Posts tonen met het label Ratelaar. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Ratelaar. Alle posts tonen

zondag, juni 08, 2014

Ratelaars

We vinden zomaar ratelaars op de wandeling tijdens ons Hollands kruidenweekend bij Eindhoven. De grote ratelaar 'gebruikt' grassen en vlinderbloemigen als gastheren. Met de penwortel wordt contact gemaakt met de wortels van deze waardplanten en op die manier worden bepaalde mineralen en stikstof afgetapt. Een oud gezegde luidt dan ook dat, waar de ratelaar groeit het gras kort blijft. 

De ratelaar hoort bij de Bremraapfamilie of Orobanchaceae, het zijn halfparasieten. Volledige parasieten zijn planten die geen chlorofyl bevatten, dus niet groen gekleurd zijn en die daarom volledig afhankelijk zijn van de gastheerplant. Halfparasieten zijn planten die wel over bladgroen of chlorofyl beschikken, maar meestal met hun wortel in de waardplant dringen en op die manier water en bepaalde mineralen opnemen. Omdat ze wel chlorofyl bevatten kunnen ze zelf in hun energie voorzien door middel van fotosynthese.

De Flora Batava uit 1832 schrijft over de ratelaar' Het zaad onder het koorn gemengd en gemalen zijnde, maakt het brood blauw, schoon dit niet schadelijk zij voor de mensch (Haller). Blauw brood misschien een ideetje voor de broodhaters van tegenwoordig, kunnen ze het brood nog wat minder appetijtelijk maken.

Bij L. Watson vinden we: Rattle grass en cockscomb staan beiden onder het beheer van de Maan. Ze werden gebruikt als een wormdodend middel. Tegen wandluizen werden ze gebruikt, waartoe een hoeveelheid gekneusd zaad gebruikt werd met water, waarmede de bedstede en lambrisering werd bestreken, het zou een zeer effectvol middel zijn geweest.

En Dodonaeus, onze superautoriteit uit de 15de eeuw schrijft ‘De Nederlanders noemen dit onkruid ratelen en gele ratelen, in het Hoogduits Gal Rodel’.
Als de doosvrucht, waarin de zaden zich bevinden, geschud wordt geeft die een ratelend of rammelend geluid, een teken dat het seizoen gekomen is om hooi te verzamelen, de ratelaar, ratelen en raat, Rasela bij Hildegard, Rassel, gal Radel of Rodelkraut, Engels greater yellow rattle, rattle box of rattle grass. Grote ratel of Grosser Klappertopf, in Groningen ratels en op Walcheren reutels.

Interessant en intrigerend is ook dat 'Wie zich met een afkooksel van ratelaars wast niet betoverd kan worden'. Zou het ook tegen hedendaagse betoveringen werken?

maandag, mei 14, 2012

Wandelen bij Bellegarde

Wandelen in Bellegarde zelf. Naar boven, naar de resten van het oude dorp, een bezoekje aan ons labyrint. En dan verder over de kam met zicht op Bellegarde, Montlahuc en het kerkhof. Jeneverbessen, wilde rozen en vooral mooie lindebomen bekoren hier het landschap. Hier op 850 meter hoogte zijn de lindebomen nog nauwelijks in blad, van bloesem is nog geen sprake. Mooi zijn ze wel, nog karaktervol een beetje kaal en toch botten barstend van leven. Voor het maken van een gemmomiddel (knoppen) is het wat laat en voor het oogsten van bloesem nog veel te vroeg. Dus nu alleen genieten van deze geweldige bomen. Is dat niet de grootste geneeskracht?

We wandelen verder, steken de D61 over naar de vallei van het verlaten huis (Champ Sigot), we vinden verschillende orchideeen, niet verwonderlijk, het is nu eenmaal orchistijd, mannetjesorchis, gevlekte orchis en vooral veel stevige purperorchis. We klimmen naar boven, naar Champ Sigot, in een weiland vinden we de eerste ratelaars. Parasietplanten die hun voedsel gedeeltelijk uit het gras halen, waar ze op groeien. Terug klimmend ontdekken we een veldje met de prachtige, blauw bloeiende gentianen. Dat zo'n een mini-roset zo'n maxi-bloem kan voortbrengen blijft me verwonderen. Via het plekje van de fossielen, de vallei van Marmione en vele andere interessante planten komen we terug in Bellegarde.


Over de ratelaars, Rhinanthus species
Ratelaars niet direct grote medicinale planten, maar wel bijzonder door de bloei en de zaadddoos. De zaden liggen er los in, waardoor ze, bij het schudden enig geluid maken. Rammelen of ratelen dus. Volgens de Pfaf website zou de plant goed zijn voor de ogen (ophthalmic) en een gele kleurstof bevatten. In de oudere kruidenboeken vinden we die werking ook terug. Niet te verwonderen ratelaar is nauw verwant aan ogentroost, de bekendste plant voor de ogen.

Culpepper and other old writers call this plant Rattle Grass, like the preceding species, but Gerard gives also the name of 'Pennygrass,' an allusion to the flattened, fairly circular outline of the capsules. The generic name, Rhinanthus, is derived from the two Greek words signifying nose and flower, from the projecting beak of the upper portion of the corolla. The specific name, crista-galli, means the crest or comb of a cock, because, according to Pliny, it has numerous leaves resembling a cock's comb. Parkinson, writing in 1640, also explains the name by saying the deeply-dented edges of the leaves 'resemble therein the crest or combe of a cocke,' but others have thought the name 'Coxcomb' refers rather to the notched calyx. In France it is called the 'Crête-de-coq.'

The Yellow Rattle was considered to have certain properties in common with Eyebright. Culpepper tells us that it 'is held to be good for those that are troubled with a cough or dimness of sight, if the herb being boiled with beans and some honey; put thereto be drunk or dropped into the eyes. The whole seed being put into the eyes draweth forth any skin, dimness or film from the sight without trouble or pain.'

http://www.botanical.com/botanical/mgmh/r/ratyel07.html
http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Rhinanthus+minor