Pepermuntthee en pepermuntolie worden van oudsher gebruikt bij maag en darmklachten, dyspepsie, misselijkheid, winderigheid, enteritis, gastritis, diarree, galproblemen, galstenen en bij verkoudheid.
Pepermuntolie verlicht ook klachten van een spastische dikke darm. Pepermuntolie wordt uitwendig (verdund) gebruikt bij spanningshoofdpijn, neuralgie, spierpijn, gewrichtspijn en jeuk. Ook is pepermuntolie (in combinatie met eucalyptusolie en eventueel lavendelolie) effectief gebleken bij hoofdluis. Bij neusverkoudheid, een verstopte neus kan pepermuntolie aan een dampbad worden toegevoegd of (verdund) op de borst worden gesmeerd. Niet dat de neusverstopping minder wordt, maar het geeft wel het subjectieve gevoel beter te kunnen ademen.
Pepermuntolie heeft een antivirale werking en remt het herpes simplex virus. Eventueel in combinatie met tea tree olie (of kruidnagelolie), helpt munt mogelijk ook tegen opkomende koortsblaasjes. Het wetenschappelijke bewijs dat pepermunt(olie) werkt bij gezondheidsklachten is vooralsnog het best onderbouwd voor (functionele, non-ulcer) dyspepsie, intestinale dysbiose en spastische dikke darm (IBS).
Wat geschiedenis van de muntplant
Munt, mint, muntje, mentha. Het zit niet alleen in tandpasta of in snoepjes, maar is een echte, groene plant. En zijn gebruik begon al heel lang geleden. Bij Ovidius bijvoorbeeld die beschreef hoe de dochter van de watergod, Menthe of minthe genaamd, door de god van de onderwereld bemind werd maar door diens jaloerse echtgenote in een plant veranderd werd. Die goden toch, maar zo kunnen wij nu toch genieten van al die frisse munten en die vreemde verhalen.
Andere coryfeeën uit die tijd, Hippocrates en Dioscorides op kop, noemden de munt vaak in hun geschriften over geneeskunde. Plinius schreef het gebruik ervan voor in 41 geneeskrachtige dranken en in sommige daarvan werd het kruid apart genoemd als maagmiddel, versterkend middel en carminatief. De Romeinse soldaten verbreidden de muntplanten over het gehele Romeinse rijk. Reeds in de negende eeuw werd dit kruid in vele Europese kloostertuinen gekweekt. In de Middeleeuwen werden muntbladeren niet alleen in de keuken gebruikt, maar het verpulverde blad diende ook om de tanden wit te maken, mondzweren te genezen, beten van dolle honden te helen, de pijn van wespensteken te verlichten, te voorkomen dat de melk zou stremmen en om ratten en muizen te verjagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.