Les geven in Coronatijden. Buiten dus, geen probleem. Op afstand, dat is al veel moeilijker. Samen troepen rond een minuscuul plantje, snuffelen, ruiken, proeven, hoe kan dat nu?
Nieuwe mensen, oude vertrouwde planten. Allemaal Coronavrij? Op hoop van zege. De eerste oude, getrouwe plant die we ontmoeten en op geur proberen te determineren is ......... boerenwormkruid oftewel Tanacetum vulgare. De officiële Latijnse naam Tanacetum is afgeleid van het Griekse woord tanaos dat "langdurend" betekent en verwijst naar de bloemen die niet snel verwelken en de geur die niet snel verdwijnt.
Sporen van zomerse planten vinden we overal. Resten van wilde marjolein, droge zaadstengels van bijvoet, zaadhulsen van sint-janskruid om maar enkele belangrijke medicinale planten te noemen. Schatten voor een herborist. Bij de eerste huizen van Bonsoy vinden we de bamboe-achtige stengels van een plant, die de schrik is van natuurverenigingen maar mogelijk de lieveling wordt van herboristen: dé Japanse duizendknoop. De jonge stevige scheuten kunnen in het voorjaar geoogst, gekookt en verwerkt worden tot confituur, ze smaken verrassend lekker, naar rabarber maar dan minder zuur. De houtige wortels kunnen nu geoogst worden om tinctuur te maken. Ze zitten vol met resveratrol, het anti-oxidant bij uitstek. We graven wat wortelstokken uit de grond, geen enkele natuurliefhebbers zal ons dat kwalijk nemen. Hoe meer hoe beter, denken ze.
Met onze rare schatten vervolgen we onze weg, de verweerde trap af richting beek van Bonsoy en richting Maas.
Over boerenwormkruid https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/41118-boerenwormkruid-of-reinvaren.html
Over Japanse duizendknoop https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/fallopia-duizendknoop-japanse
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.