Posts tonen met het label Bomen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Bomen. Alle posts tonen

zondag, april 28, 2024

Over bomen en het boek van Ton Lemaire


‘Alleen al gelet op de vele boeken die erover verschijnen, bestaat er de laatste tijd een opmerkelijke belangstelling voor bomen’, luidt de eerste zin die Ton Lemaire schrijft in nóg een boek over bomen en bossen. Daarin wandelt de cultureel antropoloog en filosoof door de eeuwenoude geografische, botanische en vooral cultuurhistorische aspecten van bomen en bossen. Een rijk gebied, waarin Lemaire volop grasduint

Het resultaat is in zijn eigen woorden ‘één lange ode aan de boom en geboomte’, in wat ‘mogelijk het laatste’ boek van Lemaire (82) zal zijn. Zo staat hij uitgebreid stil bij de eeuwenoude traditie om bomen te eren uit religieuze overwegingen – alleen al in de omgeving van de Oise, dicht bij Parijs, werden in de 19de eeuw nog 253 olmen, eiken, beuken en linden vereerd met Mariabeeldjes. Niet zelden groeiden zulke bomen uit tot bedevaartsplaats voor gelovigen. Lemaire signaleert het ‘vandalisme van de missionarissen’ die zich over de hele wereld met overtuiging stortten op het ontheiligen van bomen die door lokale bevolkingsgroepen werden aanbeden. Bomen konden de aandacht voor de Heer alleen maar in de weg staan.

Helende krachten

In de schilderkunst spelen de boom en het landschap pas een prominentere rol sinds de Italiaanse Renaissance van de 15de eeuw, later gevolgd door schilders uit noordelijk Europa. Pas vier eeuwen later zou het genre ‘landschap’ genoeg hebben aan zichzelf, beschrijft Lemaire in een passage over ‘de emancipatie van het landschap’. Niet toevallig in min of meer gelijke tred met een gestaag afnemende rol van religie in de westerse cultuur, aldus Lemaire.

Lemaire lijkt zelf ook tot de hedendaagse gelovigen te horen. In elk geval gelooft hij in de helende krachten van bomen, ook al een cultuur die kan bogen op vele eeuwen. Met nauwelijks verholen instemming verwijst hij in zijn naschrift naar Japanse onderzoekers die tot de conclusie zijn gekomen dat bomen fytonciden afscheiden, die niet alleen de bomen beschermen tegen ontstekingen door microben, maar zelfs de mens zouden beschermen tegen de vorming van kankercellen. Een geregeld ‘bosbad’ kan wonderen verrichten.

Voor wie daar sceptisch over is en het ‘vage dweperij met de natuur’ noemt, verwijst Lemaire naar de houding van de conventionele medische wetenschap tegenover alternatieve geneeswijzen. ‘Pas wanneer iets in (bio-)chemische, natuurwetenschappelijke, empirische enzovoort termen kan worden verklaard, lijkt het gelegitimeerd te zijn’, schrijft hij in zijn epiloog.

Lemaire beklaagt zich over de snel verstenende wereld, waarin een almaar uitdijende groeiende bevolking haar enige contact met de natuur onderhoudt aan het beeldscherm (groot of klein), dat de werkelijkheid slechts projecteert, zonder dat de mens er nog werkelijk deel van uitmaakt of er welzijn aan ontleent. Zijn boek eindigt met een pleidooi voor een nauwere en vooral ook minder oppervlakkige connectie van de mens met de natuur in het algemeen en met bomen en bossen in het bijzonder. ‘Hoe kunnen we met een gerust gemoed een bosbad nemen terwijl we weten dat wereldwijd de bossen verdwijnen omdat ze worden gekapt?’

Ton Lemaire: Bomen en bossen – Bondgenoten voor een leefbare aarde.

woensdag, december 09, 2020

Gehakte bomen

Hoe halen ze het in hun hoofd onze boom om te hakken, dacht Hester, want een oude boom, of hij nu in een plantsoen of in de tuin van een ander staat, is van iedereen. Wanneer hij sterft verdwijnt er niet alleen een vertrouwde blikvanger op onze dagelijkse route, maar sterven ook alle gedachten die hij bij ons opwekte wanneer we hem passeerden. (Tessa de Loo, Meander)

Toen we terugkwamen van Bretagne, nu al weer een maand geleden, waren enkele bomen dicht bij huis weggezaagd. Voor de veiligheid inderdaad en er zijn nog veel bomen over, maar toch doet het pijn een oude wilde kers en enkele zomereiken zo te zien verdwijnen. Een leegte, een gat in de helling achterlatend. Zonder zoete kers dan maar. Een wortelstomp, kersenpitjes en steeltjes getuigen van zijn 'afwezigheid'. Herinneringen blijven. Vooral het silhouet en het er gewoon zijn zal ik wel even missen en ook het genieten van de onooglijke maar wel lekkere vruchten. 

Kersenbomen hebben ook een curieuze veelzijdige geneeskracht. De rode vruchten zitten vol anthocyanen met een stevige anti-oxidantwerking, de steeltjes zijn van oudsher bekend om hun diuretische, pisdrijvende werking en zelfs de pitjes worden in warmtekussentjes gebruikt om gewrichten en spieren troost te brengen.

Een onderzoekje

Onderzoekers van de University of Extremadura gaven proefpersonen vijf dagen achtereen 2 keer per dag een equivalent van 18 kersen. Als je het precies wilt weten: de Spanjaarden gebruikten een gepatenteerd extract van kersen uit de Jerte Valley, dat per dosis 1580 mg fenolen leverde, plus 2 mg tryptofaan, 27 nanogram serotonine en 16 nanogram melatonine. Een andere keer kregen de proefpersonen vijf dagen lang een placebo.

Tijdens de suppletiedagen zakte bij de proefpersonen de hoeveelheid cortisol in de urine. De jonge proefpersonen merkten weinig van de suppletie, de Middle-Aged- en de Old-groepen wel. Bij hen verminderden de Trait- en State Anxiety Scores. Zeg maar: de kersensuppletie maakte ze minder nerveus, ongerust en gespannen. De proefpersonen, vooral de ouderen, maakten door de suppletie ook meer serotonine aan. 

De onderzoeksuitkomsten komen overeen met de huidige kennis over stress, die stelt dat hoe stressprikkels uitwerken op het organisme afhankelijk is van de concentratie neurotransmitters in de hersenen. Maken de hersenen weinig serotonine aan tijdens de stressprikkels, dan neemt de aanmaak van cortisol toe. Hoe meer serotonine de hersenen aanmaken, des te minder stijgt de cortisolspiegel als gevolg van stressprikkels.

Zie ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/prunus-avium-cerasus-kers

maandag, december 31, 2018

Baden in het bos

Dat bomen een hechte gemeenschap vormen en met elkaar communiceren, dat kwamen wetenschappers een paar decennia geleden al op het spoor. 
De eerste die bewijzen leverde over het intelligente communicatiesysteem van bomen was de Canadese ecologe Suzanne Simard. Ze toonde aan dat bomen, dankzij het gigantische ondergrondse netwerk van wortels en schimmeldraden die hen verbinden, een enorme capaciteit hebben tot zelfgenezing. De verbindingen werken als een soort internet, waarlangs niet alleen informatie wordt doorgestuurd  over nakend gevaar, zoals insecten, parasieten of blad-etend wild, maar waarlangs ook koolstof en voedingsstoffen doorgestuurd worden. 

Simard toonde verder aan dat moederbomen overtollige koolstof naar hun eigen nageslacht zenden, naar de kind-scheuten die in hun nabijheid opschieten uit hun gevallen vruchten. Moederbomen beperken zelfs hun eigen wortelgroei zodat hun kinderen genoeg groeiruimte krijgen. Wanneer een oude  moederboom sterft, pompt die langzaam alle overgebleven koolstof naar de andere bomen, samen met een hele hoop verdedigingssignalen. “Words of wisdom”, volgens Simard, afscheidswoorden om te overleven. Door die informatie uit te wisselen, maken bomen de weerbaarheid van hun bosgemeenschap veel groter. In een bos geldt geen darwiniaans survival of the fittest. Wel integendeel: bomen helpen elkaar effectief te overleven.

De Duitse ex-boomkapper en tegenwoordig innig bomenliefhebber Peter Wohlleben heeft het ook over families en over moeder- en vaderbomen. Een paar jaar geleden schreef hij de bestseller 'Het verborgen leven van bomen', waarin hij zijn persoonlijke observaties gebruikt om resultaten van wetenschappelijk onderzoek zoals dat van Suzanne Simard te illustreren. Het boek is een erg liefdevolle beschrijving van een onbekende en ongelooflijk fascinerende wereld. Ook Wohlleben verwondert zich over zoveel solidariteit tussen bomen, al hebben bomen wel een voorkeur voor hun eigen soort, zegt hij. Ze zullen eerst hun eigen ‘kinderen’ helpen, dan hun eigen boomsoort, en pas dan een andere boomsoort met wie ze het kunnen vinden. Er zijn ook boomsoorten die sowieso niet kunnen rekenen op hun hulp of sympathie. Ook in de natuur kent solidariteit blijkbaar grenzen.

Een onderzoeksteam van de Universiteit van Bonn, zo vertelt Wohlleben, is ervan overtuigd dat boomwortels hersenachtige structuren bevatten om informatie door te geven die dan tot gedragsverandering leidt en de boom op die manier doet overleven.
Mogen we dan besluiten dat bomen echt zoiets als verstand hebben? Beschikken ze over een bewustzijn? Een wil? Ze hebben in ieder geval een taal. Ze zullen ultrasone geluiden voortbrengen als ze erg veel dorst hebben. Die ultrasone geluiden zijn een gevolg van trillingen die ontstaan als de waterstroom van de wortels naar de bladeren in de stam wordt onderbroken. Het zou goed kunnen dat die ultrasone geluiden waarschuwingskreten zijn voor andere bomen, dat het water opraakt, aldus Wohlleben.

Bomen hebben dus een soort intelligentie.  Een bos heeft geneeskrachtige eigenschappen, individuele bomen evenzeer. De positieve invloed van bomen op mens en natuur is de laatste jaren blijkbaar in ontelbare studies bewezen. Dat ze de lucht zuiveren en door hun uitzicht de stadsmens wat rust kunnen geven, is maar een fractie van wat bomen daadwerkelijk voor mensen kunnen betekenen. Ettelijke studies geven aan dat mensen die leven in de nabijheid van bomen of gaan wandelen in bossen meteen een gezondere bloeddruk krijgen. Wie een lagere bloeddruk wil, moet naar een loofbos trekken, wie een hogere bloeddruk wil, begeeft zich beter naar een naaldbos.

Patiënten in kamers met uitzicht op bomen genezen sneller. Mensen met alzheimer hebben minder crisismomenten en fleuren op. Kinderen zijn veel meer gefocust. Bij volwassenen wordt de aandacht en bovendien een positief humeur aangescherpt. Stress heeft veel minder invloed bij mensen die zich in de nabijheid van bomen bevinden. Kinderen met ADHD vertonen veel minder symptomen na een wandeling door een bos. Enzovoort. Zie ook http://chicagorti.org/TreeBenefits

In het fantastische boek Blinded by Science gaat de Britse Matthew Silverstone op een schitterende manier op zoek naar antwoorden die de wetenschap niet of maar half geeft. Silverstone las zowat alle studies die ooit gemaakt zijn over fenomenen die moeilijk te verklaren vallen – over de eigenschappen van water, de invloed van de zon, de maan, bijen, vogels, planten en bomen. Daarbij gaat hij uit van de bewezen premisse dat mensen, water, aarde, planten en materie een zekere vibratie of elektromagnetische trilling bezitten. Soms raakt die vibratie bij mensen verstoord door de aanwezigheid van ‘zwervende’ trillingen van apparaten, van wifi-straling of van nefaste chemische elementen. In zijn uiteenzetting zouden bomen in staat zijn om bij aanraking de goede vibraties in het menselijk lichaam terug te herstellen door de kracht van hun eigen energie, dus door hun eigen inherente trillingen. Het klinkt misschien vreemd als je het hier leest, maar het houdt wel steek als Silverstone het uitlegt, gestaafd door verschillende wetenschappelijke studies.

Bosbaden 

Is er al een echte oorzaak gevonden, naast de onomstotelijke vaststellingen van positieve invloed, waarom bomen eigenlijk genezend werken? In Japan beseffen ze al veel langer dat bomen mensen gezonder kunnen maken. Sinds 1982 wordt ‘bosbaden’ daar door de overheid gepromoot als algemene therapie. Onderdompeling in een bos. Je hoeft met dat bosbaden geen kilometers te gaan wandelen. Gaan zitten onder een boom is dus ook goed. De kracht van bomen zit in Japan zo hard verweven in de cultuur en in de levensfilosofie, dat de overheid er 4 miljoen dollar voor over had om te onderzoeken waarom bomen zo goed zijn voor mensen. Dankzij dat onderzoeksgeld toonde professor Qing Li van de Universiteit van Tokio aan dat het menselijke immuniteitssysteem aanzienlijk beter wordt in de nabijheid van bomen, en wel specifiek dankzij het inhaleren van de essentiële oliën of zogenaamde phytonciden die bomen uitstoten als verdediging tegen insecten en bacteriën. De killercellen in ons eigen systeem worden door de phytoncide-geur van de bomen zo hard gestimuleerd dat ze prompt de aanvallers van onze goede cellen verslaan. Aromatherapie in de natuur.  Kruidengeneeskunde zonder de planten op te eten.

https://www.ted.com/talks/suzanne_simard_how_trees_talk_to_each_other/discussion?source=tumblr&language=nl


maandag, februari 24, 2014

Vergadering van de bomen bij Huelgoat



Hoog staan ze daar
druk te praten 
over de mensen en 
hun onhebbelijke gewoontes 
om hun armen en 
soms zelfs hun tenen te snoeien

Hoog staan ze
aan de rand van de stad Huelgoat
op een mysterieuze manier te staren
stoer te zijn
sterk te zijn
een ogenblik eeuwig te zijn

Ik fiets voorbij
vergeet hen te groeten
gewenteld in gedachten
even kronkelig als hun takken
tot ik besef
bomentovenaars te ontmoeten
die mij terug roepen

Hoog staan ze daar 
mij vriendelijk maar kordaat de les te lezen
Licht fluistert in de takken
Wind waakt over 
geluk dat even 
glinsterend aanwezig is.

maandag, februari 10, 2014

Bladerend door mijn bomen van vele jaren, vind ik mijn verleden terug


La montagne de Glandasse, appelée plus communément le Glandasse, est située à l'extrémité sud du massif karstique du Vercors, dans le département de la Drôme.
Il s'agit d'un vaste plateau bosselé, d'une altitude moyenne de 1 850 mètres, dans la continuité de celui du Vercors. Son sommet, le Dôme du Pié Ferré, avec ses 2 040 mètres, est le troisième du département de la Drôme, juste après le Rocher Rond (2 456 mètres) et le Jocou (2 051 mètres).
Surplombant de sa masse volumineuse la vallée de la Drôme et le Diois, il attire chaque été une foule de marcheurs avides de découvrir ses beautés cachées. Outre l'attrait du paysage, sa faune et sa flore sont remarquables. Entièrement comprise dans la Réserve naturelle des Hauts Plateaux du Vercors, la montagne de Glandasse est un paradis pour les mammifères sauvages les plus variés tels les bouquetins et les chamois qui abondent à flanc de coteau, ou les marmottes et autres rongeurs qui attendent les randonneurs sur les hauts plateaux. Les sous bois sont peuplés d'une multitude de passereaux. Il arrive de croiser quelques tétras lyres, et de voir dans le ciel gypaètes barbus ou choucas.

Bladerend door de bomen uit mijn verleden, kwam ik deze foto tegen. Dode boom ondersteunt levende boom. Mooi symbool: dood doet leven. Het is al weer even geleden, hoe even weet ik niet meer, in elk geval het vreemde, winterse bos op het plateau van de Vercors kan ik mij nog goed herinneren. Het bos trok mij aan, maar stootte me ook af. Het deed me denken aan een slagveld, aan dood, maar ook aan leven in de dood, aan kracht en schoonheid van ouderdom. Ouderwijsheid, onthechting, eeuwigheid.

http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/58414-wandelen-op-de-glandasse.html