maandag, december 26, 2011

Herba

De nieuwe herba, het tijdschrift van de herboristen vereniging, is vandaag in mijn brievenbus gevallen. Een beetje kerstnummer is het wel geworden, niet dat er kerst-tierlantijntjes in staan, maar wel wat artikels over specerijen en over een verdwenen kruid van meer dan 2000 jaar geleden, de Sylphion. 
Verwarmende specerijen horen toch wel bij deze periode van het jaar. 


Cinnamomum / Kaneel
Editoriaal uit Herba 64: Een spece-rijke wereld
Winterse dagen! Koude en donkerte vragen blijkbaar om licht en warmte. Dus worden de straten en huizen extra verlicht en de vuurkorven op de kerstmarkten aangestoken. Daar vinden we ook drank en voedsel vol verwarmende kruiden en specerijen. Zou het toevallig zijn dat het nu ook de tijd van de chocolade is? Troostende chocolade en marsepein. Verwarmende kaneel en kruidnagel in de warme glühwijn moeten ons zowel lichamelijk als geestelijk beschermen. Lichamelijk tegen virale en bacteriële ver-koud-heden en geestelijk ons troosten, het winterse leven wat gezelliger en vriendelijker maken.

Daarom nu deze herba over verwarmende kruiden zoals gember en kaneel. Nu zijn deze specerijen gewone, ordinaire producten geworden maar ooit waren het dure en mysterieuze planten, waar verre, gevaarlijke reizen voor werden ondernomen. En, waar spectaculaire verhalen over verteld werden.

De herkomst van de specerijen sprak tijdens de Middeleeuwen alleszins tot de verbeelding. Tijdens de Oudheid was men zich reeds terdege bewust van de oosterse herkomst van specerijen, en later, tijdens de hele Middeleeuwen, werd deze kennis voortdurend levendig gehouden door allerlei legendes. Maar het Oosten lag veraf, en was mysterieus, ondoorgrondelijk (met bovendien een totaal andere godsdienst), het Oosten was tegelijkertijd aantrekkelijk en angstaanjagend, en slechts weinig westerlingen, behalve enkele illustere uitzonderingen, reisden erheen. Vooral het gebied rond de Indische Oceaan sprak erg aan, "die besloten, exotische droomwereld waarnaar het middeleeuwse Westen zo verlangt, hortus conclusus van een tegelijk verrukkelijk en gruwelijk paradijs, " zoals Jacques LeGoff het zo mooi stelt.
Volgens de christelijke traditie was het Oosten ook de plek waar het Aardse Paradijs zich bevond : het is in de tuin van Eden, die door wilde dieren en een vlammengordijn wordt beschermd en waarvan de poort sinds de zondeval gesloten is, de plaats waar de vier heilige stromen ontspringen: de Ganges, de Tigris, de Eufraat en de Nijl. En het was precies langs de Nijl dat de oosterse koopwaar naar Alexandrië en de mare nostrum werd vervoerd. Op die wijze, zo vertelt Joinville rond 1250, kwamen de kruiden "uit het aardse paradijs",... "de wind laat ze uit de bomen van het Paradijs vallen, zoals de wind bij ons verdorde takken laat vallen ". Als de specerijen uit een paradijs komen dat ver weg in het Oosten gelegen is, laten ze ons dan niet even proeven van de vruchten uit een verloren gewaand paradijs?

Mooi toch! Het 'niet-weten' daar heb ik nu wel eens heimwee naar. Het kunnen fantaseren over een vreemde onbekende wereld. Het creëren van je eigen aardbol. Ik wens jullie dan ook een eigen, mooie wereld in 2012.
herboristenvereniging www.herboristen.be

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.