zaterdag, augustus 21, 2021

Sikkelgoudscherm tijdens onze buitendag bij Nismes

Sikkelgoudscherm kwam ik voor het eerst tegen in de Franse Dromestreek en nu, jaren later, zomaar op het mythische plateau van de Viroinval. 
Deze overblijvende plant is inheems In Azië en Midden- en Zuid-Europa. Het areaal reikt in het noorden tot in Groot-Brittannië, België en Nederland. De bestuiving gebeurt door insecten en de zaden worden verspreid door de wind, door menselijke activiteiten en als klit. Goudschermen zijn direct van alle andere inheemse schermbloemen te onderscheiden door de ongedeelde en gaafrandige bladeren.

De officiële naam Bupleurum komt van ‘bous’ en ‘pleuron’. Pleuron betekent ‘een zijkant’ of ‘een rib’ en bous is een Grieks woord voor os. Waarom deze naam gegeven is, is nooit duidelijk geworden. Verhalen gaan rond over opzwellende koeien, of in de planten slapende ossen, of omdat de zaadjes ribben hebben, die net zoals de ribben van een koe goed zichtbaar kunnen zijn.

De Chinese kruidengeneeskundige is al eeuwen bekend met het sikkelgoudscherm. De plant zorgt onder andere voor het Yin Yang evenwicht in ons lichaam. De Yin staat voor het geheimzinnige, donkere, maanachtige, spirituele vrouwelijke deel terwijl de Yang voor het lichte, zonnige, praktische mannelijke principe staat. Aangezien sikkelgoudscherm zich oplaad op het zonbeschenen deel van de kalkplateaus is het dan ook de Yang-energie waarmee de plant verzadigd wordt. Deze mannelijke energie kan met de mens gedeeld worden om de Yin-Yangbalans in het lichaam te herstellen. Sikkelgoudscherm, een van de vele Chinese adaptogenen dus.

Deze geneesplant kan gebruikt worden voor de lever, maag en darmen maar sikkelgoudscherm heeft ook een ontstekingswerende werking. Het ondersteunt de bijnieren en het verhoogt het aanpassingsvermogen van het lichaam aan wisselende omstandigheden. Vooral saikosaponinen zijn werkzaam om de vrijstelling van cortisonen door de bijnier te bevorderen zodat het lichaamseigen ontstekingswerend mechanisme efficiënter werkt.

Sikkelgoudscherm is te gebruiken bij
  • Chronische ontstekingen,
  • Vermoeidheid, verminderd prestatievermogen,
  • Allergisch astma,
  • Afbouwen van cortisone, preventie van bijnierzwakte na cortisonegebruik.
Referenties
  • http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3214781/
  • http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3410357/
  • http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19652379
  • http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22450800
  • http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/11807976

vrijdag, augustus 06, 2021

Vrouwenmantel

De wilde vrouwenmantel is nu meestal uitgebloeid, toch vind ik nog wat bloeiende planten bij Bonsoy. Een mooi moment want morgen wil ik tijdens de herboristenopleiding de hormonale planten bespreken en daar hoort onze vrouwenmantel zeker bij. De naam vrouwenmantel zegt genoeg, een beschermende mantel voor de vrouw maar mannen mogen er ook van genieten

De officiële naam Alchemilla werd door Linnaeus aan het geslacht gegeven. Vroeger werd de naam als Alchimilla of Alchymilla geschreven, wat afkomstig zou zijn van de alchemisten, magische scheikundigen die de bekende dauwdruppels op het ochtendblad gebruikten bij hun experimenten om van onedele metalen goud te maken. De naam Vrouwenmantel heeft de plant gekregen omdat de bladeren als een ouderwetse mantel (mantilla) geplooid zijn en als zodanig bescherming bieden aan de vrouw. Mellie Uyldert beschrijft het op haar eigen romantische manier: ‘ telkens waar de stengel zich vertakt, omsluit zulk een blad zorgzaam het vertakkingspunt, terwijl de bladsteel zelf ook weer met een schede de stengel omsluit. Alles aan deze plant zegt: omhulling, koestering, bescherming. Ze heeft dan ook helemaal het wezen van de baarmoeder.’

Uit vorige eeuwen kennen we de namen Sinnauw of Sinouw, afkomstig van de oud Duitse ‘Sintou’ (altijd dauw), omwille van de dauwdruppels op het naar boven gevouwen blad. Andere benamingen zijn Leeuwenpoot bij Fuchs (1543) en Leeuwenvoet uit de Ortis sanitatis.

Bij Dodonaeus klinkt het zo: ‘ Men noemt dit cruydt in ‘t Latijn Alchimilla, ander Planta leonis ende pes leonis. Sij stelpt het bloed ende maendstonden die onmatelijck vloeden. De selve ghestooten ende op de vrouwen ende maeghden borsten gheleyt, maeckt die hard ende stijf;.... Deze onnavolgbare Dodoensbeschrijving illustreert de twee belangrijkste farmacologische werkingen waar Alchemilla ook nu nog voor gebruikt wordt (1) het samentrekkend, bloedstelpend effekt van de looistoffen in de plant en (2) de toepassing bij vrouwenkwalen. In de Oudheid was de plant als geneeskruid niet bekend, maar vanaf de Middeleeuwen vinden we de ‘Synnauw’ terug in al de bekende kruidenboeken. Paracelsus en Lonicerus vermelden haar als ‘rechtes Wundtmittel’. Hildegard von Bingen adviseert het kruid tegen ‘Kehlgeschwure’. In het kruidboek van Matthiolus (1626) werd voor eerst ook de Berg-Synnauw vermeld tegen allerlei bloedingen. Ook in de recentere religieuze volksgeneeskunde oa. bij broeder Aloysius wordt de Vrouwemantel als voortreffelijk wondkruid beschouwd, maar ook als compres gebruikt tegen breuken en ‘uittreden of verzakken van den aarsdarm’ en ter versterking van de baarmoeder.

Werkzame stoffen zijn looistoffen

Uit al de ervaringen met Alchemilla blijkt duidelijk een looistofwerking in zijn meest brede betekenis; alles wat los zit in het lichaam weer vast maken: (1) bloedstelpend en wondgenezend, (2) stoppend, dus tegen diarree (3) samentrekkend op de huid, (4) bij baarmoederbloedingen en na de bevalling. De looistoffen in de plant werden reeds in 1939 ontdekt door Muhlemann en benoemd als ellagzuur. Later werd door Lund en Geiger ook andere looizuren gevonden. Een tweede groep van geneeskrachtige stoffen in de vrouwenmantel zijn de flavonoiden vooral quercitine, hyperoside en anthocyanidinen. De enige verwijzing naar hormonaal werkende bestanddelen vinden we terug in een oud onderzoek van Muhlemann. Luteinezuur zou de hypofyse beïnvloeden, die de werkzaamheid van de eierstokken reguleert.

Weinig klinisch onderzoek, veel professionele ervaring

Dr. Leclerc niet voor niks de vader van de moderne fytotherapie behaalde al in 1939 goede resultaten bij patienten met witte vloed en pijnlijke menstruatie. Snelle verlichting van ‘prurit vulvaire’ (vaginale jeuk) verkregen ze door het gebruik van een zalf met 2g vloeibaar Alchemilla-extract, 18g rozenwater, 10g lanoline en 30g vaseline. Je kan ook een sterk afkooksel van de gedroogde plant als zitbad of als spoelmiddel gebruiken bij vaginale problemen. Uit een van de weinige klinische onderzoeken bleek dat Alchemilla de vervelende symptomen tijdens de overgang kon verlichten 3x daags een infuus eventueel in combinatie met Echte salie. Ook de werking bij baarmoederbloedingen werd aangetoond in een Roemeens onderzoek met 341 jonge vrouwen.

Franse artsen zoals Dr. Moatti en de gynecoloog Dr. Girault adviseren Alchemilla bij een hele reeks hormonale klachten: PMS (pre-menstrueel syndroom), bij het begin van de menopauze, tijdens of vooral na de zwangerschap om de baarmoeder te versterken en om zwangerschapstriemen te voorkomen.

Uitwendig gebruikt kan Alchemilla, net zoals andere looistofplanten, als wondzuiverend middel goede diensten bewijzen. Zelf vind ik het een goede plant tegen acné: inwendig als thee of tinctuur en uitwendig als lotion. Het kruid wordt nog weinig gebruikt in de cosmetica, maar de hormonale en huidverstevigende combinatie, zou van onze Vrouwemantel wel eens een bijzonder verjongend middel voor de huid kunnen maken. Dat zou pas een echte mantel voor de vrouw en een al-chemistenmiddel zijn!

Volgens de Europese Escopmonografie

The therapeutic indications are non-specific diarrhoea and gastrointestinal complaints. In vitro experiments with lady’s mantle demonstrate antibacterial, astringent, antioxidant, anti-inflammatory and wound healing properties. In vivo experiments in animals demonstrate angioprotective, haemo-rheological and wound healing activities. Clinical data in humans demonstrated its use in patients with minor oral ulcers. Preclinical safety data did not reveal anything on mutagenicity. Clinical safety data showed good tolerability for a topical preparation.