Marnes noires
Van de romantische schaduw wandelen we naar het licht en de warmte van de open helling. Eerst nog langs de geërodeerde gruishelling van de Marnes noires, grijszwart fijngemalen leisteen, waar alleen maar het sterke gras Achnaterum calamagrostis en enkele mooie schermbloemigen met diepe penwortels kunnen groeien. We kijken nu op het 'plan d'eau' onder ons, een oorspronkelijk natuurlijk ontstaan meer in de stuwing van het riviertje de Oule en dan verder afgewerkt tot een zwem- en ploeterplekje voor toeristen. Nu, in Mei, is er gelukkig nog geen toerist te bekennen. Wij, 6 natuurtoeristen hebben het rijk voor ons alleen.
Gorges de l'Oule
We wandelen op dit gemakkelijke en zeer mooie pad naar het begin van de kloof, daar waar de Oule zich een weg gebaand heeft achter de rots van Cornillon door. Maar eerst bewonderen we nog wat warmteminnende plantjes op deze zonnebadende helling. De klassiekers weer, Echte lavendel in gemeenschap met Echte tijm, Gamander en ook enkele pollen Teucrium polium. Ja, sommige planten, die in België niet voorkomen, hebben natuurlijk geen Nederlandse naam. Ook die tijmsoort is wel bijzonder, hij wordt wel met Thymus vulgaris aangesproken maar het is een zogenaamd chemotype met de stof linalol, dat wil zeggen dat hij anders ruikt dan de tuintijm van bij ons, meer zoet citroenig in plaats van scherp harsig (thymol). Zelfs zijn uiterlijk is anders, eerder grijs en kleinbladig.
Aan de ingang van de kloof is een klein strandje, ons geheim zon- en poedelplekje. Je kijkt door de kloof, die ook te bewandelen is, wel gedeeltelijk door het water van de Oule, maar dat gaan we vandaag niet doen: te koud en te hoog water, geen avontuurlijke mensen en we komen ook eerder voor de plantjes en die vinden we niet in het water. Alhoewel in de rotsen halfweg de kloof groeit het mythische Venushaar. Adiantum capillus veneris, zelfs deze verleidelijke, kan ons niet het water inlokken. We kunnen hier ook langs een nevelige waterval helemaal naar een verborgen grot, maar ook dat is vandaag niet mogelijk.
Tijm en anderen
Dus wandelen we terug richting Plan d'eau, eerst nog langs een kleine waterzuiveringsinstallatie en langs de Oule. Hier, in het grind, vinden we veel tweejarige rosetplanten, zoals Toortsen, Slangenkruiden, Reseda's, maar ook veel bloeiende tijm, en niet alleen het chemotype linalol maar ook wat polletjes met thymol. Toch wel bijzonder zomaar in hetzelfde biotoop. Planten in evolutie dus.
We plukken wat bloeiende tijm om er later siroop van te maken. Het is nu ook dé tijd dat deze tijmsoort in het wild en in cultuur geoogst wordt om er etherische olie uit te distilleren. Alleen met het natte en koude weer van de laatste dagen zal dat pas voor de volgende weken zijn.
We picknicken op een echte tafel en bank bij het meer. Wiske blijft wel in beweging, zij kan moeilijk stil zitten en zo komen we nog wat andere planten op het spoor. In een klein moerasgedeelte vind ze Lidrus, geen echte Rus en ook geen lid van de Rus maar een andere, vochtig groeiende Equisetumsoort.
Plan d"Eau
Tevreden wandelen we langs het Plan d'eau, dat nu vrij toegankelijk is maar waar in de zomer wel betaald moet worden. Langs het pad dat ik hier beschrijf kom je er ook in de zomer gratis bij, alhoewel dat niet de bedoeling is en ook enige inspanning vraagt .
We komen nu op de verharde weg bij de ijzeren brug naar de auto toe.We vinden toch nog enkele gewone en bijzondere planten langs de weg. Om te beginnen veel bloeiende kweepeerstruiken met onderbegroeing van Fluitekruid en in de gruishellingen Gele hoornpapaver. Kweepeer is een van de klassieke vruchten, die hier vroeger veel gekweekt werd, en die nu vooral verwilderd voorkomt. Het is het verhaal van vele vruchtbomen, moerbei, kweepeer en lindebloesem, die niet genoeg meer opbrengen en nu een alternatief leven leiden. Er wordt nog wat mee gemaakt maar eerder exclusief, als curiositeit en voor de toerist.
Nog 1000 meter langs de weg naar omhoog en we zijn terug bij de motorhome. Net voor er weer een regenbuitje volgt. Namen van planten klinken nog na in ons hoofd. Dromen we wel eens van Hoornpapaver, Lidrus en Venushaar?
Info Cornillon-sur-l'Oule,
gemeente in de Drôme ( Rhône-Alpes), telt zowat 70 inwoners. Gelegen tussen La Motte-Chalacon en Rémuzat. Het dorpje is gelegen op 560 meter hoogte, maar je kan ook naar het topje van de berg wandelen, naar de ruïnes van het kasteel en genieten van het bijzonder uitzicht over de vallei en je even ook heerser van de streek voelen.
Van de romantische schaduw wandelen we naar het licht en de warmte van de open helling. Eerst nog langs de geërodeerde gruishelling van de Marnes noires, grijszwart fijngemalen leisteen, waar alleen maar het sterke gras Achnaterum calamagrostis en enkele mooie schermbloemigen met diepe penwortels kunnen groeien. We kijken nu op het 'plan d'eau' onder ons, een oorspronkelijk natuurlijk ontstaan meer in de stuwing van het riviertje de Oule en dan verder afgewerkt tot een zwem- en ploeterplekje voor toeristen. Nu, in Mei, is er gelukkig nog geen toerist te bekennen. Wij, 6 natuurtoeristen hebben het rijk voor ons alleen.
Gorges de l'Oule
We wandelen op dit gemakkelijke en zeer mooie pad naar het begin van de kloof, daar waar de Oule zich een weg gebaand heeft achter de rots van Cornillon door. Maar eerst bewonderen we nog wat warmteminnende plantjes op deze zonnebadende helling. De klassiekers weer, Echte lavendel in gemeenschap met Echte tijm, Gamander en ook enkele pollen Teucrium polium. Ja, sommige planten, die in België niet voorkomen, hebben natuurlijk geen Nederlandse naam. Ook die tijmsoort is wel bijzonder, hij wordt wel met Thymus vulgaris aangesproken maar het is een zogenaamd chemotype met de stof linalol, dat wil zeggen dat hij anders ruikt dan de tuintijm van bij ons, meer zoet citroenig in plaats van scherp harsig (thymol). Zelfs zijn uiterlijk is anders, eerder grijs en kleinbladig.
Aan de ingang van de kloof is een klein strandje, ons geheim zon- en poedelplekje. Je kijkt door de kloof, die ook te bewandelen is, wel gedeeltelijk door het water van de Oule, maar dat gaan we vandaag niet doen: te koud en te hoog water, geen avontuurlijke mensen en we komen ook eerder voor de plantjes en die vinden we niet in het water. Alhoewel in de rotsen halfweg de kloof groeit het mythische Venushaar. Adiantum capillus veneris, zelfs deze verleidelijke, kan ons niet het water inlokken. We kunnen hier ook langs een nevelige waterval helemaal naar een verborgen grot, maar ook dat is vandaag niet mogelijk.
Tijm en anderen
Dus wandelen we terug richting Plan d'eau, eerst nog langs een kleine waterzuiveringsinstallatie en langs de Oule. Hier, in het grind, vinden we veel tweejarige rosetplanten, zoals Toortsen, Slangenkruiden, Reseda's, maar ook veel bloeiende tijm, en niet alleen het chemotype linalol maar ook wat polletjes met thymol. Toch wel bijzonder zomaar in hetzelfde biotoop. Planten in evolutie dus.
We plukken wat bloeiende tijm om er later siroop van te maken. Het is nu ook dé tijd dat deze tijmsoort in het wild en in cultuur geoogst wordt om er etherische olie uit te distilleren. Alleen met het natte en koude weer van de laatste dagen zal dat pas voor de volgende weken zijn.
We picknicken op een echte tafel en bank bij het meer. Wiske blijft wel in beweging, zij kan moeilijk stil zitten en zo komen we nog wat andere planten op het spoor. In een klein moerasgedeelte vind ze Lidrus, geen echte Rus en ook geen lid van de Rus maar een andere, vochtig groeiende Equisetumsoort.
Plan d"Eau
Tevreden wandelen we langs het Plan d'eau, dat nu vrij toegankelijk is maar waar in de zomer wel betaald moet worden. Langs het pad dat ik hier beschrijf kom je er ook in de zomer gratis bij, alhoewel dat niet de bedoeling is en ook enige inspanning vraagt .
We komen nu op de verharde weg bij de ijzeren brug naar de auto toe.We vinden toch nog enkele gewone en bijzondere planten langs de weg. Om te beginnen veel bloeiende kweepeerstruiken met onderbegroeing van Fluitekruid en in de gruishellingen Gele hoornpapaver. Kweepeer is een van de klassieke vruchten, die hier vroeger veel gekweekt werd, en die nu vooral verwilderd voorkomt. Het is het verhaal van vele vruchtbomen, moerbei, kweepeer en lindebloesem, die niet genoeg meer opbrengen en nu een alternatief leven leiden. Er wordt nog wat mee gemaakt maar eerder exclusief, als curiositeit en voor de toerist.
Nog 1000 meter langs de weg naar omhoog en we zijn terug bij de motorhome. Net voor er weer een regenbuitje volgt. Namen van planten klinken nog na in ons hoofd. Dromen we wel eens van Hoornpapaver, Lidrus en Venushaar?
Info Cornillon-sur-l'Oule,
gemeente in de Drôme ( Rhône-Alpes), telt zowat 70 inwoners. Gelegen tussen La Motte-Chalacon en Rémuzat. Het dorpje is gelegen op 560 meter hoogte, maar je kan ook naar het topje van de berg wandelen, naar de ruïnes van het kasteel en genieten van het bijzonder uitzicht over de vallei en je even ook heerser van de streek voelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.