Alsem en Zonnehoed |
Artemisia vulgaris, Bijvoet is onze inheemse Artemisia die zich op braakliggende terreinen en langs wegkanten kan uitleven. Met zijn onooglijk grijze bloempjes, het lijkt net alsof ze niet willen opengaan, en zijn net niet grijsgenoege bladeren is dit zeker niet de plant die de gemiddelde burger in zijn glad tuintje wil. In de kruidige siertuin zou een plantje misschien net kunnen, we zullen hem dan mooier maken door hem te omringen met de grijzere Alsem en bijvoorbeeld een donkerpaars bloeiend Kaasjeskruid.
Andere, lage Alsems zoals Artemisia Schmidtiana en Alpensoorten zoals Artemisia genepi zijn vooral geschikt voor de droge en kalkrijke rotstuin.
Een grappige mini-rotstuin kun je al maken door 4 rondslingerende stukken steen bij mekaar te leggen, er wat kalkrijke humus tussen te stoppen, en er dan een lage Alsem, enkele Rozenkransjes en een Zilverdistel tussen de planten en eventueel de gaatjes op te vullen met wat mos, die toch eens van dat dak gehaald moest worden. Bij mij vormen dit soort minituinen grenspaaltjes voor de grote tuin. Als, de honden er tenminste niet tegen pissen!
In de kruidengeneeskunde is het vooral Alsem (Artemisia absinthium) die samen met Venkel en Kalmoes als bitterstofplant gebruikt word. Zij wekken de eetlust op en bevorderen de vertering van het voedsel. Dus uitermate geschikt om voor een copieuze maaltijd te gebruiken. Vandaar ons aperitief voor het eten. Aperitivum is een medische term en betekent gewoon eetlustopwekkend.
Veel likeuren zoals Benedictine en Chartreuse zijn dan ook niets anders dan aftreksels van bitterplanten op alcohol. De meest beruchte is nog steeds de absint, een groen goedje waar Van Gogh en andere schilders aan verslaafd waren. De Genepi is een ander, nu nog veel gedronken aperitief, gemaakt uit verschillende Artemisia- en Achillea-soorten. Dit sterke drankje wordt je overal in de Alpen te pas en te onpas aangeboden. Vooral in de Franse berghutten, waar ik kind aan huis ben, moet je oppassen om niet dronken de bergen ingestuurd te worden.
Om geen misverstanden te kweken, het is niet de alsem maar wel de alcohol die je dronken maakt. Alsem zelf gebruik ik tijdens mijn trektochten of gewoon thuis om mijn trage maag op gang te brengen. Even een vers blaadje tussen duim en wijsvinger wrijven, en dan aan je vingers likken is al genoeg om je maag een oppepper te geven. Bitter blijft het wel!
Alsem in natuur en tuin
Artemisia absinthium groeit uitbundig op droge, stenige wegranden en paden in de Zuiderse Alpen. Ondanks zijn van nature droog en warm biotoop is hij in ons natter klimaat volkomen winterhard. Het zilvergrijze blad blijft zelfs bij ons bovengronds zichtbaar en is dus ook in de winter vers te gebruiken.
Grijze planten brengen dikwijls harmonie in een drukke veelkleurige border. Ze combineren vooral goed met paarse bloemen zoals Kaasjeskruid, Rode zonnehoed of stevige Stokrozen. De kleine gele knopbloemen van de Alsem zijn onopvallend maar juist deze bescheiden bloemen brengen evenwicht in een wat protserige border. De Alsem groeit in elke grond, maar in een zonnige en droge omgeving zal hij er compacter en grijzer uitzien, en dus mooier en makkelijker te bewerken.
Andere grijzen
Grijzer dan grijs krijg je het met Artemisia ludoviciana, een Amerikaanse soort die tot in zijn bloempjes zilverwit is, in ons klimaat goed winterhard is, door indianen bij rookrituelen gebruikt wordt en op de koop toe nog geneeskrachtig is. Wel veel waard voor weinig geld, want gewoon te koop in een gemiddeld tuincentrum.
Andere genezende grijzen die hier bij horen zijn de Echte salie, de Heiligenbloem, alleen voor de naam al zou ik hem aanplanten, de Lavendelsoorten natuurlijk en eventueel de Kerrieplant. Op het eerste gezicht lijken al die planten samen een vreemd allegaartje, maar in de tuin vormen ze een boeiend geheel barstens vol betekenis. Echt een tuin om als grijs-aard helemaal in op te gaan.