Het was al weer enige tijd geleden, maar nu vond ik de postelein zomaar op de stoep tussen de straatstenen. De plek waar hij zich thuis voelt.
Postelein is een kruipende, dikbladige eenjarige plant met kleine gele bloemen en opvallend rode stengels. De wetenschappelijke naam is Portulaca oleracea. het Latijnse ‘portula’ betekent poort, wat verwijst naar de zaaddoosjes die als een deurtje opengaan. Oleracea zegt iets over het oude gebruik: het betekent als groente gebruikt of in moestuinen groeiend.
De blaadjes en steeltjes zijn knapperig en de smaak is lekker fris, een beetje pittig en licht zuur. Het is geen heel uitgesproken groente, waardoor het goed combineert met diverse smaken en gerechten. De plant bevat opvallend veel gezonde vetten, tot 16 %, vooral omega-3-vetzuren (400 mg alpha-linoleenzuur per 100 gr verse plant). Daarnaast veel anti-oxidanten vitamines C tot 500 mg, vitamine E 200 mg, beta-caroteen 40 mg per 100gr droge plant, maar ook in mindere mate vitaminen B1, B2, PP.
Minerale voedingswaarde: calcium 100 mg, kalium 580 mg, magnesium 68 mg. Verder tyramine, noradrenaline en dopamine (Rombi 1998), dat zijn neurotransmitters die van belang zijn voor ons geestelijk welbevinden. Stoffen die zorgen voor de prikkeloverdracht in onze zenuwstrengen. De plant bevat ook veel slijmstoffen, die verzachtend zijn voor huid en slijmvliezen.
Postelein in de oude kruidenboeken
In de oudheid adviseerde Plinius de Oude de plant om als amulet te dragen als afweer tegen de duivel. De echte duivel hebben wij natuurlijk gewoon afgeschaft, daar hebben we dus geen kruiden meer voor nodig. Maar tegen die duivelse ziektes kunnen we nog altijd wat hulp gebruiken.
Ook andere gereputeerde middeleeuwse herboristen hebben de postelein gewaardeerd.
Tabernaemontanus bijvoorbeeld ofwel Jacob Dietrich Theodorus von Bergzabern (1520-1590)) beval in zijn ‘Neuw Kreuter Buch’ van 1588 posteleinsap aan tegen brandend maagzuur en om losse tanden weer vast te zetten. Ook adviseerde hij een aftreksel van de zaden tegen darmparasieten.
De Engelse Culpepper in 1653 had nog heel wat andere toepassingen in petto:The juice also is singularly good in the inflammations and ulcers in the secret parts of man or woman, as also the bowels and hæmorrhoids, when they are ulcerous, or excoriations in them. The herb bruised and applied to the forehead and temples, allays excessive heat therein, that hinders rest and sleep; and applied to the eyes, takes away the redness and inflammation in them. En zo gaat hij nog een tijdje door, niet dat we alles wat Culpepper zegt moeten geloven, maar een beetje waarderen wat vele voor ons ervaart hebben, kan nooit kwaad.
Waar de postelein goed voor is?
Te veel om op te noemen, maar zonder meer zeer gezond voor de huid, voor de luchtwegen (astma) en voor de bloedvaten.
Hoe te gebruiken?
We kunnen van Postelein weer tabletten en tincturen gaan maken, maar waarom zouden we hem niet veel meer in de keuken gebruiken. Vooral rauw in salade met olijfolie (regime crétois). De combinatie van olijfolie en postelein, verbetert niet alleen de smaak maar zorgt ook voor een betere opname van de vetzuren in het lichaam. Ook als kruidenthee, of eerder als afkooksel van de verse plant is het goed te gebruiken.
De prettigste manier is toch wel in de soep, gedeeltelijk met groenten zoals prei laten mee koken en op het eind van het kookproces nog wat gemixte postelein even laten meetrekken.
En waarom niet uitwendig, als papje of kompres voor een gezonde huid, bij acne, een vette huid of eczeem. Eventueel mengen met lijnzaad. De slijmstoffen samen met de vetzuren maken van dit papje een huidoppepper bij uitstek.
Meer info op https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/portulaca-oleracea-postelein
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.