Opleiding herborist. Rond snuffelend tussen auto's en groenafval, vinden we toch allerlei plantjes met historische betekenis. Zomaar een kleine, spannende schermbloemige die wel wat op platte peterselie lijkt maar de naam hondspeterselie draagt en serieus giftig is. Niet uittrekken maar ook niet opeten, wel genieten van zijn geweldige geschiedenis. In deel 1 van de Flora Batava van 1800 (een indrukwekkend 28 delen tellend boekwerk verschenen over een periode van 134 jaar) valt het volgende over de hondspeterselie te lezen.
De Plant, onwetend onder Kervel of Pieterselie, tusschen welke het veel groeit, gebruikt zynde, heeft meermalen dodelyke toevallen veroorzaakt; waarom de boven opgegeven kenmerken ter onderscheiding, wel behoren in agt genomen te worden. ? Verders minder schadelyk voor Dieren, uitgenomen voor Ganzen: (Linn. Reuss.) moet egter als onkruid in de Weiden gerekendworden. (Brugmans) Hier van voor Paarden schadelyke gevolgen ondervonden (Oec. Hefte 1801) Een afkooksel van deze Plant zou bruikbare gele Verv geven (Dambourny.)
De Nederlandse naam is een letterlijke vertaling van de soortnaam Cynapium en is afgeleid van het Griekse woord kynos (=hond) en van het Latijnse woord apium (=peterselie). Aethusa komt van het Griekse werkwoord aitho (ik glans) en verwijst naar de glanzende bladeren van de plant. Aan de glimmende, onwelriekende bladeren heeft de plant ook zijn Friese naam Stjonkhorne te danken.
Hondspeterselie hoort samen met Gevlekte scheerling en Dolle kervel tot het gevaarlijke middeleeuwse gezelschap geschikt om je ergste vijanden te vermoorden. Dus ooit 'nuttige' planten geweest.