Posts tonen met het label col. Alle posts tonen
Posts tonen met het label col. Alle posts tonen

dinsdag, juni 25, 2019

Met de bende in de bergen

Route: Parking Col Croix de fer 2067m → Col Lazard 2525m → Gite de l’Etendard 2441m → Lac Bramant (tussen de refuge en Col Nord) → Col Nord des Lacs 2533m → Le Tévaroz 2330m → Plan Rouet 2000m → Sur la Tourbière 2055m → Lac Potron en Lac Guichard → Parking Col Croix de fer 2067m

Voor alles is er een eerste keer ...
Dit is een unicum in het leven van onze bende, twee keer dezelfde tocht op een paar dagen tijd. Ja, Gîte de l’Etendard staat deze week voor de tweede keer op onze agenda. Daar is echter een goeie reden voor, vorige zaterdag deden we deze tocht namelijk in guur weer en regen. We hopen vandaag op betere omstandigheden en die zien er bij het vertrek toch veel belovend uit.
We starten op onze ondertussen vertrouwde parking: dotterbloemen in beek en een witte kwikstaart op het dak van het café. Eerst onze portie zetelliften en grindpaden afwerken. Klein hoefblad, monnikskapboterbloem, vrouwenmantel, alpenviooltje en bergnagelkruid fleuren het brokkelig pad op. Gele berganemonen en witte krokussen volgen de oevers van het riviertje. De grindweg is zo dominant dat we soms het ‘echte’ pad missen. Vandaag kunnen we het juiste spoor beter volgen dan zaterdag. Toen hadden we niet zoveel tijd om te zoeken, we moesten vooral verder door de regen. Maar ook vandaag komen we soms tot de vaststelling dat een pad op de grindweg uitkomt waarvan we een afslag eerder blijkbaar gemist hebben.

Er is veel volk op pad – alsof ‘iedereen’ vandaag naar boven wil. We zijn bij de ‘laatsten’ die vertrekken maar we kunnen er nog enkele voorbijsteken. De zon is er maar er is ook veel wind. Op de plaats waar het pad weer op de grindweg komt - en waar het zaterdag echt goed begon te regenen - zie ik nu een hagedisje. We houden hier een langere pauze. Het is hier ook zalig zitten op ons zelf gefantaseerd topje. De wind doet deugd – ik voel me letterlijk ‘uitwaaien’.

Net als we verder willen gaan, waait de hoed van Maurice weg. In een reflex ga ik er achteraan, zelfs in het
sneeuwveld, maar hij blijft verder rollen. Even denk ik dat het een verloren zaak is maar dan blijft de hoed toch liggen. Een strooien hoed in de sneeuw, eigenlijk wel een mooi beeld maar ik neem geen foto want ik wil het risico niet lopen dat hij opnieuw wegwaait en ik er opnieuw achteraan moet. En toegegeven, ik ben toch wel een  beetje buiten adem na die ren.
Eénmaal de hoed weer op het passende hoofd klimmen we in de sneeuw en tegen de wind in naar Col Lazard. Net hetzelfde als zaterdag, alleen zijn vandaag veel mensen ons al voor geweest. We ‘ploeteren’ door de sneeuw (wat na onze tocht van gisteren geen probleem meer kan zijn) en komen op Col Lazard om direct door te stappen naar de refuge. Tijd voor de middagpauze, een biobiertje met de naam ‘Guide’ en een groepsfoto.

Langs de meren
Omdat het weer heel goed meezit, beslissen we om een extra lus te maken rond de twee meren. Het Grand Lac, is afgedamd als stuwmeer. Het is nog steeds ondergesneeuwd, alleen de randen van lichtblauw verraden de aanwezigheid van het meer. Door die sneeuw is de start van het pad wat moeilijk te vinden maar Maurice is en blijft de beste padvinder. We gaan over de dam van het eerste meer en kunnen de in de zon glinsterende ijsschotsjes zo uit het water halen, een mooi lichtspel.

Wat verder ligt nog iets te schitteren
in de zon. In een grote plas ijswater
zwemmen een vijftal grote kikkers
tussen ‘pollen’ kikkerdril. De blaasjes
van het kikkerdril weerkaatsen in het
zonlicht en zijn precies kleine lampjes.

Op het smeltwater, tussen het sneeuwveld en het lac is het opletten geblazen. Hier wegglijden betekent een ijskoude douche. Het landschap is hier wel bijzonder met die ijsmeren, sneeuw en bergen. Aan de overkant zien we een ‘glijspoor’ met op het einde een grote rotsblok. Die is dus letterlijk als een blok naar beneden
gedonderd.

Omdat Maurice last heeft van pijnlijke voeten laten we het tweede meer voor een andere keer en lopen we op een dun brugje tussen de twee meren door naar de andere kant, richting Col Nord des Lacs. Ook langs deze kant overbruggen we nog veel sneeuwveldjes. De sneeuw is zacht en ‘smeltklaar’ waardoor we met z’n allen eens goed kunnen ‘doorzakken’. De putten naast de rotsen zijn soms wel heel erg diep maar iedereen komt veilig op Col Nord aan. Hier weer even een rustpauze waar sommigen een platte rustpauze van maken.

Maurice stelt voor om af te dalen in de sneeuw. Dat heeft voordelen. Het is minder pijnlijk voor de voeten én het is heel plezierig. We dalen 200m al stappend en glijdend tot aan Le Tévaroz. Bij het glijden is het eerst wat zoeken naar de juiste balans maar dan gewoon de sneeuw en de helling zijn werk laten doen ... en het gaat snel. Toch wel een bijzonder gevoel om op die manier de berg af te komen. Het is een perfecte landing, net op de juiste plek op het pad. Een steenmanneke toont ons dat we goed zitten en we gaan verder met een natte broek. Gelukkig schijnt de zon in onze rug, dat bevordert het droogproces.

Een afdaling in stenige ondergrond met voorjaarsanemonen, een bleke variant van klokjesgentiaan, bergvaleriaan, huislook in bloei en geel kartelblad en dan weer het grindpad, de zetelliften en een bloedneus....
We sluiten de dag weer af aan het Lac Potron en Lac Guichard. Waterdrieblad staat nu in bloei, de bronlibellen zijn allemaal ontpopt, alleen hier en daar vinden we nog hun ‘omhulsel’. Naast de orchissen, alpenereprijs, trollius en tormentil van vorige zaterdag zie ik nu ook moerasviooltje, buxusvleugeltjesbloem, bergvenkel en bloeiresten van beenbreek.

Het zicht op ‘onze’ drie topjes (Les Aiguilles d’Arves) is vandaag in David Hamilton-sfeer. Hopelijk betekent dit niet dat het morgen weer regent.

dinsdag, juli 02, 2013

Onderweg: Col de la Croix de Fer

Onderweg: Passy, St Gervais, Megève, Albertville, St Jean de Maurienne, Saint-Sorlin d'Arves, Col de la Croix de Fer 2064 meter.
Mijn bendeleden zijn naar huis na een week wandelen in de bergen. Ik rij richting Drôme naar mijn volgende afspraak. De jaarlijkse kruidenstage in Bellegarde en Diois. En juist nu heb ik tijd en zin om te schrijven.

 In Albertville wil de GPS mij snel naar Bellegarde brengen. Ik begrijp madame Mio wel, hoe kan zij weten dat een mens soms twijfelt en treuzelt en niet altijd rüchsichtlos recht door wil. Dus rij ik niet naar Chambery maar naar St Jean en Maurienne. Vol de bergen in. In vogelvlucht wel de rechte lijn naar Bellegarde maar er zit wel een col van 2000 meter hoog tussen.
In St Jean voor de klim begint, doe ik nog wat kleine boodschappen bij Carrefour, ook al in de hoop  om free internet te vinden. Helaas of.. gelukkig geen verbinding en dus zonder Wifi naar boven. De motorhome puft en blaast maar blijkt wel in conditie. Col de la Croix de Fer is een mooie, lange beklimming met ups en downs. De beklimming vanuit St Jean is 26.5 kilometer lang en overbrugt met een gemiddeld stijgingspercentage van 5.6% een hoogteverschil van 1484 meter.


Net voor de col stopt ik bij een mooi meertje met uitzicht op de puntige Pic des Arves. Topjes zoals kinderen ze graag tekenen. Het meertje is genieten en op de col beslis ik om hier eens hoog en droog te overnachten. De col zelf is ouderwets eenzaam, geen souvenirstandjes alleen één oerdegelijk café met een al even ouderwets dametje achter de toog. Ik vraag zelfs onnozel weg of het café wel open is, ben dan ook de enige klant. Achter de toog zit iemand de koelkast te repareren. Verkocht worden er alleen wat ouderwetse postkaarten en lelijke koerstruien, alleen de prijs van 'le petit café' is nieuwerwets (1 euro 50).
Na de koffie wandel ik nog naar een meertje en een tourbière in de buurt. Van ver lijkt het meer begroeid met veenpluis maar dichterbij gekomen zie ik dat het volstaat met bloeiend waterdrieblad. In avondlicht en eenzaamheid met de puntige Arvesbergen op de achtergrond lijk ik wel in een sprookjesland geland.


Planten, bergen en Maurice! En planten zijn er genoeg, zelfs bloeiend direct onder de sneeuw vandaan. Sleutelbloem, gele anemoon, vleesetend vetblad en zonnedauw, niet dat het landschap er gekleurd bijligt, deze plantjes moet je eerder met een vergrootglas zoeken. Ook valkruid vind ik, de rozetten lijken wat op weegbree, niet-bloeiend moet je ze wel snuffelend tussen het gras gaan zoeken. Een zeer algemene plant op wat voedselrijkere plaatsen is de meesterwortel, de selderachtige geur en het grote groene blad is goed herkenbaar. Ik pluk wat blaadjes om straks mijn kant en klaarmaaltijd te vitaliseren.

Vannacht zal het hier hoog, verademend slapen zijn.

zondag, juni 26, 2011

Col de Montseti

Bij refuge du Ruitor
Wandelen in de bergen. Het genot en het gevaar van de natuur, je weg zoeken, moe en bezweet, voelen dat je leeft. Vandaag willen we via de refuge du Ruitor naar de col de Montseti 2550 meter en langs het Lac Noir naar beneden tot aan de refuge Archeboc om dan in een grote bocht terug bij de auto's uit te komen.

We rijden naar St Foye Tarentaise, draaien dan omhoog naar Mazure en naar Le Crôt en nog steiler tot 1700 meter naar de eindparking van La Valonne. We zijn in de Franse Alpen, de Vanoise en het is zondag. Er zijn dan ook wat meer wandelaars, vooral dagjesmensen in de bergen dan gewoonlijk. Ook jonge mensen, die zelfs met stokbrood in de hand en sandalen aan de voeten naar boven trippelen. Moet kunnen vind ik en hopelijk willen ze alleen maar een mooi picknickplekje vinden bij een meer. Wij, de bende van M., wisselend gezelschap maar bekend met mekaar, toeren al een weekje rond in onze geliefde bergen, we hebben dus al wat training achter de rug en dus ook al enige conditie opgebouwd. Vijf dagen zeven uur per dag stevig stappen.