Posts tonen met het label Hoegaarden. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Hoegaarden. Alle posts tonen

zondag, februari 25, 2024

Wild wandelen in Hoegaarden. Holle wegen alsof de aarde je omarmt.


Wild weer met wolken in de wind maar ik warm me op aan mooie mensen en wilde woorden. We dalen de berg af richting Nerm, jeugdherinneringen overal.... gerestaureerd huis in Gobertangesteen waar bijna een eeuw geleden een 'cinemazaal' gehuisvest was en zomaar brand uitbrak, kermis waar ik als stoere vijftienjarige mijn zusjes moest verdedigen tegen zatte onverlaten, maar ook mooie herinneringen feesten, trouwpartijen, het roken van mijn eerste en zoals later bleek ook mijn laatste sigaret. 
Maar.... we wandelen, wandelen het dorp uit richting Hauthem de holle wegen in. Holle wegen alsof de aarde je omarmt. Het domein van onooglijke plantjes. Speenkruid de voorjaarsbode, nog net niet in bloei en de glimmende blaadjes zijn nu goed eetbaar, al begin ik steeds meer moeite te krijgen om levende plantenwezens zomaar op te eten. Kraailook, de vroege bieslook met een vleugje looksmaak, het nagelkruid met zijn wortelgeheim.  Allemaal heel algemene, veel voorkomende planten en daar hou ik van, planten die concurreren met de woekerende mens en planten die ons veel te bieden hebben. 

De eerste holle weg uitkomend, de open vlakte en de wilde wolken beleven, in en uit ademen, dan is het alsof we opnieuw geboren worden en als we dan ook nog één zeldzaam duizendguldenkruidje tegenkomen dan kan onze dag niet meer stuk. Allemaal in aanbidding voor dat heilig plantenrozetje.


Over het duizendguldenkruid.  Een oude naam uit de apothekersboeken is Fel terrae of‘ Eertgalle’, naar de bittere en galachtige smaak. De plant is een van de bitterste geneeskruiden, hij hoort bij de zogenaamde amara pura samen met zijn familielid de Gele gentiaan. Deze planten zijn vooral eetlustopwekkend, spijsverteringbevorderend en leverstimulerend, ze worden nu dus vooral gebruikt bij gebrek aan eetlust, anorexie, en in het algemeen om aan te sterken, vroeger voor bleekzuchtige magere kinderen die geen eetlust hadden. De prettigste en de meest efficiënte manier om bitterstofplanten te gebruiken is als aperitivum, gewoon Duizendguldenkruid met bvb Anijs laten trekken in alcohol van ongeveer 45 %, eventueel wat suiker of andere zoetstoffen toevoegen en van dit drankje voor het lekkere en voor de gezondheid van maag en darm dagelijks een klein glaasje drinken.

zondag, januari 30, 2022

In de holle wegen van Hoegaarden. Hazelaarkatjes en speenkruidknolletjes.


Weer wandelen met herboristen in spé in de holle wegen van Hoegaarden. Hazelaars bloeien volop. 
De bloeiende katjes, verre voorlopers van de lente. De katjes worden culinair gebruikt, terwijl de bladeren en de schors van jonge takken fytotherapeutisch ingezet worden. De plant is onder andere rijk aan adstringente tanninen, proanthocyanidinen en flavonoïden. Vanwege deze inhoudsstoffen worden het blad en de schors inwendig gebruikt ter versterking van de aders (als zogenaamd venotonicum). De inhoudsstoffen vernauwen de haarvaten en kleine aders en stabiliseren de haarvaatwanden. De plant wordt daarom toegepast bij spataderen en daaraan gerelateerde klachten (zoals zware benen, oedeem en nachtelijke beenkramp), bij aambeien en bij ulcus cruris (“open been”). 

Uitwendig kunnen aftreksels van het blad en de schors vanwege de bloedstelpende, wondhelende en samentrekkende eigenschappen worden gebruikt bij aambeien, spataders, wonden en ontsteking van het mondslijmvlies en het tandvlees. De katjes van de hazelaar zijn niet alleen eetbaar, maar ook rijk aan stuifmeel en eiwitten. Erg voedzaam dus! Ik pluk elk jaar een handje vol om er een simpele delicatesse van te maken. 

Wat heb je nodig?
​- bloeiende hazelaarkatjes, niet te laat plukken
- chocolade naar smaak
- Optioneel: versiering (stukjes gedroogd fruit, kokos- en fruitpoeders, nootjes.....)
Was de katjes niet, want dan gaat het voedzame stuifmeel verloren. Smelt de chocolade au bain-marie. Dip de katjes in de chocolade, strooi er eventueel een versiering overheen en laat ze op bakpapier opstijven. Ideeën voor versiering zijn: lavendelbloemen, sinaasappelpoeder, grof zeezout, kokosrasp, nootjes, enz.

Speenkruid
Jong blad van speenkruid vinden we massaal in de Hoegaardse holle wegen.Het blad smaakt nu voor de bloei best lekker, zacht van smaak met een zure toon, maar de nasmaak is al veel sterker en licht peperig. Ouder blad zeker als speenkruid staat te bloeien is veel scherper van smaak. De in de plant aanwezige proto-anemonine is verantwoordelijk voor deze smaak en de hoeveelheid neemt meestal toe als het blad ouder wordt.Om die reden pluk ik zelf alleen vroeg in februari het blad van speenkruid en lang duurt deze verlokking ook niet want kort na de bloei voor de zomer begint trek de plant zich helemaal in de grond terug. Een aantal blaadjes gebruik ik meestal in een gemengde salade met bijvoorbeeld veldsla. 

Anemonine is een natuurlijk voorkomende licht giftige stof die in het melksap van planten zit die tot de ranonkelfamilie behoren, zoals de anemonen en de boterbloemen. De blaartrekkende boterbloem met 2 % proto-anemonine is een echt giftige plant. Als je het melksap op je huid krijgt geeft dat rode vlekken en blaren. Eet je dit dan kan je bij een hoge dosering vergiftigingsverschijnselen krijgen. Giftigheid is zo wie zo relatief, gebonden aan de hoeveelheid die je eet en aan de persoon die het eet. Zelf eet ik al jaren, weliswaar mondjesmaat van het al bloeiende speenkruid en inderdaad de blaadjes zijn iets scherper van smaak, maar in leven ben ik nog altijd. Probeer eens de bloemknoppen te eten of nog beter ze als een soort kappertjes op azijn te zetten. Wel werk aan de winkel, maar speenkruidknoppen zijn er genoeg.  

zaterdag, juni 20, 2020

Bendewandeling in Hoegaarden

Verdomd onzichtbaar beestje Corona zorgt er voor dat we met de 'bende' in plaats van in de Alpen gewoon ordinair in Hoegaarden wandelen. 

Bij de kattedoorn
Ontmoeting aan de barokke Sint Gorgoniuskerk. Onwennig op afstand, alsof we mekaar niet kennen. Zigzag door de tuinen van Hoegaarden en dan binnendoor naar de oude spoorweg en de Grote Gete. Jeugdherinneringen bespringen me hier langs alle kanten. De vijvers van het suikerfabriek, vervaarlijk moerasgebied waar we als kind kleine avonturen beleefden. in de hoge hellingen onder de vlierstruiken hadden we onze geheime schuilplaatsen, waar we ridder of miss speelden. De zoete geur van de vlierbloesem had iets voloptueus vrouwelijks voor ons pubers. Iets vleselijks. En ja, nu meer dan vijftig jaar later, als herborist thuis in geuren en kleuren, kan ik dat beter begrijpen.

Maar ik ben aan de wandel met Hilde, Michael, We steken de straat over bij Altenaken, richting Rommersom. De oude spoorweg nu fietspad en natuurreservaat. We vinden mooie struiken van de kattedoorn in bloei. Een oud geneeskruid dat voeger ook stalkruid werd genoemd. Kruipend stalkruid (Ononis repens L.) heeft in Zwit­serland de 'mooie' bijnaam 'Zeichkraut' dus zeikkruid. Deze naam heeft het gekre­gen omdat het aan het vee werd gevoerd in de hoop het 'zeiken' te bevorderen. Ook de betekenis van ons woord stalkruid houdt daarmee verband, want stallen is een oud woord voor wateren. De wortel is namelijk diuretisch (urineafvoerend) en een wortelextract werd gebruikt tegen nierkwalen. Ook een andere oude volksnaam orijnkruid verwijst naar urine. Deze urinedrijvende werking is al zeer oud, want al bekend bij Dioscorides 2000 jaar geleden.

Aan de oude spoorwegtunnel bij Rommersom draaien we weer richting Hoegaarden. Aan de tekening in de tunnel te zien blijkt deze beschutte plek nog steeds het rendez-vousplekje te zijn, dat het ook 50 jaar geleden al was. Maar genoeg, we wandelen verder tot aan de historische watermolen. Hier picknicken we. Op afstand, vreemd gezellig. De Alpen zijn ver weg maar mijn Franse abrikozen en het gezelschap geven toch een vleugje bergen weer. Hoegaarden is vlakbij, nog even door het steegje achter het klooster en de vroegere meisjesschool. Daar vinden we nog een vreemde, mufgeurende stinkende ballote. Mooie heimweeplant om deze wandeling mee af te sluiten.

Over de stinkende ballote
Stinkende Ballote is een lipbloemige die voor de verandering nu eens niet aangenaam ruikt. Volgens de oude literatuur en ook wel volgens mij zou hij naar roet moeten ruiken. Maar wie weet nog hoe roet ruikt, en zou de goeie ouwe roetgeur van vroeger nog dezelfde zijn als die van vandaag. Vele min of meer muffe geuren worden ten andere onder gewaardeerd, 'het stinkt' zeggen de mensen. Terwijl dat dikwijls juist geuren zijn die ons tot rust kunnen brengen. Warme geur van gevoel. Onze beste kalmerende planten danken hun sedatieve werking aan hun zoet-muffe geur, denk maar aan Valeriaan, Hop, Passiflora en zelfs Sintjanskruid en Lavendel kunnen enigszins in die categorie geplaatst worden. Geurstoffen zijn juist bijzonder geschikt om hersenen en zenuwstelsel te stimuleren of te kalmeren.

De Stinkende Ballote is de laatste jaren opnieuw in gebruik geraakt als sedatieve plant. De spasmolytische werking was echter al veel langer bekend. Dr. Leclerc beschrijft resultaten bij kinkhoestspasmen, menopauzale zenuwachtigheid en angstfobieën. En in een ver verleden werd de 'Marrube noir' door Jean Ray geadviseerd bij hysterie en hypochondrie, toch zoiets als depressie zou ik zeggen. Ook Dr. Valnet geeft als hoofdindicaties: angsten, neurasthenie, ontregeling van het vegetatieve zenuwstelsel met een te sterk werkende sympathicus. Vandebussche in zijn 'Gebruik van farmaceutische en volkse geneeskruiden' vindt de Stinkende andoorn of Zwarte malruwe 'een doeltreffend zenuwsterkend middel dat te veel in vergetelheid is geraakt'. Hij schrijft dit toe 'aan de walgelijke geur die het verspreidt'. En misschien heeft hij daar wel gelijk in. Geurproblemen bij inname kunnen we echter met de moderne extractiemethodes oplossen en dus kunnen we ook de Stinkende Ballote opnieuw als medicijn gaan gebruiken. Vooral voor mensen die angstig zijn en daarbij ook last hebben van oorsuizingen is de Stinkende Ballote, liefst als extract in te nemen, een goede keuze.
Ondertussen is uit wetenschappelijk onderzoek ook gebleken dat de plant stoffen bevat oa phenylpropanoïden, die sedatieve, anti-oxydante en bloedsuikerverlagende werking hebben. Weer bijna te veel om waar te zijn, maar genoeg aanwijzingen om deze curieuze ballote met andere ogen te bekijken en verder te onderzoeken. 
En ik, zal bij het ontmoeten van de Ballota in een of andere Hoegaardse holle weg ook altijd aan mijn jeugd, mijn oude vrienden en mijn moeder moeten denken.

 

zaterdag, januari 11, 2020

Het bijzondere van het gewone.

Kruidenwandeling in mijn eigen Hoegaarden. In de voormiddag de tuinen van Hoegaarden, in de namiddag via de ijzeren brug langs de grote Gete en de oude spoorweg wandelen met zicht op de vijvers van de vroegere suikerfabriek. Jeugdherinneringen, avontuur in het moeras, suikersiroop smullen..... en nu een gewone kruidenwandeling met ordinaire planten, onkruiden paardenbloem, brandnetel en weegbree, Wel onkruiden met bijzondere geneeskrachten. Goed voor bijna alle orgaansystemen, paardenbloem voor de lever, brandnetelwortel voor de prostaat, weegbree voor huid en luchtwegen, vlier voor het immuunsysteem..... het bijzondere van het gewone. in de winter zijn het vooral de resten stengels, zaden van het vorige jaar die ons wat toefluisteren. Zo ook de hakerige zaden van de grote klis

Shakespeare in Measure for Measure: I am a kind of burr; Is shall stick'. En in As You Like It over het plakken van de klis: " They are but burrs, cousin, thrown upon thee in holiday foolery. If we walk not in the trodden paths, our very petticoats will catch them". I should shake them off with my coat. These burs are in my heart.” En Troilus and Cressida: ‘de meisjes uit onze familie dralen lang eer ze ja zeggen, maar, eenmaal gewonnen, zijn ze standvastig; dan zijn ze als klissen, verzeker ik u, ze blijven hangen, waar ze geworpen zijn’.


Zouden klissen mensen kunnen verbinden. in elk geval verbinding is er vandaag wel. niet veel volk zo in de winter maar toch volk uit alle windstreken, zelfs volk uit het verre Nederland.

Deze plant zou ook liefdesopwekkende krachten bezitten. De klit was opgedragen aan Venus omdat de stengel liefdesopwekkend zou zijn. In bouillon gekookt zou het effect nog groter zijn. Zo werd het ook aan vee gegeven om hen bronstig te maken.
Boven het hoofd van een vrouw gehangen laat het haar opgewekt worden, onder haar voeten zwaarmoedig, dit volgens Dodonaeus. Voorts, de steel van het groot klissenkruid dat noch jong is en eer daar klissen aangroeien schillen en rouw met zout en peper of gekookt met het sap van het vlees is vrij lieflijk om te eten. En die steel alzo gegeten vermeerdert het zaad en verwekt tot vleselijke lust en bovendien strekt het lichaam voor tamelijk goed voedsel, vooral als hij gekookt is. Als men daar pijnzaden, dat is kernen van pijnappels, bij doet dan is die voorschreven steel noch nuttiger en zo is het de uitterende en bloed spuwende lieden niet minder  nuttig dan de wortel zelf.

zondag, november 11, 2018

Holle wegen in Hoegaarden

Als kind waren de holle wegen in Hoegaarden het enige biotoop, waar we onze eigen kleine avonturen konden beleven.  Het was en is nog steeds de enige omgeving waar, in het vruchtbare Hoegaardse landschap, de wilde natuur nog een beetje zijn gang kon gaan. 

Holle wegen vervullen in het Hoegaardse agrarische landschap een belangrijke ecologische functie. De diepe holle wegen met hoge, dichte, houtige begroeiing, vormen vaak miniatuurbosjes. Als de omstandigheden lange tijd stabiel blijven, kunnen op deze taluds echte bosgemeenschappen leven. Zo vinden we nog enkele taluds met o.a. Kleine maagdenpalm, Gulden boterbloem, Gevlekte aronskelk, Gele dovenetel, Muskuskruid, Rode aalbes, Stekelbes, Maarts viooltje, Boskortsteel, Reuzenzwenkgras, Klimop en andere soorten uit het Elzen-Vogelkersverbond.
Houtkanten overdekken ongeveer 20% van de bermoppervlakte. De dominante houtige gewassen zijn de Gewone iep en de Gewone vlier en in mindere mate de Sleedoorn. Andere soorten die in de struwelen voorkomen zijn o.a.: Rode kornoelje, Wilde kardinaalsmuts, Wilde liguster, Bosrank, Hondsroos (o.a. Rosa obtusifolia en Rosa corymbifera), Viltroos, Spaanse aak en Kruisbes. Uit enkele steekproeven blijkt overduidelijk de sterke verruiging van de bermvegetaties. Grote brandnetel, Kleefkruid en Braam bedekken tijdens het groeiseizoen ongeveer 35% van de bermoppervlakte.

Voedselrijke grazige vegetaties, hoofdzakelijk bestaande uit Frans raaigras, Kweek en IJle dravik nemen ca. 20% van de bermoppervlakte in beslag. Minder dan 4% van de totale bermoppervlakte bestaat uit grazige vegetaties van matig voedselrijke en voedselarme omstandigheden. Rood zwenkgras en Gewoon struisgras indiceren meestal dit vegetatietype.
Het toekomstige bermbeheer moet er vooral naar streven om soorten van dit vegetatietype terug een kans te geven. Soorten zoals Fijne ooievaarsbek (Aalst), Goudhaver (o.a. Appelarenweg te Hoksem), Donderkruid (Meiveld), Aardaker (Waverse steenweg nabij Oorbeek), Kattedoorn, Echt walstro, Bitterkruid, Ruige weegbree, Bergdravik, Kleine bevernel, Jacobskruiskruid, Muizenoor, Kruipend stalkruid, Liggende klaver, Hokjespeul (Elst) en Grote tijm (Vossel en Blinde Ezel) zouden dan terug het aspect van een aantal holle wegen kunnen bepalen.

Het overige gedeelte van de taludoppervlakte (ca. 20%) is begroeid met storingsgemeenschappen met o.a. Akkerwinde, Haagwinde, Boerenwormkruid, Duist, Echte kamille, Gewone klaproos en Windhalm. Deze storingsindicatoren vinden we meestal op taluds die met herbiciden worden bespoten. Grondverschuivingen, voornamelijk ten gevolge van de verticalisering van de taluds, zorgen eveneens voor instabiele situaties waarin de storingsindicatoren welig kunnen groeien. Naar aanleiding van de wegenwerken in het kader van de ruilverkaveling Hoegaarden werden vele taluds afgegraven hetgeen een sterke toename van deze minder gewaardeerde soorten veroorzaakte. Nochtans kunnen in dergelijke milieus ook een aantal minder banale soorten voorkomen. Op kalkrijke substraten zijn dit Koningskaars, Zwarte toorts, Bezemkruiskruid, Dubbelkelk, Donderkruid, Bilzekruid (Aalst), Wilde reseda, Wouw, Graslathyrus en Kleine leeuwenbek.

Op kalkarme bodems vinden we soms nog de Korenbloem. Na verloop van tijd, wanneer het humusgehalte van de bodem toeneemt, kunnen soorten zoals Rapunzelklokje, Akkerhoornbloem, Marjolein, Borstelkrans, Kandelaartje, Vijfdelig kaasjeskruid, Eenjarige hardbloem en Gevlekte scheerling er een plaats veroveren. Deze laatste soort breidt de laatste jaren sterk uit.

Zeer bijzonder is de flora op de oude spoorwegberm te Rommersom. Ondanks de sterke reductie van de indrukwekkende soortenlijst uit de jaren ’80, ten gevolge van de afwezigheid van natuurbeheer, vinden we er nog Rode ogentroost, Naakte lathyrus, Slangenkruid, Hongaarse raket, Kleine leeuwenbek, Plat beemdgras, Goudhaver, Boslathyrus, Boshavikskruid, Kattedoorn en Bleke klaproos.

Merkwaardig aan holle wegen is hun ontstaan. Doordat boeren eeuwenlang met paard en kar hetzelfde traject aflegden tussen de boerderij in het dal en de akker op het plateau, spoelde die weg steeds dieper uit. De ene is trouwens al ouder dan de andere; er bestaan Romeinse en Middeleeuwse wegen en recentere in onbruik geraakte trein- en tramtracés. Holle wegen dompelen de gebruiker onder in een wel zeer speciale omgeving: onder het niveau van het omliggende land, schaduwrijk en beschermd tegen de wind door de dikwijls steile en sterk begroeide bermen. Net zoals bij gewone wegbermen bieden holle wegen ruimte aan tal van flora en fauna. Maar er is meer. Doordat de omgevingsfactoren, zoals lichtinval, schaduw, temperatuur, vochtigheid, aard van de dagzomende bodemlagen, plaatselijk sterk kunnen verschillen, kan men er een grotere variëteit aan bewoners verwachten. Tenminste, als er geen externe factoren gaan overheersen. De bermen van holle wegen in landbouwgebieden worden dikwijls geplaagd door afspoeling van nitraten uit de aangrenzende akkers. De huidige grootschalige landbouw springt immers kwistig om met bemesting. Massa’s brandnetels en andere stikstofminnende plantensoorten zijn het resultaat. De laatste decennia gaan holle wegen in aantal en kwaliteit sterk achteruit

zaterdag, november 04, 2017

Wandelles in mijn eigen Hoegaarden

Op onze Hoegaardse wandeling. De eerste les- en wandeldag van onze jaarcursus Leren in de natuur. Eten uit de natuur. We wandelen langs de oude spoorweg tussen Tienen en Jodoigne. Er is wel degelijk zo iets als spoorwegflora: sint janskruid, wilde marjolein maar ook veel tweejarigen zoals teunisbloem en toorts, maar ik wil nu wat kwijt over de woekerende, wilde Clematis of Bosrank. Klimmen, winden, hechten en hangen, dat doet deze liaan uit onze bossen. Ook hier in Hoegaarden drapeert hij zich over wilg, meidoorn en vlier.

Echt eetbaar of veilig geneeskrachtig is deze klimplant niet. Toch vinden we vreemde gegevens in oude kruidenboeken. Zo lees ik  'De heete en scherpe smaak van de Clematis toont zijn warme kracht. Het wordt gebruikt tot de ringen om de uitgezakte Lijfmoeder (baarmoeder) in te houden. De Bloemen, Zaaden, Schors en Wortel hebben een brandende kracht.' Dit en nog veel meer, o.a. dat de plant melaatsen geneest, wordt meegedeeld over onze mooiste en hoogst klimmende liaan, de Bosrank, vroeger Vinkoorde genoemd.

In Limburg, Voerstreek en de Ardennen is zij heel gewoon, elders zeldzaam. Heel wat mensen hebben haar in hun tuin gezet en genieten elk jaar van de vitaliteit waarmee zij de boom die haar mag dragen, bespringt, omhangt, overwoekert. Naar alle kanten graaien de lenige stengels en spreidt zij haar bladparen uit. Een overdaad aan groenig-witte bloemsterren bloeit de hele zomer door. Ze laten een knoedeltje vruchten na, die een lange dunne snavel dragen, bezet met lange zijdeachtige haren. Die zijn tot voorbij de winter zichtbaar. De Britten noemen ze Old man's beard (oude-mannenbaard) en de hele plant Traveller's joy (reizigersvreugd). De oude Gilbert White schreef in november 1788 in zijn dagboek, hoe de grauwe dotten Clematispluis als insecten in een storm door de lucht vlogen. Aan de liaan nog vastgehecht behoren Clematisvruchten met bedauwde spinnenwebben vooral als ze berijpt zijn tot de meest fotogenieke zaken in de natuur.

Onze wilde Clematis wordt nu niet meer in de tuin aangeplant, hij is vervangen door de vele mooie, maar toch ook protserige siersoorten en ja, het is ook niet aan te raden om deze sterk woekerende liaan zomaar op onze mini-tuintjes los te laten. Alhoewel ik zelf niks mooier en romantischer vind dan zo een oerwoudje direct bij de hand.

En o ja Dr.Bach heeft de Clematis vitalba wel opgenomen in zijn bloesemtherapie. Dr. Bach over Clematis: "Deze remedie brengt stabiliteit: zij brengt de mens op een meer praktisch plan; brengt hem 'terug op aarde' [zet hem met de voeten op de grond]; en stelt hem zo in staat zijn opdracht in deze wereld te vervullen"


zaterdag, maart 14, 2015

Voorjaar, verwachtingen overal

Wandelen in Hoegaarden. Veel volk van overal, veel bekenden maar ook 'vreemden' via facebook. Zelfs uit het verre Nederland. Bij de grote kerk komen we samen. Veel verwachtingen. Ik zie meidoorn in knop, verwachting voor een nieuwe lente; mensen verwachtingen van mij en ik verwachtingen van mijn nieuwe woonst, waar ik na de wandeling voor de eerste keer de sleutel in het slot zal steken. Een nieuwe lente.

We wandelen de berg naar beneden richting Hauthem, bij de gerestaureerde brouwerij Loriers kijken we langs de Nermbeek zomaar naar de paardenbloem, niks bijzonder op het eerste zicht. En... moeten kruidenliefhebbers helemaal uit Nederland hier in Hoegaarden naar Maurice komen luisteren om verhalen te horen over brandnetel en paardenbloem. En toch... is er iets meer superfood, om die door mij gehate term maar eens te gebruiken, dan paardenbloem en brandnetel. En het is nu ook hét moment om ze te eten.
We stappen door een verharde holle weg, Verstopt achter een forse pol koolzaad vinden we frisse kleine veldkers. Als er iets eetbaar is in de natuur, dan toch zeker dit pittig familielid van de waterkers. Ook kraailook vinden we in overvloed en hogerop de gedroogde zaadstelen van wilde marjolein (Origanum vulgare). We kruisen de Kauterhof, de berg die ik in mijn jeugd elke dag beklom en waar ik nu nog mijn conditie aan te danken heb. Of toch een beetje.
Holle wegen in Hoegaarden zijn ook bomen en struiken, in de hellingen zien we meidoorn, sleedoorn, rozenbottel en natuurlijk vlier en hoog er boven uit de grijsgladde stammen van de es. De zwarte knoppen zijn nu te oogsten om er een glycerinemaceraat mee te maken. Goed voor oude gewrichten.

Veel nieuwe mensen en dus heb ik wat meer gepraat dan gewoonlijk en dus moeten we nu wat steviger doorstappen. Toch stoppen we nog even om smeerwortel te oogsten, al weer een plant voor de gewrichten. We naderen opnieuw Hoegaarden, al zijn we nooit ver weg geweest. Via een hoge holle weg komen we in de Stoopkensstraat en bij de beroemde brouwerij, waar we gezellig afsluiten in het café, met wit bier en Verboden vrucht.


En dan, in de late namiddag, na de drukte, het praten, de overvloed aan indrukken rij ik alleen naar de Ardennen, naar Hastiere Lavaux. Het contrast kan niet groter zijn.  In de schemering kom ik aan bij mijn nieuwe huis, twee en dertig treden naar omhoog alsof ik een appartement gekocht heb zonder lift. Wel een natuurtrap tussen de bosaardbeien, het speenkruid en de opkomende aronskelken.  De sleutel past in het slot, de deur gaat vlot open, even zoeken naar alles, waterkraan, schakelaars, alles is door de vorige eigenaars keurig achterlaten. Zelfs wat stookhout ligt klaar om de haard aan te maken. En dat is wel nodig want de elektrische accumulatiekachel zal pas morgenvroeg warmte geven. Maar niks beter dan hout op dit moment. Hout warmte voor lichaam en geest. Hout is kruidengeneeskunde op zich.

Ik wil morgenvroeg pas uitladen. Nu toch al de eerste dozen met boeken naar binnen gebracht. Toevallig of niet, geen kruidenboeken maar restjes van mijn filosofisch verleden. Boeken van Ton Lemaire, John Berger en Carlos Castaneda. Gids voor de verdoolden van Schumacher...'De kunst van het leven is altijd om van het slechte iets goeds te maken....Of dat klopt of ik er mee eens ben? Zelfs dat weet ik niet meer. Wat ik nu wel weet is, dat de open haard warmte geeft en dat de uitgestalde boeken het huis voor mij vertrouwd maken. Ik hoef deze boeken ook niet meer te lezen, het is zelfs beter dat ik ze niet meer lees. Laat Roel Van Duyn, Thoreau en Ivan Illich er maar gewoon zijn.

http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/31199-lentekruiden-speenkruid-sleutelbloem-en-maarts-viooltje.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/29926-in-de-naam-van-paardebloem.html

zaterdag, januari 18, 2014

Winterwandeling in een warm Hoegaarden

We wandelen dus weer in Hoegaarden. Voor mij is het wandelen 'in de webbe der tijden'. Ik wacht op kruidige wandelaars bij de indrukwekkende Rococokerk, daar waar ik ooit gedoopt werd, mijn plechtige communie deed, mijn zusjes en broer getrouwd zijn en we, mijn vader en moeder ten grave gedragen hebben. 

Vandaag is er veel leven, kruidige mensen van overal, het doet mij goed en hopelijk doet het ook hen goed. We kuieren eerst door de toontuinen achter het kapittelhuis, langs de oude linde en kastanjebomen. Geneeskrachtige planten zeker wel, ook de knoppen worden in de gemmotherapie gebruikt, al denk ik dat gewoon de bomen zien of er even aankomen het gezondste van allemaal is. Verderop vinden we ondanks de winter nog Acanthus, Euphorbia en Helleborus in volle glorie.Ze behoren niet direct tot de klassieke geneeskruiden toch zijn er over deze planten uitgebreide verhalen te vertellen, wat we nu niet doen anders zouden we niet verder dan 100 meter wandelen. Dus verder, we vinden onder de bomen nog veel schaduwplanten, grondbedekkers die juist in het voorjaar de mens veel genoegen verschaft. Ik noem maagdenpalm, longkruid en Epimedium, deze laatste is altijd aanleiding om over afrodisiaca te praten, ook zijn Nederlandse naam geil geitenkruid spreekt tot de verbeelding.

We ontsnappen uit de tuin om terecht te komen in de Hoegaardse akkers en holle wegen, richting Zétrud Lumay. In de verte het Hoegaardse kerkhof, in stilte groet ik al de overleden familieleden die daar liggen. Op de velden vinden we resten van geel koolzaad, maar ook nog bloeiende akkerviooltjes en de nieuwe rozetjes van klaproos. In de zomer zullen zij, als duivels uit een doosje, rood ontploffen in het landschap. Juist dit jaar, honderd jaar na het begin van de eerste grote oorlog krijgen de poppies veel aandacht.

In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.

We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved and were loved, and now we lie
In Flanders fields.

Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.

Ondertussen draaien we weer richting Hoegaarden en richting kerkhof, en ondanks winter, overstromingen en ander onheil is er overal in de natuur veel groen leven te bespeuren. Kiemend kleefkruid overal, glimmend speenkruid en eetbare akkerkool. We mediteren nog even bij een vreemde wilg met verdorde eikenbladeren onder zijn kroon. Een wilg die eik wil zijn? Mooi symbool, willen wij mensen niet allemaal zowel eik als wilg zijn?

zondag, april 15, 2012

Bewandeld beleefd!

Gewandeld! Bewandeld! Beleefd! In Hoegaarden zijn wij. We vertrekken aan de Roccocokerk, wandelen de berg naar beneden richting Nerm en dan de holle wegen in naar Hauthem. Goeie leemgrond in Hoegaarden, dus veel landbouw, de holle wegen zijn dus de vluchtwegen voor wandelaars en wilde planten. Exclusieve, zeldzame planten vinden we hier niet veel maar herboristen zijn enthousiast over de veel voorkomende ordinaire planten. Ze dragen dan soms ook, als een ereteken dat 'vulgaris' (vulgaire) in hun naam, zoals de bijvoet Artemisia vulgaris. Planten die veel bemesting kunnen verdragen of er zelfs van houden. Ook brandnetel, paardenbloem, berenklauw en struiken zoals onze eerbiedwaardige vlier behoren in deze kategorie. Ze zijn ook bijna allemaal topgeneeskruiden, maar hebben voor mij ook allemaal een emotionele waarde. De oude vlierstruiken die hier groeien hebben ooit als beschutting gediend voor mijn spannende avonturen als kind. Ik schreef over de vlier van mijn jeugd  'Als jongen van veertien, was ik natuurlijk niet bewust met natuur bezig, maar die natuur en de vlier was wel het decor waarin we onze avonturen beleefden. Voor kinderen, in elk geval voor mij, is Vlier altijd een avontuurlijke struik geweest. De oudste exemplaren deden dienst als geheime schuilplaatsen voor onze Robin Hoodbende en de uitgeholde stengels werden als blaaspijpen, proppenschieters en als fluitjes gebruikt. Onoverwinnelijk waren we bij de Hoegaardse fabriekvijvers beschut door de bladkoepel van de Vlier en omringd door een muur van kindhoge brandnetels, waar wij alleen door heen geraakten' . http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22937-vlier-geen-verboden-vrucht.html.


Heksenbezem in de vlier

Maar wij zijn nog altijd aan de wandel. Zo vroeg in het voorjaar is het ook nog wat spoorzoeken naar de planten. Dat is geen handicap integendeel het maakt zo'n wandeling juist wat spannender, we leren beter kijken, de ogen en de neus bij de geurende Hoegaardse grond. De geur van gulheid,
de geur van lang geleden, als kind was je zowiezo dichter bij de grond. Ook de geur van groen, zelfs nu al, het fris sprieterig wel nog subtiel groen van de kleine kamilleplantjes of het harsige, etherische van de nog natte, plakkerige populierblaadjes. Pas uit hun baarmoederknop gefloept en nu wat geschrokken van de winderige Hauthemse hoogvlakte........

Vreemd, verrassend, mooi! Hoe ik Hoegaarden, de grond en de plantjes, als menselijke wezens ga beleven. Het is alsof ik één word met alles, grond, planten, mensen. Eén groot organisme.

zaterdag, april 14, 2012

Fritillaria imperialis

Hoegaarden de toontuinen. Zaterdagavond. De tuinen zijn vandaag blijkbaar ook 's avonds toegankelijk. Onder de eeuwenoude kastanjebomen bloeien de vrolijke narcissen, en in de schemering van kweepeer en moerbei bloeit geheimzinnig de gele Fritillaria imperialis. Zo indrukwekkend heb ik de plant nog nooit gezien. Het gevoel van de schemering, het alleen zijn hier.

Fritillaria dus. De keizerskroon. Hij (of zij) komt in het wild voor van het zuiden van Klein-Azië, via Noord-Iran tot in Afghanistan en Pakistan. De plant wordt in Europa al bijna vierhonderd jaar gekweekt, nadat hij in de zestiende eeuw vanuit Turkije in Wenen in Europa is geïntroduceerd. De bloem en de bol van de keizerskroon verspreidt een geur die mollen zou afschrikken. Volgens sommigen een vossengeur. Hoe ruikt een vos en zouden mollen misschien bang zijn voor vossen? Chemisch gezien noemt de geur 3-methyl-2-buteen-1-thiol, een zwavelhoudende terpeen. Je zou voor minder bang zijn.
Morgen wandel ik hier met de herboristenbende, heel anders, maar ik kijk er wel naar uit.

J Agric Food Chem. 2006 Jul 12;54(14):5087-91. Identification of the volatile component(s) causing the characteristic foxy odor in various cultivars of Fritillaria imperialis L. (Liliaceae).
http://www.pri.wur.nl/nl/nieuwsagenda/archief/nieuws/2006/Vossengeur_van_keizerskronen_geen_mythe.htm

Overnachten in Hoegaarden
Ik sta zomaar op de parking van het sportterrein in Hoegaarden Aan de overkant het bejaardentehuis waar mijn moeder zowat de laatste jaren van haar leven heeft doorgebracht en zelfs nog even een kortstondige bejaardenrelatie heeft gehad.
Vandaag een lesbezoek gebracht aan Ecoflora en morgen een wandeling hier in mijn geboortedorp. De toontuinen al even bekeken en wat rond gereden om een sentimentele overnachtingsplaats te vinden. Eerst naar de kouterhof, een plekje waar in mijn kindertijd wel eens gevaarlijke bohemers kampeerden. Dat leek mij wel een goede plaats om mijn angsten van toen te overwinnen.
Helaas op de vroegere verlaten plaats tussen Hoegaarden en Hauthem, staan nu deftige villa's en daar, min of meer op de oprit van zo'n villa overnachten, lijkt mij niet verstandig. Dus dan maar verder het veld in, naar het broek, voor mij als kind zeker een historische plaats, alleen moest ik nu zowat midden op de smalle weg parkeren en dat durfde ik dan ook niet aan. En ja uiteindelijk dan maar in het centrum van Hoegaarden, de parking bij het voetbalveld, de plaats waar ik lang geleden samen met mijn vader op zondag naar de voetbal ging kijken.

zondag, april 03, 2011

Hauthem, landschap van mijn jeugd

We vertrekken aan de elektriciteitscabine in Sint Katelijne Hauthem. Zwaar bewolkt en zelfs wat regen op deze Ronde van Vlaanderendag.

We wandelen de kasseiberg af, dé berg waar ik waarschijnlijk mijn hedendaagse conditie aan te danken heb. Eindeloos hebben we hier koersrondjes gedraaid. Maar nu komen ik en de anderen toch voornamelijk voor de plantjes. Wij draaien dus geen rondjes in het dorp, maar slaan links af het veld in, langs de al groene graanakkers, de ideale plaats voor onze akkerkruiden. De lichtgroene, dartele klaproosrosetten zijn al overvloedig aanwezig, herderstasje is ook van de partij.
We steken de 'grote' weg Hoegaarden - Meldert over en duiken dan wat verder een holle weg in. Zoete kers in witte bloei, meidoorn in blad en bloemknop, vlier en els markeren de weg en de akker. Als onderbegroeiing zijn er de alom aanwezige kiemplantjes van het kleefkruid, hondsdraf en ereprijsjes, niks bijzonders, maar toch, het bijzondere van het gewone. En overal ook de warrige zaadpluizen van de liaan uit de holle wegen, de bosrank.

We dalen verder en komen bij Rosdel. Het Schoor noemden mijn ouders het acht en vijftig jaar geleden. Als kind mochten we of moesten we mee naar den akker, naar het verzorgen en oogsten van het graan in het vochtige schoorland. Als zevenjarige moesten we niet echt mee helpen, maar mochten langs de rand van het veld wat aan rommelen. Gelukkig was er een spannend beekje, waar kikkers, dikkoppen en ander 'on'gedierte ons bezig hielden. Het was een vanzelfsprekende vorm van kinderopvang met de natuur als oppas.

Nu wandelen we verder richting L'Ecluse, ja in 't Frans, we wandelen op de taalgrens. Het mooiste stukje van de wandeling. Rechts vochtig grasland, moeras, vijvers met riet en slanke sleutelbloem en links de holle weg. Geborgen voel ik mij hier altijd wel een beetje, baarmoeder zeker. De vruchtbaarheid van babyplantjes is hier ook het grootst. We vinden nieuwe scheuten van de heggerank, die met enig geduld zijn zoekende hechtranken rond je ringvinger draait. Huwelijk van mens en natuur! Dat zou mooi zijn.

We vinden nog andere plantjes, de dubbele blaadjes van het dalkruid, al zou het ook de keverorchis kunnen zijn. Dalkruid zou alleen in oude bossen groeien en oud bos lijkt dit gebied toch niet. Nog eens terug komen zeker.
We verlaten de holle weg, weer tussen de akkers, langs de rand waar klaproosrosetten maar ook stevig walstrogroen, waarschijnlijk glad walstro, groeit. Een gladde stengel heeft het in elk geval in tegenstelling met zijn familielid het kleefkruid. Ook de wollige steeltjes van een ander familielid het kruisbladwalstro vinden we hier. 
We draaien nu naar de andere kant van het moerassige Rosdel en wandelen zo terug naar mijn heimwee-akkertje. Wordt vervolgd.


donderdag, januari 27, 2011

Heimwee-landschap



Ergens tussen Hoegaarden en Meldert. Rosdel noemt het nu, het Schoor noemden mijn ouders het 58 jaar geleden. Als kind mochten we of moesten we mee naar den akker, naar het verzorgen, wieden, oogsten van het graan in het vochtige schoorland. Als zevenjarige moesten we niet echt mee helpen, maar mochten langs de rand van het veld wat aan rommelen en gelukkig was er een spannend beekje vlakbij, waar kikkers, dikkoppen en ander 'on' gedierte ons bezig hielden. Het was een vanzelfsprekende vorm van kindercreche met de natuur als oppas.
Nu, zoveel jaren later ben ik voor de eerste keer weer hier. Ik herken de beek maar ons akkerlandje is onherkenbaar. Vochtig weiland, natuurgebied geworden, als natuurliefhebber moet ik daar natuurlijk blij mee zijn, maar als jeugdherinnering had ik het wel terug willen zien zoals toen.


Mooi is het nu wel, kleinschalig landbouwlandschap doorweven met holle wegen, af en toe een uit zijn oevers tredende Schoorbeek met moerasplassen, rietkragen en opvliegende wilde ganzen en boven dit alles wilde wolkenluchten. De rode wandeling volgend bloed ik een beetje van vreugde en verdriet. Wat is er veel en weinig veranderd!


maandag, februari 01, 2010

Winterwandeling in mijn eigen Hoegaarden

Mijn 'kruiden'wandeling. Een winterse rit naar Hoegaarden voor een persoonlijke wandeling. Om geen risico te nemen met dit winterse weer ben ik vroeg vertrokken en dus een uur te vroeg ter plaatse. Dan maar even naar het wit besneeuwde kerkhof. Op familiebezoek. Helaas het graf van mijn ouders kon ik niet vinden onder de witte laag sneeuw, gelukkig vond ik wel de grote grafsteen van mijn tante en nonkel. Een ogenblik van bezinning over dood en leven, over verleden en heden.
En dan met het beetje mensen dat de winter wou trotseren een mooie wandeling in mijn verleden tijd. Door gebetonneerde holle wegen, nu gelukkig bedekt met een dun laagje sneeuw, naar het plateau van Hauthem. Langs de blote vlieren, essen, sleedoorns en meidoorns. Ze laten nu hun karakter zien in silhouet, schors en knop.

In het schijnbaar verlaten Hauthem wandel ik door mijn jeugd, langs het huis van de nonkel en de tante van het kerkhof, langs mijn geboortehuis bij de kabin.
 En dan naar de kapel van Sint-Katrien met de 2 oude lindebomen en verder het dorp uit naar de Marollenkapel, waar we weer vanuit de open vlakte de holle weg induiken. Plots flitsen er zes reeën over het pad de wijde witte vlakte in. Een bevreemdend moment, alsof  we in een oude kerstkaart verdwaald zijn. En het landschap was toch al een beetje Breugheliaans.







We naderen Hoegaarden, de Roccoco kerktoren steekt zijn spits, zelfs in de holle wegen boven de romantische met sneeuw bedekte zaadpluizen van de Bosrank uit. Clematis vitalba, Old mans beard, Traveller's Joy, namen die heilig klinken, alsof ik zelf de hogepriester van Hoegaarden ben.
Nog een laatste, diepe holle weg en dan ruiken we de geur van gistend bier. De Stoopkensstraat en Café De Kluis wachten ons op, maar wij drinken koffie en sluiten af met een uitgebreid gesprek.

In de Bach bloesemtherapie is de Clematitis een plant voor dagdromers en mensen die (te) veel in een fantasiewereld leven. Zou deze Old Man's beard mij, als grijze man wat willen vertellen?