zaterdag, november 30, 2013

Herboristen in spé

Het tweede weekend van de opleiding. De studenten komen helemaal naar De Haan aan Zee. Zelfs helemaal uit Enschede, knap dat mensen dat er voor over hebben. In de voormiddag wandelen we door het dorp, in de duinbossen, over de duinen en langs het strand.
De boksdoorn staat als eerste struik op ons programma. Deze plant is de laatste jaren beroemd geworden onder de naam gojibes, gezondheidsbesje uit het Verre Oosten, maar groeit hier gewoon in de duinen. Verder zien we hier meidoorn, de bessen zijn bijzonder geschikt voor een versleten hart, en zijn ook nu nog te plukken. Vooral bomen en struiken vallen nu het meeste op. Vlier is bijna bladerloos, de gestippelde, gegroefde schors en de laatste verlepte bladeren geven de struik een triest, wat verlopen uiterlijk, oude zwerver zonder onderdak. De kardinaalsmuts daarentegen met zijn groene, soepele takken oogt heel wat vrolijker.

We steken de weg en spoorweg over, in het duinbos vinden we nog groene pijpjes van de wilde bieslook, Allium species. Goed te eten op dit moment, zacht en met subtiele knoflooksmaak. Verder langs het paardenpad zijn het de kiemplantjes van de winterpostelein die frisgroen opvallen, nog niet veel aan te eten maar is straks wel onze wintersla bij uitstek. Resten van uitgebloeid nagelkruid is de klassieke plant langs deze paden. De hakerige zaden laten zich graag vervoeren via kleding en beharing om zich verderop weer uit te zaaien. Deze Geum wordt niet veel meer gebruikt, maar is zonder meer een goede geneeskrachtige plant, vooral de wortel is voor de darmen bij reizigersdiarree te gebruiken. Gewoon uitgebreid op een stukje wortel knabbelen en zo het sap met speeksel mengen en doorslikken.

Langs de rand van het bos zijn het vooral ruigtekruiden zoals bijvoet die hier graag groeien. De houtige stengels zijn ook in de winter herkenbaar. Geneeskrachtig maar niet veel meer gebruikt, vroeger was de wortel als amulet zelfs in gebruik tegen epilepsie. Wat we van dat soort gebruiken moeten denken, blijft moeilijk. De nuchterheid gebied ons dat ten strengste af te keuren, maar deze oude gebruiken eens goed onderzoeken lijkt me ook wel verstandig. Alleen waar moeten we in godsnaam beginnen?

Even doorstappen en we kunnen het duin in. Daar vinden we natuurlijk duindoorn, en dat vind ik het wonderbesje van bij ons. In de duinen voelen deze duindoornen zich volop thuis, naast hun hoofdwortel vormen ze veel horizontale uitlopers, waarmee ze zich woekerend kunnen uitbreiden. Deze krachtige uitlopers kunnen in de tuin zelfs de terrastegels verplaatsen.
Duindoorn heeft vooral in het Oosten een lange en gereputeerde geschiedenis achter zich. In Tibet was het een veel gebruikte plant. Zelfs de soldaten en paarden van Djengis Khan zouden hun uithoudingsvermogen te danken hebben aan het eten van duindoornbessen. Hopelijk niet hun agressiviteit. Het verhaal over de paarden-kracht vinden we ook bij de Oude Grieken terug. Zieke dieren werden niet opgeruimd maar vrij gelaten en kwamen later gezond terug omdat ze zowel bladeren als bessen van duindoorn gegeten hadden. Dus toch hyppos phaino, glimmende paarden.
Ook wij snoepen wat van de zuur-zoete bessen, zeker ook goed voor onze huid.

Over het duin heen, zien we de zee en laten de zoute, gezonde zeelucht door onze luchtwegen stromen. Lucht als voedsel. Ook dat is fytotherapie.

donderdag, november 21, 2013

Herfst aan de Zoete Waters

Binnendoor, zigzaggend met mijn motorhome langs de dorpen rond Leuven kom ik nog eens bij de Zoete Waters terecht. Even stoppen om wat groen te verzamelen voor de herboristencursus van vanavond. Stelen, blad en zaad van moerasspirea, reuzenpaardenstaart, zevenblad, hondsdraf, blad en knoppen van de linde en een soort waterkers, mogelijk de slanke waterkers....Terug bij de motorhome kom ik zomaar een mij bekende kruidenvrouw tegen. Vreemd toevallig dat we mekaar hier ontmoeten. Of toch niet zo vreemd, want wie loopt op zo'n kille herfstige dag nog verwilderd rond in de natuur. Tot nog eens ergens in de natuur, Hilde.

Nasturtium microphyllum (Boenn.) Airy-Shaw Rijpe vruchten 16-22 mm lang. Zaden in ieder hokje meestal 1-rijig, elk zaad aan weerszijde met ruim 100 mazen (sterke loep!). Stengel kantig, vlezig maar hol, aan de voet kruipend en wortelend. Bladen geveerd. Kroonbladen ca. 6 mm lang, langer dan de kelkbladen. Helmknoppen geel. Is te gebruiken zoals de witte waterkers, zit barstensvol met vitamine C en glucosinolaten.

dinsdag, november 19, 2013

Bingelkruid

In dit seizoen zijn het vooral eenjarige superonkruiden, die nog groeiend en bloeiend in de natuur aanwezig zijn. Over vogelmuur hebben we het al eerder gehad. Ook het eenjarig bingelkruid trekt zich van nattigheid en koude weinig aan. Waar mens of dier, bulldozer of poot de grond heeft omgewoeld, vestigt het plantje zich met veel plezier. Vreemd is wel dat het als warmte- en zonminnend wordt omschreven in de literatuur. Je vindt het vooral op omgewerkte grond, akkers, moestuinen, wijngaarden, bermen, braakliggende grond, spoorbermen, tussen bestrating, plantsoenen en in ruigten aan de voet van muren. En ja, dit soort biotopen vind je natuurlijk veel in de buurt van het overijverige mensenvolkje. De bloemen van het bingelkruid zijn meestal tweehuizig. De vrouwelijke bloemen komen alleen of soms met 2 of 3 bij elkaar voor in de bladoksels, 3 tot 4 mm en de mannelijke bloemen vormen veelbloemige aarachtige kluwens.

De naam bingelkruid.
Vreemde naam heeft deze plant ook wel. In België is “bingelen” een modern woord dat slaat op “huiswerk maken door studenten via het internet”. Het werd zelfs genomineerd voor het jongerenwoord 2011, maar ik neem aan dat dit niet de betekenis is van bingelen in bingelkruid. Bingelkruid hoort tot de wolfsmelkachtigen en het sap is giftig voor schapen en koeien. Ga je bingelen (risico's nemen) als je bingelkruid eet? In het etymologisch woordenboek vind je 'bengelkruid o., + Hgd. bingelkraut saamgest. met *bengel, waarin e = i vóór n, en i zelf = u, Mhd. bungel, afgel. van Ohd. bungo (Mhd. en Nhd. bunge) = knol, On. bingr = bolster (Zw. & De. bunke), verwant met bonk'. Zou het dan een bengel van een kruid zijn, een wildebras, een zwerver. Dat zie ik wel zitten. Het bingelkruid begint dat zelfs wat op mij te lijken of ik op het kruid, zeg maar een oude zwerver die met zijn motorhome rond dwaalt en zich overal vestigt.

Blijkbaar waren de bingelkruiden al bij Hippocrates, in de vijfde en vierde eeuw voor Christus, in gebruik. De plant werd vooral gebruikt voor de behandeling van menstruatieklachten en andere vrouwenkwalen. De schrijvers van kruidenboeken in de middeleeuwen adviseerde het gebruik van de thee bij oedeem, verstopping, slijmvorming in de bronchiën, gebrek aan eetlust en reuma en jicht.  In de volksgeneeskunde was thee van het verse kruid geliefd als laxerend en vochtafdrijvend middel. Ik zou het verse kruid nu zeker niet meer gebruiken, is irriterend mogelijk door de saponinen en peperachtige stoffen die in de plant aanwezig zijn.
Meer onderzoek naar de geneeskrachtige werking lijkt me wel nuttig. Ook de Latijnse naam Mercurialis verwijzend naar Mercurius, de god van de genezing, is veelbetekenend. Ook de Germanen hadden veel waardering voor het bingelkruid en wijdden het aan de god Wodan/Odin.

In de middeleeuwen was het bingelkruid zelfs bestanddeel van de heksenzalf, die volgens een oud recept de volgende negen kruiden moest bevatten: slaapbol, ijzerhard, godskruid (Mercurialis), huislook, lievevrouwenhaar (muurvaren), heliotroop (Heliotropium), bilzekruid, wolfskers en Aconitum (Monnikskap). Wel degelijk een giftig mengsel, alleen geschikt voor goddelijke of duivelse wezens.

Zie ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/mercurialis-sp-bingelkruid

zondag, november 17, 2013

Instant koken.

Instant koken. Klinkt niet gezond noch gezellig, maar als je tijdelijk alleen woont, heb je nu eenmaal niet de neiging om uren in de keuken te staan. Snel koken doe ik nu dus wel maar hopelijk toch redelijk gezond.
Zalmmoot in de aanbieding, dus gebakken zalm met rijst (van de vorige dag), rijst die in dezelfde pan even met de zalm mag meebakken. Omdat ik nog een restje (verschaald?) trappistenbier in een flesje heb staan, giet ik dat ook maar over de zalm. Even smoren  met deksel op de pan, alles mooi decoreren op een bord, een tomatensla met olijfolie erbij en dan bij de kachel op de hoek van de salontafel gezeten, rustig opeten. Rustig zeker wel, toch duurt het volledig verorberen slechts 5 minuten.

 Rijst is bij mij, nooit zomaar blote rijst maar meestal op kleur en smaak gebracht met geelwortel, blokjes wortel en paprika. Een beetje onkruid, brandnetel, weegbree, vogelmuur of zevenblad mag er meestal ook wel bij. Voor de spikkeltjes groen en voor de wilde energie.

Vogelmuur vind je nu volop. Je kan het ook eten op zijn spinazies, even gesmolten met boter, een beetje peper en zout. Ook als volledige groenteportie met aardappelen en een stukje vis is het eetbaar, al combineer ik het dan toch liever met spinazie.

En verder Vogelmuurpesto / Chickweedpesto klinkt wel beter

  • 1 teentje knoflook
  • wat zout
  • olijfolie
  • cashewnoten
  • Parmezaanse kaas

knoflook, zout en vogelmuur fijn wrijven in een vijzel
noten en olie toevoegen totdat een smeerbare pasta ontstaat
Breng op smaak met Parmezaanse kaas, zout of kruiden

donderdag, november 14, 2013

Knopkruid gesprokkeld.

Om de lessen herborist wat op te fleuren heb ik graag dat de cursisten zelf ook wat planten of plantenresten meebrengen.
Is er nu nog wat interessants te plukken, vragen velen zich af. Het is herfst en al donker als we naar de les komen. Gelukkig zijn er altijd wel mensen die wat onkruidrestjes vinden en ook meebrengen. En nog interessant onkruid ook. Al is elk onkruid in meer of mindere mate wel interessant. Dus deze keer het knopkruid, Galinsoga.

Kaal Knopkruid of Klein Knopkruid (Galinsoga parviflora)

De wetenschappelijke naam Galinsoga is vernoemd naar een zekere M.Galinsoga (1766-1797), botanicus en hofarts van  de koningin van Spanje. De soortnaam parviflora komt van het Latijnse parvus = klein en flos = bloem: met kleine bloemen. De Nederlandse naam ‘knopkruid’ verwijst ook naar het kleine, knopvormige gele bloemhoofdje.
De plant komt van oorsprong uit Zuid-Amerika (Andesgebergte). Rond 1820 is deze plant op een of andere manier hier in Europa ingeburgerd. De plant komt vooral voor in akkers en tuinen, omgewoelde wegbermen en opgehoogde terreinen. Kaal Knopkruid is eetbaar, tenminste de jonge blaadjes en stengels. Het kan ook in soep meegekookt worden. Het smaakt een beetje naar zeekraal en zit vol met calcium. Oude bijnamen zijn Akkerpest (een woekerend onkruid), Duitskruid (knopkruid breidde zich vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog uit, de fout van die Duitsers), ook de naam Moffenkruid zegt genoeg.

En alhoewel dit algemene onkruid niet geneeskrachtig gebruikt wordt, is het toch indrukwekkend als je leest hoeveel bijzondere stoffen, zoals beta-sterolen en antioxidanten, er in deze plant aanwezig zijn. Opvallend is ook zijn beschermende werking op de lever, werking die zelfs te vergelijken is met mariadistel en verder heeft het Galinsoga-extract ook nog een bloedsuikerverlagende werking.
In 2007 onderzocht de universiteit van Kwa-Zulu in Durban, Zuid-Afrika, de werking van zestien lokale kruiden als zogenaamde ACE-remmer. Galinsoga parviflora bleek daarbij ook een bloeddrukverlagende werking te hebben.
Niet mis dus voor zo'n lastig onkruid.

Z Naturforsch C. 2013 Jul-Aug;68(7-8):285-92. Chemical constituents and biological activities of Galinsoga parviflora cav. (Asteraceae) from Egypt. Mostafa I, Abd El-Aziz E, Hafez S, El-Shazly 
The phytochemical investigation of an aqueous ethanolic extract of Galinsoga parviflora Cav. (Asteraceae) resulted in the isolation and identification of eleven compounds namely: triacontanol, phytol, beta-sitosterol, stigmasterol, 7-hydroxy-beta-sitosterol, 7-hydroxystigmasterol, beta-sitosterol-3-O-beta-D-glucoside, 3,4-dimethoxycinnamic acid, protocatechuic acid, fumaric acid, and uracil. Furthermore, 48 volatile constituents were identified in the hydrodistilled oil of the aerial parts. The ethanolic extract at a content of 400 mg/kg body weight (BW) exerted 87% reduction in the alanine aminotransferase enzyme level in cirrhotic rats compared with the standard silymarin (150 mg/kg BW) and also exerted a reduction in the blood glucose level equivalent to that of glibenclamide (5 mg/kg BW) in diabetic rats. The ethanolic extract, light petroleum and ethyl acetate fractions exhibited substantial antimicrobial activity against Bacillus subtilis, Pseudomonas aeruginosa, Escherichia coli, Aspergillus niger, and Candida albicans. The ethyl acetate fraction showed strong antioxidant activity at a concentration of 150 mg/mL as compared with 0.1 M ascorbic acid. The cytotoxic effect against the MCF-7 cell line was found to be weak.

woensdag, november 13, 2013

Gojibessen

Hier, in De Haan groeien vrij veel gojibessen, vooral in de buurt van het golfterrein, waar ze oorspronkelijk ook aangeplant zijn. De goji of boksdoorn heeft als wetenschappelijke naam Lycium barbarum en behoort tot de plantenfamilie Solanaceae (Nachtschadige-achtigen).
De naam Lycium komt mogelijk van Lukion, een Griekse naam voor een geneeskrachtige bladverliezende struik uit Lycia in Klein Azië, Turkije. De naam barbarum is afgeleid van barbarismus, Latijn voor ongewoon, buitenlands, vreemd of zeg maar barbaars. De soort Lycium barbarum zou afkomstig zijn van China. Het is een doornige struik met met gebogen overhangende  grijze takken en eetbare bessen, vreemd zoet met wat bittere nasmaak. Boksdoorn is aan te planten als stekelige vruchtenhaag en is winterhard tot -7 of -12°C. De plant kan vermeerderd worden door zaaien en stekken.

Planttips voor gojibessen.

  • Plant bij voorkeur op een zonnige, warme standplaats.
  • Kies voor een goed gedraineerde, humusrijke grond. Groeit goed in de duinen.
  • Een lichtzure grond, met een pH van 6,6 tot 7,5. (neutraal tot licht alkalisch). Liefst losse grond.
  • Groeihoogte is 1,5 tot 3 meter. De lange twijgen hangen wel mooi gebogen voorover, nemen dan ook vrij veel plaats in. De planten kunnen dan ook 1,5 tot 2,5 meter breed worden.
  • Gebruik bij voorkeur tweejarige planten, deze zijn minder vorstgevoelig dan eenjarige planten. Eenjarige planten kan je best vanaf half mei uitplanten.
  • Bedek na het planten de grondoppervlakte rond de plant met afgevallen bladeren en compost.
  • Bij strenge vorst de jonge planten beschermen met bladeren, snoeihout, rietmatten of ander materiaal.

maandag, november 11, 2013

Herfsttijd, tijd voor reflectie

Herfst- en wintertijd! Altijd weer tijd om te reflecteren. Reflecteren, wat een woord! Herfstgeur, geur van gevoel. Je terug trekken in je hol of alleen door bruine bossen dwalen. En toch, tezelfdertijd voor mij ook de tijd om voor het volk te verschijnen. Cursussen en voordrachten te geven. En dan is het alsof ik buiten mijn lichaam treed, ik zie mezelf staan, woorden, gebaren, gevoel.....Verwondering! Bewondering! Wie is die man?

Herfsttijd. Alleen kan ook met iedereen, voor mij soms in een café. Kijken, koffie drinken, krant lezen. Het wereldnieuws, moord en doodslag, rampen rustig op papier langs mij heen laten gaan. Emotie, emotieloos? Letterlijk langs mij heen laten gaan, Adrenaline, testosteron, onder controle?

Ik schrijf nu, zelfs letterlijk de krant vol. Gebruik het krantenpapier om mijn eigen gevoelens te verwoorden. Schrijf over orkanen heen. Mijn nieuws over het wereldnieuws. Krabbels voor heel kort of gedicht voor de eeuwigheid?

Mijn handen ruiken als handen
Vijf vingers verlangend
Vijf vingers, vrolijk jong
En toch
vijf en zestig
Vijf vingers, weinig vervormd noch verkreukeld
Te weinig gewroet zeker.
En toch....

dinsdag, november 05, 2013

Herfst, planten verzamelen?

Planten verzamelen in de striemende regen heeft ook zo zijn charme. Dan voel je tenminste dat je leeft. En ja, voor de eerste les kruidenleer bij de cursisten in Leuven, kan ik toch niet met lege handen aankomen. De leslokalen mogen echt wel opge-fleurd worden, als ik dat zo mag noemen. Dus wat planten sprokkelen langs wegkant, tuin en duin. Paardenkastanjes om de veneuze uitgezette vaten te verzorgen, echte salie voor de keel, veel eetbaars is er ook nog: vogelmuur, zevenblad, wilde rucola en in mijn tuintje grijze, geurende kerryplant, venkel- en teunisbloemzaad. En dan op weg naar Leuven.

Door problemen met mijn laptop (gehackt?) begin ik wel gestrest aan de les. Al die spanning valt snel van mij af, als ik op dreef komt. Ik geef een kort, nu ja kort in zo dik 2 uur, een overzicht van de verschillende aspecten van een kruid (monografie). Over de naam, teelt, ecologie van de levende plant, over het te gebruiken plantendeel (wortel, bloem, blad...) de zogenaamde materia medica, over inhoudsstoffen en algemene farmacologische werking, de indicaties, over dosering en bereidingswijzen.... Alles een beetje illustreren met planten, tincturen en etherische olie, en dat is wel nodig, want ondanks de belangstelling is het moeilijk voor de studenten om na een dag werken in een suffe ruimte ook nog 3 uur te luisteren naar één mens.
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenbereidingswijzen/paardekastanjezalf
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/aesculus-paardekastanje

zaterdag, november 02, 2013

Herfst in Breda: platanen, kweeperen en cafés

Op bezoek bij mijn dochter in de Nederlandse stad Breda.
Herfst, tijd van vergane geuren en bontbruine kleuren. Heimweegeuren, ze roepen herinneringen op aan lang geleden, de tijd dat ik zelf in dit gezellige stadje woonde. Kind van de jaren zeventig van de vorige eeuw, de tijd van provo's, kabouters en Oranje Vrijstaat. Ik draag nu 40 jaar later nog altijd de mooie erfenis van toen met mij mee. Terug naar de natuur, leven van het land. Alles van toen is ook terug, eko en bio heeft zich zelfs een plaats veroverd in de grote supermarkten van Jumbo, C1000 en anderen.


Herfst in Breda. Zuiderse platanen verliezen vrolijk hun bladeren. Verkleurende bladeren, voor mij het symbool van ouderdom, zeventig zijn, oud worden en toch vitaal en vrolijk blijven. Of zijn zoals een kweepeer, geplukt toch lang goed blijven en zelfs een zoete geur verspreiden. Menselijke wezens aanzetten tot tederheid. Herfstgeuren vol van emoties. Aromatherapie in het echt.

Over kweepeer
Hyppocrates en Dioscorides adviseerde deze merkwaardige vrucht al tegen darmproblemen. Inwengig als sap, gefermenteerd in wijn samen met honig. Uitwendig de verse geraspte pulp als compres op de buik.
Ook artsen in de Middeleeuwen en de Renaisance beschouwden de kweepeer als een van de meest waardevolle vruchten. Pierre de Forest (1522–1597) beschreef de pulp als ontgiftend middel vooral tegen verwondingen met giftige pijlen. Giftige pijlen vliegen er niet veel meer in het rond. Maar het verzachtend en gifstofbindend effect van de slijmstoffen is ook nu nog bekend. In de 16de eeuw werden er verschillende verhandeling gewijd aan de Krusomélon, zoals de kweepeer toen genoemd werd. De verzachtende en samentrekkende werking was dus al eeuwen bekend en werd begin 19de eeuw opnieuw wat bekendheid gegeven door Dr. Leclerc, de vader van de moderne fytotherapie. Hij adviseerde de siroop of het afkooksel vooral voor ontregelde, gevoelige darmen met zowel diarree als verstopping. Bijzonder geschikt voor jonge kinderen en ouderen.
Afkooksel (decoct) van Leclerc: 1 ongepelde, in fijne schijfjes gesneden Kweepeer, koken in 1 liter water tot er nog een ½ liter overblijft, zeven, uitpersen en 50 gr suiker toevoegen.
Cazin, een Franse kruidenprofessor, combineerde de kweesiroop met een afkooksel van salie tegen ‘diarrhées infantiles’
Een merkwaardige maar efficiente bereidingswijze, is een afkooksel van kweepeer (100 gr) in (1 liter) wijn, niet bedoeld om op te drinken maar als mond- en gorgelwater voor ontstoken tandvlees, tegen aften en bij keelpijn. Nog curieuzer en niet aan te raden is hetzelfde ‘drankje’ als irrigatievloeistof bij witte vloed en bij baarmoederverzakking.

Een recept: kweepeerconfituur
1 ½ kilo kweepeer, in 4 stukken snijden en ontpit. De pitten bewaren om hoesthoningsiroop te maken. De kwee’s gaar koken in 20’ tot 30’ (afhankelijk van de grootte van de stukken), eventueel stukjes nog wat beetgaar laten).
Daarna mengen met 1 ½ kg suiker en pectine, 1 à 2 minuten stevig koken en dan heet afvullen in bokalen.Het geheel ziet er uit als een licht glanzende appelmoes, smaakt ook wel wat zo maar met meer aroma.

Kweepeerpasta: krijg je door confituur in te dikken door meer pectine te gebruiken of langer te laten koken, in vorm gieten (de laag niet hoger dan 2 cm) en enkele dagen laten drogen, zo krijg je een kweepeerpasta, die in blokjes gesneden een soort snoepje is à la Turks fruit. Eventueel mengen met walnoten of appelsienschil om de smaak te verbeteren.
De klassieke kweepeergelei maak je met het sap van de kweeperen.