woensdag, maart 31, 2010
dinsdag, maart 30, 2010
maandag, maart 29, 2010
Lente bij Intratuin
In een tuincentrum is het altijd wat vroeger lente dan in de natuur. Erg vind ik dat niet, zo kan ik twee keer de lente beleven. Het voorbije weekend heb ik als herborist twee dagen de bezoekers- plantenliefhebbers, informatie mogen verstrekken. Rozemarijn was wel de succesplant. De voorbije winter zijn er natuurlijk veel oude en jonge rozemarijnstruikjes bevroren, maar de mensen geven het blijkbaar niet op en dus worden massaal nieuwe, liefst al wat grotere exemplaren aangeschaft. Vooral de kruipende, hangende soort Rosmarinus 'prostratus' wordt steeds populairder en ze staan ook mooi in grote potten, die in de winter natuurlijk weer vrolijk kunnen kapot vriezen. Maar niet zeuren, het wordt nu toch weer lente.
Rozemarijn, zijn geschiedenis | Kunst en cultuur: Biografie
donderdag, maart 18, 2010
Lente in de knop
Als de lente dan toch wil beginnen, dan is het zeker wel vandaag. Het nuchtere weerbericht zegt 'een goed voelbare zuidelijke wind voert droge en zeer zachte lucht aan......' en mensen blijken dat toch nog te kunnen voelen. Iedereen lijkt te herademen, alsof men toch enige twijfel had of het er nog ooit zou van komen. Zijn het dan toch de contrasten, de extremen die ons een gevoel van leven geven?
De knoppen van bomen hou ik, zoals je weet, al enkele weken met mijn leesbril op in de gaten. Vandaag kan ik ze eindelijk zonder bril bekijken, ze zwellen zo snel, dus zal het dit weekend een beetje pluktijd worden. Het komt me wel zeer goed uit, want net nu is het 3de herboristenweekend gepland en dus kunnen we optimaal gemmomiddeltjes maken. De levenskracht van boomknoppen in een flesje stoppen, al-chemie op zijn best. Al kan geen enkel drankje in een flesje het 'vers' en levend buiten staan, verslaan.
Te plukken: geurige populier, aromatische zwarte bes, knokige eik, plakkerige paardekastanje
De knoppen van bomen hou ik, zoals je weet, al enkele weken met mijn leesbril op in de gaten. Vandaag kan ik ze eindelijk zonder bril bekijken, ze zwellen zo snel, dus zal het dit weekend een beetje pluktijd worden. Het komt me wel zeer goed uit, want net nu is het 3de herboristenweekend gepland en dus kunnen we optimaal gemmomiddeltjes maken. De levenskracht van boomknoppen in een flesje stoppen, al-chemie op zijn best. Al kan geen enkel drankje in een flesje het 'vers' en levend buiten staan, verslaan.
Te plukken: geurige populier, aromatische zwarte bes, knokige eik, plakkerige paardekastanje
maandag, maart 15, 2010
Blik van licht, blik van een herborist
In Damme is het alsof het beeld met de veel koppen gefascineerd naar de geknotte lindebomen kijkt. Blik van licht noemt het beeld van Delporte, blik van de herborist, denk ik zelf. Boeiend maar ook beangstigend hoe elke mens zijn eigen blik op de wereld heeft. Mijn blik van een herborist, ziet in Damme, de gezwollen, glimmende bladknoppen van de linden, klaar om geoogst te worden, maar gelukkig is er ook de blik van de natuurmens in mij, die de lente, ondanks de ijzige wind, langzaam maar zeker ziet aankomen.
Een andere blik ziet de beduimelde boeken in de vele boekwinkels en de gedichten over de vriezeganzen; de blik van de cultuurmens.
Oogsten doe ik vandaag vooral met mijn ogen: boeken, boomknoppen, beduimelde boek-houders. Het oogsten van populier- en lindeknoppen zal voor morgen zijn.
O! Even tussen haakjes, de lindeknoppen getrokken in een mengsel van alcohol, glycerine en water, is het betere sedativum uit de gemmotherapie.
http://sites.google.com/site/kruidwis/gemmotherapie
zaterdag, maart 13, 2010
Nigerseed
Alle planten van de wereld leren kennen, daar zal ik wel 24 levens voor nodig hebben. Zo werd ik gisteren op een cursusje van mij weer geconfronteerd met het 'Negerzaad'. Een woord dat ik zelf met moeite durf uitspreken, bang om als racist gebrandmerkt te worden en een plant dus die ik helemaal niet kende. Gelukkig is er dan internet of nog plezanter wat oude apotekersboeken in mijn bibliotheek die dat 'niet weten' kunnen oplossen.
Negerzaad is de letterlijke vertaling van Nigerseed en de officiële naam is Guizotia oleifera DC. of Guizotia
abyssinica (L. f.) Cass. Het zaad is, niet zomaar, een alternatief onbekend product, maar een veel gecultiveerd zaad dat bij ons als vogelvoer verkocht wordt. De zaden zijn zeer rijk aan vette olie, wat natuurlijk bij alle zaden het geval is, en wordt dan ook gebruikt als olie voor menselijke consumptie. Het is inheems in de Ethiopische hooglanden en wordt in Nepal zelfs boven de 2500 meter hoogte gekweekt.
In sommige Afrikaanse landen is de olie ook als anti-inflammatoir reumamiddel en tegen brandwonden in
gebruik. Mogelijk wat te vergelijken met onze lijnzaadolie, zowel wat samenstelling als wat werking betreft.
Andere namen
Polymnia abyssinica L.f., (1781), Verbesina sativa Roxb. (1807), Polymnia frondosa Bruce (1813), Parthenium luteum Spr. (1818), Heliopsis platyglossa Cass. (1822), Jaegeria abyssinica Spr. (1826), Ramtilla oleifera DC. (1834), Guizotia oleifera DC. (1836), Veslingia scabra Vis. (1840)
niger, niger seed, guizotia oléifere, gingellikraut, nug, noug, neuk, sorguja, sarguza, alashi, verrinuvvulu, payellu, hechellu, karale, ramtil
Negerzaad is de letterlijke vertaling van Nigerseed en de officiële naam is Guizotia oleifera DC. of Guizotia
abyssinica (L. f.) Cass. Het zaad is, niet zomaar, een alternatief onbekend product, maar een veel gecultiveerd zaad dat bij ons als vogelvoer verkocht wordt. De zaden zijn zeer rijk aan vette olie, wat natuurlijk bij alle zaden het geval is, en wordt dan ook gebruikt als olie voor menselijke consumptie. Het is inheems in de Ethiopische hooglanden en wordt in Nepal zelfs boven de 2500 meter hoogte gekweekt.
In sommige Afrikaanse landen is de olie ook als anti-inflammatoir reumamiddel en tegen brandwonden in
gebruik. Mogelijk wat te vergelijken met onze lijnzaadolie, zowel wat samenstelling als wat werking betreft.
Andere namen
Polymnia abyssinica L.f., (1781), Verbesina sativa Roxb. (1807), Polymnia frondosa Bruce (1813), Parthenium luteum Spr. (1818), Heliopsis platyglossa Cass. (1822), Jaegeria abyssinica Spr. (1826), Ramtilla oleifera DC. (1834), Guizotia oleifera DC. (1836), Veslingia scabra Vis. (1840)
niger, niger seed, guizotia oléifere, gingellikraut, nug, noug, neuk, sorguja, sarguza, alashi, verrinuvvulu, payellu, hechellu, karale, ramtil
maandag, maart 08, 2010
Herboristen Opleiding in de Ardennen
Het tweede weekend van de opleiding in Natoye is net voorbij. Lekker koud was het wel, dus konden we ook gezellig samen rond de houtkachel kruipen. Het was de bedoeling dat we ook wat knoppen zouden plukken om gemmo-middelen te maken. Dat is ook gelukt al waren de knoppen, door de koude winter en het koude weekend, nog niet echt zwaar opgezwollen. We plukten de eerste dag onder andere wat stevige eikenknoppen en mini-meidoornknopjes. De aromatische populierknoppen konden we vreemd genoeg niet vinden, gelukkig waren die de volgende dag in de vallei bij de beek volop voorradig. Een geduldwerkje is het wel om al die kleine, maar wel sterk geneeskrachtige dingetjes te oogsten. We maken er een soort tinctuur van, de zogenoemde glycerine-maceraten, de knoppen worden in een mengsel van alcohol, glycerine en water gelegd en moeten dan enkele weken trekken.
Op zondag sloten we af met een kleine wandeling bij het klimmassief van Durnal. Niet in de rotsen maar met neus en vingers op de begane koude grond. Het is een puzzel-hobby van mij om de bijna vergane plantenresten van vorig jaar te herkennen. Sint janskruid, of tenminste de hypericumsoorten met hun roestbruine stengels zijn meestal makkelijk te herkennen, ze noemen ook niet voor niks hertshooi, hard hooi, overwinteren dus goed zonder te verteren. Wat hier ook herkenbaar was, zijn de Guldenroedes.
Gemakkelijker zijn de vele varens die ook groen blijven in de winter, vooral de kleine soorten zijn goed herkenbaar omdat ze allemaal nogal verschillend blad hebben. Massaal en mooi stonden er de Eikvarens en de Steenbreekvarens, maar ook een varentje met wat bobbelig blad dat ik ken van mijn Franse verblijfplaats in de Drôme, maar op zijn naam kon ik nu niet komen. Ja, ik word ook een dagje ouder, of zitten mijn hersens proppensvol? Misschien moet ik in de toekomst maar zelf nieuwe plantennamen verzinnen, de bobbelige varen bijvoorbeeld. Al is een nieuwe naam nu niet nodig want ondertussen weet ik weer dat het de Schubvaren is. Zijn Latijnse naam is Ceterach officinarum, dat officinarum verwijst naar zijn medicinaal verleden. Het werd toegepast als middel tegen milt- en leverklachten. De Engelse benaming is Common spleenwort. Maar ook het Steenbreekvarentje is in de Italiaanse volksgeneeskunde gekend om zijn verzachtende, slijmoplossende maar ook menstruatiebevorderende werking. Weer genoeg info om serieus in de war te geraken. Toch zou ik deze varentjes maar niet medisch gebruiken al was het maar omdat ze vrij zeldzaam zijn in onze streken en de werking verder weinig wetenschappelijk onderbouwd is.
Eikvaren en kruidig wandelen in Wéris | Reizen en recreatie: Reisverhalen
Geneeskracht van knoppen: gemmotherapie | Mens en gezondheid: Alternatief
Journal of Ethnobiology and Ethnomedicine Ethnophytotherapeutical research in the high Molise region (Central-Southern Italy): "Asplenium trichomanes L
The plant has been reported as demulcent, expectorant and laxative [69], but also to promote menstruation [70]. Caution is nevertheless advisable, because many ferns contain carcinogens [71]. Since the species, according to Gastaldo [22], contains active compounds similar to those of A. capillus-veneris, the use for regulating menstruation [72,73] could be due to similar sterols."
Ons verblijf in Natoye: Het BuitenShuis
Op zondag sloten we af met een kleine wandeling bij het klimmassief van Durnal. Niet in de rotsen maar met neus en vingers op de begane koude grond. Het is een puzzel-hobby van mij om de bijna vergane plantenresten van vorig jaar te herkennen. Sint janskruid, of tenminste de hypericumsoorten met hun roestbruine stengels zijn meestal makkelijk te herkennen, ze noemen ook niet voor niks hertshooi, hard hooi, overwinteren dus goed zonder te verteren. Wat hier ook herkenbaar was, zijn de Guldenroedes.
Gemakkelijker zijn de vele varens die ook groen blijven in de winter, vooral de kleine soorten zijn goed herkenbaar omdat ze allemaal nogal verschillend blad hebben. Massaal en mooi stonden er de Eikvarens en de Steenbreekvarens, maar ook een varentje met wat bobbelig blad dat ik ken van mijn Franse verblijfplaats in de Drôme, maar op zijn naam kon ik nu niet komen. Ja, ik word ook een dagje ouder, of zitten mijn hersens proppensvol? Misschien moet ik in de toekomst maar zelf nieuwe plantennamen verzinnen, de bobbelige varen bijvoorbeeld. Al is een nieuwe naam nu niet nodig want ondertussen weet ik weer dat het de Schubvaren is. Zijn Latijnse naam is Ceterach officinarum, dat officinarum verwijst naar zijn medicinaal verleden. Het werd toegepast als middel tegen milt- en leverklachten. De Engelse benaming is Common spleenwort. Maar ook het Steenbreekvarentje is in de Italiaanse volksgeneeskunde gekend om zijn verzachtende, slijmoplossende maar ook menstruatiebevorderende werking. Weer genoeg info om serieus in de war te geraken. Toch zou ik deze varentjes maar niet medisch gebruiken al was het maar omdat ze vrij zeldzaam zijn in onze streken en de werking verder weinig wetenschappelijk onderbouwd is.
Eikvaren en kruidig wandelen in Wéris | Reizen en recreatie: Reisverhalen
Geneeskracht van knoppen: gemmotherapie | Mens en gezondheid: Alternatief
Journal of Ethnobiology and Ethnomedicine Ethnophytotherapeutical research in the high Molise region (Central-Southern Italy): "Asplenium trichomanes L
The plant has been reported as demulcent, expectorant and laxative [69], but also to promote menstruation [70]. Caution is nevertheless advisable, because many ferns contain carcinogens [71]. Since the species, according to Gastaldo [22], contains active compounds similar to those of A. capillus-veneris, the use for regulating menstruation [72,73] could be due to similar sterols."
Ons verblijf in Natoye: Het BuitenShuis
woensdag, maart 03, 2010
De eer van de kweepeer
Kweeperen! Het is niet direct het juiste moment om over deze harde vrucht te praten. Alleen, heb ik de hele winter door enkele van deze vruchten gevolgd, die bij de achterdeur op een bank lagen. Ik heb ze maanden aan een stuk in weer en wind onverbiddelijk geobserveerd en gefotografeerd. Zo zelfs, dat ik af en toe gewetenswroeging kreeg over mijn ongevoelige houding tegenover deze 3 vriendelijke vruchten.
Kauwen en merels die hier overvloedig aanwezig zijn, vertoonden ondanks het ruwe weer weinig belangstelling voor de Cydonia's, totdat ze in februari langzaam begonnen weg te rotten en nu vrij snel door deze vogels en andere vliegjes worden weg gegeten.