Nog eens gewandeld in Weelde Statie. Wel veel veranderd. Mijn vroegere tuin, toen grond van de Belgische spoorwegen, is eigendom geworden van de plaatselijke rommelmarkt en nu afgesloten. Erg? Niet echt, de planten die zelfstandig hun gangetje konden gaan, hadden zich toch al op eigen houtje verplaatst.
Ik verwacht volk, enthousiast en intelligent volk en dat dank zij FB. Een Facebookwandeling zou ik het durven noemen. Gezichten die ik alleen maar digitaal kende, komen in levende lijve aangewandeld en aangereden. Wel spannend maar vooral mooi, een kruiden- maar ook een mensenwandeling.
Toch over planten vertellen.
Planten met een verhaal, mijn verhaal. Peterselievlier, hop, wilde kastanje.....ooit zelf aangeplant. Venkel heeft zich buiten de oorspronkelijke tuin trots op een hoge berm geïnstalleerd. Bij de resten van het perron vinden we weggegooide karmozijnbessen, ook een manier om uitheemse planten in de natuur te krijgen. Aan de achterkant van het oude perron geen treinsporen meer, wel een bospaadje en het oprukkende bos. In de berm boerenwormkruid nog in bloei, de overal aanwezige brandnetel en enkele klisplanten. Eetbare kliswortel bevat inuline, goed voor de darmflora en dan kan ik weer mijn verhaal over de kliswortelolie vertellen. De olie goed om het haar gezond te houden maar het grijs worden van mijn haar heeft de klis toch niet kunnen tegen houden. Grijs-kruid vinden we hier wel, ooit molenkruid genoemd omwille van zijn voorkomen bij graanmolens en spoorwegen.
Zigzag wandelen
Ver wandelen doen we niet, we zigzaggen tussen wilg, berk, meidoorn en vlier. In de droge en warme sintelgrond vinden we agrimonie maar vooral rosetten van teunisbloem, toorts en slangenkruid. Resten van sintjanskruid zijn natuurlijk ook aanwezig. Wat heb ik hier vroeger veel johanneskruid geplukt om olie en tinctuur te maken. Herinnering zonder heimwee. Langs het Bels lijntje wandelen we terug, mensen ontmoeten planten, nog even guldenroede goeie dag zeggen en oh ja resten en rosetten van kaardebol. Allemaal planten met oude maar nu ook met nieuwe verhalen, maar we moeten verder. Het is al ver over de middag, sommigen krijgen honger of moeten naar huis. Al had de wandeling met deze mensen, met Murielle, Aukje, Evelien, Joelle....... wel de hele dag mogen duren.
Na de wandeling en na het café,
ben ik nog even alleen in mijn oude tuin. Braamstruiken zijn weer volop aanwezig zoals ze dat ook al waren toen ik hier 40 jaar geleden kwam wonen. Wat dat betreft is alles weer bij het oude. Zelfs stevige woekeraars zoals groot hoefblad en reuzebereklauw moesten het afleggen tegen de bramen. Na wat nauwkeuriger zoeken vind ik toch nog wat roze bloemetjes van het kroonkruid, verder wilde marjolein en gewone ereprijs. Maar waar zijn de honderden andere planten gebleven? Weggehaald, verdwenen, gevlucht naar andere oorden? Wie weet, waar we mekaar weer ontmoeten. Mensen en kruiden.
Posts tonen met het label Weelde. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Weelde. Alle posts tonen
zondag, september 28, 2014
zondag, juni 06, 2010
Verloren tuin
Een vervallen, al zowat 60 jaar verlaten spoorwegemplacement, gestorte sintels, verbrokkelde perronmuren. Het klinkt allemaal niet direct aantrekkelijk, maar toch zijn oude industriële gebiedjes net zoals verlaten steengroeven boeiende natuur- en plantengebieden.
Gebieden verandert door mensen, verlaten en dan weer herovert door de natuur, zorgen voor een grote diversiteit aan planten.
Zo is het ook gegaan in Weelde Statie, tussen Turnhout en Baarle Hertog, de reeds 60 jaar verlaten spoorweg, was niet zomaar een spoorweg maar ook een overslagstation tussen België en Nederland, wat voor een nog grotere diversiteit zorgde. In België werden sintels van hoogovens en kachels gebruikt als fundering voor het gebied, in Nederland werd meer grind en dergelijke gebruikt. Op het emplacement ontwikkelde zich door het gebruik van kalk-, as- en steenkoolresten een typische plantengroei.
Aan de rand van het stationsgebied aan het eind van de stationsstraat heeft ook 30 jaar een herborist gewoond en een tuin gehad, waardoor de diversiteit in plantengroei nog verder werd vergroot. Die herborist ben ik zelf.
Wij wandelen vanuit de stationsstraat, vertrekkend bij nummer 18, en bij de summiere resten van de vroegere kruidentuin. Hier vinden we nu nog meidoorn, peterselievlier, enkele oude palmboompjes en een bloeiende en geurende rozenstruik, waar het klassieke rozenwater uit gedistilleerd werd. Achter die struiken en bomenrij, zijn de echte resten te vinden van de tuin. Nog veel Agrimonie, toortssoorten, wilde marjolein maar ook het zeldzame Kroonkruid. Een plant niet direct geschikt om op te eten, hij bevat net zoals vingerhoedskruid hartglycosiden, giftig maar in de juiste dosering stimulerend voor de hartspier. Achter in de 'tuin' in het nattere en voedselrijkere gedeelte woekeren, tot mijn groot genoegen, nog steeds de reuzenbereklauw, het groot hoefblad en de hop.
Summiere resten van de vroegere tuin, vinden we ook buiten de tuin. Wilde marjolein, venkel en zelfs salie hebben blijkbaar betere plekjes gevonden op de verhoogde berm langs het fietspad. De trein raast hier niet meer voorbij en ook de herborist heeft andere oorden opgezocht, toch vinden we nog sporen van die verleden tijd.
Lees verder: Wandelen in Weelde | Reizen en recreatie: Reisverhalen
Gebieden verandert door mensen, verlaten en dan weer herovert door de natuur, zorgen voor een grote diversiteit aan planten.
Zo is het ook gegaan in Weelde Statie, tussen Turnhout en Baarle Hertog, de reeds 60 jaar verlaten spoorweg, was niet zomaar een spoorweg maar ook een overslagstation tussen België en Nederland, wat voor een nog grotere diversiteit zorgde. In België werden sintels van hoogovens en kachels gebruikt als fundering voor het gebied, in Nederland werd meer grind en dergelijke gebruikt. Op het emplacement ontwikkelde zich door het gebruik van kalk-, as- en steenkoolresten een typische plantengroei.
Aan de rand van het stationsgebied aan het eind van de stationsstraat heeft ook 30 jaar een herborist gewoond en een tuin gehad, waardoor de diversiteit in plantengroei nog verder werd vergroot. Die herborist ben ik zelf.
Wij wandelen vanuit de stationsstraat, vertrekkend bij nummer 18, en bij de summiere resten van de vroegere kruidentuin. Hier vinden we nu nog meidoorn, peterselievlier, enkele oude palmboompjes en een bloeiende en geurende rozenstruik, waar het klassieke rozenwater uit gedistilleerd werd. Achter die struiken en bomenrij, zijn de echte resten te vinden van de tuin. Nog veel Agrimonie, toortssoorten, wilde marjolein maar ook het zeldzame Kroonkruid. Een plant niet direct geschikt om op te eten, hij bevat net zoals vingerhoedskruid hartglycosiden, giftig maar in de juiste dosering stimulerend voor de hartspier. Achter in de 'tuin' in het nattere en voedselrijkere gedeelte woekeren, tot mijn groot genoegen, nog steeds de reuzenbereklauw, het groot hoefblad en de hop.
Summiere resten van de vroegere tuin, vinden we ook buiten de tuin. Wilde marjolein, venkel en zelfs salie hebben blijkbaar betere plekjes gevonden op de verhoogde berm langs het fietspad. De trein raast hier niet meer voorbij en ook de herborist heeft andere oorden opgezocht, toch vinden we nog sporen van die verleden tijd.
Lees verder: Wandelen in Weelde | Reizen en recreatie: Reisverhalen
Abonneren op:
Posts (Atom)