Vroeg. Zeven uur. De zon verzilvert de ochtend. Ik ben net wakker en heb, met enig duivels genoegen, gekampeerd tussen de immense villa's bij de Dodoenstuin in Schilde.
Straks les geven aan herboristen in spé. Ondertussen slenter ik in gewijde stilte door de tuin. Ook de planten zijn pas ontwaakt.
Damastbloem verspreidt zijn zoete ouderwetse geur, donkere ooivaarsbekken dartelen door de tuin, oude bomen stralen glunderend licht. Betovering. Alles is harmonie.
ik zal een boom zijn
en ik zal de vogel zijn
die in me nestelt
ik zal de grond zijn
waar de boom in wortelt
waar de vogel woont
ik zal de wind zijn
en grond en boom en vogel
eindeloos strelen
en onder de boom zal ik de mens zijn
die dit dromend zal bestaan
Prachtig gedicht schreef u hier.
BeantwoordenVerwijderen