Charmes valt wel mee in
het ochtendgloren. Glinsterend zonlicht op het havenwater. Kwakende
meeuwen en vooral kwetterende spreeuwen massaal nestelend in oude,
hoge niet gesnoeide platanen. Motorhomisten doen hun wandeling met
hun hondenmormels. Alsof ze hier al jaren wonen. Of zouden ze hier al
langer verblijven? Plots wordt er aan de deur geklopt. Bezoek! De
parkinghouder om standgeld te innen. 5 euro! We wisten het wel, maar
dachten er zo vroeg in het jaar onderuit te komen. Mooi niet dus.
Goedkoper dan een hotel dat wel, maar we hebben helemaal niks
gebruikt. Geen electriciteit, noch water. En ook helemaal niks achter
gelaten. Voor het goeie doel dan maar.
Om 9 uur rijden we weg. Richting Bellegarde en Diois maar zoals dat schijnbaar gaat in een motorhome, komen we uiteindelijk zelfs in Bellegard-sur-Valserine uit, de plaats waar de
Valserine in de Rhône stroomt. Onverwacht maar niet helemaal per vergissing. Eerst volgen we onze
winterweg langs de Vogezen naar de Jura. En op een bloeiende
parking tussen Arbois en Polygny, tussen de ereprijsjes en
bosanemonen beslissen we om richting Geneve te rijden en daar de
autoweg naar Annécy, Chambéry en Grenoble te nemen. De Oostkant van
de Verçors, waar we normaal via Valence de andere kant van de
kalkrotsen kunnen bewondere.. We rijden nu wel wat om, maar dan
hoeven we weinig péage te betalen en genieten we van een andere en
ook mooier stuk Frankrijk.
Net voor Annecy stoppen we
nog even bij Curioz, een campingcar centrum. We hebben een nieuwe
afsluitstop nodig, de onze sluit niet perfect meer, waardoor proper
water weglekt. Ze hebben hier wel veel materiaal: achteruitrijcameras,
zonnecellen, groot gerief maar een stopke van enkele euros helaas
niet. Niet getreurd, zonder lukt ook.
|
Vif |
Voorbij Grenoble kijken we al uit naar een kampeerplaats. We proberen nu zomaar de parkings in de dorpen. Eerst Mure, bij een ex-station waar in de zomer een toeristentreintje rondtoert. We volgen de wegwijzers voor de busparking. Achter en tussen een stapel oude en voorlopig verlaten treinstellen ligt een afgesloten en verlaten parking. Niet echt aantrekkelijk dus toeren we maar verder.
Mooi landschap, we kruisen de rivier Le Drac en arriveren in Le Vif. Niet echt levend maar achter het stadhuis vinden we een rustige, wat verstopte parking met de klassieke platanen. We parkeren in het hoekje bij de muur en bij de bloeiende kerselaars. Verderop wordt het nu toch wat levendiger. Mensen, ouders verzamelen op een schoolplein. Ouderavond of zo iets. Ergens boven achter gesloten ramen oefent de plaatselijke fanfare. Wij vinden op een ander plein een smoezelige pizzeria, waar we toch maar een kleinigheid eten en een grote Pelforth drinken. Al moest de mevrouw wel even op zoek naar een tweede exemplaar. Maar uiteindelijk konden we toch allebei onze bierdorst lessen.