Posts tonen met het label stress. Alle posts tonen
Posts tonen met het label stress. Alle posts tonen

donderdag, oktober 03, 2024

Rhodiola ook bij chronische vermoeidheid en burnout

Rhodiola verbetert uithoudingsvermogen 

Uit een onderzoek uit 2004 bleek dat het extract van rhodiola rosea radix een ontstekingsremmend effect had op gezonde, ongetrainde vrijwilligers, voor en na periodes van uitputtende inspanning.  Het beschermde ook het spierweefsel tijdens het sporten.  Volgens de samenvatting: “Professionele atleten gebruiken effectief het extract van rhodiola rosea (rozenwortel) als een veilig niet-steroïde voedingsadditief dat het uithoudingsvermogen en het snelle herstel van de spieren gedurende tientallen jaren verbetert. Het gebruik van adaptogenen, waaronder R. rosea, verbeterde het fysieke uithoudingsvermogen van mannelijke atleten, verlaagde het lactaatgehalte in het bloed en versnelde het herstel na uitputtende inspanning.”   

Uit andere onderzoeken is eveneens gebleken dat rhodiola de tijd tot uitputting tijdens inspanning aanzienlijk kan verlengen, de C-reactieve proteïneniveaus kan verlagen en de neuromotorische conditie kan verbeteren.  Uit een dierstudie uit 2003 bleek bijvoorbeeld dat ratten die 50 milligram per kilo (mg/kg) rhodiola rosea-extract kregen samen met dezelfde hoeveelheid rhodiola crenulata-wortel, de duur van het zwemmen, met bijna 25% verlengden.   Deze verbetering bleek te wijten te zijn aan het vermogen van de extracten om de synthese of hersynthese van ATP in de mitochondriën te activeren. Er werd vastgesteld dat Rhodiola rosea het meest effectieve van de twee extracten was voor het verbeteren van de fysieke werkcapaciteit.   

Antivirale effecten van Rhodiola 

Er is ook aangetoond dat Rhodiola-extract atleten beschermt tegen virale infecties.  In één onderzoek ontvingen 48 marathonlopers willekeurig 600 mg rhodiola rosea of ​​een placebo gedurende vier weken voorafgaand aan een race.   Bloedmonsters werden met drie tussenpozen verzameld: vóór de start van de race en 15 minuten en 1,5 uur na het einde van de race.  Vervolgstudies met in vitro testen concludeerden dat rhodiola in staat was cellen te beschermen tegen het vesiculaire stomatitisvirus gedurende 12 uur na fysieke inspanning. David Nieman, directeur van het Human Performance Laboratory van de Appalachian State University, ontdekte dat marathonlopers na een wedstrijd bijzonder vatbaar zijn voor virale ziekten, vooral aandoeningen van de bovenste luchtwegen.  Rhodiola, zo ontdekte hij, zou hierbij kunnen helpen – naast het bieden van verbeterde prestaties en herstelvoordelen aan atleten.

Rhodiola bestrijdt veilig chronische vermoeidheid 

De energie- en vitaliteitsverhogende effecten van Rhodiola kunnen duidelijke voordelen hebben voor mensen die worstelen met chronische vermoeidheid.  Uit een vorig jaar gepubliceerd onderzoek in meerdere centra bleek dat patiënten die kampten met langdurige vermoeidheid of het chronisch vermoeidheidssyndroom en die acht weken lang 400 mg droog ethanol-rhodiola-extract per dag kregen, binnen de eerste week significante verbeteringen ervoeren. Over het geheel genomen trad de meest significante verbetering op voor de klacht van  ‘algemene vermoeidheid’, maar de scores voor ‘problemen op het werk’, ‘problemen in het sociale leven’ en ‘problemen in het gezinsleven’ verbeterden aan het eind van de twee maanden ook aanzienlijk.  In totaal ervoeren de patiënten een vermindering van 42% in de totale stress en een vermindering van 39% in vermoeidheid.  Drieëntachtig procent van hen meldde dat ze zich in week acht ‘heel erg’ of ‘veel’ verbeterd voelden.  

Zoals gerapporteerd door de American Botanical Council: “Bijna alle uitkomstmaten verbeterden aanzienlijk in de loop van de tijd en bleven afnemen tot week acht, en de behandeling was veilig en werd goed verdragen.  Alles bij elkaar genomen concluderen de auteurs dat de significante verbetering in metingen van niet alleen de kernvermoeidheidssymptomen, maar ook van een breed scala aan symptomen en gevolgen van vermoeidheid, een goed potentieel voor rhodiola suggereert om de kwaliteit van leven bij chronische vermoeidheid te verbeteren.”   

Er wordt aangenomen dat het mechanisme achter deze effecten verband houdt met het vermogen van rhodiola om de afgifte van catecholamine en cAMP-niveaus in uw hartspier te moduleren tijdens stress.22 Het helpt ook het stresshormoon cortisol te verminderen.  Zoals opgemerkt door Mental Health Daily: “Andere voorgestelde mechanismen omvatten interacties met proteïnekinasen p-JNK, stikstofmonoxide, verdedigingsmechanisme-eiwitten (bijvoorbeeld heat shock-eiwitten) en regulering van bèta-endorfines en opioïde peptiden.”

Rhodiola verlaagt de impact van dagelijkse stress 

Belangrijk is dat rhodiola bijzonder gunstig is gebleken voor uw zenuwstelsel.  Werkstress kan een burn-out veroorzaken, en uit onderzoek uit 2000 en 2017 blijkt dat rhodiola aanzienlijke bescherming kan bieden tegen dit soort stress.  Zoals opgemerkt in Life Extension Magazine “Een aantal onderzoeken hebben aangetoond dat rhodiola de mentale en fysieke vermoeidheid onder stressvolle omstandigheden dramatisch kan verminderen, door het energieniveau van het lichaam te verhogen.  In één onderzoek werd een lage dosis (170 mg/dag) van een R. rosea-extract gegeven aan 56 jonge artsen die 's nachts werkten, wanneer er sprake was van een opmerkelijke afname van de fysieke en mentale prestaties.   Met behulp van metingen van de cognitieve en geheugenfunctie, zoals associatief denken, korte termijngeheugen, rekenen en de snelheid van audiovisuele waarneming, vonden de onderzoekers een statistisch significante vermindering van door stress veroorzaakte vermoeidheid na slechts twee weken suppletie met rhodiola.  Er zijn geen bijwerkingen van rhodiola gemeld.”   

In een vorig jaar gepubliceerd vervolgonderzoek kregen 118 mannen en vrouwen met symptomen van burn-out gedurende 12 weken 400 mg rhodiola rosea-extract.  In de loop van het onderzoek verbeterden de niveaus van emotionele uitputting, vermoeidheid, uitputting, gebrek aan vreugde, verlies van levenslust en symptomen van depersonalisatie aanzienlijk. Verbeterd seksueel functioneren werd ook opgemerkt.  Volgens de auteurs suggereren de bevindingen dat het rhodiola rosea-extract “een belangrijke eerste stap zou kunnen zijn in de richting van een voortdurende verlichting van burn-outsymptomen, waardoor de verergering van het syndroom wordt geremd en de van  ontwikkeling van daaropvolgende stoornissen zoals depressie of lichamelijke ziekten wordt voorkomen.”

maandag, september 23, 2024

Adaptogenen, planten voor harmonie

Vooral in China werden van oudsher plantenextracten gebruikt om de vitaliteit en weerstand tegen omgevingsfactoren te vergroten, maar er is in China weinig bijgedragen aan een theoretische farmacologische basis waarop de werking van deze extracten gebaseerd zou kunnen zijn. Russische onderzoekers, o.a. Lazarev et al., hebben enig pionierswerk verricht op dit gebied.

Lazarev definieerde de term adaptogenen als stoffen die in staat zijn het aanpassingsvermogen van een organisme tegen nieuwe belastingen, ongeacht welke, te verhogen. Dit is van belang, omdat wanneer een organisme niet geheel in staat is zich tegen bepaalde invloeden te beschermen, bijvoorbeeld stress kan ontstaan en dit tot de ongewenste gevolgen kan leiden zoals stress-ulcera, ontregelingen van het afweersysteem en depressies. De toestand waarin het lichaam door adaptogenen wordt gebracht werd omschreven als een staat van niet-specifieke verhoogde weerstand (SNIR = State of Non-Specifically Increased Resistance). 

Breckman formuleerde de volgende eigenschappen van adaptogenen: 

  • a) Niet toxisch; 
  • b) De werking moet niet-specifiek zijn. D.w.z. dat een adaptogeen de aspecifieke reactiemechanismen van het organisme beïnvloedt, die veroorzaakt worden door invloeden van fysische, chemische of biologische aard; 
  • c) Een adaptogeen kan zowel stimulerend als remmend werken, afhankelijk van de uitgangssituatie van het organisme, m.a.w. de werking is amfitroop. 

In de literatuur wordt aan extracten van vele plantensoorten een adaptogene werking toegeschreven.

Plantensoorten met mogelijk adaptogene eigenschappen. 

  • Eleutherococcus senticosus – Eleuthero, Siberische ginseng 
  • Eleutherococcus obovatus / Aralia elata / 
  • Bryophyllum pinnatum Celastrus paniculatus 
  • Echinacea-soorten – Rode zonnehoed 
  • Glycyrrhiza glabra - Zoethout 
  • Rhodiola rosea - Rozenwortel
  • Ocimum sanctum – Heilige basilicum 
  • Panax ginseng - Ginseng 
  • Panax pseudoginseng 
  • Schisandra chinensis 
  • Withania somnifera – Withania, Ashwaganda, Indische ginseng 

Helaas zijn in de westerse literatuur van lang niet alle plantensoorten onderzoeksresultaten bekend. Over de plaats van adaptogenen in de westerse medische wetenschap kan gezegd worden dat middelen ter verhoging van de aspecifieke weerstand nog relatief weinig aandacht hebben gekregen. Men verwacht in het algemeen dat een middel onderzocht en gebruikt moet worden bij één aandoening of enige verwante aandoeningen, terwijl adaptogenen altijd een niet specifiek, algemeen en preventief doel hebben. 

Adaptogenen zijn dus per definitie niet effectief tegen al aanwezige aandoeningen. Men moet voor de activiteit van adaptogenen relatief gezond zijn. Normaal gesproken worden geneesmiddelen in laboratoria onderzocht op hun specifieke farmacologische activiteiten in vitro en later in vivo. Aangezien adaptogenen alleen werkzaam zijn op systemen in intacte organismen wijken de onderzoeksresultaten af van de geijkte. Bij onderzoek naar de activiteit van adaptogenen worden gezonde organismen blootgesteld aan situaties waaraan ze zich moeten aanpassen. De inhoudsstoffen van mogelijk adaptogene extracten van verschillende planten kunnen sterk verschillen. 

Ondanks dat wordt toch verondersteld dat adaptogenen, indien gebruikt bij stress, toch allemaal invloed hebben op het AAS, algemeen adaptatiesysteem. Men kan zich afvragen hoe het mogelijk is, dat stoffen met zeer uiteenlopende structuurformules eenzelfde effect kunnen veroorzaken. Een verklaring hiervoor ligt mogelijk in het complexe karakter van het AAS. Alle processen binnen het AAS hebben onderling positieve en negatieve feedback. Het is dus voor de activiteit misschien niet zozeer belangrijk waar een adaptogeen aangrijpt binnen het AAS, maar wel dat het zorgt voor het evenwicht tussen de onderlinge processen. Als de theoretische onderbouwing voor adaptogenen klopt, zou je kunnen zeggen, dat het planten zijn die het midden houden tussen een geneesmiddel en een voedingsmiddel en lichaam en geest helpen om zo optimaal mogelijk te functioneren. In de kruidengeschiedenis zijn het ook altijd planten geweest die een grote reputatie hadden als versterkend middel, voor de gezondheid, om prestaties te leveren of als langleefkruid.

STRESS en AAS algemeen adaptatiesyndroom.

 Stress is een bepaalde conditie waarin een organisme kan verkeren. Deze conditie is getypeerd door de drang naar heraanpassing, oftewel adaptatie. Die drang wordt veroorzaakt door situaties (stressoren of stimuli) waarop het organisme zich nog niet heeft ingesteld en die daardoor een uitdaging vormen voor het welzijn van het organisme. Er is pas sprake van stress als de heraanpassing niet voldoet en systemen binnen het lichaam door overbelasting ontregeld raken. Hierbij speelt het principe van homeostase een belangrijke rol. Wanneer het hoeveelheid glucocorticoïden waarbij de balans tussen productie en afgifte van glucocorticoïden wordt verstoord. Bij langdurige stress is deze balans blijvend verstoord en worden glucocorticoïden geproduceerd en onmiddellijk afgegeven; 2) Bij de neurale controle is sprake van stimulatie door nerveuze stimuli die onder andere in het bijniermerg de produktie van catecholamines, waaronder adrenaline, veroorzaken. Adrenaline wordt afgegeven aan de circulatie en veroorzaakt allerlei effecten, zoals bloeddrukstijging en beïnvloeding van het immuunsysteem. Het immuunsysteem wordt niet alleen neuronaal beïnvloed (door het autonoom systeem) maar er is ook neuro-endocriene modulatie. Cellen van het immuunsysteem bezitten receptoren voor neurotransmitters, neuropeptiden en hormonen zoals bijvoorbeeld glucocorticoïden, substance P, ACTH, opioïde peptiden, groeihormoon en prolactine. Al deze stoffen kunnen dus het immuunsysteem beïnvloeden, wat de complexiteit van immuunmodulatie weergeeft. Het gehele complexe systeem, dat bij stress wordt geactiveerd, leidt tot een aantal effecten binnen het lichaam. Deze effecten worden "algemeen adaptatie syndroom" genoemd, omdat ze onafhankelijk zijn van de aard van de stressor. Maar naast deze aspecifieke respons kan iedere (fysische) stimulus ook een specifieke reactie oproepen. Zo'n specifieke reactie kan bijvoorbeeld zijn dat bij verblijf in het hooggebergte door de geringere zuurstof concentratie het hemoglobinegehalte en het aantal erythrocyten (witte bloedcellen) in het bloed stijgt. 

AAS  het algemene adaptatie syndroom. 

De gedachte dat stress, als niet-specifieke conditie, gekarakteriseerd kan worden door bepaalde fysiologische processen zijn we vooral te weten gekomen door het werk van Selye. Hij suggereerde het bestaan van een constant patroon van fysiologische responsen bij stress, onafhankelijk van de stressor. Deze veranderingen zouden gezamenlijk en niet los van elkaar optreden. Selye nam als gevolg van stress de volgende verschijnselen waar bij proefdieren: Vergroting van de bijnierschors; Atrofie van thymus, milt en andere lymfatische structuren in het lichaam; Ulcera (zweren) van maag en duodenum; Later werden door andere onderzoekers ook andere verschijnselen waargenomen: Verlies van lichaamsgewicht; Ontregeling van lichaamstemperatuur; Veranderingen in bloeddruk, ademhaling, spijsvertering, gehalte aan witte en rode bloedcellen en stollingsfactoren in het bloed. Al deze verschijnselen, de algemene niet-specifieke respons, worden aangeduid met de term "algemeen adaptatie syndroom" of AAS. Zogenaamde adaptogenen zouden aangrijpen binnen het AAS.

https://sites.google.com/site/kruidwis/fytotherapie/adaptogenen

maandag, maart 30, 2020

Stress vermijden is virusinfectie voorkomen

Sheldon Cohen was een verkoudheidsexpert. Hij ontdekte onder meer dat levensgeluk, slaap, kinderen en sociale steun beschermen tegen verkoudheid. Cohen onderzocht het effect van stress op kans op besmetting met vijf verkoudheidsvirussen - en eentje daarvan was coronavirus 229E. Da's een ander coronavirus dan het Covid-19-virus.
De andere virussen waren rhinovirus type-2 [RV type 2], rhinovirus type-9 [RV type 9], rhinovirus type-14 [RV type 14] en het respiratory syncytial virus [RSV].

Sheldon en zijn medewerkers druppelden de virussen in de neus van in totaal 394 proefpersonen, en keken vervolgens wat er gebeurde. Aan de hand van vragenlijsten hadden ze bepaald hoeveel psychologische stress de proefpersonen op dat moment in hun leven ervoeren, en aan de hand daarvan de Psychological-Stress Index van de proefpersonen bepaald.

Resultaten
Hoe hoger de Psychological-Stress Index, hoe groter de kans dat de proefpersonen verkouden werden.
Voor alle virustypes vergrootte psychologische stress de kans op ziekte.

Conclusie
"The consistency of the stress-illness relation among three very different viruses - rhinovirus, coronavirus, and respiratory syncytial virus (as well as among rhinovirus types)- was impressive", schrijven de onderzoekers.

"This observation suggests that stress is associated with the suppression of a general resistance process in the host, leaving persons susceptible to multiple infectious agents, or that stress is associated with the suppression of many different immune processes, with similar results."

"The results also suggest that infection and reinfection may be effectively prevented by its daily use throughout the year, with an enormous potential savings to national industry in terms of reduced sick days. This product clearly exhibits excellent antiviral activity and warrants further investigation to determine the nature and method of its viral destruction."

Da's duidelijk. Als je jezelf wilt beschermen tegen het coronavirus, ga dan stress uit de weg. Voor sommige mensen zal dat in deze angstige dagen makkelijker gezegd zijn dan gedaan.

Bron: N Engl J Med 1991; 325:606-12.

zondag, september 22, 2019

Hop hop hop

Tijdens onze kruidenwandeling bij Hastiere in de Maasvallei vonden we nog nog mooie, groene hopbellen. Deze vrouwelijke bloeiwijzen zijn vooral bekend om hun sedatieve en oestrogene werking.


Bierbrouwers gebruiken de hopplant Humulus lupulus als smaakmaker voor hun product, de supplementenindustrie gebruikt diezelfde plant als bron van allerlei interessante bioactieve stoffen. Hop bevat onder meer humulones en lupulones. Dierstudies en in vitro-studies suggereren dat die stoffen via de GABA-receptor een antidepressieve en rustgevende werking hebben.

Studie
Suppletie met een extract van hop [Humulus lupulus] zorgt ervoor dat mensen die zich depressief, angstig of gestrest voelen beter in hun vel gaan zitten. Dat schrijven Griekse onderzoekers, verbonden aan de universiteit van Harokopio, in het wetenschappelijk tijdschrift Hormones.
De onderzoekers gaven 36 volwassen proefpersonen, die in milde mate last hadden van depressie, angst en stress, gedurende 4 weken een supplement met een extract van Humulus lupulus. Dagelijks slikten de proefpersonen 2 capsules, en in elke capsule zat 200 milligram extract.
Bij een andere gelegenheid slikten de proefpersonen gedurende 4 weken een placebo.
Voor en na de suppletieperiode vulden de proefpersonen een gestandaardiseerde vragenlijst in: de Depression Anxiety Stress Scale-21 [ASS-21].

Resultaten
Of de proefpersonen nu een placebo slikten of een supplement met Humulus lupulus-extract, hun gevoelens van depressie, angst en stress namen af. Maar de afname was significant groter als de proefpersonen het hopextract gebruikten.

Conclusie
"Our study presents novel data showing that daily supplementation with a commercially available hops dry extract for a 4-week period in a cohort of otherwise healthy young adults with at least mild self-reported depression, anxiety and stress symptoms can significantly reduce the levels of all these symptoms", resumeren de onderzoekers.
"This finding adds to the existing literature on the hops induced effects, since most of the existing clinical studies have used combinations of hops with other sedative plant extracts."
"Longer studies are required to explore the long-term efficacy and safety of this intervention, which should be also studied in older patients with depression and/or anxiety/stress disorders."

woensdag, juni 12, 2019

Stress en Passiflora

Chronische stress leidt op termijn onder andere tot een langdurige verhoging van het stresshormoon cortisol. Dit heeft naast lichamelijke effecten, waaronder hypertensie, insulineresistentie en verstoringen in de immuunreactie, ook psychische effecten die kunnen leiden tot angststoornissen, burn-out of depressie. 

De niet-medicamenteuze behandeling bij chronische stress berust op bewustzijnsverbetering en ontspanningstechnieken. Dit kan worden aangevuld met een medicamenteuze behandeling met benzodiazepines of barbituraten. Deze hebben als groot nadeel dat ze tot afhankelijkheid kunnen leiden, een effect dat al bij relatief kortdurend gebruik optreedt.

Passiflora sp.
Er zijn fytotherapeutische alternatieven, en passiebloem (Passiflora edulis Sims., voorheen P. incarnata L.) is veelbelovend. De passiebloem wordt volgens verschillende kruidenmonografieën gebruikt bij zenuwachtige rusteloosheid (Commission E), spanningen en slaapstoornissen (ESCOP), milde stresssymptomen en ter promotie van de slaap (EMA). Passiebloem heeft mogelijk vergelijkbare effecten bij een gegeneraliseerde angststoornis als 30 mg van de benzodiazepine oxazepam. Verder lijkt passiebloemextract pre-operatieve angstklachten te verminderen en heeft het een positief effect op kinderen met ADHD. Verschillende onderzoeken bevestigen de rustgevende en anxiolytische effecten van passiebloem op het centrale zenuwstelsel.

De werkzame stoffen uit passiebloem met een effect op het centrale zenuwstelsel omvatten alkaloïden waaronder harman en harmol, flavonoïden waaronder chrysin, apigenin, vitexin en orientin en verschillende andere polyfenolen. Inmiddels is duidelijk geworden dat het werkingsmechanisme tot stand komt door middel van modulatie van het GABA-systeem.

GABA en het centraal zenuwstelsel.
De neurotransmitter gamma-aminoboterzuur (GABA) heeft een remmend effect binnen het centraal zenuwstelsel. Een lage concentratie GABA wordt geassocieerd met zenuwachtige rusteloosheid, angst- en slaapstoornissen. Chronische stress remt het GABA-systeem, waardoor het aantal GABA-specifieke neuronen in de hippocampus afneemt en cognitieve processen worden geremd. Er zijn twee soorten GABA-receptoren in de hersenen, namelijk GABAA- en GABAB-receptoren. De GABA-receptor heeft actieve GABA-bindingsplaatsen en diverse allosterische* bindingsplaatsen die de receptoractiviteit kunnen beïnvloeden.

Barbituraten en benzodiazepines werken op de GABAA-receptor en zijn, net als ethanol, positieve allosterische modulatoren. Verschillende in vitro- en in vivo-bindingsstudies met passiebloemextract laten effecten zien op beide GABA-receptoren [1]. Deze bevindingen zijn de resultaten van studies die uitgevoerd zijn met een passiebloemdroogextract (5-7:1, extractie in 50% ethanol [v/v]).

Passiebloemextract heeft op verschillende manieren invloed op het GABA-systeem in het centrale zenuwstelsel. Passiebloemextract remt de GABA-heropname en bindt aan de GABA-bindingsplaats van de GABAA-receptor. De planteninhoudsstoffen binden niet aan de GABAA-receptorbindingsplaatsen waar benzodiazepines en alcohol binden. Daarnaast heeft passiebloemextract een antagonistisch effect op de GABAB-receptor. Doordat inhoudsstoffen van het plantenextract niet binden aan de allosterische bindingsplaatsen van benzodiazepines en ethanol op de GABAA-receptor, veroorzaakt passiebloemextract geen afhankelijkheid. Passiebloem lijkt daarmee een effectief en veilig alternatief voor barbituraten en benzodiazepines bij milde stresssymptomen die leiden tot zenuwachtige rusteloosheid, angst- en slaapstoornissen.

REFERENTIES | [1] Hoffmann C. et al. Wirkmechanismus der Passionsblume aufgeklärt. Z Phytother. 2014; 35:215- 218. [2] Dhawan K. et al. Passiflora: a review update. J Ethnopharmacol. 2004;94(1):1-23. [3] Appel K. et al. Modulation of the γ-aminobutric acid (GABA) system by Passiflora incarnata L. Phyther Res. 2011;25(6):838-843. [4] Passion flower Monograph: Natural Medicines Comprehensive Database. http://naturaldatabase.therapeuticresearch. com, geraadpleegd op 16.12.2018. [5] Carrasco MC. et al. Interactions of Valeriana officinalis L. and Passiflora incarnata L. in a patient treated with lorazepam. Phyther Res. 2009;23(12):1795-1796

 *Allosterie komt van het Griekse allos (anders) en stereós (plaats) en betekent ‘op een andere plaats’. Een receptor kan meerdere, verschillende bindingsplaatsen hebben. Ten eerste heeft een receptor een actieve bindingsplaats, in dit geval de plek waar GABA bindt, wat leidt tot receptoractivatie. Daarnaast kan een receptor tevens een of meerdere plaatsen bezitten waar een ander molecuul aan kan binden: een allosterische bindingsplaats. Als een molecuul bindt aan een allosterische bindingsplaats dan verandert de ruimtelijke structuur van de receptor zodanig dat de actieve bindingsplaats van vorm verandert, waardoor de werking van de receptor wordt beïnvloed. In dit voorbeeld bindt GABA aan de actieve bindingsplaats van de GABAA -receptor. Barbituraten en benzodiazepines binden op een andere plaats dan de actieve bindingsplaats (dus op een allosterische plaats) en versterken de werking van GABAA . Een agonist is een stof die aan een receptor kan binden en daarmee de receptor activeert. Een antagonist kan aan een receptor binden, maar dat heeft geen activatie van de receptor tot gevolg. Een antagonist kan wel de werking of het effect van een agonist remmen.