Posts tonen met het label kruidenwandeling. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kruidenwandeling. Alle posts tonen

zondag, mei 23, 2021

Christoffelkruid in het Belgisch regenwoud

Tijdens onze heroïsche wandeling in het 'Belgisch regenwoud' hebben we ook een magische ontmoeting met de zwarte gifbes of het Christoffelkruid. Deze decoratieve vaste plant groeit in donkere loofbossen en geheimzinnige valleien. Zo groeien giftige planten nu eenmaal graag. Christoffelkruid lijkt oppervlakkig op jonge planten van gewone vlier, maar verschilt hiervan doordat haar bladeren drievoudig geveerd zijn (ipv tweevoudig bij vlier). Meer nog lijken de bladeren op die van de Geitenbaard – Aruncus dioicus, die bovendien in hetzelfde milieu voor kan komen. 

Dodoens schrijft 'Tegenwoordig heet dit kruid in het Latijn Christophoriana en Sancti Christophon herba, dat is Sint Christoffelskruid, St. Christoffel is de schutspatroon van de schatgravers. De plant zou toverkracht bezitten en middels deze toverkracht helpen bij het zoeken naar verborgen schatten. De oorspronkelijke benaming was Herba sancti Christophori waar het Duitse Christophskraut, Sanct Cristophskraut, Stoffeleskraut, Zwitsers Christofferli, het Franse herbe de Saint-Christophe en het Engelse herb-Christopher van afgeleid zijn.

Sint Christoffel is ook de patroon van geesten en tovenaars. Onder het kruid zou een geest liggen die de schat bewaakte. Om de geest te verdrijven moest het kruid aangeraakt worden en een bijzonder christoffelgebed opgezegd worden. Dit bezweren werd christoffelen genoemd (in het Hoogduits: christophelen). Tovenaars gebruikten het kruid om te christoffeln, met andere woorden: om geld verbergende geesten te bezweren.

De Heilige Christophorus gold ook als beschermheer tegen de pest. Actaea werd vroeger gebruikt tegen die ziekte. Wie in staat was die ziekte af te wenden en een tegenmiddel had, die bezat een grote schat. De aanblik van een heilige had sowieso al een dood verdrijvende werking en samen met zijn plant stond je sterk.

Gebruik vlgs Dodonaeus

Zo was het gebruik vroeger. zegt Dodonaeus. ‘Sint Christoffelskruid is zo hinderlijk en schadelijk, ja dodelijk, als het gebruikt of van binnen ingenomen wordt zoals de geslachten van Aconitum of wolfswortel mogen wezen. De giftige bessen die met aluin gemengd worden geven een goede zwarte verf. Is ze de Actaea van Plinius (die hij beschrijft zwaar ruikende of stinkende bladeren te hebben, ruwe geknoopte stelen, zwart zaad als de klimop en met zachte bessen) is ze goed om de inwendige gebreken van de vrouwen te genezen. Nochtans is onze Christophoriana altijd voor een vergiftig gewas gehouden geweest.’

In de homeopathie wordt het als tinctuur tegen epilepsie, astma en waterzucht gebruikt.

Actaea spicata Linn., commonly known as Baneberry, belongs to family Ranunculaceae. A survey of ethnopharmacologic records reveals that the plant has been traditionally used in the treatment of rheumatism, inflammation, rheumatic fever, lumbago, scrofula, nervous disorders, chorea, and as emetic, expectorant, laxative, stomachic and purgative. The plant has also been used in traditional systems of medicines of various countries for the treatment of snake bite, asthma, and externally for skin complaints. In some parts of Europe the powdered leaves, stems and flowers are used as an insecticide. Chopra RN, Nayar SL, Chopra IC. Glossary of Indian Medicinal Plants. New Delhi: Council of Scientific and Industrial Research; 1956. Duke JA, Duke PA, Ducellier JL. Duke?s Handbook of Medicinal Plants of the Bible. New York: CRC Press; 2008.

Preliminary phytochemical screening showed presence of phenols and flavonoids in A. spicata.  Investigation was undertaken to estimate total phenols and flavonoids in methanol extract of A. spicata roots, and its ethyl acetate fraction. In vitro antioxidant activity was also evaluated in the methanol extract and ethyl acetate fraction using DPPH method. Ethyl acetate fraction was found to contain twice the content of flavonoids and phenols in comparison to methanolic extract, whereas phenolic content in methanol extract was approximately similar to ethyl acetate fraction. A significant antioxidant activity, i.e., mean percentage inhibition of DPPH radical was observed in methanol extract and ethyl acetate fraction at the concentration of 10 μg/ml and 5 μg/ml respectively. Finally, it was suggested that polyphenols are responsible for antioxidant activity of A. spicata.

zondag, mei 15, 2016

Wandelen bij de vrouwenmantel

Tijdens ons kruidenweekend wandelen we ook in het Domaine du Bonsoy. We vertrekken bij de receptie, waar we direct het beekvalleitje induiken, het beekje brengt ons bij de grote visvijver. Hier vinden we een groep bloeiende wilde vrouwenmantels. Verhalen zijn er bij de vleet bij deze alchemistenplant. De grote glinsterende druppels in het hart van het blad zouden ooit door de alchemisten gebruikt geweest zijn bij hun scheikundige en spirituele experimenten op zoek naar het levenselixir. Ik tip mijn wijsvinger in het gewijde water, het blad doet mij denken aan de wijwatervaten in de kerk. Alchemilladruppels, heidens heilig water uit de natuur. Religie voor ruige natuurmensen.

Maar ook water dat volgens oude literatuur voor vele vrouwenkwalen gebruikt kan worden. Een beschermende en versterkende mantel voor de vrouw. De naam Vrouwenmantel heeft de plant mogelijk gekregen omdat de bladeren als een ouderwetse mantel (mantilla) geplooid zijn en als zodanig lichamelijk en geestelijke bescherming bieden aan de vrouw. Mellie Uyldert beschrijft het op haar eigen romantische manier: ‘ telkens waar de stengel zich vertakt, omsluit zulk een blad zorgzaam het vertakkingspunt, terwijl de bladsteel zelf ook weer met een schede de stengel omsluit. Alles aan deze plant zegt: omhulling, koestering, bescherming. Ze heeft dan ook helemaal het wezen van de baarmoeder.’

Ook ter bescherming van de borsten vind je de vrouwenmantel zowel bij Dodoens, Matthiolus als Munting terug.  Dit cruyt ghestooten ende op der vrouwen ende maechden borsten gheleyt maeckt die hert vast ende stijf. lees ik bij Rembertus Dodonaeus.
En Abraham Munting, Beschryving der Kruyden, zegt:  Indien men in dit Water tweemaal vierentwintig uren te weyk legt een weynig Hypocistis, Equisetum (of Paardestaart), Granaatschellen, en gedroogde roode Roozen: dan daarmede een tijd lang dagelijks wascht de Borsten van een Vrouw, zoo zullen de zelve daar van rond, net, en stijf worden; dit zal ook beletten, dat ze niet groot oprijzen, maar kleyn blijven.

Ook de nuchtere looistoffen in de plant verwijzen naar die versterkende, beschermende werking . Hier in de mysterieuze ochtend, afdalend naar de dampende Maasvallei voel je de kracht van deze Alchemillas.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/23198-vrouwenmantel-thee-uit-de-tuin.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/alchemilla-sp-vrouwenmantel





zaterdag, november 17, 2012

Kruidenwandeling

Een kruidenwandeling begeleiden, in een vreemd verwilderd volkstuingebiedje gelegen tussen huizen, hoogbouw en vele wegen in de krochten van Berchem.  Aan het eind van de Constant Jorislaan is onze afspraak.

De volkstuintjes zijn al een hele tijd verlaten, ze moesten plaats maken voor een ruilverkaveling, ondertussen verwilderen de tuintjes, groenten maken plaats voor de sterkste overlevers. Hier is dat vooral de Canadese guldenroede, maar ook wilde marjolein, vrouwenmantel en aardbeien houden stand. Bessenstruiken kunnen zich ook handhaven en echte superonkruiden zoals paardenbloem, brandnetel, weegbree, heermoes en basterwederik komen zich vanzelfsprekend zelf vestigen. Een bevreemdend, maar mij wel tevreden stemmend schouwspel. Natuur die zich opnieuw vestigt tussen huizen, hoogbouw en plastic afbakening van percelen. Geen stads park, maar mooie, lelijke woekering van menselijke natuur. Een echte speeltuin voor een herborist. Guldenroede die blaasontsteking kan genezen, vrouwenmantel voor vrouwenkwalen, heermoes tegen versleten gewrichten, weegbree voor allergische luchtwegen en basterdwederik voor de oude prostaat. Voor vrouw en man, voor jong en oud, voor stadse en boerse mensen. Voor iedereen een hulpje, een wilde steun en toeverlaat.

zaterdag, november 05, 2011

Herboristen aan zee

Wandelen in De Haan. Fin-de-siècle villas, duinbos, duin, strand en zee. We zien de beroemde boksdoorn, duindoorn, rozenbottels en meidoorn, vooral dus prikkerige struiken met anti-oxidantrijke bessen. Gezondheid alom. Kan een mens nog wel sterven met zoveel gezondheid en zee om zich heen?

Wanneer je vanaf de zee terug landinwaarts wandelt, dan zie je het aantal duindoorns steeds minder worden. In het struweel voegen zich planten als liguster, hondsroos, kardinaalsmuts, meidoorn en hier in De Haan ook veel Japanse bottelroos bij. In de oudere, soms metershoge duindoornstruwelen, kan het binnenin zelfs schemerig en vochtig worden. Paddenstoelen en mossen profiteren daarvan. Er ontstaat humus en gaandeweg vestigen er zich andere bewoners, levend van het voedselaanbod waar de duindoorn juist niets van moet hebben. Het landschap krijgt een bosachtige uitstraling.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/67370-duindoorn-wonderbesje-van-bij-ons.html

zondag, juni 05, 2011

Wandeling Belvaux

Een kruidige wandeldag in Belvaux bij Han sur Lesse. Mijn lievelingswandeling maar ook een lesdag, seizoensdag van de herboristenopleiding. Voorlopig alleen maar wat foto's  en verder zomaar botweg een opsomming van de voornaamste planten die we gezien, gevoeld, geroken en geproefd hebben. Niet waar, proevers van dienst?

in de helling bij toorts en vogelmelk


En verder dalen, klimmen, kruipen, snuffelen en gekrast worden

op mijn magische rots
Wilde weit
Een inventarisatie (wat een onvriendelijk woord)  van de planten, met dank aan de ijverige secretaresses (nog een onvriendelijk woord).
adderwortel : Polygonum bistorta (rose wortel, looistofplant)
akkerviooltje : Viola arvensis
amandelwolfsmelk : Euphorbia amygdaloides
aronskelk : Arum
bedstro : Galium odoratum
bosaardbei : Fragaria vesca
bosanemoon : Anemone nemorosa
bosbingelkruid : Mercurialis biennis
bosviooltje : Viola riviniana
bosvogelmelk : Ornithogalum pyrenaicum (zeldzaam)
cypreswolfsmelk : Euphorbia cyparissias
daslook : Allium ursinum (voor de bloedvaten)
engbloem : Vincetoxicum hirundinaria
erwt : Pisum sativum
fraai hertshooi : Hypericum pulchrum
gamander : Teucrium chamaedrys
gele dovenetel : Lamiastrum galeobdolon
gewoon nagelkruid : Geum urbanum (kruiden voor de darmen)
glad walstro : Galium mollugo
grote klis : Arcticum lappa (kruid voor huid en haar)
guichelheil : Anagallis arvensis
helmkruid : scrofularia nodosa (kruiden tegen aambeien)
hertswortel : Libanotis montana(zeldzaam)
hondsroos : Rosa canina (vitamine C rozebottel)
jeneverbes : Juniperus communis
kalkaster : Aster linosyris (zeldzaam)
koningskaars : Verbascum thapsus
korenbloem : Centaurea cyanus
kruisbladwalstro : Cruciata laevipes
luzerne, alfalfa : Medicago sativa  (eetbare scheuten)
meidoorn : Crataegus (kruid voor het hart)
moerasspirea : Filipendula ulmaria  (kruid voor de gewrichten)
muurpeper : Sedum acre
rapunzelklokje : Campanula rapunculus
reuzebalsemien : Impatiens glandulifera (niet inheems)
salomonszegel : Polygonatum
sint-janskruid : Hypericum perforatum
sleedoorn : Prunus spinosa
echte sleutelbloem : Primula species
springzaad : Impatiens balsamina
tripmadam : Sedum rupestre, Sedum reflexum
trosvlier : Sambucus racemosa
vrouwenmantel : Alchemilla vulgaris (kruid voor de vrouw)
wilde tijm : Thymus serpyllum
wilde weit : Mélampyrum arvense (zeldzaam)

En dan toch maar wat info over die exclusieve hertswortel op zijn magische rots.

Nederlandse naam: Hertswortel
English: Moon Carrot (Mooncarrot)
Français: Libanotis des montagnes
Deutsch: Heilwurz
Wetenschappelijk: Seseli libanotis (Libanotis montana)
Familie: Schermbloemenfamilie, Apiaceae
Hij groeit op zonnige, meestal vrij open plaatsen op droge, kalkhoudende grond. Heeft in Belvaux zowat zijn meest Noordelijke groeiplaats door de gunstige ligging op onze warme rots.

Verwonderlijk is wel voor ons herboristen dat deze hertenwortel en verwanten al door Dodonaeus in zijn CruydtBoeck uit 1554 uitvoerig vermeld werd.

Libanotidis genus alterum, swerte Herstwortel(e)
1644 Vlaams: Libanotis (Tweede vruchtbaere) [Herstwortele (Swarte)]
1616 Latijn: (Libanotis fructifera altera)
1554/1557: Herstwortel [= Hertswortel] (swerte), Hirtzwurtz (schwartz), Libanotis, Libanotis alterum genus, Rosmarin, RosmarinusDat ander gheslacht heeft eenen hooghen gheknoopten steel ghelijck die Venckel/ daer aen wassen bladeren/ den Kervel oft Scheerlinc bladeren schier gelijck maer meerder/ breeder/ ende dicker/ op tsop van den stelen wassen die croonen voortbringhende witte bloemkens/ ende als die vergaen zoo volghet welrieckende saet naer dat breet es den sade van Angelica schier ghelijck. Die wortel es van buyten swert van binnen wit/ met hayr boven becleet van ruecke ghelijck herfst oft wieroock/ rieckende

Dese gheslachten van cruyden met hueren saden ende wortelen sijn werm ende drooch tot in den tweeden graedt/ verdeylende/ sceydende ende afvaghende van natueren.
  • En ook 'Cracht ende werckinghe' blijken bijzonder uitgebreid te zijn:
  • Die wortelen van Libanotides met wijn ghedroncken/ doen water maken/ ende verwecken die natuerlijcke cranckheyt der vrouwen/ sy ghenesen die pijne ende weedom in den buyck ende helpen den ghenen die van slanghen ende fenijnnighen ghedierten ghebeten sijn.
  • Tsaet van Libanotis es oock tot den selven gebreken goet/ ende daer en boven dienet seer wel tot die vallende sieckten ende alle verouderde coude ghebreken van der borsten/ het gheneest oock die geelsucht met peper ghedroncken/ sonderlinghe dat saet van den tweeden gheslachte/ want dat ander saet dat Cachrys heet en es niet goet van binnen inghenomen aenghesien dattet met sijn heete scerpicheyt die keele rouw maeckt.
  • Die bladeren van desen cruyden ghewreven stelpen dat bloeyen van die speenen/ versueten die cloven ende sweeringhen ontrent tfondament/ ende maken rijp ende morwe alle coude oude herde gheswellen daer op gheleyt.
  • Tsap van den cruyde ende wortelen met huenich vermenght maeckt het tghesichte scerp/ ende verclaert die duyster ooghen daer in ghedruypt.
  • Die drooghe wortelen met huenich vermenght suyveren die vuyle sweeringhen ende doen die herde ghezwellen sincken ende sceyden.
  • Tsaet met olie vermenght es goet den ghenen die den cramp hebben oft verreckt sijn/ ende doet sweeten om tlichaem ghestreken.
  • Tselve saet met meel van dravick ende azijn vermenght versuet die pijne van tfledercijn daer op gheleyt.
  • Tselve saet gheneest ende suyvert oock die quade witte drooghe scorfticheyt/ met seer scerpen azijn vermenght ende daer op ghestreken.
  • Dat saet dat Cachrys heet/ beneempt dat loopen ende vloeyen van den ooghen opt voorhooft ghestreken.