Posts tonen met het label bos. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bos. Alle posts tonen

woensdag, november 16, 2022

Het pratende bos ontsluierd

Een uitgebreid artikel in de New York Times werpt licht op hoe wetenschap werkt. Het gaat in op de dynamiek tussen wetenschap en breder publiek, rond de al dan niet functionele relatie tussen bomen in een bos en schimmels onder de grond.


Eerder, in 2014, schreven we over het wood wide web, gevormd door schimmels die bomen met elkaar laten communiceren. Myceliumdraden van schimmels zorgen niet alleen voor de uitwisseling van informatie, maar ook van voedingsstoffen.
Er leken onder de grond grote functionele netwerken te bestaan die dwars ingingen tegen Darwin's survival of the fittest. Nee, onder de grond werd uitgebreid samengewerkt in plaats van gewedijverd, ten bate van bijvoorbeeld jonge boompjes die weinig licht vingen. In de symbiose tussen planten en hun schimmels leverde de plant koolhydraten (suikers), en hielp de schimmel de plant aan water en stoffen als fosfor en stikstof.
Sommige wetenschappers stelden zelfs voor om bossen expliciet te beheren om schimmelnetwerken te beschermen

Transport van suikers en voedingsstoffen
Dit fascinerende verhaal is terug te voeren op wetenschappelijk onderzoek uit de jaren '80 en '90, waaruit zou blijken dat er bossen zijn waarin suikers en voedingsstoffen tussen de wortels van verschillende bomen worden getransporteerd. En van de eerste onderzoekers op dit gebied en voorloper van het pratende bosverhaal was David Read, destijds botanicus aan de Universiteit van Sheffield, die in 1984 in een artikel aantoonde dat met een radioactieve vorm van koolstof gelabelde verbindingen via schimmels tussen laboratoriumplanten konden stromen.
In 1997 toonde Suzanne Simard aan dat er sprake was van een overdracht van koolstof in twee richtingen, tussen jonge douglassparren en papierberken in een bos. Kort daarna bekritiseerde een groep senior onderzoekers de studie, omdat er methodologische fouten in zaten die de resultaten in de war stuurden. Dr. Simard reageerde op de kritiek, en zij en haar collega's ontwierpen aanvullende studies om deze aan te pakken.
Zowel wetenschappers als niet-wetenschappers verbonden vergaande conclusies aan deze onderzoeksresultaten. Uitgebreide schimmelnetwerken zouden alom tegenwoordig zijn in bossen in de hele wereld. Ze zouden bomen met elkaar laten praten. Sommige wetenschappers stelden zelfs voor om bossen expliciet te beheren om schimmelnetwerken te beschermen. Ook het bredere publiek omarmde het idee gretig. Het concept kwam aan bod in talrijke mediaverslagen, tv-programma's en bestsellers, waaronder een winnaar van de Pulitzerprijs. Indrukwekkend bewijs, maar de manier waarop ik het geheel van dat bewijs interpreteer, is totaal verschillend

Reality check leidt tot verdeelde reacties
Totdat een tegenbeweging op gang kwam - ook vanuit de wetenschap. In een recent overzicht van gepubliceerd onderzoek vonden drie wetenschappers - Dr Justine Karst, Dr Jason Hoeksema en Prof. Melanie Jones - weinig bewijs voor de aanname dat gedeelde schimmelnetwerken bomen helpen te communiceren, middelen uit te wissen of te gedijen. Volgens hen hebben wetenschappers nog niet aangetoond dat deze webben wijdverspreid of ecologisch belangrijk zijn in bossen. Collega-onderzoekers reageren verdeeld. Sommigen vonden het de hoogste tijd voor een reality check, anderen zijn ervan overtuigd dat verder onderzoek veel van de hypotheses over schimmels in bossen zal bevestigen. Zoals Colin Averill, een mycoloog aan de ETH Zürich, die zei dat het door Dr. Karst verzamelde bewijs indrukwekkend is. Maar, voegde hij eraan toe, "de manier waarop ik het geheel van dat bewijs interpreteer is totaal verschillend."
En vorig jaar stelde Kathryn Flinn, een ecoloog aan de Baldwin Wallace University in Ohio, in Scientific American dat Dr. Simard en anderen de mate van samenwerking tussen bomen in bossen hadden overdreven. De meeste deskundigen, schreef Dr. Flinn, geloven dat groepen organismen waarvan de leden hun eigen belangen opofferen voor de gemeenschap zich zelden ontwikkelen, een resultaat van de krachtige kracht van natuurlijke selectie onder concurrerende individuen. Terug naar Darwin, dus.
Zelfs sommigen die ooit het idee van gedeelde schimmelnetwerken propageerden, heroverwegen die hypothese inmiddels. Dr. Jones, één van de co-auteurs van Dr. Simard in 1997, zegt spijt te hebben dat zij en haar collega's in het artikel schreven dat zij bewijs hadden voor schimmelverbindingen tussen bomen. In feite, zegt Dr. Jones, hebben ze niet onderzocht of schimmels de koolstofstromen bemiddelden.

Eenduidige resultaten boeken lastig
In een presentatie van dit voorjaar op basis van het onderzoek op de International Mycorrhiza Society-conferentie in Peking, betoogde Dr. Karst dat veel van het bewijs dat gebruikt wordt om de bosbrede webhypothese te ondersteunen andere verklaringen zou kunnen hebben.
Eenduidige resultaten boeken, valt ook niet mee. Zo hebben sommige onderzoekers, waaronder Dr. Karst zelf en haar collega's, fijne mazen aangebracht en soms greppels of luchtgaten tussen de zaailingen aangebracht om veronderstelde schimmelnetwerken te verstoren en vervolgens getest of die veranderingen de groei veranderden. Maar die tactieken verminderen ook de hoeveelheid grond waaruit een zaailing direct voedingsstoffen of water kan halen, of ze veranderen de mix van schimmels die binnen de mazen groeien, wat het moeilijk maakt om het effect van een schimmelnetwerk te isoleren.
Ook zijn pogingen gedaan tot onderzoek met DNA-microsatellieten; lastig onderzoek, dat veel tijd kost, meer dan onderzoekers gewoonlijk gegeven is. Uitgebreide veldstudies die meer klaarheid zouden kunnen brengen, verhouden zich immers slecht met de gebruikelijke tijdsschema's voor wetenschappers die afhankelijk zijn van subsidies. Karst's voorlopige conclusie is: "Wetenschappers zijn vectoren geworden voor ongefundeerde beweringen." Dat neemt niet weg dat, voor haar, ook zonder onomstotelijk bewijs voor het pratende bos "het bos een zeer mysterieuze en prachtige plek is."

Artikel van Claudia Hulshof Wetenschapsjournalist & eindredacteur, Foodlog

maandag, december 31, 2018

Baden in het bos

Dat bomen een hechte gemeenschap vormen en met elkaar communiceren, dat kwamen wetenschappers een paar decennia geleden al op het spoor. 
De eerste die bewijzen leverde over het intelligente communicatiesysteem van bomen was de Canadese ecologe Suzanne Simard. Ze toonde aan dat bomen, dankzij het gigantische ondergrondse netwerk van wortels en schimmeldraden die hen verbinden, een enorme capaciteit hebben tot zelfgenezing. De verbindingen werken als een soort internet, waarlangs niet alleen informatie wordt doorgestuurd  over nakend gevaar, zoals insecten, parasieten of blad-etend wild, maar waarlangs ook koolstof en voedingsstoffen doorgestuurd worden. 

Simard toonde verder aan dat moederbomen overtollige koolstof naar hun eigen nageslacht zenden, naar de kind-scheuten die in hun nabijheid opschieten uit hun gevallen vruchten. Moederbomen beperken zelfs hun eigen wortelgroei zodat hun kinderen genoeg groeiruimte krijgen. Wanneer een oude  moederboom sterft, pompt die langzaam alle overgebleven koolstof naar de andere bomen, samen met een hele hoop verdedigingssignalen. “Words of wisdom”, volgens Simard, afscheidswoorden om te overleven. Door die informatie uit te wisselen, maken bomen de weerbaarheid van hun bosgemeenschap veel groter. In een bos geldt geen darwiniaans survival of the fittest. Wel integendeel: bomen helpen elkaar effectief te overleven.

De Duitse ex-boomkapper en tegenwoordig innig bomenliefhebber Peter Wohlleben heeft het ook over families en over moeder- en vaderbomen. Een paar jaar geleden schreef hij de bestseller 'Het verborgen leven van bomen', waarin hij zijn persoonlijke observaties gebruikt om resultaten van wetenschappelijk onderzoek zoals dat van Suzanne Simard te illustreren. Het boek is een erg liefdevolle beschrijving van een onbekende en ongelooflijk fascinerende wereld. Ook Wohlleben verwondert zich over zoveel solidariteit tussen bomen, al hebben bomen wel een voorkeur voor hun eigen soort, zegt hij. Ze zullen eerst hun eigen ‘kinderen’ helpen, dan hun eigen boomsoort, en pas dan een andere boomsoort met wie ze het kunnen vinden. Er zijn ook boomsoorten die sowieso niet kunnen rekenen op hun hulp of sympathie. Ook in de natuur kent solidariteit blijkbaar grenzen.

Een onderzoeksteam van de Universiteit van Bonn, zo vertelt Wohlleben, is ervan overtuigd dat boomwortels hersenachtige structuren bevatten om informatie door te geven die dan tot gedragsverandering leidt en de boom op die manier doet overleven.
Mogen we dan besluiten dat bomen echt zoiets als verstand hebben? Beschikken ze over een bewustzijn? Een wil? Ze hebben in ieder geval een taal. Ze zullen ultrasone geluiden voortbrengen als ze erg veel dorst hebben. Die ultrasone geluiden zijn een gevolg van trillingen die ontstaan als de waterstroom van de wortels naar de bladeren in de stam wordt onderbroken. Het zou goed kunnen dat die ultrasone geluiden waarschuwingskreten zijn voor andere bomen, dat het water opraakt, aldus Wohlleben.

Bomen hebben dus een soort intelligentie.  Een bos heeft geneeskrachtige eigenschappen, individuele bomen evenzeer. De positieve invloed van bomen op mens en natuur is de laatste jaren blijkbaar in ontelbare studies bewezen. Dat ze de lucht zuiveren en door hun uitzicht de stadsmens wat rust kunnen geven, is maar een fractie van wat bomen daadwerkelijk voor mensen kunnen betekenen. Ettelijke studies geven aan dat mensen die leven in de nabijheid van bomen of gaan wandelen in bossen meteen een gezondere bloeddruk krijgen. Wie een lagere bloeddruk wil, moet naar een loofbos trekken, wie een hogere bloeddruk wil, begeeft zich beter naar een naaldbos.

Patiënten in kamers met uitzicht op bomen genezen sneller. Mensen met alzheimer hebben minder crisismomenten en fleuren op. Kinderen zijn veel meer gefocust. Bij volwassenen wordt de aandacht en bovendien een positief humeur aangescherpt. Stress heeft veel minder invloed bij mensen die zich in de nabijheid van bomen bevinden. Kinderen met ADHD vertonen veel minder symptomen na een wandeling door een bos. Enzovoort. Zie ook http://chicagorti.org/TreeBenefits

In het fantastische boek Blinded by Science gaat de Britse Matthew Silverstone op een schitterende manier op zoek naar antwoorden die de wetenschap niet of maar half geeft. Silverstone las zowat alle studies die ooit gemaakt zijn over fenomenen die moeilijk te verklaren vallen – over de eigenschappen van water, de invloed van de zon, de maan, bijen, vogels, planten en bomen. Daarbij gaat hij uit van de bewezen premisse dat mensen, water, aarde, planten en materie een zekere vibratie of elektromagnetische trilling bezitten. Soms raakt die vibratie bij mensen verstoord door de aanwezigheid van ‘zwervende’ trillingen van apparaten, van wifi-straling of van nefaste chemische elementen. In zijn uiteenzetting zouden bomen in staat zijn om bij aanraking de goede vibraties in het menselijk lichaam terug te herstellen door de kracht van hun eigen energie, dus door hun eigen inherente trillingen. Het klinkt misschien vreemd als je het hier leest, maar het houdt wel steek als Silverstone het uitlegt, gestaafd door verschillende wetenschappelijke studies.

Bosbaden 

Is er al een echte oorzaak gevonden, naast de onomstotelijke vaststellingen van positieve invloed, waarom bomen eigenlijk genezend werken? In Japan beseffen ze al veel langer dat bomen mensen gezonder kunnen maken. Sinds 1982 wordt ‘bosbaden’ daar door de overheid gepromoot als algemene therapie. Onderdompeling in een bos. Je hoeft met dat bosbaden geen kilometers te gaan wandelen. Gaan zitten onder een boom is dus ook goed. De kracht van bomen zit in Japan zo hard verweven in de cultuur en in de levensfilosofie, dat de overheid er 4 miljoen dollar voor over had om te onderzoeken waarom bomen zo goed zijn voor mensen. Dankzij dat onderzoeksgeld toonde professor Qing Li van de Universiteit van Tokio aan dat het menselijke immuniteitssysteem aanzienlijk beter wordt in de nabijheid van bomen, en wel specifiek dankzij het inhaleren van de essentiële oliën of zogenaamde phytonciden die bomen uitstoten als verdediging tegen insecten en bacteriën. De killercellen in ons eigen systeem worden door de phytoncide-geur van de bomen zo hard gestimuleerd dat ze prompt de aanvallers van onze goede cellen verslaan. Aromatherapie in de natuur.  Kruidengeneeskunde zonder de planten op te eten.

https://www.ted.com/talks/suzanne_simard_how_trees_talk_to_each_other/discussion?source=tumblr&language=nl


donderdag, april 30, 2015

Daslook hopelijk geen dwaaslook

Daslook oogsten in de boshelling bij mijn huis. Wild voedsel is in de mode , toch is het meer dan mode, eerder een elementaire behoefte, een oergevoel, een manier om zich verbonden te voelen met de natuur. Toch schuilen er bij het oogsten ook addertjes of eerder andere planten onder het daslook, in mijn geval (zie foto) een exemplaar van de aronskelk. Deze Arum is niet alleen minder smakelijk maar ook giftig en dus minder geschikt om in de pesto te verwerken.
Over de smakelijke daslook durf ik nauwelijks nog schrijven, nu we overstelpt worden met oppervlakkige daslook FB berichten. Ik zou daar blij mee moeten zijn, toch is dat niet altijd het geval. Plukken van wilde planten moet met kennis van zaken gebeuren, zowel voor de bescherming van de mens als voor de bescherming van de natuur. Hopelijk nemen we dan ook de tijd om die kennis te verwerven. Veel in de natuur aanwezig zijn, planten bestuderen, meewandelen met ervaren mensen en af en toe, bijna symbolisch, enkele blaadjes plukken om ze voorzichtig op te eten. Wilde planten mogen geen schrokvoedsel zijn, daar hebben we onze gecultiveerde groenten voor. Groenten die ten andere ooit ook wilde planten waren.

Over aronskelk
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/arum-aronskelk
Over daslook
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/allium-ursinum-daslook

woensdag, december 11, 2013

Meldertbos en zijn mammoetbomen


Meldert, deelgemeente van Hoegaarden. Als kind kwam ik hier veel vooral om mijn tante en nonkel Jen te bezoeken. Het bos was toen een geheimzinnig, donker en ontoegankelijk gebied. 

Nog veel vroeger was het eigendom van de Heren van Meldert. Nadat het kasteel gebruikt werd als kazerne voor de Duitse troepen in de tweede wereldoorlog, is het kasteeldomein in 1957  overgegaan naar de Aalmoezeniers van de Arbeid, die er een college van maakten. Het kasteelpark verwilderde volledig en sinds 1986 werden stelselmatig delen aangekocht als natuurreservaat. Sinds 2002 staat Natuurpunt in voor het beheer van het park.

Ik wandel door de verroeste, ooit statige toegangspoort het bospark in. Het pad is betegeld met herfstbladeren, een mooiere 'tapis plain' kan ik mij nauwelijks voorstellen. De lage winterzon scheert rood langs de toppen van de kale bomen. Het natte, glibberige pad naar omhoog leidt mij richting kasteel. In het bos zelf, halverwege de centrale dreef, staat een groep indrukwekkende mammoetbomen. Vreemd genoeg vielen ze mij pas op toen ik er vlakbij stond. Eerst werd mijn aandacht getrokken door een onnozel struikje met rode bessen, kardinaalsmuts, verstopt onder die reusachtige Sequoia's.




Zo ben ik wel, met mijn neus als een hond snuffelend over de grond wordt ik één met de kleine natuur totdat plots de immense bomen als reuzen over mij heen vallen. Overdonderend, indrukwekkend. Klein duimpje in sprookjesland.

In de verte doemt het vierkante kasteel op uit de mist. Ik sta zo perplex van de magie, begin te zweven en vergeet mijn voeten op te tillen, waardoor ik, gevangen door een braamstengel pardoes plat voorover in de modder val. Terug naar de werkelijkheid. Bemodderd maar wel intact kom ik overeind. En ik die vanavond nog de 'jury' ter verdediging van de eindwerken opleiding herborist, moet voor zitten.

In de gemmotherapie wordt de knoppen van Sequoia gigantea (Sequoiadendron giganteum / Mammoetboom) vooral gebruikt voor ouderen, de boom geeft nieuwe krachten zowel fysiek als mentaal. de knoppen herstellen de corticosteroïdenwaarden in het bloed. Deze werking verwondert mij helemaal niet, alleen al er naar kijken, doen de rillingen over je rug lopen. Een geweldenaar maar wel met een zachte huid. Stoer van binnen en teer van buiten. Het middel is aangewezen, lees ik, bij seniele aftakeling, ouderdomsklachten en prostaataandoeningen. Als ik honderd jaar ben zal ik deze reus onder de bomen wel kunnen gebruiken zeker?

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/25392-geneeskracht-van-knoppen-gemmotherapie.html