donderdag, februari 23, 2023

Kruidenmasker of -pakking maken

Een masker is een vetvrije substantie van klei, meel en slijmstofplanten zoals lijnzaad, die op de huid en vooral op het gezicht wordt aangebracht. Bij een pakking worden er verder nog vetten aan toegevoegd, waardoor de pakking niet opdroogt en nog smeuïg is bij het verwijderen. De voornaamste planten die in een masker verwerkt worden zijn goudsbloem, echte kamille en lijnzaad.

Je kunt een masker of pakking aanbrengen op verschillende plaatsen van het lichaam, zoals droge ellebogen, knieën, een door de zon verbrande schouder of gewoon op het gezicht. Op het gezicht moet het masker of de pakking zo worden aangebracht dat er rond de ogen wat ruimte vrij blijft, zodat de substantie niet in de ogen kan lopen. De ogen kun je afdekken met een vochtig watje met wat olie. Het betreffende lichaamsdeel wordt ongeveer twintig minuten bedekt met een vochtige doek, daarna afgenomen met kompressen en water, eventueel na gereinigd met gezichtswater en beschermd met een crème. Behalve dat je zelf even een half uurtje rust, een therapie op zich, krijgt de huid de mogelijkheid zich te goed te doen aan een hoeveelheid werkzame stoffen, vocht en vet. U kunt een masker of pakking zo vaak aanbrengen als je wilt, mits de huid niet beschadigd is.

Er zijn verschillende maskers en pakkingen mogelijk.

Een kleimasker van groene of witte klei. Dit masker heeft voornamelijk een reinigende werking en is zeer geschikt voor de vette huid. De pasta die wordt verkregen door toevoeging van water, kan worden verrijkt met plantenextracten ter kalmering van de huid en / of citroensap voor de regulatie van de zuurmantel van de huid. Als het kleimasker is opgedroogd, kan het worden verwijderd met handwarme natte kompressen.

  • Een crèmepakking, waarbij olie en water het middel zijn. De crèmepakking vormt een aanvulling op de vet- en vochthuishouding en er kunnen verschillende werkzame stoffen aan worden toegevoegd. Het water kun je vervangen door een kruidenaftreksel (echte kamille bijvoorbeeld)
  • Een lijnnzaadpakking, waarbij de zaadjes het middel zijn. Als de zaadjes gekneusd worden verwerkt, maken ze de huid weker (een goede voorbehandeling voor het verwijderen van mee-eters).
  • Een kwarkpakking om de huid te kalmeren. Een kwarkpakking vormt een goede basis om verschillende werkzame stoffen aan toe te voegen.

Ingrediënten van een kwarkpakking:

  • Kwark, platte kaas
  • Avocado-olie (hiervoor kan ook een andere olie worden gebruikt). Avocado-olie wordt gewonnen uit het rijpe vrucht-vlees van de avocadopeer. Koud geperst heeft de olie een groene tot lichtbruine kleur; geraffineerd is de olie lichtgeel en bijna geurloos. Deze olie beschermt de huid tegen uitdroging en schraalheid. Avocado-olie is een stabiele olie die goed door de huid kan worden opgenomen.
  • Lecithine of andere werkzame stoffen

De voornaamste kruiden voor de huid

  • Echte kamlle / Matricaria recutita, vooral de bloemen worden gebruikt
  • Goudsbloem / Calendula officinalis, vooral de bloemblaadjes
  • Sint janskruid / Hypericum perforatum, vooral bloeitoppen
  • Smeerwortel / Symphytum officinalis, wortel maar ook blad gekneusd als kompres
  • Lijnzaad / Linum, zaden van de vlasplant
Referenties
  • https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenbereidingswijzen
  • https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenbereidingswijzen/ingredieentenlijst-officieel-inci

woensdag, februari 15, 2023

Devant Bouvignes

Na het boodschappen doen in Dinant even rondgesnuffeld in het vlakbij gelegen natuurreservaat 'Devant Bouvignes, een stukje Provence in België wordt het met enige overdrijving wel genoemd. Toch wel handig en fijn om zo tussen Colruyt en koffie drinken in, even de rozetten van kleine pimpernel, toorts, bijenorchis, wilde tijm en zonneroosjes tussen de rotsen te kunnen besnuffelen.

Le site occupe un versant de la rive droite de la vallée de la Meuse en aval de Dinant face au village de Bouvignes et s'étend en pente sur des roches calcaires. Différents milieux sont représentés dans la réserve RNOB: une forêt de feuillus occupant un vallon encaissé; une chênaie-charmaie dans la partie nord avec un sous-bois de buis; une plantation de pins noirs dans la partie sud; et surtout une remarquable pelouse calcicole qui occupe la plus grande surface du site. Dans ces zones dégagées, on distingue deux formations herbacées: une végétation rase sur les rochers et sols dénudés (Xerobromion) et une pelouse plus dense dominée par des graminées plus hautes (Mesobromion). De nombreuses plantes thermophiles et calcicoles dont plusieurs espèces protégées et en voie de raréfaction fleurissent dans ces pelouses. Quand à la faune, on relève la présence de 50 espèces de papillons, 18 espèces d'orthoptères, dont quelques-unes sont protégées. Plusieurs espèces de reptiles, dont la couleuvre coronelle et le lézard des murailles, sont aussi observés sur le site. Outre le débroussaillage et le fauchage régulier, des moutons de race Mergelland pâturent dans les pelouses, au sein d'enclos mobiles.

Bijenorchis

De planten
Allium sphaerocephalon / Kogellook, Aquilegia vulgaris / Wilde akelei, Buxus sempervirens, Capsella rubella / Rood herderstasje, Carex humilis, Centaurium erythraea / Echt duizendguldenkruid, Ceterach officinarum, Cirsium acaule, Cotoneaster integerrimus, Daphne mezereum / Peperboompje, Dianthus carthusianorum / Kartuizeranjer, Epipactis helleborine, Genista tinctoria / Verfbrem, Genistella sagittalis, Gentiana cruciata, Gentianella germanica, Geranium rotundifolium, Globularia bisnagarica, Helianthemum apeninnum, Himantoglossum hircinum, Hippocrepis comosa, Juniperus communis, Kickxia spuria, Lactuca perennis, Listera ovata, Lithospermum officinale / Glad parelzaad, Lonicera xylosteum, Neottia nidus-avis, Ophrys apifera / Bijenorchis, Ophrys fuciflora, Orchis anthropophora, Orchis mascula, Orchis simia, Orobanche caryophyllacea, Platanthera chlorantha, Pyrus pyraster, Rhamnus cathartica, Rosa rubiginosa / Egelantier, Saxifraga granulata,Valeriana wallrothii, Vincetoxicum hirundinaria / Engbloem.

Over bijenorchis
Het woord Orchis werd voor het eerst gebruikt door de Griekse filosoof en botanicus Theophrastus (371 - 286 v. Chr.) in zijn boek De historia plantarum (De natuurlijke geschiedenis van planten). De naam Orchis komt van het Griekse όρχις en betekent testikel, teelbal. Veel planten uit de Orchisfamilie hebben twee wortelknollen die dus op testikels lijken. De onderlip van de bloem lijkt  op een bij en dus vergissen echte bijen zich wel eens en komen gezellig copuleren.

dinsdag, februari 14, 2023

De eerste daslookblaadjes

Nog lang geen lente. Toch zijn ze er weer. De eerste dit, de eerste dat en dus ook de eerste daslookblaadjes. Geluk en gelik zit in een groen blaadje. Zelfs voor een oude herborist.

The plant is widely distributed in Europe and Asia and does not grow in areas above 1900 m above sea level. The active growth phase of wild garlic lasts three to four months and begins in early spring, between late February and early March. The expected flowering period of wild garlic is between April and May. All parts of the plant are edible [3], but the bulbs and leaves are most commonly consumed. For consumption, the leaves are harvested by flowering time, while for medicinal purposes, leaves or herb (Allii ursini folium/herba), collected in April and May, and bulbs (Allii ursini bulbus), collected in September and October, are used [4,5]. Wild garlic is usually collected as a wild plant species from natural habitats, but in some countries, this plant species is on the list of protected plants, so it is not possible to collect it from the wild for personal use and sale [6]. The cultivation of this species is relatively demanding, as it has special requirements, especially environmental conditions in which it grows in its natural habitats. Moreover, the propagation of this plant is difficult due to certain biological characteristics or ecological requirements, such as slow growth, specific soil requirements and low germination rates [7].

Modern pharmacological studies have confirmed many of the above traditional indications for the use of wild garlic. It is recommended as a digestive, antimicrobial, and detoxifying agent for the body, and a number of in vitro and in vivo experiments have shown Allium ursinum to be a plant with high potential for the prevention and treatment of diseases of the cardiovascular system [8,9,10,11,12,13]. It is commonly used as a remedy for respiratory diseases, such as colds or bronchitis [14]. Wild garlic is effective in wound healing, as well as chronic skin diseases [6]. It is effective in regulating blood pressure, lowering insulin levels and total cholesterol levels, with a tendency to increase HDL cholesterol. All the mentioned beneficial effects of wild garlic on human health can be attributed mainly to the sulfurous compounds, which are the most characteristic constituents of Allium plants. Allium ursinum belongs to the Allium species of methiine/alliine type, which means that it contains mainly a mixture of (+)-S-methyl-L-cysteine sulfoxide (methiine) and (+)-S-allyl-L-cysteine sulfoxide (alliine). Another important chemical constituent of wild garlic is also polyphenolic compounds. The leaves of wild garlic contain high concentrations of ferulic and vanillic acid, p-coumaric acid, and kaempferol derivatives, as well as high concentrations of flavonoids [15,16,17]. In addition, wild garlic leaves contain pigment compounds, especially chlorophylls and carotenoids, vitamins, such as vitamin C, and of the macro- and microelements in wild garlic, the iron content of 247.9 mg/kg is noteworthy [18,19]. Precisely because of the rich nutritional composition and content of phytochemicals with high therapeutic potential and the range of biological activities, from antioxidant to antimicrobial, that it exhibits, this plant species can be considered a functional food with high production potential for various functional products and food supplements of natural origin.

References
  1. Prakash, B. Functional and Preservative Properties of Phytochemicals; Academic Press Elsevier: London, UK, 2020. [Google Scholar]
  2. Cena, H.; Calder, P.C. Defining a Healthy Diet: Evidence for the Role of Contemporary Dietary Patterns in Health and Disease. Nutrients 2020, 12, 334. [Google Scholar] [CrossRef][Green Version]
  3. Demasi, S.; Mellano, M.G.; Falla, N.M.; Caser, M.; Scariot, V. Sensory Profile, Shelf Life, and Dynamics of Bioactive Compounds during Cold Storage of 17 Edible Flowers. Horticulturae 2021, 7, 166. [Google Scholar] [CrossRef]
  4. Oborny, B.; Botta-Dukát, Z.; Rudolf, K.; Morschhauser, T. Population ecology of Allium ursinum, a space-monopolizing clonal plant. Acta Bot. Hung. 2011, 53, 371–388. [Google Scholar] [CrossRef]
  5. Lenkova, M.; Bystricka, J.; Toth, T.; Hrstkova, M. Evaluation and comparison of the content of total polyphenols and antioxidant activity of selected species of the genus Allium. J. Cent. Eur. Agric. 2016, 17, 1119–1133. [Google Scholar] [CrossRef][Green Version]
  6. Sobolewska, D.; Podolak, I.; Makowska-Wąs, J. Allium ursinum: Botanical, phytochemical and pharmacological overview. Phytochem. Rev. 2015, 14, 81–97. [Google Scholar] [CrossRef][Green Version]
  7. Jeong, M.J.; Song, H.J.; Kim, H.G.; Park, D.J.; Yong, S.H.; Choi, E.; Seol, Y.; Ghimire, B.; Choi, M.S. The optimal cultivation conditions for wild garlic (Allium victorialis var. Platyphyllum) under the forests as a non-timber forest product (NTFP). Agrofor. Syst. 2019, 94, 747–760. [Google Scholar] [CrossRef]
  8. Kim, T.K. Edible Medicinal and Non-Medicinal Plants; Springer: Dordrecht, Germany, 2014; Volume 7. [Google Scholar]
  9. Pavlović, D.R.; Veljković, M.; Stojanović, N.M.; Gočmanac-Ignjatović, M.; Mihailov-Krstev, T.; Branković, S.; Sokolović, D.; Marčetić, M.; Radulović, N.; Radenković, M. Influence of different wild-garlic (Allium ursinum) extracts on the gastrointestinal system: Spasmolytic, antimicrobial and antioxidant properties. J. Pharm. Pharm. 2017, 69, 1208–1218. [Google Scholar] [CrossRef]
  10. Murugesan, S.; Pandiyan, A.; Saravanakumar, L.; Moodley, K.; Mackraj, I. Protective role of wild garlic on isoproterenol-induced myocardial necrosis in wistar rats. J. Ethnopharmacol 2019, 237, 108–115. [Google Scholar] [CrossRef]
  11. Stanisavljević, N.; Bajić, S.S.; Jovanović, Ž.; Matić, I.; Tolinački, M.; Popović, D.; Popović, N.; Terzić-Vidojević, A.; Golić, N.; Beškoski, V.; et al. Antioxidant and Antiproliferative Activity of Allium ursinum and Their Associated Microbiota During Simulated in vitro Digestion in the Presence of Food Matrix. Front. Microbiol. 2020, 11, 1–17. [Google Scholar] [CrossRef]
  12. Forma, A.; Chilimoniuk, Z.; Januszewski, J.; Sitarz, R. The Potential Application of Allium Extracts in the Treatment of Gastrointestinal Cancers. Gastroenterol. Insights 2021, 2, 136–146. [Google Scholar] [CrossRef]
  13. Rankovic, M.; Krivokapic, M.; Bradic, J.; Petkovic, A.; Zivkovic, V.; Sretenovic, J.; Jeremic, N.; Bolevich, S.; Kartashova, M.; Jeremic, J.; et al. New Insight into the Cardioprotective Effects of Allium ursinum L. Extract Against Myocardial Ischemia-Reperfusion Injury. Front. Physiol. 2021, 12, 1–14. [Google Scholar] [CrossRef]
  14. Coulston, A.M.; Rock, C.L.; Monsen, E.R. Nutrition in the Prevention and Treatment of Disease; Academic Press: Orlando, FL, USA, 2001. [Google Scholar]
  15. Wu, H.; Dushenkov, S.; Ho, C.-T.; Sang, S. Novel acetylated flavonoid glycosides from the leaves of Allium ursinum. Food Chem. 2009, 115, 592–595. [Google Scholar] [CrossRef]
  16. Gîtin, L.; Dinicǎ, R.; Parnavel, R. The influence of extraction method on the apparent content of bioactive compounds in Romanian Allium spp. leaves. Not. Bot. Horti Agrobot. Cluj-Napoca 2012, 40, 93–97. [Google Scholar] [CrossRef][Green Version]
  17. Oszmiański, J.; Kolniak-Ostek, J.; Wojdyło, A. Characterization and content of flavonol derivatives of Allium ursinum L. plant. J. Agric Food Chem. 2013, 61, 176–184. [Google Scholar] [CrossRef]
  18. Piatkowska, E.; Kopeć, A.; Leszczynska, T. Basic chemical composition, content of micro and macroelements and antioxidant activity of different varieties of garlic’s leaves polish origin. Nauka Technol. Jakość 2015, 98, 181–192. [Google Scholar]
  19. Lachowicz, S.; Oszmiański, J.; Wiśniewski, R. Determination of triterpenoids, carotenoids, chlorophylls, and antioxidant capacity in Allium ursinum L. at different times of harvesting and anatomical parts. Eur. Food Res. Technol. 2018, 244, 1269–1280. [Google Scholar] [CrossRef][Green Version]

zaterdag, februari 11, 2023

Pompoenpitten

Pompoenpitten en poeder

De Pompoenfamilie met zijn meer dan 900 soorten en zijn immense veelvormigheid is voor mij een mooi voorbeeld van samenwerking tussen mens en de plant. Een samenwerking in al zijn schoonheid maar ook in al zijn absurditeit. Kijk maar naar de pompoenmarkten, de wedstrijden voor de grootste, de zwaarste en raarste. Pompoenen laten zich blijkbaar gemakkelijk en graag (?)
manipuleren. Hebben zij daar zelf ook wat voordeel van? In elk geval, worden ze zolang ze de mens amuseren, tot voedsel dienen en als medicijn nuttig zijn, door de homo sapiens voortgeplant.

Geschiedenis van het pompoengebruik
Op grond van archeologische vondsten lijkt het er op dat pompoenen al 5000 jaar voor onze jaartelling in Peru en Mexico gekend waren. De echte Cucurbita pepo, als Amerikaans gewas is bij ons natuurlijk pas bekend geraakt na de ontdekking van Amerika. Maar voor die tijd zijn er wel Kalesbasachtigen in gebruik geweest in Europa. Reeds Dioscorides vermelde de fleskalebas als groente. Uitwendig adviseerde hij het vruchtvlees als kompres om de koorts te verlagen, tegen gezwellen en tegen jicht.

Walahfrid Strabo (808 – 849) bezong in zijn ‘Hortulus’ vrucht van de kalebas als middel tgen nieren blaasproblemen. Misschien de eerste aanwijzing voor ons hedendaags gebruik. En ook Hildegard (1098 – 1179) prees haar ‘Kurbesza’ aan als een gezond gewas.
Platearius ‘Book of Simple Medicines", circa 1470 wordt geciteerd in Liber de natura rerum door Thomas van Cantimpré , ‘Cucurbita, ut dicit Platearius, frigida est et humida, sed satis in hiis qualitatibus temperata, is koud en vochtig, maar vrij gematigd in deze eigenschappen. Het is een kruid dat in het bijzonder in warme gebieden voorkomt......tegen verstopping van de lever, tegen abcessen van het ademhalingsapparaat in de borst en van andere ledematen helpt kalebas gekookt in
scherpe stoffen of ook wel geroosterd.

Hedendaagse medische werking van Cucurbita semen: prostaatklachten en darmparasieten
Voor medicnale doeleinden wordt nu vnl de zaden van een specifieke pompoensoort gebruikt Curcubita pepo L. convar. citrullinina I. Greb. var. styriaca I. Greb.. Van deze medicinale pompoensoort worden in Oostenrijk, Slovenie, Kroatie zowat 8000 hectare gekweekt, speciaal voor de zaden. Het vruchtvlees wordt als dierenvoeding verwerkt.
Werkzame stoffen zijn fyto-sterolen en vooral beta-sitosterin. Het zijn stoffen die cholesteroverlagend werken. Zij reguleren ook de aanmaak van galzuren en remmen de groei van de prostaatklier. Verder bevat het zaad ook nog een aminozuur ‘cucurbitine’, met werking op darmparasieten.
Dat zijn ook de 2 goed onderbouwde toepassingen van pompoenzaad, (1)bij goedaardige prostaathypertrofie, vooral voor ouderen en bij (2)darmparasieten, vooral voor kinderen. 

Bereidingen. 1 tot 2 eetlepels pompoenzaad 2 maal daags smorgens en savond op knabbelen gedurende enkele maanden gebruiken. Pompoenzaden tot grof poeder malen en in honing laten trekken is ook een efficiënte manier om de zaden te gebruiken bij prostaatklachten. Natuurlijk zijn er ook allerlei preparaten in de handel, maar de hle zaden zaden kun je ook als snoepje tussendoor gebruiken, eventueel gemengd met zonnebloempitten.

vrijdag, februari 10, 2023

Gewillige gewrichten

Gewrichtsklachten zoals reuma en artrose komen in onze lage, vochtige landen veel voor. Hetaantal reuma-patiënten in Nederland bvb wordt geraamd op ruim 85.000. Daarvan heeft 10% een lichte, 60% een matige en 30% een ernstige vorm. Het aantal artrose-patiënten is naar schatting 1,3 miljoen, 500.000 daarvan hebben artrose van de heup en 800.000 artrose van de knie. Reuma, een auto-immuunziekte, komt bij vrouwen twee- tot driemaal zo vaak voor als bij mannen en treedt meestal voor het eerst op tussen de 25 en 50 jaar. Artrose, een degeneratieve aandoening, komt veel voor bij ouderen, even vaak bij mannen als bij vrouwen.

Veel chronische patiënten maken gebruik van complementaire geneeswijzen. Patiënten met reumatische aandoeningen maken vaak gebruik van acupunctuur, fyto therapeutica of bepaalde voedingssupplementen zoals visolie, chondroïtinesulfaten of glucosamine.
Het gebruik van medicinale planten bij reumatische gewrichtsaandoeningen kent een lange traditie. Naast wilgenbast zijn duivelsklauw, echte guldenroede, moerasspirea, brandnetel, populier (bast en blad) en gewone es (bast) veel toegepaste planten bij reumatische aandoeningen.
Daarvan is duivelsklauw het beste onderzocht. Het klinische onderzoek naar wilgenbast heeft ook sedert een tiental jaar een nieuw begin gemaakt met de hieronder beschreven studies. De resultaten hiervan zijn hoopgevend, maar meer onderzoek onder een groter aantal patiënten en van langere duur is noodzakelijk.

Wilgen voor gewrichten

Schmid et al. onderzochten onder 78 artrosepatiënten het analgetische effect van wilgenbastextract met 240 mg salicin per dag, in een gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde studie van 2 weken Er werd een statistisch significant verschil gevonden tussen de verum- en de placebogroep. De pijnscore was in de verumgroep met 14% verminderd, terwijl deze in de placebogroep met 2% was gestegen.
In een ander onderzoek van Chrubasik onder 451 patiënten met acute lage rugpijn gedurende 4weken, bleek wilgenbastextract met 240 mg salicin per dag superieur te zijn boven een gangbarebehandeling en was het effect van een dosis met 120 mg per dag nagenoeg vergelijkbaar met de gangbare behandeling.

De schors van de wilg is van oudsher het natuurlijk pijnstillend middel bij uitstek geweest. Na deisolatie van salicin en de synthese van acetylsalicylzuur is de belangstelling voor de wilg verdwenen . Salicin in het wilgenbastextract is echter opgenomen in een complex van actieve componenten, die via verschillende aangrijpingspunten leiden tot een gezamenlijk analgetisch en anti-inflammatoir effect. (Acetyl)salicylzuur, dat in aanzienlijk hogere doseringen toegepast moet worden dan de salicin uit de wilg, geeft ernstige bijwerkingen te zien, die niet zijn waargenomen bij gebruik van het wilgenbastextract. De lage frequentie van bijwerkingen en de milde bijwerkingen zijn duidelijke voordelen van wilgenbast ten opzichte van (acetyl)salicylzuur en andere NSAID's. Om deze reden kan het zinvol zijn eerst wilgenbast te proberen alvorens een NSAID toe te passen.

Het wilgenbastextract zou, vanwege een pijnstillend en ontstekingsremmend effect in combinatie met een goede verdraagzaamheid en veiligheid, een echte bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van leven. Wellicht kan dan een aantal patiënten hun andere medicatie voortaan 'aan de wilgen hangen'.

Referenties
  1. Chrubasik S, Eisenberg E, Balan E et al. Treatment of low back pain exacerbations with willowbark extract: a randomized double-blind study. Am J Med 2000;!09:9-14.
  2. Schmid B, Lüdtke R, Selbmann HK et al. Wirksamkeit undVertraglichkeit eines standardisiertenWeidenrindenextraktes bei Arthrose-Patienten: randomisierte, placebo-kontrollierteDoppelblindstudic. Z Rheumatol 2000;59:314-20.
  3. Phytother Res. 2009 Jul;23(7):897-900. A systematic review on the effectiveness of willow bark formusculoskeletal pain. Cameron M, Chrubasik S. Vlachojannis JE

zondag, februari 05, 2023

Leeftijd. Oudste mensen in de wereld?

Veel gegevens over extreem oude mensen zijn het product van overdrijving, mystificatie of fraude. Gerontologen die extreem oude mensen en hun leefstijl bestuderen moeten daarom het kaf van het koren scheiden, aldus onderzoekers van Boston University. Ze noemen 8 dingen waarop gerontologen alert moeten zijn.
Veel gegevens over extreem oude mensen zijn het product van overdrijving, mystificatie of fraude. Gerontologen die extreem oude mensen en hun leefstijl bestuderen moeten daarom het kaf van het koren scheiden, aldus onderzoekers van Boston University. In 2010 beschreven ze 8 dingen waarop gerontologen alert moeten zijn.

1. Spirituele overdrijving

In veel overleveringen en tradities geeft een lange levensduur aan dat iemand een bijzondere band met godheden of kosmische principes heeft. Een voorbeeld uit de Christelijke overlevering is Methusalem, die volgens het Oude Testament 969 zou zijn geworden. Een andere bekende Bijbelse longeviteur was Abraham, die 175 jaar oud werd.

In het Oude Testament vind je die extreem hoge leeftijden vooral in het begin. In de meer recente delen van de Bijbel worden de leeftijden steeds realistischer. Werd Abraham nog 175 jaar, Mozes werd 120 en David 70.
Nog steeds claimen religieuze en spirituele tradities dat hun voormannen en -vrouwen extreem oud worden. Een recent voorbeeld is de Tibettaanse meditatiemeester Nyala Rinpoche. De in 1978 overleden Rinpoche zou 152 jaar oud zijn geworden. Toen had hij al niet meer een lichaam van vlees, maar van licht. Zeggen zijn volgelingen.

2. Ouderverering

In veel afgezonderde traditionele samenlevingen hebben ouderen een bijzondere positie. In die samenlevingen mogen mensen de leeftijd van 'hun' ouderen graag overdrijven. Zo zou de Zuid-Afrikaanse Moloko Temo in 2009 op 134-jarige leeftijd zijn overleden.
Temo was een lokale beroemdheid. In interviews vertelde ze dat ze ervan was overtuigd dat elders op de wereld mensen leefden die nog ouder waren dan zij, en dat ze graag spinazie, snoep, vlees en cola lustte. Toen ze werd geboren was er nog geen deugdelijke registratie. Het is niet bekend hoe oud ze echt was. CNN heeft wel eens item over haar gemaakt.
Veel gegevens over extreem oude mensen zijn het product van overdrijving, mystificatie of fraude. Gerontologen die extreem oude mensen en hun leefstijl bestuderen moeten daarom het kaf van het koren scheiden, aldus onderzoekers van Boston University. In 2010 beschreven ze 8 dingen waarop gerontologen alert moeten zijn.

3. De Bron van de Eeuwige Jeugd

Sommige mensen claimen dat ze De Bron van de Eeuwige Jeugd in bezit hebben. Die claim kun je natuurlijk beter onderbouwen als je zelf stok- en stokoud bent en tegelijkertijd buitengewoon vitaal. Norman Walker was zo'n iemand.
Walker was de grondlegger van de raw food-beweging. Hij ontwierp een centrifuge waarmee mensen uit groenten en fruit zelf gezonde sapjes konden maken [en verdiende daar goed geld mee]. Hij schreef boeken over hoe je met een vegetarische en door-sapte leefstijl oud kunt worden en tegelijkertijd vitaal kunt blijven.
Walker maakte zichzelf om marketingredenen tien jaar ouder dan hijzelf was. Toen hij overleed zou hij 119 zijn geweest, maar hij was toen in werkelijkheid 'slechts' 99.

4. Shangri-La

Bewoners van sommige gebieden houden graag de illusie in stand dat het leven in hun vallei, op hun bergtop of eiland extreem gezond is. Een Shrangri-La, heet zo'n bijzonder gebied. De Hunzavallei in Pakistan is zo'n gebied, of de Euraziatische Kaukasus.

Media spelen een belangrijke rol bij mythes rond Shangri-La's. In 1976 verscheen bijvoorbeeld het boek Los Viejos: Secrets of Long Life from the Sacred Valley van de journaliste Grace Halsell. Halsell schreef het boek nadat ze een tijd had gewoond in Vilcabambavallei in Ecuador. Ze had in die periode bijvoorbeeld gebivakkeerd in een dirt-floor mountain hut met een man die beweerde dat hij 132 jaar oud was. Hij zou gezond blijven doordat hij gedichten in zijn hoofd reclameerde terwijl hij door de bergen wandelde. Hasells boek maakte de oeroude Vilcabambanen wereldberoemd.

De Harvardiaanse gerontoloog Alexander Leaf ging de verhalen wantrouwen toen hij in 1974 sprak met een man die vertelde dat hij 134 jaar oud was. In 1971 had Leaf de man ook al ontmoet, en toen was hij naar eigen zeggen nog 122 jaar. Toen wetenschappers als Leaf de fabelachtige leeftijden van de Vilcabambanen gingen checken bleek dat ze stuk voor stuk niet klopten.

Een kenmerk van longevity-jokkebrokkerij is een overmaat aan stokoude mannen, aldus de onderzoekers. Het genoom van vrouwen is robuuster dan dat van mannen en dus kunnen vrouwen langer leven dan mannen. Als ineens ergens allemaal extreem oude mannen opduiken - zoals in de Vilcabambavallei - maar niet nog veel meer extreem oude vrouwen, dan is een sceptische houding op zijn plaats, aldus de onderzoekers.

5. Propaganda

Overheden die zichzelf een goed imago willen aanmeten liegen graag over hun stokoude bewoners. Alleen in gezonde landen, waar het goed toeven is, worden de mensen oeroud. De Sowjet-Unie kon in de jaren zestig en zeventig wel wat PR gebruiken, en dus schiepen de staatsmedia de mythe dat de bewoners van de Kaukasus fabuleus oud konden worden. Hun icoon was Shirali Muslimov, die uiteindelijk 163 of 168 jaar oud zou worden. Die leeftijd dankte Muslimov aan het heldere bergwater, zijn dieet van kip en yoghurt en het gezonde harde werken op de kolchoz.

Westerse verslaggevers hebben nooit met Muslimov mogen praten. Dat Muslimov toch in het westen bekend werd, danken we aan Danone. Die legde in een slimme reclamecampagne een verband tussen de fabelachtige leeftijd van Muslimov en yoghurt. Yoghurt van Danone, welteverstaan.

6. Dienstplicht

Als er oorlog uitbreekt, roepen landen mannen van een bepaalde leeftijdsgroep onder de wapenen. Wie te oud is, hoeft niet in dienst. In de VS leidde de burgeroorlog tussen de Noordelijke en Zuidelijke staten tot een piek in het aantal zuiderlingen die een mirakuleus hoge leeftijd hadden bedreikt - zoals John Salling. Salling werd in de twintigste eeuw beroemd als de man die 113 werd en in de burgeroorlog nog tegen het Noorden had gevochten. "If we cannot beat 'em, we can outlive 'em", zei hij ooit.

Overigens had Salling nooit gevochten. Hij had in de Burgeroorlog tien jaar gesjoemeld met zijn leeftijd zodat hij niet in dienst hoefde.

7. Ambtenaren

In veel ontwikkelde landen zijn de meldingen van supereeuwelingen [mensen die ouder worden dan 110] dikwijls het gevolg van schrijf- en tikfouten door het overheidsapparaat. Volgens verouderingsonderzoeker Michel Poulain hebben bij 1 procent van alle Belgen die officieel 100 zijn geworden bureucraten zo'n administratieve fout gemaakt, en zijn de mensen eigenlijk jonger. Bij alle Belgen die 105 worden is dat percentage opgelopen tot 5 procent, bij de 110-jarigen tot 50 procent en bij de 110-jarigen tot 100 procent.

In Frankrijk werd Eva Jourdan slachtoffer van zo'n fout. Ze zou officieel 112 jaar oud zijn geworden, maar overleed in werkelijkheid 'al' op 102-jarige leeftijd. Een ambtenaar had haar geboortejaar - 1890 - per ongeluk een keer opgeschreven als 1880.

8. Sociale fraude

Oude mensen krijgen in beschaafde landen uitkeringen - en de invoering van dat zorgstelsel heeft er toe geleid dat sommige mensen van het ene moment op het andere ineens jaren ouder werden. In het Amerikaanse Pennsylvania werd Eddlee Bankhead bijvoorbeeld ineens 16 jaar ouder toen in zijn staat ouderen een uitkering konden krijgen. Zijn 116de verjaardag was voor JET aanleiding voor een cursiefje. [JET March 29 1999] Daarin zeggen de kinderen van Bankhead dat de vitale 116-jarige zijn leeftijd dankte aan 'hard werken'. Bankhead overleed hetzelfde jaar nog.
Een andere vorm van fraude die tot mythen over fabelachtig oude mannen en vrouwen kan leiden is het thuishouden over overleden familieleden, waardoor nabestaanden kunnen doorgaan met het incasseren van de pensioenen. De Japanse overheid onderzocht in 2010 tweehonderd gevallen waarin dat speelde. Er was toen zelfs sprake van iemand die op papier 110 jaar oud was, maar in werkelijkheid al op 76-jarige leeftijd was overleden.
Nog bonter dan de Japanners maken de Grieken het. Van de vijfhonderd honderdplussers die er in Griekenland volgens de registratie van de overheid nog in leven zijn, zijn er volgens onafhankelijk onderzoek in werkelijk al driehonderd overleden. Hun nabestaanden houden dat nog even voor zich.

Bron:
Curr Gerontol Geriatr Res. 2010;2010:423087.

Koffie drinken om langer te leven?

Twintig jaar geleden vertelden artsen dat mensen die gezond wilden zijn beter geen koffie konden drinken. Dat idee is inmiddels van de baan. Studies hebben koffieconsumptie in verband gebracht met een afname van de kans op legio aandoeningen en soorten van sterfte. Maar bij hoeveel koppen koffie per dag is het positieve effect op de gezondheid optimaal?

Studie
Australische cardiologen analyseerden de gegevens van 449.563 Britten van 40-69 jaar, die ongeveer 12 jaar waren gevolgd.
De onderzoekers keken naar het effect van hun koffieconsumptie op hart- en vaataandoeningen en sterfte. De deelnemers hadden, toen de studie begon, vragen over hun koffieconsumptie en andere facetten van hun leefstijl beantwoord.

Resultaten
De Australiërs maakten een onderscheid tussen verse koffie die je zet van gemalen koffiebonen, [Ground] koffie zonder cafeïne [Decaffeinated] en oploskoffie [Instant]. Bij een betrekkelijke geringe inname van koffie zonder cafeïne was de kans op cardiovasculaire sterfte een beetje, waarschijnlijk als gevolg van een toename van de kans op arrhythmias. Desondanks was koffieconsumptie verbonden met een afname van sterfte door cardiovasculaire oorzaken en sterfte in het algemeen.
Het positieve gezondheidseffect van koffie was optimaal bij 2-3 koppen koffie per dag.

Conclusie
"In this large, observational study, ground, instant and decaffeinated coffee were associated with equivalent reductions in the incidence of cardiovascular disease and death from cardiovascular disease or any cause", zegt onderzoeksleider Peter Kistler van de Australische Monash University in een persbericht. [EurekAlert 26-Sep-2022]
"Caffeine is the most well-known constituent in coffee, but the beverage contains more than 100 biologically active components. It is likely that the non-caffeinated compounds were responsible for the positive relationships observed between coffee drinking, cardiovascular disease and survival."
"Our findings indicate that drinking modest amounts of coffee of all types should not be discouraged but can be enjoyed as a heart healthy behaviour."

Bron:
Eur J Prev Cardiol. 2022 Sep 27.


woensdag, januari 25, 2023

Vogelmuur

Vogelmuur. Ook in de winter vind je het overal. Eetbaar en geneeskrachtig.

Een aantal inheemse kruiden worden als anti-pruriticum of anti-jeukplant ingezet. Ze bevatten inhoudsstoffen die de jeuk tegengaan, verkoelen en verzachten. Een mooi voorbeeld daarvan is Vogelmuur (Stellaria media), een klein plantje uit de Anjerfamilie (Caryophyllaceae) met kronkelige stengels, zachte sappige blaadjes en piepkleine stervormige bloempjes. Deze bloempjes bestaan uit 5 witte kroonblaadjes die diep ingesneden zijn, waardoor het er 10 lijken. 

Het is één van de meest voorkomende kruiden op het noordelijk halfrond, dus je kunt het werkelijk overal in het wild en zelfs in de winter vinden. Medicinaal worden de bovengrondse delen gebruikt. Deze kunnen het hele jaar geoogst worden, maar zijn het rijkst aan inhoudsstoffen in de lente. Nog een paar weekjes wachten dus voor de allerbeste kwaliteit!

Vogelmuur is een kruid dat sinds mensenheugenis wordt ingezet bij huidaandoeningen, jeuk, wondbehandeling en het voorkomen van littekens. Het bevat interessante werkzame inhoudsstoffen zoals saponinen, mineralen, flavonoïden en ontstekingsremmende polysacchariden. Daarnaast is het nuttig voor de versterking van het immuunsysteem door een ruime hoeveelheid antioxidanten en wordt het ingezet bij luchtweg- en spijsverteringsklachten. Bovendien is de plant ook nog eens eetbaar en een ware vitaminen- en mineralenbom. 

Een vogelmuurstick of zalfje maken tegen jeuk

  • ​100 g cacaoboter
  • Een flinke hand verse vogelmuur
  • 10 g kokosolie
  • 8 g bijenwas of 6 g candelillawas (vegan)
  • 25 g witte klei
  • 5 druppels etherische olie van pepermunt
  • 20 druppels etherische olie van lavendel, geranium of citronella
  • Lege stick of lippenstifthulzen

Het maken van de stick (stick van 100 ml) gebeurt in twee stappen. De eerste stap is het maken van een oliemaceraat of kruidenolie van cacaoboter en vogelmuur. Weeg de cacaoboter af in een maatbeker en laat au bain-marie smelten. Voeg de vogelmuur toe en duw de kruiden goed onder de olie met een lepel. Verwarm tot 40-50⁰C (in de oven, au bain-marie op het fornuis) en laat de vogelmuur minstens 12 uur (maar liefst 48 uur) trekken bij een zo constant mogelijke temperatuur om bederf te voorkomen en een goede kwaliteit te garanderen (gebruik een thermometer). Zeef de olie vervolgens door een fijne zeef. Bewaar het mengsel koel in een brandschone pot tot je het gebruikt. Het mengsel zal weer opstijven.

De tweede stap het maken van de stick zelf. Weeg 47 g van het oliemaceraat (cacaoboter en vogelmuur) af en doe het samen met de kokosolie en de bijenwas (of candellilawas) in een maatbeker. Verwarm de maatbeker au bain-marie op een laag vuur tot alles gesmolten is. Voeg onder voortdurend roeren de witte klei toe en haal het mengsel van de warmtebron. Roer tot alle klontjes verdwenen zijn. Voeg de etherische oliën toe en roer ze goed door het mengsel. Giet het mengsel zo snel mogelijk in de lege (deo)stick of in lege lippenstifthulzen en laat hard worden.

De anti-jeukstick kan je gebruiken bij muggenbeten, waterpokken en werkt ook bij jeuk die wordt veroorzaakt door de brandharen van de eikenprocessierups. Te proberen bij allerlei allergische huidaandoeningen. En natuurlijk kun je ook verse geplette plantjes als een soort papje op je huid aanbrengen.

Zie ook https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-planten-van-a-tot-z/stellaria-media-vogelmuur-e-a

zondag, januari 22, 2023

Over de kruidvlier

De Kruidvlier, Sambucus ebulus L. uit de Muskuskruidfamilie, onderscheidt zich van de andere vlieren door een groenblijvende kruidachtige en weinig vertakte stengel, die later in het jaar rood kan aanlopen maar kruidachtig blijft. In de winter zijn de verdroogde stengels nog goed herkenbaar.

De bloeiwijze van de Kruidvlier bestaat uit een tuil of tros, waarbij de bloemstelen zodanig van lengte zijn, dat er als het ware een min of meer vlak scherm ontstaat. De vijftallige bloemen zijn regelmatig, hebben vijf roomwitte kroonblaadjes met een zweem rood, vijf meeldraden met rode tot bruinrode helmknoppen. Het vruchtbeginsel groeit uit tot een zwarte steenvrucht in de vorm van een bes.
Ondergronds heeft de Kruidvlier wortelstokken. Dit komt opvallend sterk tot uiting bij de begroeiing op dijken en aflopende bermen. Het zijn bijna monocultures van deze soort. In de wortelstokken slaat de Kruidvlier tijdens de zomer en in de herfst als de plant bovengronds afsterft veel energie op. In het voorjaar groeien de stengels erg snel omhoog en kunnen dan een dichte begroeiing tot stand brengen.

De bladeren, vruchten en zaden bevatten de glycosiden sambunigrine en prunasine en zijn giftig. In tegenstelling tot die van de gewone vlier (Sambucus nigra) zijn de bessen niet eetbaar. 

Dodonaeus schrijft ‘De Italianen noemen het nebbio en podagria, als of men jichtkruid zei’.
Deze plant werd ook wel podagria genoemd, het laatste woord betekent voet, en werd zo genoemd naar de oude voetkwaal, jicht, die in de grote teen begint. Met de bladeren werden mensen gekroond die voor het eerst van dit euvel last hadden. Deze kwaal werd dan toegejuicht, omdat die zich meestal bij de aanzienlijken openbaarde
.

A. Munting: ‘De purperen vrucht hiervan werd eertijds bij de oude heidenen in grote waarde gehouden omdat ze daar niet alleen hun gezichten verfden en bestreken als ze in hun afgoden tempel gingen om te offeren zoals Marcellus verhaalt. Maar ze vlochten ook kransen van de bladeren waarmee ze diegenen bekroonden die voor de eerste keer met het podagra gekweld werden zoals Lucianus daarvan schrijft zodat de waardigheid van deze ziekte, die liever bij de groten dan bij de kleinen zijn plaats zoekt, door de nakomelingen niet vergeten zou worden.’

Zo was het gebruik lang geleden
‘Dioscorides verhaalt dat de wortels van hadich de verharde baarmoeder vermurwen en de verstoppingen er van openen en ontsluiten en bovendien alle gebreken van de leden daar omtrent gelegen verbeteren en genezen kunnen en laten scheiden de zwellingen van de buik als de vrouwen zitten in het water daar deze wortels in gekookt zijn.
Hij schrijft ook dat de jonge bladeren die vers zijn en mals op de ontstekingen en gezwellen gelegd met Polenta of meel van gerstemout die verzoeten kunnen en laten scheiden.
Die bladeren, zegt hij, worden zeer goed en nuttig gelegd op de verbranding en op de beten van de honden en met bokkenvet of stierenvet op jicht en vooral op de smarten die van de ziekten aan de voeten komen gestreken helpen ze en verzoeten de pijn wonderbaarlijk zeer.

De wortels van hadich / kruidvlier zijn zo traag en moeilijk in het werken en beroeren de maag en ganse ingewand zo zeer dat al diegene die een verharde lever hebben (zoals het gebeurt als de geelzucht in waterzucht verandert) zo dikwijls ze deze wortels hebben willen gebruiken hebben er eerder letsel dan baat in gevonden, ja hebben door het gebruik er van hun leven verkort. Daarom zal men ons wel wachten en gade slaan dat men niet al te onbedacht deze wortels met enige drank of andere diergelijke de zieke in geeft, tenzij dat die geweldig hard en heel sterk van lichaam zijn. Anders zal men er altijd slecht mee varen. De bladeren laten ook scheiden en vergaan de zwellingen van de manlijke leden, gekookt en er op gelegd. Het sap van de bessen van hadich maakt dat haar zwart, wat sap ook goed is om de borstels en veren of pluimen mee te verven als het eerst in aluinwater gekookt is. Die bessen worden geschikt gevonden om de wijn een hoge of roze kleur te geven wat die van het eiland Lesbos vaak doen die het van de Joden geleerd hebben Hadich in de bedsteden gelegd doodt of verjaagt de wandluizen, insgelijks de rook van hetzelfde kruid als het gebrand wordt verjaagt de slangen en vergiftige dieren. De wortels en bladeren zijn diegene die in de medicijnen gebruikt worden, ze verteren en openen, daarom laten ze bij de vrouwen hun stonden komen als je een beroking bij de baarmoeder maakt door kruidvlier, bijvoet en averone in wijn te koken. Het sap van kruidvlier dat je in de oren doet is goed tegen oorsuizing. En met het sap van alsem gemengd doodt het de wormen van de oren’.

Vele vreemde gebruiken die ik zelf niet meer durf toepassen maar die me wel nieuwsgierig maken. Wat is er nog mogelijk met deze vreemde kruidvlier?


maandag, januari 16, 2023

Anijsolie verdrijft somberheid

Anijsolie verbetert het humeur. Iraanse farmacologen gaven capsules met anijsolie aan mensen met een lichte depressie en zagen dat hun aandoening binnen vier weken was verdwenen.

Studie
Farmacologen van Shiraz University of Medical Sciences in Iran verdeelden 120 mensen met een lichte depressie in 3 groepen. Alle proefpersonen hadden naast depressie ook irritable bowel syndrome [IBS]. Veel mensen met IBS kampen ook met depressie.
Gedurende 4 weken slikten de proefpersonen in de ene groep dagelijks een placebo, proefpersonen in een tweede groep slikten dagelijks capsules met pepermuntolie en proefpersonen in de derde groep slikten dagelijks 3 capsules met elk 120 milligram anijsolie. Bij elke maaltijd namen de proefpersonen een capsule in.

Resultaten
De onderzoekers bepaalden gedurende het experiment de ernst van de depressie aan de hand van de Beck Inventory. Tijdens de toedieningsperiode zakten de depressiescores van de proefpersonen die anijsolie kregen significant meer dan de scores van de andere groepen.
Twee weken nadat de toedieningsperiode was afgelopen, in week 6, waren deze verschillen nog verder toegenomen.

Mechanisme, mogelijke werking?
De onderzoekers besloten anijsolie uit te proberen omdat volgens traditionele Perzische kruidenboeken anijs hart en geest verwarmt. Ze weten niet precies hoe volgens de huidige wetenschappelijke inzichten anijsolie zou moeten werken.
Mogelijke werking. Anijsolie bestaat voor 80 procent uit anethol. Anethol is de grondstof voor de synthetische recreatieve drug para-methoxy-amfetamine [PMA]. PMA versterkt de werking van serotonine en is op de markt als een alternatief voor MDMA.
Volgens sommige avontuurlijke biochemici zet anethol in het lichaam misschien om in amfetamines met een serotonerge werking. 

Bron:
J Evid Based Complementary Altern Med. 2017 Jan;22(1):41-6.

vrijdag, januari 13, 2023

Olijf en olijfboom

Indrukwekkende olijfbomen in de Drôme provencale
Olijven zijn ondertussen algemeen bekende en veel gebruikte vruchten. Vruchten die ik vooral in mijn Franse periode bijna dagelijks at. Of ze lekker zijn? Ja zeker maar toch kan ik mij er nog wel eens over verwonderen dat we zo'n vreemde vrucht smakelijk zijn gaan vinden. Zou dat 'eetcultuur' zijn, dat we vieze natuurlijke producten zo bewerken dat we ze niet alleen eetbaar maar zelfs exquis gaan vinden?

Dat de boom en de olie al in de bijbel bekend waren zal niemand verbazen. Met de wijnstok en de vijgenboom streed de olijfboom om meest waardevolle plant. Olijf kan niet alleen lekker zijn maar ook gezond en dan heb ik het niet alleen over de olijven zelf of over de olijfolie, maar ook over de boom en zijn blad. Smakelijk zijn die geenszins, ik heb ze al eens geproefd.

Dodonaeus over de olijfboom
Het gebruik van het blad was in het verleden minder bekend toch werd het door Dodoens al geadviseerd in zijn Cruydeboeck uit 1554, maar dan vooral voor uitwendige toepassingen, en anders dan het hedendaags gebruik. Die bladeren van den Olijfboom, schrijft hij, sijn goet tot dat wildt vier/ quade voortsetende sweeringhen ende ulceratien/ ende tot andere hittighe swillinghen daer op gheleyt. Die selve bladeren met huenich vermenght/ maken die vuyle sweeringhen suyver ende reyn/ ende doen oock andere quade vergaderinghen sceyden ende vergaen.
Item die bladeren van Olijfboomen sijn goet tot die sweeringhen/ apostumatien/ puysten ende verhittinghen van den mont ende van dat tantvleesch/ sonderlinghe van den ionghen kinderen/ in water ghesoden ende daer mede die mont ghespoelt. 
Tselve sap es oock goet tot die roodicheyt verhitheyt ende sweeringhen van den ooghen/ ende tot die loopende ende draghende ooren/ met collyrien daer toe dienende vermenght.

Hedendaagse kennis. Bloeddruk.
Pas de laatste decennia is het blad bekend medisch bekend geraakt en wetenschappelijk onderzocht om zijn invloed op de bloedvaten en in het bijzonder op de bloeddruk. Het bevat als voornaamste werkzame stof oleuropeïne, een bittere stof die behoort tot de iridoïdglycosiden, waarvan de werking nog ondersteund wordt door polyfenolen zoals het bioflavenoïde luteoline.
Van olijfbladextract is een dosisafhankelijk bloeddrukverlagend effect aangetoond. In standaard dierenmodellen voor het testen van bloeddrukverlagende medicijnen blijkt olijfbladextract de chemisch opgewekte bloed drukverhoging te kunnen neutraliseren. In een klinische trial leidt een waterig extract van olijfblad tot een significante bloeddrukdaling en een klinisch onderzoek bij tweelingen toonde aan dat 1000
mg olijfbladextract na 6 weken leidde tot een significante daling van de systolische bloed druk met 13
mm kwikdruk (en van de diastolische bloeddruk met 5 mm kwikdruk).

Er zijn minstens twee verklaringen voor dit bloeddrukverlagend effect. Vooreerst zou olijfblad door het inhiberen, het remmen van het ACE (Angiotensine Converting Enzyme) de omzetting van angiotensine 1 tot het bloeddrukverhogende hormoon angiotensine 2 afremmen. 
Verder zou olijfbladextract door een anti-oxiderende werking de door het vaatwand geproduceerde stof stikstofmonoxide (NO) beschermen tegen afbraak door vrije radicalen, waardoor de natuurlijke bloedvatverwijdende werking van deze substantie wordt behouden.

Literatuur
  • Olive leafextract. Walker. Kessington Books 1997
  • Olive oil Miracle. Barilla. Keats Good Health Guide 1996
  • Olijfolie. 101 heilzame toepassingen. Frohn.

dinsdag, januari 10, 2023

Winters voedsel: Barbarakruid

Het barbarakruid Barbarea vulgaris behoort tot de kruisbloemenfamilie. De donkergroene glimmende bladeren zijn ook in de winter goed zichtbaar en goed eetbaar. Pittig maar ook bitter van smaak. 

Barbarakruid. De plant is vernoemd naar de Heilige Barbara wier feestdag we vieren op 4 december. De legende gaat als volgt: Barbara bekeerde zich tot het christendom tegen de zin van haar heidense vader. Toen zij haar geloof niet wou afzweren, werd zij opgesloten en vervolgens door haar vader onthoofd. Die zou dan kort daarna dood gebliksemd zijn. De Nederlandse – en volksnaam verwijst wellicht naar geneeskrachtige eigenschappen van de plant. In de literatuur vinden we het gebruik van barbarakruid tegen verwondingen. Bij Dodoens lezen we: “Dit cruyt suyvert oock die vervuylde wonden ende sweeringhen/ ende neempt dat overtollich vleesch daer op gheleyt oft tsap daer af daer in ghedruypt”. Barbara is wegens haar opsluiting de patroonheilige van de gevangenen, de beiaardiers, de architecten enz. maar ook van de wapendragers en allen die met kruit en wapens werken. Die zouden meer dan anderen blootgesteld worden aan verwondingen. Ook in de Franse (Herbe de Saint Barbe) en Duitse naam (Barbarakraut) wordt verwezen naar deze heilige.

Professor Munting schrijft in de Naauwkeurige beschryving der aardgewassen uit 1696: Het Nasturtium hyemale, of Winter-Kers, is droog en warm in de tweede graad. In Wijn gezoden, en daar van gedronken, vermag alles, wat hier boven van de Hof-Kers is gezegt. Is noch daar beneevens zeer goed teegens de Steen der Nieren en Blaas: ook tot geneezing van alle Fistelen, en loopende Gaten. 't Zap, uyt de bladeren geparst, en daar meê gegorgeld, verdrijft de Squinantie, of het Keelgezwel; ook andere gebreeken der Keel.

Barbarakruid bevat net zoals waterkers, radijs en veldkers scherpsmakende mosterdolieglycosiden, stoffen die lekker en gezond zijn en zelfs in de winter vers te vinden zijn en dus interessant zijn om in ons voedsel te verwerken. Enkele Engelstalige suggestie ook voor Vlamingen geschikt.

  • Young leaves are consumed raw or cooked like spinach.
  • Young leaves are chopped up finely and added to salads.
  • Older leaves can be used as a potherb but they are rather strong and are best cooked in one or two changes of water.
  • Young flowering stems are harvested before the flowers open and cooked like broccoli.
  • Basal leaves are edible early spring; they can be chopped up and added to salads like rucola, which has a similar tang.
  • You can dry the leaves to make tea.

vrijdag, januari 06, 2023

De geneeskrachtige geschiedenis van sla / Lactuca

Het geslacht Lactuca behoort tot de familie van de samengesteldbloemigen of Compositae  en bestaat uit verschillende soorten. In West Europa wordt vrijwel uitsluitend de soort Lactuca sativa geteeld. De tamme sla, als ik dat zo mag vertalen, dit als tegenstelling met de wilde slasoorten zoals Lactuca virosa, gifsla en Lactuca serriola, de kompassla. Deze wilde slasoorten groeien nog overal langs wegkanten en op braakliggende terreinen. Ze bevatten allemaal een wit melksap dat zeer bitter smaakt en enige sedatieve werking heeft, enigszins te vergelijken met opium. Het ingedroogde sap (hars) werd vroeger ook vermeld in de apothekersboeken als lactuarium.

De herkomst van de geweekte sla is niet nauwkeurig bekend, vermoedelijk stamt Lactuca sativa af van de wilde sla Lactuca serriola, die in West-Azië, Noord-Afrika en Europa wordt aangetroffen. Als cultuurgewas is sla zeer oud. oorspronkelijk moeten het iele, rozetachtige planten geweest zijn zonder krop.
In Europa is door de eeuwen heen vooral geselecteerd in de richting van een platte groeiwijze met veel blad. Zo zijn kropsla, bindsla, snijsla, enz. ontstaan. Al deze slatypen worden overwegend rauw gegeten.
In de tropen en subtropen bestaat bij het eten van rauwe bladgroenten een grote kans op dysenterie en andere besmettelijke ziekten. In Azië heeft men dus eerder geselecteerd in de richting van een lange, dikke stengel met relatief weinig blad. De kale stengels worden in bussels gebonden en op de markt als stengelsla aangeboden

Over bindsla (Lactuca sativa, var. longifolia)
Bindsla is een oud groentegewas met langwerpige kroppen. Het blad is vrij stug waardoor dit product vroeger vooral werd gebruikt als vroege stoofsla. Bindsla vinden we vooral in Zuid-Europa, vandaar dat dit type ook wel Romaanse sla wordt genoemd. De tegenwoordige rassen zijn vaak reeds behoorlijk oud en afkomstig uit Frankrijk. Door Dodonaeus (1554) werd reeds een type bindsla beschreven. Door selectie zijn hieruit de tegenwoordige rassen gewonnen.
  • Engels: Cos lettuce, romaine lettuce
  • Duits: Romanasalat, Römersalat, Bindesalat
  • Frans: Laitue romaine
  • Spaans: Lechuga romana
  • Italiaans: Lattuga romana
Romeinse Sla behoort tot de familie van de Compositae en is nauw verwant aan kropsla, pluksla en snijsla. De Latijnse naam is Lactuca sativa, var. romana of longifolia. De teelt van Romeinse sla wordt vooral in Zuid-Europa (romana, Rome) aangetroffen. Longifolia duidt op de langwerpige bladvorm; het vormt namelijk opstaande, langwerpige kroppen. De naam bindsla is verwarrend; dit slatype werd vroeger tijdens de teelt dichtgebonden ter verkrijging van een geel hart. Dat gebeurt niet meer. Daarom is romeinse sla een betere benaming. Deze naam appelleert aan de oorspronkelijke teeltgebieden (Italië, Spanje, Frankrijk) en is ook internationaal meer bekend.

Geneeskrachtig  gebruik in een ver of at dichterbij verleden

Dodonaeus
Zo was het gebruik vroeger. ‘Sla verslaat de dorst, laat goed en gerust slapen in spijs of anders gebruikt, ze maakt ook overvloed van melk, te weten in de voedsters en zuigende vrouwen die door onmatige hitte of droogte geen of zeer weinig zog hebben want doordat ze de hitte en droogte door hun vochtige koudheid matigt daarom dient ze zeer goed om het melk in de borsten te laten komen, dan in de vrouwen die koud van aard zijn dient ze niet zo goed, zelfs belet het hun melk te krijgen.
Sla gekookt in gerstewater en dat gedronken vermeerdert het melk van de voedsters is het dat men daarna de borsten met de hand wrijft.
Het zaad van sla veel en lange tijd gebruikt verdroogt dat mannelijk zaad en verdrijft de lust van bijslapen. Sla houdt vleselijke lusten tegen en voorkomt kwade dromen. De ouden die gans sober leefden aten sla niet uit lust, maar alleen om beter te rusten wat beter is op het laatst van de maaltijd als zij te bed gingen. En daarom plagt keizer Tacitus van geen moeskruid over tafel zoveel te eten en zei dat hij met die onkosten de slaap betaalde. Maar daarna is zij gebruikt in het begin om de lust tot eten te verwekken. Dan op het eind gebruikt kan zij ook de dronkenschap die door onmatige drank van wijn gekomen is laten vergaan
'.

Uitwendig...Van buiten gebruikt heeft sla ook enige nuttigheid want de bladeren en stelen van sla groen gestoten zijn goed gelegd op alle verhitting, kleine puisten en wild vuur. Die met wat zout op de verse verbranding gelegd eer de blaren voortkomen verzoeten de smart en genezen de verbranding.
Hetzelfde zaad met enige dranken of soepje ingenomen is zeer goed om de mens te laten rusten en gemakkelijk te laten slapen. Het zaad van sla dat met vrouwenmelk en het wit van een ei op het voorhoofd gelegd wordt, laat slapen,
dixit Serapio.

Lobelius over sla
Lobel of Lobelius zegt dat sla een soort van andijvie is maar Lactuca genoemd is omdat ze meer melk van zich geeft dan andijvie doet. Dat sla koud is blijkt hieruit dat het sap wat uit de oude of volwassen stelen en bladeren van sla geduwd en bewaart wordt als opium of heulsap of Meconium bijna alle krachten van opium heeft, doch niet zo schadelijk is. De wortels worden van vele voor een lekkernij gegeten als ze groot en mals zijn en eer dat het kruid geschoten is of bloemen gekregen heeft.
Men bewaart de bladeren van sla die noch mals zijn in azijn of pekel en zo zijn ze smakelijk. Elders wordt sla als ze geschoten zijn in pekel gelegd en daardoor krijgen ze enige kracht die op het sap of melk van wilde sla lijkt.

Maar diegene die longzuchtig zijn, bloedspouwen, kort van adem zijn en kinderen begeren te krijgen behoeven geen sla te eten. Want sla veel gegeten maakt winden, verduistert het gezicht, maakt de maag slap en laat wormen groeien en maakt het lichaam traag. Haar sap met olie van rozen gemengd verdrijft de pijn van het hoofd en laat slapen diegene die de koorts hebben, op het voorhoofd en aan de slag van het hoofd gestreken. Het is ook goed om te gorgelen en gemengd met sap van granaatappels tegen de hete gezwellen van de keel’.
Culpeper noemt lettuce als een kruid onder beheer van de Maan, daarom verkoelt en bevochtigt het de hitte die Mars veroorzaakt.

De narcotische werking was al vroeg bekend. Bij de oude Grieken heette het op grond van de sedatieve werking 'plant der eunuchen'. Dioscorides raadde het gebruik aan ter bestrijding van excessieve geslachtsdrift. Dat komt goed uit, als je sla eet dan vergaat je trek in wat anders.

maandag, januari 02, 2023

Herinnering aan de Drômestreek

Op de kaart kijkend zie ik niet alleen wegen, paden en dorpen, maar ook eigen notities. Een dag in juli 1973 (?) lees ik, vertrokken in Archiane om op te klimmen naar de Haut plateaux du Vercors en dan weer af te dalen naar onze toenmalige verblijfplaats Abbeye de Valcroissant. Wat een afstand om op één dagje af te leggen en dan sleepte ik ook nog wat onervaren kruidenliefhebbers achter mij aan. Maar we deden het.

Cirque d'Archiane

Het mini-dorpje Archiane omsloten door de witte rechte kalkrotsen van het meest Zuidelijke gedeelte van de Vercors, de Glandasse. We wandelen eerst langs de Combe d'Aubaise, vergezeld van een warmteminnende plantengroei, lavendel, wilde tijm, zoetgeurende bergsteentijm. Hogerop komen we in de forse rotsflanken van de Glandasse. We kunnen gelukkig als in een tunnel onder de overhangende rotsen door tot dat we aan een carrefour des chemins d'aubaise op 1400 meter komen. Een kruising is een groot woord voor die enkele paadjes, maar je kan wel degelijk rechtdoor, links- of rechtsop. Wij draaien links op, nu even (1 uurtje) stevig klimmen in de het weerkaatsende zon tot op het plateau top 1650 meter. Hier in de open vlakte is het warm en droog, groeien alleen maar rotsplantjes en lage struiken, die kronkelend proberen te overleven.
Plots doemt in de verte, ooit losgeslagen van het moederplateau de granieten Mont Aiguille, op. Dat deze bonkige berg, ooit losgeslagen van het moederplateau, steeds de verbeelding van mensen geprikkeld heeft, is van hieruit goed te begrijpen. Een ongenaakbare verschijning in zijn vierkante vorm, uit het niets oprijzend uit het landschap, machtig en mooi. Van de hand Gods geslagen, staren we vol bewondering voor ons uit. Maar wij moeten verder, om vanavond thuis te geraken, de Mont Aiguille blijft daar stoïcijns nog eeuwen staan.

Vercors / Glandasse
We wandelen, om maar van poëtisch terug prozaïsch te worden, hier op de GR 93 op de kaart wordt dit gebiedje Pleine du roi genoemd, maar verwacht hier geen grote naamborden. Op een splitsing moeten wij scherp naar links en weer volgens de kaart komen we nu op de GR 91. We steken in feite het smalle plateau van de Glandasse over, klimmen hier tot geleidelijk aan naar 1900 meter en komen zo aan de rechte rand van het plateau. Verder weg in de diepte ligt het stadje Die en ergens iets meer naar het Zuiden moet ook onze verblijfplaats liggen. Maar eerst moeten we nog verder naar het Zuiden, ook al om een doorgang naar beneden te vinden in de rechte rotsen. Van 1900 moeten we namelijk steil dalen naar de Valcroissant op 690 meter gelegen. Dus 1200 hoogtemeters. Ondertussen genieten we nog volop van de woeste natuur. De ruigheid wordt plots nog versterkt door dreigende onweerswolken. Mooi maar mogelijk ook meedogenloos. Gelukkig hebben de wolken wat medelijden met ons.

Een groene deuk in de rechte rotsen markeert de afdaling naar Valcroissant. Rechts af dus, rechtdoor zouden we uitkomen in Chatillon en Diois. Wat ook niet mis is, maar wel ver van huis. Dus 1200 meter naar beneden, soms spectaculair onder de rechte rotsen door, indruk-wekkend zonder gevaarlijk te zijn. Soms, vooral lager, dalen en dwalen we in de mysterieuze hellingbossen onder de eeuwenoude, kronkelige Buxusbomen. Die palmboompjes, wat een verschil met de geciviliseerde buxusbolletjes in de deftige Vlaamse villa's. Is het dat wat de mens van de natuur verlangt, dat hij zich fatsoenlijk gaat gedragen. Deftig decor voor beschaafd vertier.

Ondertussen daveren wij driftig de helling af, testosteron okselzweet, knikkende knieën en overbelaste spieren doen ons voelen dat we lichamelijk leven. Met je lichaam in het landschap!
De oude abdij van Valcroissant komt in zicht, toch zijn we er nog niet. We kruisen eerst nog een nauwelijks zichtbare groeve, waar ooit de paters hun bouwstenen voor de abdij gedolven hebben. Bijna bij de abdij, is het pad dat vroeger door de weilanden liep, omgeleid langs de beek, een laatste schitterende schaduwplekje voor we bij de gite van de abdij belanden.

Valcroissant
Deze oude Cisterciënzerabdij is vooral indrukwekkend omwille van de schitterende ligging, vanuit de slaapzaal kijkt je door het ronde kerkraam zo tegen tegen de witte kalkrotsen van de Glandasse aan. De abdij werd gesticht in de 12de eeuw en is nu in privé-bezit. De huidige gebruiker van de abdij is niet alleen boer, maar ook geiten-, gîtehouder en gids. Hij geeft zelf rondleidingen in de resten van de abdij. Een aantal van de originele gebouwen zijn bewaard gebleven, waaronder de kerk, de eetzaal en de kapittelzaal, interessant maar niet te vergelijken met de vele volledig gerestaureerde abdijen in de rest van Frankrijk. Valcroissant is voor mij vooral boeiend omwille van de vreemde combinatie van boerderij, ruïne, abdij en gîte. Zelf hebben we hier verschillende jaren gelogeerd en kruidenvakanties georganiseerd, vooral overnachten in deze gîte, wakker worden en de zon zien opkomen en ondergaan op de Glandasse, is een unieke, bijna spirituele beleving.
  • Abbaye de Valcroissant 667 m (Gîte d'étape)
  • Mont Aiguille
  • Kruidenvakantie van 'Maurice Dodonaeus' worden nog steeds georganiseerd.

zaterdag, december 10, 2022

Witte krodde. IJslolly bij de menhirs van Oppagne

We wandelen in de witte wereld van Weris. Koude én warmte kruid de dag. Langs de stoere kerk voorbij de oude linde richting Oppagne en naar de oude appelbomen met maretak. Hier voeren we ons jaarlijks ritueel uit. Energetische tinctuur maken, maretakken die alcohol in glazen flesjes bevruchten. Een ritueel met plezier en betekenis, een ritueel zoals een ander. 

Open veld, holle wegen, huizen en een beukenbos en dan in de mistige verte de menhirs van Oppagne. Menhir betekent lange, rechtopstaande steen. In Oppagne hebben de menhirs een hoogte van 2 m tot 2,70 m boven de grond. Ze zijn recht gezet in een uitgegraven holte en gestut door kleine stenen. De steensoort is puddingsteen, een natuurlijke rots die lange tijd werd geëxploiteerd. 

Menhirs. bakens, antennes, energiecentrales? En mensjes, herboristjes 5000 jaar later vol bewondering voor die grote stenen en voor de kleine plantjes, onkruidjes om ons heen.

Hier groeit de witte krodde, een ijslolly uit een winterse natuur. Nu krokant smakend met een vleugje mosterd. Boeren zouden vroeger de zaadjes aan hun eten toegevoegd hebben, boerenmosterd werd het dan ook wel genoemd. Krodde, een merkwaardige naam. mogelijk is dit afgeleid van een oud woord krode: last, een lastig onkruid. 

Zo was het gebruik vroeger, schrijft Dodonaeus ‘Wilde kersen, dat zijn de soorten van Thlaspi, de zaden er van zijn scherp en bijtend van smaak, zegt Galenus. Dit zaad van wilde kers laat de gezwellen en blaren die binnen het lichaam gegroeid zijn uitbreken, het verwekt ook de maandstonden van de vrouwen. Aangezien dat het zaad van Thlaspi of wilde kersen zeer heet en sterk van werken is laat ze het bloed afgaan als het te veel ingenomen wordt en is de bevruchte of zwangere vrouwen zeer kwaad en hinderlijk want het laat de vrucht in het lichaam van hun moeder sterven’.

Het kruid werd wel door het vee gegeten waardoor de boter ervan een lookachtige, niet zo’n prettige smaak kreeg. Het fijngesneden frisgroene blad geeft salades een pittige uiensmaak. Het blad kan als groente gestoofd worden.

Witte krodde is nauwelijks bekend als geneeskrachtig kruid. De antibacteriële werking van de plant zou uitwendig of inwendig kunnen helpen bij de ontsteking van de nieren. De plant zou helpen bij menstruatieklachten, baarmoederontstekingen en in bad bij vaginale ontstekingen. Bij huidontsteking zou uitwendig gebruik (bad, wassing of kompres) van deze plant de pijn verlichten. 



donderdag, december 08, 2022

Koffie en gezondheid

Koffie gezond of ongezond? De tijd dat aan koffie alleen maar nadelen werd toegeschreven, lijkt goeddeels voorbij. Althans, wanneer we afgaan op recente publicaties waarin het genotmiddel vrijwel uitsluitend aan gezondheidswinst wordt gekoppeld. En is dat ook te danken aan de bekendste component, cafeïne?
De voordelen van koffie werden recentelijk aannemelijk gemaakt voor prostaatkanker1, waarbij een langere overleving werd vastgesteld onder patiënten met een bepaald genotype. Bij baarmoederkanker2 werd een lager risico door koffie gevonden, vooral onder vrouwen met een hoge BMI. Een ander voorbeeld is diabetes3. Geconcludeerd werd tot een verlaagde kans voor vrouwen die eerder zwangerschapsdiabetes hadden gehad.

Het duidelijkst komen de voordelen tot uiting in een analyse4 van de koffieconsumptie bij 395.539 personen van wie de gegevens tussen 2006 en 2010 werden verzameld voor de Britse Biobank. In aanmerking genomen werden 496 gezondheidsproblemen, waarvan het verband werd onderzocht met de hoeveelheid geconsumeerde koffie. Een lage inname werd gedefinieerd als minder dan één kop per dag, gemiddeld was één tot drie koppen en van een hoge inname was sprake bij vier of meer koppen per dag.
De gunstige invloed betrof vooral cardiometabole en maag-darmproblemen, (bij vrouwen) oestrogeen-gerelateerde en (bij mannen) alcoholgerelateerde aandoeningen. Voor elf gezondheidsproblemen werd een lineaire dosis-responsrelatie gevonden; voor de negentien andere was het verband niet-lineair, statistisch in de vorm van een U-curve.

De gunstige effecten waren veel groter voor koffie met cafeïne dan voor decaf. Onderzoek waarin ook andere cafeïnebronnen (zoals thee) worden meegenomen, moet uitwijzen of deze effecten te danken zijn aan de antioxidatieve, anti-inflammatoire en tumorremmende eigenschappen van cafeïne. Want mogelijk spelen ook andere koffiecomponenten (chlorogeenzuur, flavonoïden) daarbij een rol. Die laatste suggestie gaat bijvoorbeeld uit van een afzonderlijke studie naar de relatie tussen koffie en hart- en vaatziekten.5 De gunstige effecten zijn daarbij overtuigender voor koffie zónder cafeïne.

Referentie(s)
1 Gregg JR, Kim J, Logothetis C, et al. Coffee Intake, Caffeine Metabolism Genotype, and Survival Among Men with Prostate Cancer. Eur Urol Oncol. 2022 Aug 20:S2588-9311(22)00138-9.
2 Crous-Bou M, Du M, Gunter MJ, et al. Coffee consumption and risk of endometrial cancer: a pooled analysis of individual participant data in the Epidemiology of Endometrial Cancer Consortium (E2C2). Am J Clin Nutr. 2022 Aug 30;116(5):1219–28.
3 Yang J, Tobias DK, Li S, et al. Habitual coffee consumption and subsequent risk of type 2 diabetes in individuals with a history of gestational diabetes - a prospective study. Am J Clin Nutr. 2022 Nov 14:nqac241.
4 Hou C, Zeng Y, Chen W, et al. Medical conditions associated with coffee consumption: Disease-trajectory and comorbidity network analyses of a prospective cohort study in UK Biobank. Am J Clin Nutr. 2022 Sep 2;116(3):730-740.
5 Chieng D, Canovas R, Segan L, et al. The impact of coffee subtypes on incident cardiovascular disease, arrhythmias, and mortality: long-term outcomes from the UK Biobank. Eur J Prev Cardiol. 2022 Sep 27:zwac189.