Je hebt ze in allerlei soorten, de helmkruiden; het knopig, geoord en het gevleugeld helmkruid. Het gevleugeld helmkruid staat er bij ons in de tuin nu stevig, fris en glimmend groen bij, wat bij sommigen de verwachtingen wekt dat het een of andere verloren gelopen sierplant is, die straks felle, grote bloemen zal geven. Helaas of gelukkig, worden die verwachtingen niet ingelost, want er verschijnen in de zomer hele, kleine bruinige bloemetjes, die met enige fantasie op een soort helm gelijken. Niet opvallend maar wel bijzonder. Volgens sommigen zou het dan ook een kruid zijn voor diegenen die met de helm geboren werden.
Geoord helmkruid of beekschuym
Dodonaeus beschrijft het geoord helmkruid en noemt het beekschuim. 'Door zijn voorkomen langs sloten en vaarten wordt het wel beeckschuym genoemd'. Beekschuim heeft in zijn bladeren een afvegende kracht waarmee sommige menen dat het in de oude kwade en stinkende zweren zeer behulpzaam kan wezen als ook het sap er van in honing gekookt.
Sommige houden dat het zaad van beekschuim gestampt en met honing gemengd als een pleister op het voorhoofd gelegd het lopen van de ogen beneemt.
Het water van dit gehele gewas gedistilleerd in het midden van mei geneest de wratten en andere diergelijke uitwassen en niet alleen met doekjes daar op te leggen, maar ook door het te drinken ‘s morgens en ‘s avonds vier ons tegelijk’. Ik heb geen ervaring met deze toepassingen en... proefkonijnen zijn dus altijd welkom.
Ook grappig is dat, weer volgens Dodoens 'de kinderen de bladeren strippen en steken hem door een ander als een boog door een fiddle', vandaar de Engelse namen fiddles en fiddlewood, ze geven dan een schurend geluid, het geluid van een fiddelaar.
Knopig helmkruid
Knopig helmkruid is de soort die we ook nu nog gebruiken en net zoals in de tijd van Dodoens nog steeds tegen aambeien. Groot speenkruid werd het vroeger wel genoemd, wat ook nu nog verwarring geeft met het echt speenkruid (Ranunculus ficaria), twee botanisch zeer verschillende planten maar wel allebei tegen het speen (aambeien) in gebruik. Het zijn de ondergrondse knobbelige knollen die gerooid worden waarvan dan met melk een soort thee getrokken wordt.
Dr. Leclerc en vele anderen schrijven het ook een bloedsuikerverlagende werking toe. Verder is er in Helmkruid ook de anti-inflammatoire stof harpagoside gevonden, waar duivelsklauw (Harpagophytum) zijn werking bij artrose aan te danken heeft. Bijzonder is ook dat het flavonoïde diosmine voor het eerst en al in 1925 in deze plant gevonden werd en dat deze stof nu ook verwerkt wordt in preparaten voor het veneuze vaatstelsel, tegen spataderen en aambeien. Dus de kwalen waar juist Helmkruid in de volksgeneeskunde voor gebruikt word. Diosmine heeft net zoals harpagoside ook een ant-inflammatoire werking.
Lees ook
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/scrophularia-sp-helmkruid