dinsdag, oktober 04, 2022

Amarant, graan van de goden

Tarwe, haver, gerst, rijst en rogge zijn bekende granen, basisvoedsel voor de halve wereldbevolking. Maar wereldwijd zijn er nog tientallen andere granen die in het verleden een grote reputatie gehad hebben en nu terug in de belangstelling komen. Denk maar aan gierst, boekweit, quinoa en nu ook amarant.

De huautli, tzoalli of alegna (Amaranthus hypochondriacus, A. cruentus) is één van de oudste en meest belangrijke planten voor de precolumbiaanse leefwereld der Oud-Mexicanen. Uit archeologische overblijfselen maken de geleerden op dat de amarant reeds 8.000 jaar geleden werd benut, zowel als voedingsmiddel als in godsdienstige rituelen om de boze geesten te verdrijven of de oogsten gunstig te beïnvloeden. Met de zaden boetseerde men godenbeelden door ze te vermengen met bloed en honing. Op het einde van de godsdienstige plechtigheid werden deze godenbeelden dan door de gelovigen als gezamenlijke communie opgegeten.
De Spaanse veroveraars verboden de 'heiligschennende' plechtigheden, waarbij deze amarantgodenfiguren aan bod kwamen. De missionarissen werden verantwoordelijk gesteld voor het uitroeien van deze plant. Maar bepaalde etnische groepen boden weerstand: ze onderhielden in het geheim kleine akkertjes van hun heilige plant, en vanaf de onafhankelijkheid van Mexico in 1810 verscheen de huautli en alegna weer in het openbaar onder de vorm van lekkernij.
Samen met de maïs en de boon is de amarant één van de vijf belasting-betaalmiddelen in het Aztekenrijk: jaarlijks bracht het zowat 21 ton zaden op ! De amarant groeit goed, zelfs in open en winderige habitats, laat zich gemakkelijk kruisen en past zich snel aan andere ecologische leefmilieus aan. De domesticatie onder de Azteken bestond er vooral in planten te zoeken met een grotere opbrengst aan zaden, die werden vergaard en bijgehouden om in tijden van nood te worden verwerkt. Zo kwam het dat amaranten met hun zwarte zaden, die dienden als groente en als versiering, geleidelijk aan vervangen werden door planten met witte zaden, die een hogere voedingswaarde hebben.

Kleurstof
Diezelfde selectie vergrootte tevens de hoeveelheid rode kleurstof die uit de plant kon worden getrokken, en die door de Oud Mexicanen werd gewaardeerd om haar godsdienstige bijbetekenis : rood was immer de kleur van bloed, de kleur van de duivel, het vuur en het gevaar. Ook andere wilde amarantsoorten worden gekweekt en verzameld, o.m. Amaranthus cruentus, die de rode kleurstof leverde; A. blitoides en A. hybridus die als wilde groente worden gegeten.

Voedingswaarde
De bladeren van de amarant hebben een hoge voedingswaarde en het zaad bevat een buitengewoon hoog percentage aan eiwitten, en de voor de mens essentiële aminozuren. De zaden worden tot bloem verwerkt om er beschuiten, marsepein, tamales en dergelijke mee te bereiden. Samen met honing en melasse van rietsuiker maakt men er ook turron mee, een zachte nougat, die zowat in alle straten van Mexico te koop wordt aangeboden. Wat nog van de plant overblijft, dient daarna als veevoeder. De bladeren kunnen rauw of gekookt als groente gegeten worden. In Europa vinden we ook verschillende verwilderde Amarantsoorten die ook te gebruiken zijn.

Vooral in de zestiger jaren groeide de belangstelling voor de huautli, samen met de trend van het vegetarisch eten en het muesli ontbijt. Ondertussen zijn er voedselmultinationals, die huautli vlokken onder de graansoorten in hun producten mengen. Dus, helaas of gelukkig, Amarant is niet alleen meer etnisch of alternatief voedsel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.