van enkele meters breed vormt. Spijtig genoeg is deze plek wel volgebouwd met wat onduidelijke huizen en twee garageboxen. Het blijft moeilijk te begrijpen waarom zulke mooie plekken verpest worden met lelijke bouwsels.

Zaterdag 24 april Franse Ardennen
Afspraken in Le Hardoye en Besmont, op huizenbezoek in de Franse Ardennen. We slapen onder de kerktoren van Liart, niet direct een aanrader maar we moesten in de buurt zijn en kerkpleintjes zijn meestal vlakke, niet onaardige plaatsen om te overnachten. Alleen de plaatselijke jeugd met hun rituelen en de klokken van Rome met andere rituelen verstoren soms de rust. In dit geval hadden de plaatselijke inwoners een feestje in het zaaltje vlakbij en dat duurde tot zowat 4.15 in de ochtend. Dus...

Zondag 25 april dus
We picknicken net voor Arcy en Aube. In Arcy stoppen we regelmatig bij de Aube, een mooi plekje waar de gemeente vorig jaar zelfs een soort akkerkruidenberm had ingezaaid, het stond er toen vol met korenbloemen, klaprozen en bolderik. Nu reden we er zomaar voorbij, het was ook kermis en markt, dat kan wel prettig zijn, maar het was nu het moment niet om halt te houden

We rijden voorbij Signy, Rethel, Pauvres, Suippes om maar enkele curieuze namen te noemen. Interessanter word het voorbij Troyes, we nemen de D444 en willen als eindpunt voor vandaag Avallon bereiken. Rijden eerst door het woud van Amont, stoppen even, fotograferen gewoon paardenbloemen en ook kleine maagdepalm (moet ik dat hier in het Fôret d'Amont komen doen?) Enkele merkwaardige gebeeldhouwde stenen bewaken de ingang van het bos. Het dorpje verder is Chaource, het ziet er hier properder en mooier uit dan in de Franse Ardennen van de vorige dagen, geen voorraad vervallen landbouwmachines op het erf, geen chaos van bidonvilleachtige bouwsels, en zelfs een deftig loosplek voor motorhomes, aardig dorpje om ooit nog eens langs te komen. Mogelijk heeft het te maken met ietsje meer rijkdom, we naderen de Bourgognestreek. De volgende dorpjes oa Cussangy en Vallièrest zijn samengesteld uit boerderijtjes met een binnenkoer, die dwars langs de weg staan. De voordeur hangt dus op de binnenkoer. Het doet me wat denken aan mijn geboortedorp Hoegaarden. Leuk en ook wat jeugdsentiment.


Avond in Avallon. Prachtig geparkeerd onder de ontluikende lindebomen, alhoewel er ook nu weer op 'onze' slaapplaats, veel beweging van plaatselijke jongeren is. In principe boeiend om dit hanengedrag te bestuderen. Het aan en afrijden van auto's en brommers, het draaien en keren, het roepen en giechelen, het hoe dan ook met eigen mogelijkheden willen opvallen. In principe boeiend, als ze het maar niet te laat maken. En deze keer lijken ze net als ik met de kippen op stok te gaan. Voor mij was het na de vorige slapeloze nacht wel hard nodig.

Maandag 26 april Avallon
Ochtend in Avallon. De papiertjes, lege blikjes en colaflessen van de hangjongeren worden geduldig en handig door de Avallonse gemeentewerker met zijn mechanische arm opgeruimd. Wij duiken van uit Avallon met de motorhome even de Morvan in. Eerst een stukje vallei van Cousin, op zijn Ardeens hier, beekjes, nauwe valleitjes veel groen van ontluikende loofbomen en onderbegroeiing van daslook en grootbloemige muur al in bloei.... Op het plateau van de Morvan een grillig en toch gestructureerd heggenlandschap. We passeren Quarré de Bois en dan toch weer langs snellere wegen want willen nog steeds naar het Zuiden.
Op de middag picknicken we voorbij Tournus op de Aire du Bois Noir. Zoals gewoonlijk wil ik ook altijd de directe omgeving verkennen, ten minste wat plantengroei betreft. Natuurlijk staan hier ook de geijkte paardenbloemen te bloeien, maar tot mijn blijde verrassing vind ik hier in dit bosbiotoopje, weliswaar tussen de stront van de toeristen, zomaar de zeldzame Eenbes en nieuwe scheuten van de Spekwortel. Ik red enkele exemplaren van een gewisse strontdood. De plantjes moeten wel nog een dag en een nacht in den donkerte van een camperkoffer overnachten, maar dat moeten ze er maar voor over hebben om gered te worden. En ik weet ondertussen uit ervaring, dat ze morgen weer vrolijk en gezond te voorschijn zullen komen.

Lac de Paladru
Maar we moeten verder. In plaats van langs Valence, draaien we linksaf naar Grenoble en stranden uiteindelijk weer bij een vroegere slaapplaats aan het meer van Paladru. We verkennen de boorden van het meer en vinden zo een rustige plek bij de monding van een beek.
In dit seizoen is het idyllisch rustig hier. Het dorp op de punt van het meer noemt Charavinnes, niet echt een mooi dorp, wel wat chaletachtige bergbouwstijl, veel nog gesloten restaurants en cafés. Een groot Syndicat d'Initiative, voor de zomer zeker. Een kerk in baksteen en gedeeltelijk in ronde keien. Een kwaaie zwaan en 4 verdwaalde eendenjongen dobberend op het koude water. Zonsondergang over het meer en dan een bijna volle maan.

Info over Avallon en andere dorpen

  • Avallon, gelegen op een granieten rots, boven de vallei van Cousin en aan de poort van de Morvan, is een gemeente in het Franse departement Yonne. De gemeente telt zowat 8000 inwoners, die Avallonnais worden genoemd. In het stadje, geheel omgeven door wallen, bevinden zich verschillende historische gebouwen, waaronder de kloosterkerk van Saint Lazare, daterend uit het midden van de 12de eeuw, la tour de l'horloge.
  • Cussangy is een gemeente in de Champagne-Ardennenstreek en telt 200 inwoners. De plaats maakt deel uit van het arrondissement Troyes.
  • Chaource is een gemeente in de Champagne-Ardennen, heeft1100 inwoners. De plaats maakt deel uit van het arrondissement Troyes. Het dorp is enigszins bekend voor zijn kaas. De Chaourcekaas zou van origine een kloosterkaas zijn, afkomstig uit de cisterciënzer abdij van Pontigny, waarvan de monniken de kaasmakerij naar de boeren brachten. Er is ook een grote golfbaan la Cordelière met een oppervlakte van 50 hectaren aan de rand van het forêt d'Aumont.

Info Tamus communis / Spekwortel
Vaste klimplant, waarvan de wortel in Frankrijk gebruikt werd bij kneuzingen, o.a. als kompres tegen een 'blauw' oog. Vandaar zijn merkwaardige Franse naam Herbe aux femmes battus. L’herbe aux femmes battues est sans aucun doute le surnom le plus approprié du tamier puisque la première propriété thérapeutique du tamier fait disparaitre les bleus consécutifs aux coups, les contusions et autres ecchymoses. Pour cela, il convient de frotter le rhizome sur la zone meurtrie ou d’appliquer un cataplasme de racine cuite. D’ailleurs, bien des guérisseurs combattent les rhumatismes et la goutte grâce à des préparations et onguents à base de tamier (mélange de racine cuite avec du saindoux).
Des études ont confirmé les vertus anti-inflammatoires et analgésiques de l’extrait alcoolique de tamier. Dans le Sud-Ouest de la France, on mange les jeunes pousses de tamier comme des « asperges sauvages » qu’on appelle respounchous. Ce sont les seules parties de la plante qui ne soient pas toxiques. La cuisson fait disparaitre l’amertume très marquée.

dinsdag, april 20, 2010

Verdronken Zwarte Polder


Ik werd vanmorgen gebeld vanuit het verre Nederland met de vraag of ik in de namiddag kon meewerken aan filmopnames in Zeeland over het gebruik van eetbare wilde planten. Ik ben deze namiddag vrij en dus hals over kop naar Slijkplaat, een god vergeten plaatsje ergens bij Breskens maar wel naar een bekend sterrenstaurant De Kromme Watergang.

Met de filmploeg rijden we naar zee, ondertussen de bermen afspiedend naar eetbaar groen. Alsof we een bende armoezaaiers zijn. De regisseur, met verstand van wild voedsel zocht sleedoorn, groot hoefblad, zevenblad, hondsdraf, maar we reden eerst naar de romantische 'verdronken Zwarte Polder' , waar we wolken, branding en schorren fotografeerden en filmden. We zagen ook hoe de ijverige, Nederlandse bulldozers dijken aanlegden en nieuwe natuur creëerden. Ja, dat doen ze graag die Ollanders, de natuur plannen, controleren, reguleren, maar ja liever dat dan de natuur vernietigen.

In de duinen vinden we natuurlijk de eetbare duindoorn, sleedoorn en rimpelroos, maar nu in het voorjaar hebben we meer belangstelling voor het jonge, frisse voorjaarsgroen. In de luwte van de duindoorn vinden we volop de ronde, vlezige blaadjes van Winterpostelein, we wachten nog even op de chef-kok om die blaadjes, de chef-kok en zijn dochtertje en de herborist te filmen. Zelf was ik gelukkig met de ontdekking van enkele nog wat zielige hertshoornweegbreetjes, echt eetbaar groen.
Maar in de duinen en schorren moeten we natuurlijk ook Zeekraal, Lamsoor en Zulte zoeken, de zoute eetbare planten bij uitstek.
Op de dijk schooien we nog een beetje bieslook, zuring, duizendblad en hondsdraf bij mekaar. We vinden ook de ronde blaadjes van Klein kaasjeskruid. Filmen onderweg nog groot hoefbladbloemen en na lang rondrijden ook een mooie plek met Zevenblad. Wel de eerste keer in mijn leven dat we met 2 auto's en een hele filmploeg zoveel moeite doen om zo'n woekerend onkruid te filmen.

Na het knabbelen op al dat wild groen, komt de apotheose toch in het restaurant waar we zelfs een streepje Ridderzuringsaus bij onze vis geserveerd krijgen. 

De Verdronken Zwarte Polder heeft een gevarieerde plantengroei. In 1992 werden bij een onderzoek 228 plantensoorten vastgesteld. Naast de bekende schorplanten als lamsoor, zulte en zeekraal is er een keur aan zeldzaamheden te vinden. Gesteelde zoutmelde en laksteeltje zijn wel de bekendste.

Lamsoor / Zulte  als groente
400 gr lamsoren
40 gr sjalot fijn gesnipperd
30 gr roomboter
lamsoren goed wassen en nazien op ongerechtigheden (stokjes, zeewier en alg) sjalot licht fruiten in de boter, niet kleuren !! Lamsoren toevoegen en roerbakken tot ze gaan glanzen. Geen kruiden of specerijen toevoegen. Lamsoren moet je puur natuur eten.
Er is wel enige verwarring over naamgeving. De Lamsoor die we meestal als groente eten is niet de echte Lamsoor, Limonium vulgare maar Aster tripolium, Zeeaster of Zeespinazie

maandag, april 12, 2010

Verleiding van het voorjaar

Ik mag nu niet te veel nieuwe planten aanschaffen, want volgende week verhuizen we weer voor een maand naar ons Franse huis. Toch kan ik niet altijd aan de verleiding weerstaan. Zo vond ik mooie Steviaplanten voor een prijsje bij Intratuin Olen. De plant is wel weer omgedoopt tot Honingkruid, wat natuurlijk heel wat beter klinkt dan suikerplantje.

Verder hadden ze hier bij de vaste planten zomaar een andere, geelbloeiende Zonnehoed, Echinacea paradoxa, die ik alleen al voor de naam zou aanschaffen. Hij werd net zoals de Echinacea purpurea door de Amerikaanse Indianen als wondgenezend en ontsmettend middel gebruikt. Te proberen in mijn gele medicinale border.
Uit enkele onderzoeken blijkt ook dat deze gele Zonnehoed en andere cultivars, zoals Magnus en White Swann dezelfde geneeskrachtige stoffen bevat als de botanische soort Echinacea purpurea, weliswaar in wisselende hoeveelheden.

Caffeoyl phenols and alkamides of cultivated Echinacea purpurea and Echinacea atrorubens var. paradoxa; Pharmaceutical Biology - 47(9):Pages 835-840

maandag, april 05, 2010

Berkensap en hoestsiroop

Paasweekend, zomaar 3 dagen les geven in Natoye. Intensief! Zowat 14 uur per dag samen met de mensen. een heel bijzondere, vermoeiende, kruidige, bijna unieke ervaring. Kruiden voor de luchtwegen, siropen maken van de verse planten die we in de natte natuur van Natoye vinden. Voor salie of tijmsiroop is het nog te koud en te vroeg, dus plukken we gewoon weegbree. Nu ja gewoon, laten we onze ordinaire onkruiden niet onderschatten.

We wandelen naar een naburig bos, hoge naaldbomen bij de ingang van het bos herken ik niet zo direct, maar de frisse geur van afgewaaide takken roepen herinneringen op aan een kruidenstage in de Ardeche. De geur van......Douglasspar! En dus maken we hoestsiroop van deze Douglas. Maar eerst zoeken we verder in het bos naar berken, want we willen zeker ook berkensap tappen. Uiteindelijk vinden we deze Betula's wel, maar hoe moeten we aan de hoge af te tappen takken geraken. Enkele, gedeeltelijk ontwortelde bomen helpen ons een handje, en ook de jonge nieuwe scheuten blijken redelijk wat sap af te scheiden. We hangen een vijftal flessen aan de bomen en hopen dat die morgen gevuld zullen zijn.

De onderbegroeiing in dit vochtige bos is ook de moeite waard. Nog net niet bloeiende pinksterbloem het is ook nog maar Pasen, gele dovenetel, speenkruid......

Betula species (Kruidwis)
Lentekruiden: Speenkruid, Sleutelbloem en Maarts viooltje | Dier en natuur: Natuur