Bergsteentijm en echte tijm bijvoorbeeld en ook borstelkrans vinden we hier in de warme grinderige bermen. Beneden bij de rivier in de kale helling groeit de gele hoornpapaver, een echt papaverbloempje, de hoorn in de naam verwijst naar de de lange gekromde zaadpeulen, die nu ook al aanwezig zijn. Ook echte lavendel en de wollige teucrium vinden we bij het begin van de kloof. Nu komt het verfrissende gedeelte van onze wandeling, de route door de rivier de Oule en daarna het avontuurlijke gedeelte, de klim naar de geheime grot hoog in de rotsen, waarwe ons kunnen laven aan een bron. De bron?
Naar planten kijken in deze spannende omgeving doen we nu wat minder, toch vinden we hier overvloedig veel Venushaar en in de helling tussen de Canne de Provence slingert zich zowaar een spekwortel.
Het wortelsap van deze Tamus communis bezit ontstekingsremmende eigenschappen. In de volksgeneeskunde werd hij vroeger gebruikt tegen kneuzingen en blauwe plekken; vandaar de Franse naam „herbe aux femmes battues“ (kruid voor de geslagen vrouwen). Misschien hebben we straks na onze 'gevaarlijke' afdaling de kwaliteiten van deze plant wel hard nodig.
- R. J. Schmidt, S. P. Moult: The dermatitic properties of black bryony (Tamus communis L.). Contact Dermatitis. 1983 Sep;9(5):390-6.
- N. Mascolo e.a.: Local anti-inflammatory activity of Tamus communis. J Ethnopharmacol. 1987 Jan-Feb;19(1):81-4.