Op onze wandeling tussen Chateau-Queyras en Chateau-Ville-Vieille in de Franse Queyras vinden we grote hoeveelheden berendruif in gezelschap van de echte guldenroede. De glimmende blaadjes van de beredruif waren vroeger de meest gebruikte plant tegen blaasontsteking.
Wat verder in een drassig plekje langs het pad groeien tussen mos en gras een groepje vetblad. Het ziet er wel wat morsig uit vooral door de vliegjes die op het blad plakken. Vetblad is nu eenmaal een vleesetend plantje die zijn energie gedeeltelijk uit verteerde vliegjes moet halen. De enzymen afkomstig van het blad werden vroeger in de Skandinavische landen gebruikt om 'tettmelk' of dikke melk te maken. De Noorse naam luidt dan ook toepasselijk Tettegras.
Dodonaeus in zijn CruydtBoeck schrijft 'De Engelse noemen het butterwort en ook in het Latijn Butyri radix, als of men zei smeerwortel omdat de wortel vol vetheid is als smeer of boter daar ze de kloven van de koeienspenen of uiers mee genezen’.
Het zijn dus niet alleen 3000 meter hoge bergen maar ook 3 cm kleine plantjes die mij verhalen vertellen.
Natuurlijk is het nu niet vanzelfsprekend om zo'n zeldzaam plantje aan uiers te smeren of er melk mee te stremmen.