Bij Villanella, jeugd van 11 tot 18 jaar laten proeven van eetbaar onkruid. Een beetje avontuur blijft het wel om wilde rucola, weegbree en paardenbloem als eetbaar te propageren. Vruchten van vlier, duindoorn en braam zijn dan wat makkelijker aan de man en vrouw te brengen. Braam-vlier confituur durven de meesten wel proeven, het is smakelijk genoeg om ook jonge mensen te overtuigen. Stadsonkruid dat groeit tussen straatstenen, in plantsoenen en in de kieren van oude gebouwen is moeilijker om als eetbaar voor te stellen.
Mijn begrip voor het gebrek aan kennis van vele jonge mensen is groot. Mijn belangstelling voor natuur en voeding was op die leeftijd ook minimaal en dat is uiteindelijk toch nog goed gekomen. Dat de meesten zelfs geen paardenbloem kennen is misschien spijtig maar zeker niet shockerend, eerder grappig.
Ik probeer onnozel weg aan de kinderen nog uitleggen, dat de paardenbloem ook pisbloem genoemd wordt, gele bloemen heeft en dat weilanden en wegkanten in het voorjaar er vol mee staan. Is dat zonnebloem? is dan de gedurfde vraag van een mooie jongen. Mijn eigen verbeeldingskracht moet wel groot zijn, om me in te leven in het gebrek aan elementaire kennis van deze zestienjarigen. Maar denk ik, so what? moet het? komt het?
Uit mijn grote plastic zak vis ik ook wat zaadbollen van de grote klis op. De kleverige zaden, voorlopers van de klittenband, kunnen wel enig animo veroorzaken, ook geur van venkelzaad kan hun verbeelding een beetje prikkelen. Misschien dat, over 10 jaar zal blijken dat klis en venkelzaad zich toch in hun hersenen genesteld heeft.
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/29926-in-de-naam-van-paardebloem.html