In Bonsoy mogen we wonen maar moet de natuur natuur blijven, alleen subtiele ingrepen van de mens zijn in theorie toegestaan. Bomen zoals eik, berk en esdoorn vormen het dak van ons bos, struiken zijn vooral hazelaars, kardinaalsmuts ea, nog een verdieping lager willen vooral bramen heersen en helemaal op en onder de grond vinden we daslook, bosanemoon, bosaardbei, speenkruid, aronskelk en hier en daar ook gulden sleutelbloem. Rond mijn huis probeer ik met zo weinig mogelijk verstoring de diversiteit en eetbaarheid nog wat te vergroten door aanplant van framboos, zwarte bes, bosbes en wilde kruisbes en dan de klimmers langs het balkon, hop, kamperfoelie en zelfs de woeste bosrank mag er zijn.
Vandaag zwarte bes en hop aangeplant. Hop zou nog dit jaar de ijzeren balkonleuning aan het zicht moeten onttrekken en ons hopelijk al bitter-aromatische bellen opleveren. Hildegard van Bingen, de middeleeuwse abdis, schreef dat hop “niet erg bruikbaar is.” Hop “maakt de ziel van een man treurig, en verzwaart zijn innerlijke organen.” Niet echt hoopgevend, mijn ziel treurig maken, daar zit ik nu niet op te wachten, maar de signatuur van hop van snel groeien 'hop hop' spreekt mij wél aan.
Bijna tegengesteld aan de sedatieve werking van de hop is de versterkende werking van de zwarte bessen en van de aromatische knoppen van Ribes nigrum als glycerinemaceraat. Zwarte bes werd reeds aanbevolen in de 18 eeuw als "levenselixir". De zwarte besknoppen is één van de meest veelzijdige extracten uit de gemmotherapie. Het is een krachtig tonicum dat een doeltreffende werking heeft op vele fysiologische processen in het lichaam en als adaptogeen werkzaam is.