Posts tonen met het label gemmo. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gemmo. Alle posts tonen

maandag, november 25, 2024

Gemmotherapie

Hoewel het medicinale gebruik van planten teruggaat tot het stenen tijdperk, werd gedetailleerde informatie over het gebruik van knoppen pas in de 12e eeuw gevonden bij Hildegard von Bingen. Ze beveelt 8 knoppen aan voor medicinale doeleinden, waarvan sommige zoals zwarte bes, berk en zilverlinde, nu een belangrijke rol spelen in de gemmotherapie. De Belgische arts Dr. Pol Henry (1918 –1988), die zijn patiënten na de Tweede Wereldoorlog extracten van knoppen, scheuten en wortels gaf, deed verder uitgebreid klinisch onderzoek naar de knoppen van verschillende struiken en bomen en bedacht de term ‘fyto-embryotherapie’ omdat hij de werking toeschreef aan de eigenschappen van het embryonaal weefsel in knoppen. Later, onder leiding van dr. Max Tétau (1927-2012) wed de term ‘gemmotherapie’ – van het Latijnse woord ‘gemma’ voor knop geïntroduceerd. 

Hoe werkt gemmotherapie?

Knoppen bestaan ​​uit zogenaamde meristeemcellen. Bij dieren en mensen komen deze overeen met embryonale stamcellen: ze bevatten veel genetisch materiaal en bezitten een hoge mate van delingsactiviteit, omdat in essentie de hele plant uit deze cellen wordt gevormd. Hun gehalte aan aminozuren en eiwitten (bijvoorbeeld groeihormonen) is aanzienlijk hoger dan in de reeds ontwikkelde delen van de plant. Als oercellen zijn ze nog steeds ongedifferentieerd, ze bevatten dus informatie die relevant is voor de ontwikkeling van de hele plant. Bovendien bevatten de toppen al kleine hoeveelheden van de karakteristieke secundaire ingrediënten / metabolieten zoals essentiële oliën, flavonoïden of tannines. Dit verklaart waarom veel gemmotherapeutica fytotherapeutische effecten hebben, maar hun werkingsspectrum soms veel verder reikt dan de klassieke fytotherapie [1].

Wat zit er in knoppen?

De ingrediënten verschillen soms behoorlijk tussen de verschillende knoppen. Wat ze allemaal gemeen hebben is de grote hoeveelheid eiwitten, aminozuren, flavonoïden en plantenhormonen. Deze omvatten [3]:

  • Auxines: Deze groeihormonen stimuleren de longitudinale groei van de scheuten en de celdeling en spelen ook een rol bij de verdediging tegen pathologische invloeden.
  • Oligosacchariden: Dit zijn koolhydraten die de groei en differentiatie van cellen reguleren en fungeren als verdediging tegen bacteriën, schimmels en mechanische schade.
  • Gibbellerine: Dit zijn groeihormonen die voorkomen in schimmels en planten en die de groei, kieming en bloei stimuleren [2]
  • Cytokininen: Deze fytohormonen stimuleren de celdeling en het darmmicrobioom. Hun effect neemt toe met andere fytohormonen zoals auxines. Abscisinezuur, dat werkt als een plantenstresshormoon en de groei en kieming van zaden en knoppen remt, werkt als een antagonist.
  • Flavonoïden en polyfenolen
  • Enzymen en aminozuren
  • Eiwitten en nucleïnezuren
  • Mineralen en sporenelementen
  • Vitaminen

Nummer 1 in gemmotherapie: Ribes nigrum

Als voorbeeld wil ik misschien wel het bekendste middel van knoptherapie introduceren: de knoppen van de zwarte bes (Gemmae Ribes nigrum) hebben een zeer breed werkingsspectrum. Ze worden beschouwd als de ‘kruidencortisone’ omdat ze de bijnierschors stimuleren en de werking van histamine kunnen remmen. Vanwege hun ontstekingsremmende werking worden ze vaak voorgeschreven bij allergische aandoeningen, luchtwegaandoeningen, uitputting, gewrichtsproblemen, reuma of jicht. Maar ze worden ook gebruikt bij huid- en luchtwegaandoeningen [2]. Een recente studie identificeerde 133 ingrediënten die onder andere duiden op sterke antioxiderende, neuroprotectieve en ontstekingsremmende effecten, terwijl er geen cytotoxische effecten werden gevonden [4].

Mogelijke toepassingen en medisch erkende effecten

Helaas zijn er nog steeds geen officiële monografieën van de relevante wetenschappelijke instellingen zoals ESCOP of de Commission on Gemmopreparations. Veel indicaties komen voort uit traditioneel gebruik of praktijk-empirische ervaringen van artsen en therapeuten: enerzijds worden gemmotherapeutica gebruikt bij acute infecties om de symptomen te verlichten en het genezingsproces te ondersteunen. Aan de andere kant zijn er blijkbaar goede ervaringen met chronische klachten, vooral als het gaat om hormoonregulatie of ontstekingsremming bij terugkerende infecties. Bovendien zijn gemmo-preparaten nuttig bij nerveus of psychosomatisch lijden [5]. Er zijn ook versterkende effecten op het immuunsysteem te zien.

Er zijn geen bijwerkingen bekend van het gebruik van gemmo-preparaten. Ze kunnen ook ondersteuning bieden als aanvullende begeleiding bij conventionele medische therapie met antibiotica, pijnstillers of anti-reumatische medicijnen.

Interactie: Eiwitsplitsende stoffen zoals het enzym papaïne in ananas, mango of kiwi kunnen de werking van gemmo-preparaten remmen. Daarom moeten ze met een tussenpose van minimaal een half uur worden ingenomen [6]. 

Instructies voor het maken van gemmo-preparaten

Voor thuisgebruik heb je nodig:

  • 1 g geselecteerde plantenknoppen
  • 15 ml gedestilleerd water
  • 15 ml plantaardige glycerine (85-99%)
  • 15 ml alcohol (96% volume)
  • Keukenweegschaal (nauwkeurig tot minimaal 1/10 g)
  • een scherp mes
  • een houten plank
  • een kleine trechter
  • een maatcilinder
  • een bekerglas van 250 ml
  • een theefilter of fijn gaasje
  • flesjes met sproeisysteem

Productie: De verzamelde toppen worden gewogen en met een scherp mes zeer klein gesneden, wat tot een enorme volumevergroting leidt. De gehakte planten doe je in het bekerglas, waarin het water, de alcohol en de glycerine achtereenvolgens worden toegevoegd en vermengd. Het mengsel moet minimaal 3-4 weken op een warme, tegen licht beschermde plaats worden bewaard en eenmaal per dag worden geschud. Het mengsel wordt vervolgens door het theefilter gefiltreerd en met behulp van een trechter in de spuitflessen afgevuld. De zelfgemaakte gemmomiddelen gaan ongeveer 2-3 jaar mee.

Tip: Je kan de hooggeconcentreerde gemmopreparaten verdunnen tot de homeopathische doseringsvorm D1 volgens de originele productie-instructies in de Franse Farmacopee. Om dit te doen, wordt het gemmaceraat verdund met 9 delen gedestilleerd water en 10 keer geschud. Let op: ik gebruik voor de verdunning / potentiëring niet het gespecificeerde alcohol-water-glycerinemengsel, maar alleen gedestilleerd water. Door het alcoholgehalte te verdunnen is er ook geen risico voor kinderen.

Hoe gebruik ik de gemmo-preparaten in het dagelijks leven?

Het wordt als spray rechtstreeks in de mond gebruikt. Voor volwassenen worden 3 maal daags 2-3 verstuivingen aanbevolen, in acute gevallen tot 10 maal daags. Voor kinderen zou dit 1-2 sprays 3 keer per dag zijn [7]. De glycerine geeft de producten een lichtzoete smaak, die van knop tot knop sterk kan variëren. Sommige Gemmo-fans hebben een eigen medicijnkastje voor knoppen gekocht dat ze om de paar jaar vernieuwen.

In de knoppen komen we de krachten van de planten in geconcentreerde vorm tegen. Soms bevatten ze ook stoffen die in latere groeifasen niet meer aanwezig zijn. Met behulp van gemmotherapie kun je ook verbinding maken met de lente- en groeikrachten van de natuur en je eigen ervaringen opdoen met de verschillende planten. Voor mij in ieder geval behoren gemmo-preparaten tot mijn vaste voorraad naast homeopathische middelen, theeën en andere kruidenpreparaten, zowel thuis als in mijn praktijk.

Literatuur

zondag, april 03, 2022

Onder de wolkenluchten van Weris

Kruidenweekend bij Weris. Na een hele dag wandelen, planten ontdekken ((herderstasje, huislook, maretak, sleedoorn, smeerwortel, japanse duizendknoop, stinkende ballote...), en het beleven van mythische monumenten (menhir, dolmen, duivelsbed), zien we aan het eind van de dag in een weiland een mogelijke 'eik' met maretakken.  Een eik met maretakken! De droom van elke herborist. Helaas is de eik een linde, toch ook mooi en voor ons de gelegenheid om wat mooie glimmende bladknoppen te oogsten onder een machtige wolkenhemel.

Over de gemmotherapie. 

Onder invloed van de alchemisten is men reeds tijdens de Middeleeuwen gestart met het gebruik van boomknoppen.

Hildegarde Von Bingen(1098-1179)  kende reeds in de middeleeuwen de wonderbaarlijke geneeskracht van de knoppen en beschreef ze in haar beroemde boeken die vandaag de dag nog heel actueel zijn voor de herboristen.

Rond 1950 introduceert Dr. Niehaus, het gebruik van verse dierlijke embryonale cellen. Naar aanleiding van deze resultaten start Dr. Henry, een Belgische arts, in de jaren ’70 een studie over jonge knoppen en scheuten van plantaardige oorsprong. Hij noemt dit phyto-embryothérapie en onder die noemer wordt hij dan ook de grondlegger van wat wij nu de gemmotherapie noemen.

Dr. Paul Henry studeerde tijdens de tweede oorlog geneeskunde aan de universiteiten van Brussel (ULB) EN Gent (RUG). Hij voltooide zijn studie aan de universiteit van Leuven (UCL). Aangetrokken door homeopathie, maar geremd door de limieten die hij er in ontdekte, richtte hij zich al snel op de fytotherapie. Hij was een groot waarnemer van de natuur en via zijn studie over de effecten van de knoppenextracten, ontwikkelde hij een nieuwe therapeutische benadering.

Onder gemmotherapie verstaan we het gebruik van plantaardige embryonale weefsels zoals jonge kiemen, verse knoppen, wortelvezels. Ze worden gemacereerd in een mengsel van water/alcohol/glycerine, waarbij we een extract bekomen genaamd glycerinemaceraat.

De knop vertoont aan de basis  embryonaal weefsel, samengesteld uit ongedifferentieerde cellen. Deze weefsels sterven nooit af en produceren ieder jaar opnieuw nieuwe bladeren van de boom. (Een van deze embryonale cellen, in vitro, kan de volledig plant reconstrueren).

De jonge knoppen van bomen en struiken bevatten alle kennis van de toekomst van de boom. Ze bevatten meer genetische informatie dan alle andere weefsel en tevens vitaminen en mineralen, oligo-elementen, andere elementen zoals hormonen, enzymen en vooral het mineraalrijke sap in de lente.

Deze therapievorm werkt voornamelijk met het fyto-embryonale weefsel. .Deze jonge weefsels bieden nieuwe therapeutische mogelijkheden die niet gekend zijn bij volwassen planten. Deze glycerine-maceraten, afkomstig van boomknoppen, stimuleren de eliminatie, hebben een drainagefunctie en bevorderen het ontgiften van het organisme.

Dr. Henry beschreef dit als globale fytotherapie – de geneeskrachtige werking van de hele boom of plant bevindt zich in de cellen van de embryonale cellen in de knop. Een wetenschappelijk onderzoek heeft aangeduid dat het maceraat van linde (Tilia tomentosa) zowel de rustgevende eigenschappen van de bloesem als de bloedzuiverende en diuretische eigenschappen van het spint bevat.

Over de jonge lindebladeren als voedsel

De bladeren zijn lekker in salade en zijn te bereiden zoals spinazie. Taaie bladeren moeten eerst gekookt worden. In gerechten kunnen de bladeren spinazie vervangen. Van de bladeren is thee te zetten. Gedroogde en gemalen bladeren en knoppen kunnen aan granenmeel worden toegevoegd. De bloemen kunnen in juni geplukt worden en gebruikt als aroma voor limonade, desserts, chocolade, siroop, thee, maar ook hartige gerechten (kruidenkaas en gerechten met ei).

Lindebloesem is bekend als een theesoort. De speciale lindebloesemhoning heeft een aparte smaak. De groene bloemknoppen in mei kunnen worden gegeten als salade en gedroogd en gemalen knoppen kunnen worden toegevoegd aan granenmeel. De malse delen kunnen helpen bij het binden van soepen en sauzen. De jonge en zachte zaden kunnen eind juni worden ingemaakt als kappertjes. In de maanden augustus en september kunnen de rijpe zaden worden rauw na schillen worden gegeten. Uit de rijpe zaden is olie te winnen (FLEISCHHAUER, ET.AL., 2017, pp. 104-105).

Lindebloesem is eetbaar, smaakt zoet en wat slijmerig. De linde smaakt lekker met een zure ondertoon (FLEISCHHAUER, ET.AL., 2017, pp. 104-105) .