Westerse levensboom |
Ubachsberg. Nee, niet in Duitsland noch Belgie maar gewoon in Nederland. Die Nederlandse uitloper die men Zuid-Limbug noemt. Het hoogste dorp in de wijde omtrek blijkbaar. Ik sta voor het restaurant Le Montagnard, waar ik morgen start met een nieuwe herboristenopleiding. Vandaag heb ik zowel met de camper als te voet de streek nog even verkend. Het was lang geleden, maar ook hier ben ik vroeger veel geweest, vooral veel gewandeld. En met vroeger bedoel ik dan weer 30 jaar geleden. Het blijft me verwonderen, dat een mens, ik nu, zover kan teruggaan in de tijd.
Kasteel Schaloen |
Vandaag even, een uurtje gewandeld bij Oud Valkenburg aan het kasteel Schaloen, de kruidentuin van 30 jaar geleden is er nog steeds, maar spijtig genoeg nu niet te bezichtigen. Bij de ingang staat wel een merkwaardige Levensboom met een vijftal kronkelige stammen, die wel kan bekeken worden en ook waard is om te bekijken. Hij werd hier blijkbaar geplant rond 1800, dus wel wat jaartjes ouder dan ik en heeft, volgens het bijhorend bord een omvang van 19 meter. Deze Thuja is niet echt een kruid om op te eten, maar wordt homeopathisch wel gebruikt tegen wratten.
De tuinen zijn, lees ik, beperkt open van zondag 25 april tot en met zondag 3 oktober, 10.30 uur tot 16.30 uur. We vinden er vooral oude landbouwgewassen. Vergeten granen zoals emmer en spelt (voorgangers van tarwe); maar ook boekweit, gierst en linzen; gewassen voor het vee als veldwortelen en haver. Koolzaad en huttentut werden gekweekt voor het winnen van olie voor keukengebruik en verlichting. Genotmiddelen waren mosterd, tabak, hop en cichorei. Tot einde negentiende eeuw werd textiel geverfd met extracten van de verfplanten wede, wouw en meekrap, maar deze verfstofplanten zijn niet alleen ouderwets maar ook opnieuw modern en actueel. Als we maar lang genoeg wachten worden sommige oubollige dingen opnieuw modieus.
Kruis- en holle wegen
Kruis- en holle wegen
Geul en Schin op Geul
Na dit poetisch en filosofisch intermezzo wandel ik verder tot Schin-op-Geul, mooi is het hier wel en bijzonder proper ook, zelfs iets te clean, waardoor naar mijn smaak, het intense gevoel van leven wat verdwijnt. Maar waar klaag ik over!
Ik moet natuurlijk terug naar Oud Valkenburg en dat kan blijkbaar alleen langs de verharde weg of dezelfde weg terug natuurlijk. Ik kies voor het rondwandelen en ook dat is wel aardig met rechts in de verte zicht op een mergelgrot en naast me de keurige voortuintje met af en toe ook een spannende plant zoals Brugmansia, een soort doorappel ooit door de Zuid Amerikaanse sjamanen als goddelijke plant gebruikt. Maar wat zijn we braaf geworden, de mensen en de planten.
Terug in Oud-Valkenburg met rechts de kerk en nog een kasteel. Voor een mini-dorp is het wel luisterrijk veel, een kerk en 2 kastelen: Schaloen, Genhoes en dat dan nog in het mooie Geuldal. De moeite om te bezichtigen. In de verte wacht geduldig mijn eigen metalen kasteel.
Ik kronkel weer verder met mijn camper, via Wittem, Seys en Trintelen probeer ik nogmaals Ubachsberg te bereiken.