Posts tonen met het label dolmen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label dolmen. Alle posts tonen

zaterdag, december 01, 2018

Wandelen in Weris

Wandelen in Weris, zeker in de winter, is meer dan resten van planten bekijken. Het is ook wandelen door en fantaseren over de verleden tijd. Drie- tot vijfduizend jaar terug in de tijd, de tijd van de megalietenbouwers. Merkwaardig hoe menhirs en dolmens de hedendaagse mens, herboristen en anderen nog steeds beïnvloeden. De invloed van deze megalithische monumenten op het plaatselijke leven van Wéris kan men afleiden uit de plaatselijke folklore, de legendes en tradities die hier voortleven. Sinds mensenheugenis zoekt men een verklaring voor deze stenen. Zouden reuzen, dwergen, feeën, heksen, of ... de duivel er iets mee te maken hebben?

In Weris circuleren verscheidene legendes rond de wonderbaarlijke rotsblokken in de natuur: de Pierre Haina, het Lit du Diable (het duivelsbed) en Pas-Bayard (hoefafdruk van 't Ros Beiaard).

De "Pierre Haina" is geen menhir maar een gril van de natuur, hij staat hier als de enige overgebleven rotsblok, de andere rotsblokken zijn afgebroken en weggerold. Deze rotsblok is zo'n 3 meter hoog, met een helling van +/- 45°. Het zou kunnen dat de term "haina" van het Keltisch komt, men zou dan kunnen spreken over de "steen der voorouders".

Dolmen van Oppagne
De "Pierre Haina" domineert de megalithische site van Weris. Werd deze opvallende rots zo'n 5.000 jaar geleden op het einde van de steentijd door de eerste landbouwers, de dolmenbouwers, gebruikt als uitzichtpunt over de streek? Is het van hieruit dat de dolmenbouwers de ideale plekken voor de megalieten berekenden? 

Volgens een van de legendes is de Pierre Haina de stop die een onderaardse galerij afsluit. Deze schacht zou leiden tot diep in het centrum van de aardbol, daar waar de duivel in zijn hellevuur heerst. Soms werd het hellevuur zelfs voor de duivel te veel, of wou hij nieuwe zieltjes vangen en besloot uit zijn hel te kruipen. Hij duwde de rots weg en dwaalde in de streek rond. Niemand heeft hem ooit gezien want voor het kraaien van de haan was hij weer verdwenen en stond de steen weer op zijn plaats. Maar ... de dorpsbewoners bemerkten wel dat hij weer was langs geweest: kippen waren dood, ruzie brak uit, ziekte kwam in het dorp, ... Het was genoeg geweest voor de Wérisiens! Zij kwamen samen en zochten samen naar een oplossing. Vele mogelijkheden werden voorgesteld, maar bleken steeds onuitvoerbaar te zijn. Tot een klein meisje, helemaal in het wit gekleed, vers geraapte eieren binnen bracht. Dat was het ! WIT ! De duivel heeft een afkeer van het reine WIT. Van die dag af werd de Pierre Haina bij elke herfstequinox, door de Wérisiens wit geverfd. En bleef de duivel weg.

Puddingsteen en menhirgroeve
De megalieten van Wéris, de dolmen en menhirs, bestaan allemaal uit de lokale puddingsteen rotsblokken. Alsje deze rotsen van nabij bekijkt dan lijkt het wel een soort beton van kiezelstenen in cement. En inderdaad, het is een soort natuurlijk beton dat "puddingsteen" wordt genoemd. Deze rots is een zandsteenconglomeraat miljoenen jaren terug gevormd met donkere en bleke rolkeien van kwartsiet, aan een geklit in een fijne maar harde zandmassa van het strand van een al lang verdwenen prehistorische zee.

menhirgroeve
Op een hogere gelegen heuvelhelling ten oosten van Weris ligt een harde conglomeraatbank van puddingsteen. Door de werking van de aarde over de miljoenen jaren heen - aardbevingen, erosie,...  kwamen er barsten in de bank, zijn sommige rotsblokken uit de bank losgekomen en weggegleden. Zo'n 5.000 jaar geleden bedacht de mens dat die rotsblokken toch wel ideaal waren. Ze zochten naar de juiste steen, versleepten die naar de juiste plek, plaatsen de menhirs en bouwden er megalietengraven mee.

Puddingsteen is een ontzettend moeilijk te bewerken steen omwille van zijn hardheid. Het is dankzij deze hardheid dat de megalieten de tand des tijd, de vernielzucht en de recuperatiedrang van de mens heeft weerstaan. De plaatselijke gebouwen werden vooral met natuursteen zoals zand- en kalksteen opgetrokken.
En toch is er een tijd geweest dat hier een steengroeve was. Van 1866 tot WOI werd puddingsteen hier op industriële wijze gewonnen. De stenen werden in rechthoekige blokken of in halve cirkels gehouwen. Vervolgens werden ze op stevige en brede karren vervoerd, getrokken door tien tot veertien paarden, naar het station van Barvaux sur Ourthe. Van hieruit bracht de trein ze naar Luik of naar het Franse Lotharingen, waar ze als vuurvaste bodems gebruikt werden in de hoogovens.

Hellevuur of vuur voor de hoogovens?


dinsdag, december 12, 2017

Oppagne bij Wéris

Wat voorbereidingen voor onze zoveelste wandeling bij de menhirdorpen Wéris en Oppagne. Ik ontdek op internet interessante info uit het boek van Jean Marie SEBILLE, Histoires du village d’ Oppagne. Volume I. Geschiedenis van Oppagne. Niet direct informatie over planten maar wel over de dolmens van Oppagne en Wéris.

Menhirs van Oppagne
EMILE TANDEL (Les Communes Luxembourgeoises, 1892) verklaart de etymologie van de naam Oppagne als volgt. O, ob, op betekent “rivier”. Op kan ook verwijzen naar de helling van een heuvel. Pagne of page komt
van het Latijnse pagus, wat “dorp, bourg (Fr.)” betekent.
In prehistorische tijden was de streek rond Oppagne ingenomen door de Keltische stam van de Poemani. Tijdens het derde millennium vóór Christus richtten zij een aantal megalithische bouwwerken op. Deze stenen uit de omgeving van Oppagne vormden samen met die uit de omgeving van Wéris een en hetzelfde geheel.

Les trois menhirs d’Oppagne bevinden zich op een hoogte van 287m en werden voor het eerst in 1888 opgemerkt. Ze zijn gemaakt van zogenaamde ‘puddingstenen’ die minstens 1600m verder uit de buurt werden aangevoerd. De grootste van de drie heeft een hoogte van 3,20m, een breedte van 1,20m en zit 1,44m diep in de grond. Hij weegt meer dan 9 ton.

De Dolmen van Oppagne bevindt zich op een hoogte van 277m. Hij bevindt zich op 200m afstand van de oude Romeinse weg richting Oppagne. Het monument is 9,90m lang en 4,60m breed. Men heeft bij onderzoek de resten van negen lichamen gevonden. Waarschijnlijk zijn het de doden van de Gobelet-stam, die hier omstreeks 2500 v.C. leefde.

JM SEBILLE eindigt dit hoofdstuk met twee artikels. Les dolmens de Wéris maîtrisent-ils les forces telluriques nocives? (uit : Avenir de Luxembourg Plus, 9 november 1989) zet uiteen hoe de prehistorische grafmonumenten niet toevallig op deze plekken werden gebouwd maar dat de bouwers rekening hielden met de loop van bepaalde tellurische, i.e. tot de aarde behorende, energielijnen, die onder andere het mummificeren van de doden in de hand werkten. Er is ook sprake van magnetische, geneeskrachtige en het lichaam regenererende energielijnen.

Een ander artikel uit hetzelfde blad (25 mei 1990) Inquiétude dans les chaumières: y a-t-il un druide à Wéris? vertelt over Renaat De Jonghe, ex-leraar van Vlaamse of Nederlandse afkomst, die lid is van de Order of Bards, Ovates and Druids en de Cercle du Blanc Caillou. De man ging op zoek naar de energielijnen die de monolieten in de streek met elkaar verbinden. Als een nieuwe druïde trekt hij geregeld de bossen in om er in de nabijheid van (zogenaamde) menhirs allerlei rituelen en bezweringen uit te voeren.

Puddingsteen of poddingsteen / Conglomeraat

Menhirs bij dolmen van Oppagne
De megalieten van Wéris, de dolmen en menhirs, bestaan allemaal uit de lokale puddingsteenrotsblokken. Als u deze rots van nabij kunt bekijken dan lijkt het wel een soort beton van kiezelstenen in cement. En inderdaad, het is een soort natuurlijk beton dat "puddingsteen" wordt genoemd. Deze rots is een zandsteenconglomeraat miljoenen jaren terug gevormd met donkere en bleke rolkeien van kwartsiet ... aaneengeklit in een fijne maar harde zandmassa van het strand van een al lang verdwenen prehistorische zee.

Op een hogere gelegen heuvelhelling ten oosten van Wéris ligt een harde laag conglomeraatbank, puddingsteen. Door de werking van de aarde over de miljoenen jaren heen, aardbevingen, erosie,...  kwamen er barsten in de bank, zijn sommige rotsblokken uit de bank losgekomen en weggegleden. Zo'n 5.000 jaar geleden bedacht de mens dat die rotsblokken toch wel ideaal waren. Ze zochten naar de juiste steen, versleepten die tot op de juiste plek en plaatsen de menhirs en bouwden er megalieten mee.

Puddingsteen is een ontzettend moeilijk te bewerken steen omwille van zijn hardheid. Het is dankzij deze hardheid dat de megalieten de tand des tijd, de vernielzucht en de recuperatiedrang van de mens heeft weerstaan. De plaatselijke gebouwen werden vooral met natuursteen zoals zand- en kalksteen opgetrokken.
En toch is er een tijd geweest dat hier een steengroeve was. Van 1866 tot WOI werd puddingsteen hier op industriële wijze gewonnen. De stenen werden in rechthoekige blokken of in halve cirkels gehouwen. Vervolgens werden ze op stevige en brede karren vervoerd, getrokken door tien tot veertien paarden, naar het station van Barvaux sur Ourthe. Van hieruit bracht de trein ze naar Luik of naar het Franse Lotharingen, waar ze als vuurvaste bodems gebruikt werden in de hoogovens.

Dit deel van de streekgebonden industriële geschiedenis werd beschreven door Joseph Bernard in "Exploitation des carrières de poudingues de la Plate à Wéris", artikel verschenen in het trimestrieel tijdschrift "Terre de Durbuy" nr 29 (maart 1989).

zondag, december 13, 2015

Weris gewandeld.


Onze traditionele winterwandeling in Weris. Deze keer zonder winters weer maar toch in December, het zachte weer zorgt ervoor dat we nog volop fris groen kunnen plukken voor een wilde soep. Blad van look zonder look, nieuwe blaadjes en steeltjes van kleefkruid, brandneteltoppen en ook zevenblad is nog proper te oogsten. We starten bij de kerk, wandelen langs een mooie notenboom en een imposante linde om dan achter het café-restaurant La Pierre lévéé de zandweg richting Oppagne in te wandelen. De maretakbollen in meidoorn en in de knoestige fruitbomen profileren het landschap. Maretak in meidoorn een kruidig verbond voor hart- en bloedvaten.

Bij de eerste huizen van Oppagne vinden we nog smeeuige smeerwortel en vogelmuur, ook die kunnen onze groene soep volumineus verrijken. Jazeker, ook een blad smeerwortel kan er, ondanks de aanwezige pyrrolizidines, gerust bij. Het hoogtepunt van de ochtendwandeling is natuurlijk de dolmen van Oppagne. Een bevreemdend bouwwerk in het landbouwlandschap van Oppagne. In de verte voorbij Weris kunnen we met enige moeite of is het met enige fantasie de witte menhir ontwaren. Dolmens en menhirs, stenen tekens, GPS en GSM uit een oude, lang vervlogen tijd.

Dolmen van Oppagne

De "dolmen van Oppagne" of hunebed van Oppagne werd op het einde van de 19de eeuw ontdekt. Op een mooie dag in het jaar 1888 besloot Félix, zoon van boer Antoine Lambert, het zijn vader wat gemakkelijker te maken door de grote stenen die op de akker lagen, eindelijk eens uit te graven en weg te slepen. Maar... Félix deed gelukkig niets zonder nadenken. Toen hij even pauzeerde en de uitgegraven stenen overschouwde, vroeg hij zich af of het hier misschien niet om een dolmen ging. Hij zag een opmerkelijke gelijkenis met de dolmen van Wéris, zo'n anderhalve kilometer verder en zo werd een nieuwe, oude dolmen ontdekt.

De rechthoekige kamer heeft als binnenafmetingen L 5 m x Br 1,00 - 1,80 m x H 0,7 - 0,9 m). De grafkamer wordt gevormd door vier draagstenen (o-s-t-u), drie dekstenen (p-q-r), een hoofdeindesteen (w) en een toegangssteen (m). In deze laatste is een rondboog uitgeklopt, de opening vormt een omgekeerde U. Hierlangs werden de overledenen de grafkamer ingebracht. Evenals bij de dolmen van Wéris heeft deze dolmen een kort, onoverdekt voorportaal (b-e + a-j). Achter de grafkamer ligt een groot blok puddingsteen (x). Deze steen ligt iets dieper dan de grafbodem en is gelijkend met steen G van de dolmen van Wéris. Waarom die er ligt en wat zijn betekenis is, blijft tot nu toe onbekend. De vele kleine stenen die zich op de site bevinden, werden als stopstenen gebruikt om de ruimte tussen de grote stenen op te vullen.












zondag, februari 03, 2013

Een 'natuurlijke' dolmen

Grijs, miezerig, mistig weer. Het 'juiste' moment om door het veengebied van de Monts d"Arrée' te rijden. Wandelen zou nog beter zijn maar we willen nu bij Commana enkele dolmens bekijken, maar eerst moeten we ze natuurlijk vinden. Meestal worden menhirs en dolmens wel toeristisch aangeduid maar dat is niet altijd het geval. Er zijn hier ook zoveel rechtopstaande of op mekaar gestapelde stenen. En, niet aangeduid vind ik nog plezieriger, het geeft tenminste het gevoel dat je op ontdekkingstocht ben. Volgens de kaart moet er voorbij Commana richting La Garenne een soort dolmen zijn, en, hoera geen wegwijzer te vinden, dus wij ons een beetje oriënteren op de kaart en goed opletten of er grote stenen tussen de struiken liggen.
La Garenne
 Na nog even verkeerd gereden te zijn, komen we dan bij La Garenne. Vergis je niet, La Garenne is 3 romantisch vervallen huizen overwoekerd door bomen en struiken en ja, in de achtertuin van één van die huizen vinden we een rotsformatie prachtig begroeid met oude eiken en hulst. Het lijkt op een, door de eeuwen heen dichtgeslibde immense dolmen. Een prachtige plek maar het blijkt geen echte dolmen te zijn maar een natuurlijke rotsstapeling. Een 'echte' natuurlijke dolmen dus en dat vind ik wel heel bijzonder.

 Over La Garenne: La structure du hameau n'a que peu évolué depuis 1812. Les trois ou quatre exploitations agricoles qui le composaient ont été profondémment remaniées. Le logis 4 (17e siècle ?) possédait un escalier extérieur aujourd'hui disparu qui permettait de desservir les parties hautes abaissées. Logis 1 à avancée (17e siècle) agrandi au 19e siècle. Avancée du logis 2 (en ruine) datée 1838. Logis 3 reconstruit vers 1910 - 1920.http://fr.wikipedia.org/wiki/Commana